De stem uit België

2484 0
20 October 1916
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1916, 20 October. De stem uit België. Seen on 28 March 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/jd4pk07v8j/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Bureel : 21, RUSSELL SQUARE, LONDON, W.C. Téléphoné: Muséum 267. De stem uit Belgie. Abonnement : lsh. 9d. voor 3 maanden. Subscription : lsh. 9d. for 3 months. Voor de Vereenigde Staten : 50 cts. Voor Holland : 1 fl. Voor Frankrijk : 2.25 £r. Voor de soldaten : lsh. of 1.50 fr. 3de Jaargang, Nr. 5. (Biz. 1139-1150-) VRIJDAG, 20 OKTOBER 1916. Reglstered at the General Post Office as a Newspaper. 12 blz. I J j (-i. Het deelnemen aan den Oorlog. (TWIST MET EEN HOLLANDER.) Den 19 September 11. verscheen in "De Tijd " van Amsterdam een kort opstel, waarin een Belgisch onderwijzer, de heer Em. de Bruyne de klacht liet hooren, "hoe er tegenwoordig voor wat de oorlogsgebeurtenis-sen aangaat, op verkeerde en heidensche wijze geoordeeld wordt door menschen die zich christen noemen, goed onderwezen zijn en eene verzorgde opvoeding genoten heb-ben." De geachte schrijver noemde, behalve Erzberger, niemand met zijn naam ; hij sprak op een zeer bezadigden toon en, zooals we later zullen zien, verkondigde hij zeer gezonde meeningen. Hij heeft echter moeten ondervinden, dat het brood van 't balling-schap, zelfs te midden van vrienden, wel eens zuur kan smaken. Door zekeren heer J. W. Brouwers van Hillegom werd hij namelijk terdeeg onder handen genoemen, en wel op zulk eene hevige wijze, dat het niet passend zou zijn al de versmadende woorden over te schrijven, die onzen landgenoot naar het hoofd worden geslingerd. Doch het onderwerp van den twist is van algemeen belang, en daarom oordeelen wij het nuttig er een paar opstellen aan te wijden en tevens te doen zien hoe de Belgische onderwijzer, enkel geleid door den Catechismus en het gezond verstand, eene les van wijsheid geeft aan den Hillegomschen strijder voor de eer van Hollands Katholieken. In hoofdzaak beweerde de heer de Bruyne het volgende: "'t Is niet in 't belang der christene (d.i., christelijke) zedenleer zich te bedroeven over de vergrooting van het aantal middelen, strekkende om onrecht door recht te vervangen, en roof en diefstal door restituée te doen goedmaken. Nu, hoe verkeerd heeft men, in dit opzicht, sommige katholieken niet hooren oordeelen, voor wat aangaat de deelneming aan den oorlog door Italië en Roemenië !... Kan men loochenen dat, door tegen Duitschland en Oostenrijk te strijden, Italië en Roemenië bijdragen tôt de herstel-ling van hét recht en de rechtvaardige bestraffing der misdaad?... Zelfs indien Italië en Roemenië enkel door baatzuchtige inzich-ten gedreven zijn, mag men hunne deelneming aan den oorlog nog niet betreuren, want zij helpen streven naar een rechtvaardig en edel doel." Bij die woorden van den Belgischen schrijver teekent de Hollander aan: "Wat een blindheid, wat een verwarring van ideeën ver-raadt het betoog van dezen schrijver." Hij heeft dan 00k de taak op zich genomen, daarop een "eenvoudig antwoord " te geven, om dezen "scribent wat tôt bezinning te brengen " ! ! Nu moet ge toch niet meenen, lezer, dat de Hillegomsche wijsgeer een poging zal doen om die z.g. "verwarde ideeën" door heldere te vervangen of om het betoog van zijn tegen-stander door tegenbewijzen te ontzenuwen. "Het loont.de moeite niet, zegt hij, op zulk een zinloos geschrijf in te gaan." Hij stelt zich tevreden (in zijn schrijven van 6 Octo-ber) met een beroep te doen op het gezag van "het geheele Nederlandsche volk met de pers voorop, dat Italië's en Roemenië's deelname als misdadig heeft gebrandmerkt," en (in zijn stuk van 23 Sept.) met den heer de Bruyne te verwijzen naar het " Opperhoofd der Roomsche Kerke," den Paus, die "reeds lang den oorlog veroordeeld heeft en elke uit-breiding daarvan betreurt." Op dit laatste komen we later terug. Constateeren we in-tusschen dat de heer Brouwers geen enkel innerlijk argument tegen het betoog van den geachten Belgischen schrijver heeft aange-voerd. En dit is toch zoo gewichtig, dat wij het gepast oordeelen het even uit te breiden en nader toe te lichten. Doch alvorens daarmee te beginnen, moeten we protest aanteekenen tegen een paar woord-verdraaiingen. Hij verwijt den heer de Bruyne de meening te hebben uitgesproken alsof "wij (de Hollanders) aile middelen om den oorlog ten gunste van de Entente te beëindigen, zullen moeten goedkeuren." Dat heeft de Belgische schrijver nergens gezegd. Die afgrijselijke leering laat hij waarschijn-lijk over aan de Erzbergers en de Duitschers, die vragen, dat "aile midelen," zelfs zulke welke aandruischen tegen de internationale zedelijkheid, tegenover de Engelschen zouden gebruikt worden. Verder schrijft Brouwers : " Volgens uwe meening behooren de Katholieken van Duitschland en Oostenrijk reeds in den Kerkelijken ban. Dat zijn brandstich-ters, plunderaars, moordenaars, dieven." Ook dat is in het opstel van den Belg niet te vinden. Wel schreef deze "Bovendien hebben de Duitschers in België gestolen, geplunderd, gebrand en duizenden non-com-battanten vermoord." En dat is de zuivere waarheid. Hij zegt niet dat bepaaldelijk "de Katholieken " van die landen zulke " afgrijselijke misdaden op hun geweten " hebben. Daarom oordeelen wij ze slecht schuldig in zooverre zij de misdaden hunner landge-nooten goedkeuren of weigeren het verrichte kwaad te herstellen. En nu ter zake. Over de deelname van Italië en Roemenië verdedigt de heer de Bruyne de Katholieke beginselen der internationale zedelijkheid, welke in onze verwarde tijden wel dienen m herinnering teworden gebracht. Behalve de redenen, die voor een land het ondernemen van een oorlog rechtvaardigen, zijn er ook redenen, welke aan een Staat het recht schenken om deel te nemen aan een begonnen oorlog. Dit is het geval, zegt I'. Plater, S.J., M.A. (A primer of Peace and War, bl. 82), telkens het geldt "hulp te bieden aan eene onrechtvaardig aangevallen natie, of de gemeenschappelijke rechten der men-schheid te verdedigen." Het is in de Staats-leer een algemen erkend beginsel "dat een ernstig onrecht, een Staat aangedaan, tevens een onrecht is ten nadeele van aile Staten." Creasy (First Platform, pp. 44-48) bevestigt die leering door de aanhaling van vele plaat-sen uit Grotius en Vattel, en Hall (International Law § 92) doet hetzelfe. Het recht van een Staat om tusschenbeide te komen, wanneer een andere Staat onrechtvaardig werd aangerand, wordt opgehelderd door de betrekkingen, welke heerschen tus-schen individuën. "De gezonde moraal, zegt nog (P. Plater, bl. 43) geeft mij het recht tôt ringen in hunne ultimatums hebben aange- ' geven, waren op zich zelf genomen misschien niet voldoende om oorlog te verklaren ; onder deze kunnen er zelfs zijn, die men niet be-hoort te billijken—het is hier de plaats niet om dit te onderzoeken, en het staat den Hollanders, zooals eenieder vrij om daarop kritiek te oefenen. Doch wij mogen veilig aannemen, dat die landen door de geallieer-den aanzocht werden om deel te nemen aan den oorlog en dat bij toestemming hun in-zicht, al werd het niet met zoo vele woorden uitgedrukt, toch werkelijk geweest is, mede te werken aan de over'winning der door de Oen-tralen onrechtvaardig aangevallen volkeren, en zoo mede den triomf te bevechten der menschelijke beschaving over de Teutoonsch-Turksche barbaarschheid. Zeker is het, dat de gruweldaden der Duitschers in België een zwaar gewicht in de schaal hebben geworpen om Italië tôt den oorlog te doen besluiten. En ZIJNE HOOCWAARDIGHEID Mgr. DE WACHTER. Naar de teekening van Mr. Van Mechelen. zeltverdediging, wanneer ik onrechtvaardig word aangerand : de naastenliefde spoort me aan om onrechtvaardig aangevallenen help te bieden. Zoo ik de middelen heb om dit te doen, en weiger die te gebruiken, zou ik mij bezondigen tegen de algemeene menschelijk-heid (doch niet tegen de rechtvaardigheid, tenzij er tusschen mij en het slachtoffer sommige bizondere betrekking van rechtvaardigheid bestond, zooals maag-en voogdijschap). Hetzelfde kan men zeggen aangaande die zedelijke entiteiten, souvereine Staten ge-naamd. Elkeen heeft het recht, en, in gege-ven omstandigheden, is verplicht uit naastenliefde zijn nabuur hulp te bieden in geval van ongerechtige aanranding ; en meer bizonder, wanneer het aangevallen land om deelname vraagt, doch natuurlijk niet tegen den wil van dit land." Ziedaar de katholieke leering, en deze moeten we nu toepassen op den huidigen oorlog. Op de meest onrechtvaardige wijze ver-klaarde Duitschland den oorlog aan België, een nagenoeg weerloos en onschuldig volk. Engeland had niet enkel het recht om tusschenbeide te komen, het had zelfs de ver-plichting, dewijl het door een traktaat gebon-den was onze neutraliteit te verdedigen. Alleen zij, die de zedelooze Staatsleer huidigen, welke in Duitschland heerscht, kunnen de zaken anders voorstellen. En wat Griekenland aangaat, het strekt haar niet tôt eer, dat het de wapens weigert op te nemen om het ongerechtig aangevallen Servië te verdedigen, waartoe het nochtans door een verdrag verplicht is. Maar het geldt hier vooral Italië en Roemenië. De redenen welke de Regee-^ wat Roemenië betreft, daar pas heeft Ivoning Ferdinand aan den heer Stanley Washburg nog verklaard, dat zijne deelneming in den oorlog niet toe te schrijven is aan een "poli-tiek van schraapzucht," doch vooral aan het dreigend gevaar, dat de Centralen opleveren door hunne politiek "gebouwd op de beginselen dat macht is recht, dat het doel de middelen heiligt en de kleine nationaliteiten enkel bestaan als panden voor hunne indus-trieele en commercieele doeleinden." Dat voor het ingrijpen in den oorlog het tijdelijk voordeel tevens eene roi heeft gespeeld bij die landen, valt niet te betwijfelen ; doch daarmee wordt naar ons inzien niet hun hoogere inzicht te niet gedaan. Ook, wanneer zij de zaken in dit licht beschouwen, kunnen wij het niet prijzen" dat nagenoeg het geheele Nederlandsche volk," de deelname van Italië en Roemenië als misdadige onder-nemingen " heeft bestempeld, deze "heeft veroordeeld " en, naar Brouwers voorspelt "zal blijven veroordeelen." Ik geloof niet, dat hun beroemde landgenoot, Huig de Groot, hierin met hen zou meegegaan zijn. Hetgeen den heer de Bruyne meest ergerde is het feit, dat er zijn, die "zich bedroeven over de vergrooting van het aantal middelen, strekkende om het onrecht door recht te vervangen," en hij spreekt de meening uit, dat "zelfs indien Italië en Roemenië enkel door baatzuchtige inzichten gedreven zijn," men toch hunne "deelneming aan den oorlog niet mag betreuren." Ik geloof niet, dat godge-leerden veel zullen af te dingen hebben op de zedelijkheid van die uitspraak, en dit is althans zeker: Men mag zich verheugen over het goede uitwerksel, dat voortkomt van iets dat op zich zelf kwaad is, zoo althans de lief- deorde daarmee niet geschaad wordt. Indien dus Italië en Roemenië "enkel door baatzuchtige inzichten " waren gedreven—wat we nochtans niet toegeven—dan verheugen wij ons niet, dewijl hunne handeling boos is, doch, nu zij toch gebeurde, is het voor ons zeer aangenaam te zien, welke goede uit-werkselen zij hebben kan : zij helpt mede aan den triomf der gerechtigheid. Wij danken er de Goddelijke Voorzienigheid om. Onze vreugde is zeer Christelijk. De heer de Bruyne had met geen enkel woord gezinspeeld op de deelneming van Holland in den wereldoorlog. J. W. Brouwers vindt het nochtans goed hem dien aangaande te berispen. "Volgens schrijver's gedach-tengang, zegt hij, zouden ook wij (Hollanders) mee moeten doen." Dit was geenszins de bedoeling van den Belgischen onderwijzer. Zijnen leerlingen doet hij "begrijpen, dat wij, Beigen, in Holland uitgeweken, ons gelukkig mogen achten, dat Nederland buiten den oorlog blijven kan ; wat volstrekt niet wil zeggen, dat ik mij niet verheug, wanneer eenig land, uit vrijen wil, in 't belang van zijne welvaart en van het recht, partij meent te moeten kiezen tegen onze vijanden." Dat is wederom wijselijk gesproken. De inter-ventie, volgens de internationale moraal, is aan voorwaarden onderworpen. Een land is enkel dan verplicht tusschenbeide te komen, wanneer er bizondere betrekkingen of trac-taten bestaan, zooals voor Engeland en Griekenland ; en wanneer de deelneming uit liefde en vrijen wil geschiedt, moet ze toch op de eerste plaats gewenscht, zoo niet gevraagd zijn, en ik denk dat hunne deelname in den oorlog niet eens gewenscht zou zijn, dewijl zij, neutraal blijvende, ons wel-licht meer diensten kunnen bewijzen. Zoo de omstandigheden veranderden en België een beroep deed op de hulp "der Hollanders, dan zou hunne liefderijke offerwilligheid geheel de beschaafde wereld verblijden en hun eene onverwelkbare eerekroon bezorgen. Maar handelen we niet, met zoo te spreken tegen de inzichten van den Paus? Dat zullen we een volgende maal onderzoeken. Léon Maury.- O Het Stammenvraagstuk in den Belgischen Staat. DE VERVLAAMSCHING VAN GENT DOOR DE REGEERING BELOOFD. Van historische beteekenis in de Vlaam-sche beweging is de reis die dezer dagen door Dr. Frans Van Cauwelaert werd afgelegd. Zijn broeder gaande bezoeken, die nog altijd ernstig ziek in het gastliuis lag te Hoogstade, werd hij "ten paleize " genoodigd. In Le Havre had hij ook de gelegenheid elken minister te zien en .te spreken. Ook onze soldaten heeft hij bezocht en van hen verno-men hoe zij denken over Gent. Na zijn broeder te hebben vervoerd naar het Zuiden, stak hij over naar Engeland, en vertoeft voor 't oogenblik in Londen. Dr. Frans Van Cauwelaert zal ongetwijfeld over de indrukken en ervaringen van zijn reis zelf nog mededeelingen doen in zijn blad "Vrij België." Maar het zal den Vla-mingen aangenaam zijn te vernemen dat er een onbetwistbare kentering is gekomen bij sommige politieke hoofden die nooit de Vlaamsche beweging begrepen noch zelfs als ernstig beschouwden. Bovendien is de poging om de gedachten af te leiden naar een nieuwe Hoogeschool te Antwerpen in de kiem verstikt. De regeering ziet in dat de oplossing van het hoogeschoolvraagstuk te Gent moet worden gevonden en kan zich, na de besliste verklaringen en het klemmend betoog dat zij van Dr. Frans Van Cauwelaert ontving, geen illusie maken dat alleen de Vervlaamsching van de Hoogeschool te Gent, en g;een ontdubbeKng, de Vlamingen be-vrediging kan geven en den vrede kan brengen in het land na den oorlog. De regeering heeft er zich nog niet toe laten be-wegen om in dit opzicht eene ondubbelzinnige beslissing af te leggen. Het communiqué van het ministerie van Wetenschappen en Kunsten, wijst echter in de goede richting. Wij deelen dien tekst hieronder mede. Mededeeling van 't Belgisch Ministerie van Kunsten en Wetenschappen. De "Moniteur belge," van 14 Oktober, deelt den tekst mede van een verslag aan den Koning, en van den koninklijk besluit, genomen in den ministerraad nopens de strafïen die deze treffen zullen die hunne medewerking hebben verleend aan den be-zetter bij het stichten eener nieuwe Hoogeschool te Gent. Eene drieledige straf is voorzien. De^ Belgische beambten die leerstoelen in de nieuwe inrichting hebben aangenomen, zullen niet enkel later door de Belgische Regeering niet worden erkend, maar ze zullen worden ontheven van al de ambten die ze vroeger bekleedden. De studiën daar gedaan, en de diploma's door de nieuwe Hoogeschool afgeleverd zullen van geene wettelijke waarde in België zijn. Eindelijk zijn van nu af aan de beambten,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De stem uit België belonging to the category Oorlogspers, published in Londen from 1914 to 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Subjects

Periods