De stem uit België

2233 0
19 November 1915
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1915, 19 November. De stem uit België. Seen on 20 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/3t9d50gm9b/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

eux des hommes universellement connus et estimés, tels les professeurs Lammasch, Achile Loria, Walter Schucking, Lowes Dickinson. Mais ce que je voulais souligner, c'est que les principes de la paix par le droit et par l'organisation juridique des nations basée sur la morale, dont s'inspirent plusieurs articles du programme, constituent une partie intégrante de notre christianisme, et nous, catholiques nous devons faire tous nos efforts pour en hâter l'application. Nous y avons été plusieurs fois conviés par les Papes, nous y sommes obligés par les principes de la morale chrétienne.Et il y aurait injustice flagrante de considérer un programme s'inspirant de ces principes comme une traduction des ambitions allemandes. C'est exactement le contraire qui est vrai. Ne confondons pas ceux qui cherchent à moraliser les relations internationales, à les rendre plus chrétiennes et plus humaines, avec ceux qui espèrent par de louches manœuvres épargner à l'orgueil allemand le châtiment qu'il mérite. Comme quoi il y a pacifistes et " pacifistes." Fernand Deschamps. o Op Koning Albert's Naamdag. Een juichkreet stijgt uit aller borst Voor onzen teergeliefden Vorst, Nu wij zijn naamdag plechtig vieren ; Men ziet thans 't volk, dat de aarde rond Zijn rœm en dapperheid verkondt, Het knoopsgat met de driekleur sieren. Maar ach ! in 't dierbaar Belgenland, Zoo wreed door Duitschers overmand, Mag zelfs het hart niet luide spreken ; Daar duldt men thans geen koningsmin, Geen enklen kreet van vrijheidszin, Geen vlagvertoon noch vreugdeteeken. En toch blijft daar zijn vadernaam, Zijn lof en roem en haldenfaam Diep in der Belgen harten leven ; En toch zal daar, bij groot en klein, De vaderlandsche bede rein Tôt de gerechte Godheid zweven. Waar ook de Belgen zijn verspreid, Zij groeten zijne Majesteit Als 't voorwerp hunner teedre liefde ; Ze weten dat ook Hij hen mint En in hun heil zijn vreugde vindt, En rouwt om wat hun harte griefde. Ik denk nog aan dien vroegren. dag Van watersnood en droef geklag, Toen wij vereend in 't "Tolhuis" waren ; En Hij, als Prins, bracht hulp en troost, En streelde en kuste 't lieve kroost, Dat zich rond Hem bedeesd kwam scharen. (i) De stoel, waarop Hij toenmaals zat, Blijft als een duurbre, heilge schat Getrouw in 't huis bewaard, al zwerven Er Duitschers rond, het hart vol haat. Die stoel, gelijk hij stond en staat, Zal slechts 't erkentlijk nakroost erven. Goedheil den Vorst, die zoo bemint En door zijn liefde liefde wint ! Goedheil ook voor zijn Gade en Telgen ! Wij sluiten in één enklen band Gansch zijn gezin en 't Valerland : Heil Albert, Koning van de Belgen ! B. V. (i) Te Moerzeke (bij Dendermonde), tijdens de overstrooming van 12 Maart, 1906. o Bij het aftreden van Sir Edward Carson en Mr. Churchill. Sir Edward Carson en Mr. Churchill na-men hun ontslag aan het Engelsch ministerie. 't Was meer dan een gewone politieke ge-beurtenis, omdat beiden een sterk verleden achter den rug hebben. Ook gaf hun aftreden aanleiding tôt ernstige bespreking en vinnige kritiek. Het meest ingrijpend oordeel werd geveld door Lord Milner : "Wat mij verontrust, is de strekking om de sterke, en niet de zwakke, elementen uit het ministerie te verwijderen." De meeste politiekers en bladen zijn meer gematigd, maar toch betreuren zij bijna allea het aftreden van Carson en Churchill. Deze houding moet den gewonen lezer der Engelsche pers hebben onthutst. Tmmers beiden waren sinds lang politieke mikpunten. En nu ze aftradten werd hun ontslag eerder met spijt vernomen. Waaraan is die omme-keer toe te schrijven? Ik geloof dat hiervoor na*.r geen bijzonder reden moet gezocht wor-den. Beiden ondergingen het lot dat meer-maals aan sterke politieke figuren is voorbe-houden. In functie hevig bevochten ; uit functie geprezen. Door hun val zijn de politieke driften der tegenstrevers gestild en ma-ken zij plaats voor kalmer en meer berede-neerd inzicht en oordeel. Ook zijn tegenstrevers er op uit om de kwade zijde der mi- nisteïs in het licht, en de goede in het duister te stellen. Hebben zij daardoor den val van den minister bewerkt, dan is hun doel bereikt. Zijn hebben er geen voordeel bij, om hun slachtoffer te verguizen, integendeel ! Door de erkenming hunner verdiensten nemen zij den schijn aan van hoffelijkheid, eerlijkheid en generositeit. Hoe sterker nu ook een politieke persoon-lijkheid uitkomt, des te bitsiger de aanvallers zijn, eenerzijds omdat zijne politieke opvat-ting heviger in botsing komt met deze zijner tegenstrevers en anderzijds omdat hij des te moeilijker is neêr te halen. Zulks is heel zeker het geval voor Carson en Churchill, en in grooter mate voor den eersten. Carson was de vertegenwoordiger der kroon in zijn geboorteland; Ierland, onder het ministerie Balfour. Hij oefende er het gezag uit met een ijzeren arm tegenover de Ierlanders die streden voor zelfstandigheid, voor home-rule. Later ver-liet hij zijn post om zich in Engeland te ves-tigen, waar hij een hoog ambt aan 't gerecht uitoefende. Toen werd de Iersche strijd voor home-rule met den dag scherper en naderde de overwinning. Maar Carson waakte, buiten en binnen het parlement, waar hij als lid der conservatieve partij optrad. Deze laatste bestreed home-rule gedeeltelijk uit overtui-ging, meer omdat home-rule, onder den drang der Iersche vertegenwoordigers, als een "credo" in het programma der liberale partij was opgenomen. Buiten de kamer streed Carson aan het hoofd der Ieren van de pro-vincie Ulster, die aan home-rule vijandig waren. En hij ijverde met een standvastigheid, die den haat der home-rulers verdubbelen moest. Hem werd vooral verweten dat hij, de man der wet, niet aarzelde tôt onwettige middelen, den oproer, zijn toevlucht te nemen. Het gevolg ervan was, dat zijn intrede, in een coalitie (?) ministerie, veel tegenkanting verwierf. Maar anderzijds had zijn kranig optreden hem veel partijgangers gewonnen. Zij hoopten dat zijn zelfstandigheid ten nutte zou komen aan Engeland, in dezen reuzen-strijd, waar de krachtdadigheid de andere hoedanigheden in de schaduw zet. Carson had dus, om zijne sterke persoon-lijkheid, ernstige en vele vijanden en even machtige bewondexaars. Noch de eersten bewerkten zijn val, noch de tweeden mochten zich in de blijde verwachting verheugen. Carson trad spontaan uit het ministerie ; zijn persoonlijkheid was te sterk om de verant-woordelijkheid met anderen te deelen. Waar velen samen regeeren, moet ieder lid kunnen " geven en nemen." Dat kon Carson niet, wan neer een beslissing van hooge betekenis moest genomen worden. Dat was het geval toen de houding te bepalen viel in zake Ser-vië. Carson wilde een meer beslist optreden om Servië ter hulp te komen. Hij oordeelde dat Engeland- een schuld van eer te vervullen had tegenover dit kleine volk. Zijn overtui-ging strekt hem tôt eer, des te ineer dat zij minder van hem te verwachten was die de verzuchtingen naar meer vrijheid, van zijn eigen klein volk, het Iersche, had bekampt. Waarheidshalve moet er bijgevoegd dat het lateraf bleek dat de andere leden van 't ministerie er dezelfde meening op nahielden, maar dat Carson hun inzichten verkeerd be-grepen had. Wat hier ook van zij, Carson is gevallen om zijne sterke persoonlijkheid, en niet om de slagen zijner tegenstrevers, wat heel zeker voor Churchill het geval is. Churchill is een soldaat; hij heeft den oorlog reeds vroeger meegemaakt. Eerst later trad hij in het politiek leven en vaarde in conservatieve waters. De conservatieve partij was beschermingsgezind op econo-misch gebied. Daarmee had Churchill geen vrede. Hij verliet de conservatieve partij en werd als vertegenwoordiger gekozen der libe-ralen. Zulke verandering van partij komt ons zonderling voor. In Engeland gebeurt dat wel eens meer. Churchill werd lid van het ministerie. Hij bewees in het begin van den oorlog een dienst, dien zijn land nooit verge-ten kan. Namelijk hij concentreerde de Engelsche vloot op den eersten dag van den oorlog waardoor hij de Duitsche vloot mach-teloos sloeg. Desniettegenstaande werd hij bitsig bekampt. Men verweet hem dat hij op eigen gezag en lichtzinnig, de Dardanel-len-expeditie ondernam. Dit werd door zijn trouwen vriend, den eersten minister, kranig gelogenstraft. Daarbij kon men hem maar niet vergeven dat hij acht duizend soldatsn naar Antwerpen had gezonden. 't Was, zegt men, te veel om ze op te ofïeren en te weinig, om invloed uit te oefenen. Op het eerste zicht blijkt die redeneering onomstootbaar. En nochtans ! De Belgen en de Antwerpe-naars, die veertien dagen doorbrachten in bange afwachting om hulp, weten wat zede-lijke kracht die 8,000 man op hen hebben uitgeoefend. Hun zer.ding deed hun tastbaar voelen dat, indien Engeland geen grooter leger zond, het niet was uit enge berekening, maar omdat Engeland niet voorbereid was tôt d-gp strijd. Zulks te weten was van groo-te beteekenis. En niet alleen dat ! De geschiedenis zal eens getuigen dat Churchill een werkelijken dienst heeft bewezen aan België, en door België aan de verbonden mogendheden, dienst waarvan de gevolgen eerst later naar waarde zullen worden ge-schat. Het heeft Zijne Majesteit, onzen Koning, daarom behaagd aan Churchill de hoog-ste onderscheiding toe te kennen. Wij, Ant-werpenaars juichen ze van harte toe, omdat wij meer dan de Engelsche bevolking, de diensten van Churchill kennen en ook waar-deeren. Met bewondtering, liefde en erken-telijkheid zullen we steeds terugblikken op zijne ministerieëele loopbaan. met des te meer bewondering dat Churchill wel gedeeltelijk om ons is gevallen. Niet opgenomen in den oorlogsraad der vijf, die ons den zege moeten voorbereiden, gaf hij liever zijn ont slag, dan ëen "vetbetaald niets-doen " te leiden. Hij valt als minister-soldaat om op te staan met den degen in de hand ten strijde voor het recht ! Churchill vertrekt naar 't oorlogsveld. Wij Antwerpe-naars wenschen hem er een meer dankbare taak ! Dr. A Vandeperre. Volksvertegenwoordiger voor Antwerpen. * Dit artikel was gedrukt toen Churchill zelf in het parlement verklaarde dat, dank aan der weerstand te Antwerpen met behulp der Engelsche troepens, het later mogelijk werd den optocht der duitschers te stoppen aan der Yzer. Zonder dien weerstand waren de Duitschers dieper in Frankrijk gedrongen. Het gevolg ervan zou geweest zijn : de be-zetting van geheel ons land ! Nu strijden onze troepen op eigen bodem. O Pessimisme. Ik heb binst deze laatste weken onder de Belgen veel pessimisten ontmoet, verbitterde aangezichten, moedlooze kriepers, angstvolle twijfelaars, vermoeide verveelden. Het twee-de overwinteringsjaar in 't vluchtelingenland is ingegaan, en nu dat de Engelsche verkoud-heden reeds werden overmeesterd, heeft een nieuwe ziekte zich vastgenesteld in onze vluchtelingenwoonsten : namelijk de plaag van het pessimisme. Pessimisme,, in 't Vlaamsch gezeid, is de ziekte van hen die ailes in het zwart zien, altijd het slechtste vermoeden of peizen, altijd het slechtste verwachten, en geheel hun inbeeldingsvermogen in het werk stellen ten dienste van de scha-duwzijden der dingen en gebeurtenissen. Het hoofd neêrvallend op de borst, en het 00g zwemmend in fcranen drentelen de pessimisten langs de banen des levens, zonder opzien naar den blauwen en zonnigen hemel, zonder luisteren naar de nachtegaalzangen in het groene hout, zij zijn menschen die niet ver zien, menschen die niet diep zien, menschen die enkel naar zich zelve zien. Van waar het pessimisme voortkomt valt moeilijk om bepalen. Bij enlcelen is het aan-geboren, lijk het optimisme bij anderen. De physiologische wetenschap zal het misschien toeschrijven aan den aard van den lichaams-bouw, aan de werking van het hart of van de zenuwen. Om het even wij ontmoeten menschen die denken dat zij voor het ongeluk geboren zijn. Er zijn er die pessimist geworden zijn door de harde teleurstelling van hun optimisme, en zoo van het eene uiterste in het andere zijn gevallen, ofwel door de felle tegenslagen van allerlei aard welke hun leven maakte tôt een hobbeligen kiezelweg van ellende. Het leven immers geeft aan velen harde noten te kraken. En zijn er die pessimist geworden zijn door overgevoeligheid en lichtgewond-heid bijgevolg: want er bestaan zielen, zoo kiesch, zoo tenger, zoo broos dat ze gelijken op het rilde bloempje langs de baan wiens kopje scheef helt onder 't gewicht van een dauwdiop. En is het leven niet meestal een weg, vochtig en modderig, waar we riskeeren door te gaan met vuile voeten? Er *ijn er die pessimist zijn uit vrees voor ailes wat het hunne is, uit eigenbelang, uit zelfzucht, uit stoffelijkheid, 't zij dat zij nooit de beteekenis des lijdens hebben verstaan, of hun zielen, uit de alledaagsche logheid, niet hebben kunnen optillen tôt de hoogten der geestelijke armoede, en der zelfopoffering. Er zijn er die pessimist zijn uit gémis aan persoonlijk initiatief, uit vadsigheid, uit ge-broékaste opvoeding, ofwel uit onwetendheid-verblindheid en lichtgeloovigheid. Helaas ! een pessimist genezen gaat al even moeilijk als 't genezen van een hysterieke of een skrupuleuze. Er is een tijd geweest dat er van dit pessimisme onder de Belgen niets viel te ontwa-ren, integendeel er werd meer gezondigd door onberedeneerd optimisme, buiten allen werkelijkheidszin om, maar thans ontmoet men zooveel menschen met lange gezichten en druipneuzen. Menschen van weinig geloof, waarom zijt gij nu gaan twijfelen? Vooreerst, er zijn menschen die klagen en kriepen en zij hebben er geen recht toe : niets of weinig hebben zij verloren met den oorlog. Gulle gastvrijheid werd hun geschonken. Voor den oorlog en voor het land hebben zij niet veel anders gedaan als weggevlucht : en nu zijn ze voor hun eigen toekomst aan het geld winnen. Ik ontken die menschen het recht van klagen. Het is oorlog: we moeten tevreden zijn met wat we krijgen van eten en kleêren, lijk St. Paulus zei, en terugdenken op wat ons volk te verduren heeft onder 't Duitsche juk, en op de ontberingen van onze soldaten, en hun dagelijksch doodsge-vaar. O, we voelen het allen, het leven is zoo zoet, op twintig jarigen ouderdom ! Zij klagen niet. Waar is onze gemeenschappe-lijke vaderlandsliefde? Ik heb menschen ontmoet die zegden : "België had beter den Duitscher laten door ons land gaan." O ik had die menschen wil-len schoppen, niet enkel om de laag- naar- de grondschheid, maar bijzonderlijk om de dom-heid hunner gedachten. Rechtuit gesproken, ik ben bang geweest wanneer ik in de eerste geestdrift der lands-verdediging, allerhande tongen hoorde haal en wederhaal talen over eer, geweten, recht en andere meer. Groote en schoone dingen kunnen niet lang door kleine en zelfzuchtige menschjes worden gedragen. En 'k heb me dikwijls afgevraagd wat die ongewone ophe-melaars van idealen zouden zeggen, moest België het onderspit delven in dezen oorlog ! 't Zou er gaan luiden tegen België's koning en staatsbeheer. Ons neutraliteitsverdrag (dat mijns inziens in de moderne politiek wel niet het wijste was noch het veiligste), ver-plichte ons onzen grond te verdedigen tegen elken neutraliteitsschendeir, met de hulp der andere onderteekenaars van het verdrag. We moesten hem zelfs zoo ver verdedigen als wij konden en dat deden wij en doen wij nog en 'k herhaal het eens meer dat maakte ons de ware beschermers van de andere Mogendheden, en gaf ons ook een recht op dankbaarheid en een steunrots van zelfstandigheid. Hadden wij zoo niet gehandeld, dan stonden wij eer-lang voor deze driedubbele mogelijke oorlogs-oplossing : ofwel de Duitscher won ofwel de Bondgenooten wonnen ofwel niemand won : men zou de zaak bij leggen, transactie. Zegt me nu, wat zou er dan met ons stukske België, met het laffe, eerlooze landeke zijn ge-beurd? Wat deed de Europeesche politiek in andere gevallen? ofwel ailes inslokken, ofwel de brokken verdeelen... De pessimist zegt verder : 't Is wel wonder dat België zooveel moet lijden. Uit dit gezegde blijkt klaar de zelfzucht die in het pessimisme besloten ligt. Het is waar, wij hebben een hevigen toi betaald in dezen oorlog, in dooden, in krijgsgevangenen, in ver minkten. En 't is helaas nog niet gedaan. Ons land werd overrompeld, onze kunstschat-ten in veel plaatsen vernield of geplunderd, onze handel en nijverheid stopgezet, de weelde uitgezogen en het volk verarmoed, dikwijls tôt den bedelstaf. Er is meer: de angst, de vrees, de verdrukking wegen steen-zwaar op ons volk : en de hoogste levens-schatten van een volk, zijn godsdienstigheid en zedelijkheid worden diep geschokt. Maar heeft Serbië, Polen en Armenia en het Noor-den van Frankrijk minder geleden? Kent gij het getal gesneuvelden onder onze bondgenooten? Zoo bij voorbeeld, Engeland nu een half millioen "casualties" heeft en een 100,000 dooden, is het niet een hooge propor-tie? zonder nu te gewagen van de toekomstige verliezen. Laten we toch niet overdrijven. En dan gaat de pessimist voort. De Dar-danel'lenoorlog is mislukt. In de Balkans is de toestand hachelijk, Servië stort zijn laatste druppel bloed1, en waar zijn de bondgenooten? De Duitschers zitten in België, Frankrijk, Rusland. overal op der bondgenooten grondgebied, en zij verschuiven niet. Champagne en Loos zijn half mislukte aanvallen. Duitschland is ver van uitgehongerd, en 't heeft munities bij de vleet, en manschap-pen, altijd maar manschappen voor tegen-aanvallen. Zegt nu maar, in 't aanschijn van die feiten, dat we moeten optimist zijn ! En toch, antwoord ik, zoudt gij, pessimist, niet willen gelooven aan een Duitsche zege-praal. Toch niet, maar 't zal nog zoolang duren. Misschien wel. Welke gazetschrij-ver heeft dan ook u wijs gemaakt dat deze oorlog er een korte wezen zou. We erkennen toch allen dat de gazetten nooit minder bere-deneerd geweest zijn dan wel in dezen oor-logstijd. Maar, anderzijds, gaat toch uw pessimisme niet voeden, aan een zekere Engelsche pers, voor dewelke sensationeel en zwart nieuws eene uitstekende business ]s, in dezen tijd, dat zooveel menschen hun hoofd zijn kwijt geraakt met al hun gezond ooTdeel. Indien onze oorlogsverrichtingen, tôt nog toe, niet een schitterend succès behaalden, ligt het niet aan het feit, dat de bondgenooten hunne legers hebben moeten improvi-seeren, dewijl zij noch militaristischgezind waren, noch voldoende legers hadden. Eenmaal het feit aangenomen van Duitsch-land's voorbereiding van ailes, ook van de diplomatie, waar is dan de Duitsche zege-praal? Zijn zij in Parijs? herinnert u den slag aan de Marne. Zijn zij in Calais? herinnert u den Yser, en ons leger dat de Duitsch-man in Antwerpen liet ontsnappen om er door gedwarsboomd te worden in de Ypeien-Veurnelijn? Is het Russisch leger verslagen? Is de Duitschman reeds in Constanti-nopel, in Egypte, in Indië? Hoeveel kolo-niën heeft hij nog en hebben koloniën voor Duitschland geen beteekenis den dag der vrede? Is zijn blokkeering van Engeland en de Bondgenooten geslaagd? Waar zijn al die onderzeeërs, zijn trots>? En hebben de Zeppelins Londen en Parijs verwoest? Is de Engelsche vloot niet zegevierend allenthe-nen, dewijl ook zij het voordeel der voorbereiding had? En denkt ge dat vroeg of laat, Duitschland niet moet1 lijden aan schaarsch-heid allerhande, dank zij de blokkeering door de Engelsche vloot? Zullen wij het Sir Edward Grey verwijten dat zijne diplomatie niet geslaagd is, nu hij te eerlijlc geweest is, en eene oplossing heeft nagestreefd van de Balkankwestie, volgens het beginsel1 en het recht der nationaliteiten? Heeft de Cham-pagneaanval niet bewezen dat de Duitsche lijn wel breekbaar is, met manschappen en munitiën!? En, waarom zouden wij, in onze onnoozele onwetendheid, ons lot niet in de handen geven van Joffre en Kitchener die toch van krijgs-kunde meer afweten dan gazettereporters, en de menschelijke levens als kanonnenvoeder niet willen verkwisten omdat de tijd toch onze beste kaart is in dit akelig oorlogsspel? Wij ontkennen het niet, Asquith zelf heeft het onlangs klaar gezegd, de Dardanellen-expeditie mislukte in haar hoofddoel, centra-lisatie van kracht ontbrak weleens, organi-satie kon sneller en stelselmatiger vorderen, maar nogmaals : een politieke of militaire leider maakt een land niet en een volk, naar zijn wil, of naar den nood der omstandig-heden, in één jaar tijds. Wanneer wij den arbeid der bondgenooten beschouwen, langs aile zijden, rekening houdende van aile toe-standen, dan zijn wij gedwongen aan Duitschland af te vragen.: waar is nu, ten slotte, uw zegepraal? De pessimist ziet niet ver, ziet niet diep. Hij heeft geen perspec-tief.Het gaat niet aan Duitschland's militaire macht te kleineeren : zij is echt kolossaal, kolossaal in haar massa, haar eenheid, haar doordrijvingskracht, haar wetenschappelijk-heid, haar bevelhebberschap, maar de diep-zinnigste pessimist zal toch een glans van optimisme moeten zien wanneer hij zich de L'ECHO DE BELGIQUE—DE STEM UIT BELGIE 2 (Van de verzameling blz. 592)

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De stem uit België belonging to the category Oorlogspers, published in Londen from 1914 to 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Subjects

Periods