De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1334 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1915, 21 June. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Seen on 24 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/nv9959dg2n/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

r,8te Jaargang N". 141 Maandag ai Jutii 1915 S Cent DE VLAAMSCHE STEM P*" ~ ALGEIVIEEN -= * BELG1SCH DAGBL.AO REBACTIEBUREEL : KALVERSTRAAT 64, AMSTERDAM. — TELEFOON No. 9922 Noord. De Vlaamsche Stem ve.-scfefjnt ta Amsterdam elken dag des morgens tp vier bladzijden. Abonnementsprys by vooruitbetaling : Voor ïïollantl en België ver jaar / B.50 — per kwartaal / 1.75 — per uiaand / 0.75. Vocr Kugeland, Frankrijk en buitenland dezelt'de prijzen, met ver-hoogitig vas verzendingskosten ('2^ cent per nummerj. Hootdopsteller s Mr. ALBERIK DESWARTE Opsielfaacl ; CYRiEL BUYSSE — RENE DE CLERCQ — ANDRE DE RIDDES Yoor ABONNEMENTEN wende men zich tôt de Administratie van het biad. KALVERSTRAAT 64, AMSTERDAM. — Tel. N. 9922. Voor AANKONDIGINGEN wende men zicli toi de Administratie van de VLAAMSCHE STEM, Kalverstraat 64, Amsterdam. - Tel. N. 9922. a "mn7"Rrn?/MrrTT?.s • on korte IIMMtSUIJ Iste B 1 a d z i,j d e: jets over mijn Moedertaal (II), Jules Persyn. België's Toekomst. Léonce du Castillon. Kleine Kronièk. Onder Ons (XIV), Edward Feeters. I^ntelied, Se n ri Vcushens, ?o Bla dzijd e. Tit het Yaderland. Brieven uit Brussel. Een Belgische vrouw. Een niemve Heldenlijst ! Bij de Vluchtelingen (VI), Mr. Fmns Witte-mans.3e Bladzijd e: De Europeesche Oorlog. Telegrammen en Béricliten. De Hertog der Abruzzen. Zestiende verslag der coinmissie tôt onderzoek. 4e B 1 a d z ij d e. Ingezonden Sttikken.. Tooneel. Uit de kampen. Nieuwe Uitgaven. Financiën. . .. Officieele lijst van Belgische knjgsgevange-nen (18). - ■ >*■ * — sis ntr mijn Isedsrtial. II. Hier stop ik. "We zijn in Augustus 1914.,. Tcen zag ik voor 't laatst de rustig opg-e-toreiide weeiden van-mijn land. Toen sloeg het uur van den Keizer-verrader ; en de Kultur-Barbarij stormde losWas. 't niet Goethe's voorspelling dat de Pruisische be-echaviug met ééa schok tôt wildheid zou overslaan ? Was 'feniet'Lesaing's uonnis dat de Pruisen door aile trouwe jjnitaohe har-ten moesten verloochend worden in 't yaderland î Ik doe niet mee aan politiek. D'eed ik het wél. ik zou missehien minder de Engal-schç staatkunde bewonderen dan de Engel-sche letterkunde en de Engelsche bescha-ving. 't Is in elk geval niet aan mij uit re maken de medepliehtigheid van der den in de groote scliuld — m^depliclitigbeid door zelfgenoegzaam verzuim, aoar zelfzuchtige «traagheid, door geniepigo be>rekening) door lafte brooddronkenheid. Ik weet aan den anderen kant zeer goed dat Duitschland niet is datgene wat ce vijandelijke pers er gelieft van te maken. Deze gruwelijke oorlog heeft mij niets doen vergeten van al het goede en liet groote aan de kunst en de wetenschap geschonken door het Rijk, dat niet voor nicmendal te mid-dfcn van Europa op de eerepilaats ligt. Een kortzichtige, stompzinnige krij'gsleer heeft «r de beste kiemen (fer volksbeschaving ver-6tikt, ik weet het. Maar dit weet ik ook: voor de Pruisische tucht deze oorlogskoorts joeg door het heele land, door elk dezer zeventig millioen mensclien, waren in. Duitschland op zijn minst zooveel vreed-zame vredesgezinden als de lieele bevolki ng van Frankrijk oi van Groot-Britannië be-draagt. En dit weet ik nog : sedert een halve eeuw lijdt de wereld van het Pruisisch militarisme, dat met reden verdoemd wordt ; zooveel eeuwen lang leed de wereld aan andere militarismen, die niet minder vcrdoemlijk waren: de gesdhiedenis van België weet er van mee te praten. pegenen die preeken : Na dezen wereld-kr'jg is 't voor goed gedaan, bedriegen y-ich-zolf of bedriegen de goegemeente. Immers voort zal het gaan zoolang in 't menschdom de diepere roerselen leven die dezen oorlog zoowel als al andere hebben losgelaten. Hebt ge wel eens bedaclt hoelang ons bolle-tjô ooit in vrede heeft gedraaid? Juist een c«u\v geleden heeft Joseph de Maistre de wkening opgemaakt in zijn ,,Considérations SUT France". Over deze wereld, in zoo>-^er er telkens middel was om de zaak lia te gaan, heerschte algemeene vrede, eens, onder A-ugnstus, toen de Janustempel ge-Bl°ten werd ; een tweede maal in 790, het jaar dat Karel de Groote zijn zwaard * $ ^oede liet; een derde maal, onmid-(Iellijk na den vrede van Rijswijk in 1697 ; vierde maal een even korte n tijd na «n vrede van Carlowitz in 1699. Maar 't !s f"63* _ En sedert de Maistre schreef werd er niet beter op. -looie droomers die meenen : laat in vre-ôspaleizen de volkeren recels en wetten herzien. De ééne regel, de ééne wet voor grooten vr-., ?en» voor Staten en eenlingen is en 0 l ^ler7^e^ u °k de Belgen moeten zich zelven her- n. Nog eens, aan staatkunde ben ik ^emaal vreemd. Yan ha-ar onderstroo- fnV^6Ij Z^e ^ > vaTL ^iaar stroomingeai P ^at^ne wat iedereen aie t. Se<W ^6reen da-n zie ik liet feifc: k d + n noo^^^igen vierden Augustus. zee van bloed, een bergKeten van pumen, . een inuur van gebroken narten. Ze zijn ^r, « ze blijven er. Geen land in de wereld had in Duitsch-land geruster vertrouwen dan België. Was , daar een foutje in onze onzijdigheid dan was het misschien de natuurlijike neiging naar D'uitscliland, van wege een Regeering die gezonde Staatsorde en Staatstucht be-vorderen kon en die trouwens werd gesteund door een meerderheid, waarvan 't zwaarte-punt lag in 't Vlaamsch, D'uitsch-vriende-lijk gedeelte van België. Geen dreiging van Pruisische oorlogskoorts, geen aan- of on-groei of Duitsche land- of zeemacht, geen bouwen van krij-gespoorwegen uitkomend op onze, oostelijke grensen, geen boeken van Treitschke, Von der Goltz of Bernhardi, geen stilsluipende verduit-sching onzer grootste steden — niets van dit ailes ooit kon ons geioof doen wankelen aan ,,Deutsche Elire und Deutsche Treue", nooit had het Koninkrijk België iets verkeerds tegen Dnitschland gedaan ; 't kleine land je was jegens zijn reuzenbuur goedzakkig goed. Zoo daar een Waaîsch-Fran&che pers en letterkunde liever naar Frankrijk neigde, dan had dit niets van pdlitieke drijverij, 't was ailes de gezonde stem van bloed- en geest-verwantscliap ; met, air tegenwicht, de even gezonde pro-germaansche stemming in de Ylaamsch-Nederlandsche organen. Wij vertrouwden, wij vertrouwden Mn-derlijk en k;'îderachti'g misschien. Was de Duitsdie gezant, was de D'uitsche kanselier waren de Duitsche leiders niet daar, die ons tôt het laatste uur, tôt den derde n A ugustus als om strijd in gerust'heid susten? "Was de Duitsche keizer niet daar en — shoiild Caesar lie, zou Caesar liegen? De ontgooeheling k dan ook geweest on^ uitsprekelijk bitter. Duitschland heeft tegen België bedreven een misdaad zooals de geschiedénis er schaarsch had te boeken. Oppenheim, de befaamde professor van Cambridge voor Internationa al Recht, schreef nog onlangs wat ook al zijn Duitsche collega's eenmaal, op Iiun wetensdhappelijk gêweten, hem zullen nazeggen: ,,Ik lier-haal thans voor de menigte wat ik alree voor de Hoogeschool in een reeks lessen be-wees. ni. dat Duitschlands aanval op België de grootste internationale misdaad is sedert den grooten Napoléon bedreven, en dat de" verwoesting van België in de' geschiedenis haar weenga niet vindt sedei-t den Dertig-jarigen krijg." Inderdaad over ons land giert de zonde tegen den heiligen geest der nation: ,,Gott mit uns'' is de kreet. Door 't hart van aile Belgen snijdt dan ook een echo van: La mer y passerait sans laver la souillure. Ook weet België voortaan zijn weg. Voor den oorlog was 't een weg van harden ar-beid, in aile vakken der menschelijke be-drijvigiheid. De uit-komst was dat het. klein-ste koninkrijk der wereld zijn plaats Lad onder de zes economisclie grootmaohten. In menige afdeeling van handel en rij-verheid werkten wij met Duitsche hulp, vooral daar waar het gold toepassingen der nieuwste uitvindingen op 't gebied der na-tuurwetenschappen. Die hulp was nood-zakelijk daar onze Vlaamsche arbeiders, in h un technieche ontwikkeling steeds versperd door gebrek aan eigentalig vakonderwijs, meerendeels jammerlijk onkundig bleven van 't meer verstandelijke in hun vak. Hoe-veel goedwillende vermogens bleven braak liggen te onzent wijil zelfs van hoogerhand, soms opzettelijkj veeleer de herberg dan de school werd bevorderd. Voor onzen neus weg kaapten de Duitschers wat met meer zorg voor eigen ontwikkeling in onze eigen handen ware gebleven. En na den oorlog ? Hoe die ook uit-valle, hardere arbeid nog dan voorheen wacht op ons. En wij zijn bereid. Wij hebben kraoht van willen en kraoht van kunnen meer dan ooit, omdat wij Belgen, in ons eenmaal bevrijde land meer dan ooit éen zullen zijn. Wij- hebben te herstel-len wat was, beter dan 't was, maar zonder hulp van Duitsche lioofden en handen. O', die hulp zal zich aanbieden, zelfs met meer aandrang dan voorheen; maar wij hebben te weigeren, op ailes wat we bezitten aan eigenwaarde en aan mannelijke eer. Wat voorheen door Duitschers werd ver-ric!ht zal voortaan door Vlamingen worden gedaan — door die dagelijks aangroedende massa, die vroeger 't grove werk naar den vreemde ging doen. Een prachtige eigen Belgische taak ligt voor haar gereed. Maar die taak zal ze eerst gewassen zijn, als haar meesters haar geven wat haar nood vraagt, en wat voortaan met meer klem dan ooit. haar reciht eischen 2a 1. Dfe opvoeding van aile Vlamingen in hun eigen taal, in aile vakken, in aile graden; gelijk de Hollan-der die heeft in 't Nederlandsch, gelijk de -tieti werK van xseigie s nei"st>ei is aiieeii îi uitsluitend het werk der Belgen, gesterk-^e Walen en herboren Vlamingen, allen >roeders van 't gemeene levens door lijiden jelouterd en ges-taald. ,,L'Union fait la force", ,,Eendracht is aiacht" ; boven ons aller hoofden liangt de ieuze, wier gouden letters nu druipen van t beste vaderlandsclie bloed. Die Pransclie nachtspreuk en die Vlaamsche beide zullen t-ooverwoorden van herschepping ^zijn zoo in beide gelegd wordt hetzelfde besef vaJi lietzelfde bedrag, rechteu -an plicliteu. JULES PERSYN. Beigië9s Toekomst. De in het Nederlandsch uitgegeven, doch net Duitsche prospectussen aanbevolcn )>an-jerniaansche ,,Toekomst" van 12 Juni, orakelt Dp professoralcn toon en met jonkheerlijke al-ivetendheid over het lot van België, W., die op den drieprikkel is gaan zitten, verwijt het ,,Algemeen Handelsblad" eenzijdig en onlogisch ie mogelijke annexatie van België door het tieilig Duitsche rijk te bespreken. De professorale en jonkheerlijke waaizegger vergeet zelf lat zoo hij een splinter wil hemerken een dwars-balk, dik als de toren van Dordrecht, hein liet ^ezicht belemmert. Inderdaad, de prater van len Hoogewal doceert dat de Belgische Investie uit het oogpunt van a 1 de eventualiteiten moet worden besehouwd. 30n liij somt er slechts :lrie op : Volkomen Kerstel van den status quo mte, verdeeling of schijnbestaan onder de go-îllieerden eu annexa lie door of afliarikeLjkl -.oiU' ^an het Duitsche rijk. Vergeten is vooral do îventualiteit dat België vergroot on versterkt ait den oorlog kan komen, namelijk vergroot iloor gewesten aan België's oostgrens, die thans aan Duitschland behooren, zonder te gewagen ran compensatiën huiten Europa. Die eventua-Liteit is veel minder uit de lucht gegrepen dan do drie andere, welke de pangcrmaansche waarzegger willekeurig uit zijno fantasie schept pour les besoins de sa cause. Zijn vooropgezette tliema ,,het moet o n-waarschijnlijk worden geacht dat aan België de absolute zelfstandigheid zal (kunnen) worden liergeven", doet reeds glimlachen. Met al den eerbied dien wij den neergehurk-ten man op den driepikkel verschuldigd zijn, kunnen wij toch niet aannemen, dat zijn zin van intuitio en profetie zoo ontwikkeld zou wezen om de eindbeslissing van den oorlog en van het latere vredescongres te voorzien. Zou het niet passen hier to herinneren aan het Schoenmaker blijf bij je leest en laat do legers en later de diplomaten het klaar spinnen? Duitschland heeft do gansclio wereld geleerd dat niemand zijn woord of zijne handteekening mag vertrouwen. Het ,,scheuren van het vodje papier", in andere woordén van een plechtig onderteekend traktaat van eene door de groote mogendheden aan België opgedrongen neutra-liteit, is eeno doodsbedreiging voor aile zwak-kere staten. Wie dit niet wil begrijpen is ziendo blind of wenscht voor zijn .eigen land do annexatie, onder welken vorm ook, door Duitschland. Men moet geeno Cassandra wezen om het toe te roepen ten aanhoore van de nuch-tere Hollanders, dat ze de onafhankelijkheid en zelfstandigheid. van hun land en mede hunne koloniën zullen verliezen zoo België een win-gewest of een bondstaat van het ailes opslok-kend Duitschland wordt. Doch dit is zaak van onze gastheeren. Niet wij, maar zij, hebben over hunne eigén lotsbestemming to beslissen. "Wat ons, Belgen, betreft, wij willtn en wij moeten onomwonden zeggen, dat wij het volste vertrouwen hebben in onze bondgenooten, die niet alleen voor België, maar ook voor het vreedzaam voortbestaan van aile kleine staten te velde zijn getrokken. Vroeg of laat moeten de kleine volkeren, die nog bloed in zich genoeg voelen om zich te bewaren van eene geleidelijke opslorping of van eene gewelddadige inlijving, partij kiezen tegen het Pruisisch-Duitsch impérialisme. Voor den oorlog waren wij, Belgen, dit doodsgevaar niet bojvust, maar nu boeten wij hard voor ons vertrouwen in Duitschland, een vertrouwen dat gegrond was omdat het steunde op een ver-drag. Wij vermoedden toch niet dat het scherp geslepen Duitsche zwaard aan een zij den draadje ons boven het hoofd hing. Zullen de neutralen eindelijk de punt van lietzelfdo wapen bespeuren ? Zoo niet, wee die volkeren ! De tijd is slecht gekozen om do natiën morphine in te spuiten of te annesthiseeren. Openbare misdadigers zijn het die zulks zou-den doen. De wereld werpt zioli om. De kaart van Europa zal worden veranderd. Er is een strijd ontstaan als nooit to voren tusschen démocratie en impérialisme, van klasrecht tegen botte kraclit, beschaving tegen mid-deleeuwsch© begrippen, vooruitgang tegen ach-teruitgang. In de vlakten van Vlaanderen en van Polen wordt het lot der kleine naties be-slecht. Zijn of niet zijn. Er is geen andere keus voor hen. Wat ons, Belgen, betreft, in wie de jon-kers en de professoren van do Toekomst" zooveel belang stellen, wij kunnen die beleefd missen. Wij laten ons vooral niet opwinden door pangermaansch gebazel, dat wij reeds voor 20 jaar in België hebben gehoord. Wij bewarer ons koel hoofd en zeggen: ,,Een jong en vruchtbaar volk van 7,500,000 zielen, dai idealistisch genoeg is om zich gansch op te offeren voor het recht, maar ook realistischer zin bezit om zich met leeuwenmoed te weren, kan door niemand weggecijferd worden. Daar-om hebben wij vertrouwen in onze Belgischc toekomst.^ » ■Eir^-vr/rm rrrr r\ a onriTT T AXT Kleine Kroniek. Een Oorlogsfilm. Na al heel wat berichten te hebben gole-zen over bijzonderheden van den Franschen i veldtocht in den Elzas, lange marschen over j in sneeuw gedompelde hoogvlakten, beschie- '< tingen van den vijand over de bergen heen. i en stoute bestormingen van steile toppen, < ^ gelooft men zich wel een denkbeeld van 1 j den toestand te kunnen vormen. Maar 'tblijft toch maar vaag, zooals ieder ter- ^ stond begrijpt, die in de cinéma van Pathé ( in de Kalverstraat de film : ,,Onze jongens " in den Elzas" gaat zien. Daar krijgen wij er eerst een voorstelling van wat de ,,poilus" 1 ailes moeten uithouden en wat zij voor < flinke kranige kerels zijn. 't Eerst leeren wij de artillerie kennen. Daar zitten ze in i hun holen, lekkertjes ingegraven als mol-len, op wie ze ook zoo'n beetje lijken in hun dikke wai*me uniformen, die ze daar in die 1 ruwe bergstreken in sneeuw en winter- * koude trouwens ook wel noodig liadden. 1 Dan zien wij 't veldgeschut in actie; 't staat ; handig verstopt in een kunstmatig opge-bouwd boschje. Op hun dooie gemak vuren zij schot op scliot uit de befaamde 75 mm. Een heel eigenaardig gezicht is het afschie-ten van de zware houwitsers; achter een ; berg staan zy in goede positie te wachten ; : daar komt een teiefonisch bericht, de stuk- 1 ken worden ,,gericht" en dan slingeren zij hun zware projectielen over den berg heen op den vijand. Voorts leeren wij 't loop-graven-werk en het leven in de loopgraven kennen; zien transporten voorbij trekken over de gekronkelde wegen der Vogezen, hoog-vol-geiaden wagens, vlugge auto's en logge kudden runderen.. Nu komt er een troep infanterie na drie dagen dienst in de eerste linie ,,naar achteren" ; hij moet rust nemen ; maar al zien de mannen er vermoeid uit, toch kijken zij tevreden en vastberaden de wereld in en zij zullen stellig na drie dagen zonder den minsten tegenzin weer aan 'twerk gaan. Daar komt zoo'n troep aan, die net goed gewerkt heeft; na een schitterende charge brengen zij een langen stoet gevangenen achter de Unies ; wat zien die arme kerels er afgetobd uit! Maar 't zijn flinke mannen, die zich wel dapper tegen de moedige ,,poilus" zullen verdedigd hebben. Toch waren deze hun de baas, en dat verwondert ons geen oogenblik, wanneer wij de Duitsche en de Fransche soldaten, die wij hier 7x30 vlak bij elkaar zien, met elkaar vergelijken. Flinke kerels, de eenen zoo goed als de anderen, maar wat zijn de Duitschers log, zwaar op de kand gezien naast de Franschen, die, al zijn ze bespat en bemorst en stellig niet minder moe dan hun thans over-wonnen tegenstanders, iets vlugs, iets zwie-rigs blijven hebben. 't Mooiste van al het flinke en kranige wat je te zien kriigt, zijn echter de Alpenjagers. Waarachtig, zij ver-dienen hun naam van ,,diables bleus". Als de duivel komen ze aangemarcheerd in hun knap uniform met de zoo goed kleedende mutsen ietwat scheef opgezet. Dat zijn soldaten ! Je hoort den grond da,veren, wanneer zij aan Joffre voorbij defileeren, die uit zijn goedige oogen de blauwe duivels vol-daan aankijkt. En er is nog iets treffends in de vele tafereelen, die je voorbij trekken, dat is de echt soldaatsche en toch har-telijke verhouding tusschen minderen en meerderen van aile rangen. Je gaat, als de laatste film opgerold is, naar huis met het gevoel een volksleger aan 'twerk pezien te hebben, een eensgezind, geestdriftig volksleger, wel geschikt met goed gevolg de vrij-heid der groote Fransche démocratie en die harer bondgenooten te verdedigen tegen de dreigende overweldiging door 't tentoon-sche barbarendom. Kon men dien film in de kampen toonen, 't zou een riem onder 't hart onzer jongens steken.... Koning Albert bij zijn soldaten. De Belgische ,,Legerbode" vertelt: Uit een b^ief van een onder-officier, die vecht bij de Belgische kust : Wij hadden de wacht op de kust. Ik was met mijne mannen gevestigd in De Panne, in den Casino. In den namidda-g gingen onze cuisiniers do soep brengen naar eenen post tusschen X en Y. Onderweg komen zij,den koning tegen. De koning spreekt ze aan: Ah! Où allez-vous? Ik versta geen Fransch, mijn koning. — Goed! Waar gaat ge naar toe? — We gaan soep dragen naar den kleinen post, mijn koning. — De soep dragen? Tiens, hebt ge daar niet een lepel om ze te laten proeven? — We hebben hier niets dan een pollepel, mijn koning. — Bon, geef maar hier. En onze koning heel simpel de soep geproefd uit den grooten pollepel. —Ze is excellent, zegde hij, dank U wel. En de koning wandelde voortr Een geheiinzinnige brief. In het ,,Soerabaiasch Handelsblad" van l Maart vonden we ,,het verhaal van een ongen Belg te velde", ter inzage gezonden .an het bl!ad door een stadsgenoote eene ^oerabaiasche dame, en uit den medege-leelden brief gedeeltelijk door het Indisch )lad overgedrukt. Denzelfden brief vinden we in de ,,Nieuwe ïlotterdamsche Courant" van 29 April ochtendblad), als bijzondere briefwisseling ran Antwerpen, in de reeks E. d. B. cor-•espondenties ; de brief is iets of wat opge-:napt en wordt trouwens vollediger gegeven Lan door het ,,Soerabaiasch Handelsblad." Hoe kwam die brief (gedagteekend vol-jens de ,,N. Rt. Crt." van 6 December L914) in het begin van de maand Maart reeds in het bezit van het Soerabaiasch ?lad? hoe komt het dat dezelfde brief, bijna wee maanden later, als eigen correspondent ie van E. d. B. in de ,,N. Rt. Crt." wordt Dpgenomen ? Wie weet waar vinden we den >rief nog terug? Hulde aan 't Befgische leger. Een Fransch kolonel heeft hulde gebracht lan het Belgisch leger. M. Gérard Harry neemt sijne woorden over in ,,Le Petit Journal". Na le heldhaftigheid van het Belgisch leger op len Yser geroemd te hebben," zégde liij : „Zwaar beproefd, heeft het aile gapingen y eer gevuld, al zijne wonden gelieeld. Nu is het veer talrijker en volmaakter dan ooit en, dank lan de vastberadenheid en de wijsheid des Ko-îings en van zijne beste raadsleden, beter ge-snkadreerd en bevolen dan op eenig ander Dogenblik. Zijn oorlogsmatrieel is niet slechts langegroeid, maar verbeterd. Voor wat het mo-reel betreft, is het zoo mogelijk nog beter ge-tvorden, door het nieuwe bloed dat het door le aankomst van vrijwilligers heeft gekregen". Vaderlandsche liederen in Canada. De correspondent van de ,,Times" te Toronto pertelt, dat er in het Blâme Lake district van Saskatchewan eenige oneenigheid heerscht vegens het zingen van vaderlandslievende lie-ieren op de scholen. In dit district echter wo-len vele Duitschers en dezen voelden zich ge-^riefd en protesteerden bij de schoolautoritei-ien. Do premier trachtte de gemoederen te be-laren, en verklaarde dat, hoewel in het alge-:neen het zingen van patriotisehe liederen îiende to worden aangemoedigd, dit thans on-ferstandig zou zijn. De Britsche inwoners echter handhaven hun opvatting en het zingen *aat door. De Duitschers hebben vooral be-iwaar tegen een lied getiteld ..Here's to the Day", waarin gezegd wordt dat Britannia'a zonen zijde aan zijde staan en ,,In the right we □îust figlit for England, Homo and Crown". Bevolking van Nederland. Blijkens een opgaaf in het Nederlandsche Staatsblad was het bevolkingscijfer van het Il ijk op 1 Januari 1915 als volgt: Provinciën Mannen Vrouwen Totaal Noord brab. 335.124 334.906 670.030 Gelderland 344,114 337.710 681.824 Zuidholiland 749.077 785.328 1.534.405 Noordhol'land 586.084 616.547 1.202.631 Zeeland L19.414 120,262 239.676 Utrecht • 150.765 156.782 307.547 Friesland 187.411 185.214 372.625 Overijssel 206.304 202.522 410.826 Groningen 171.614 174.035 345.649 Drenthe 97.451 91.324 188.775 Limburg 196.364 186.318 382.682 Totaal... 3.145.722 3.190.948 6.336.670 Nederland telt dus 1£ millioen inwoners minder dan België ; onze bevolking werd vorig iaar op owgeveer 7.800.000 menschen bere- kend. Herinnerlngskruis. Een uitstekend nieuws voor onze soldaten : Na den -çrede zal de regeering een lierinne-ringskruis van den oorlog instellen. De Tsaar gevangen genomen. TJit Kassol wordt aan de ,,Tàgliclie Rundschau" geschreven: Elke, zelfs de kleinste plaats van Duitschland, ontvangt regelmatig zoo spoedig mogelijk het officieele dagelijksche bericht van het legerbestuur. In Elmshagen in Hessen neemt de brievengaarder het bericht op, dat dan dooç den burgemeester verspreid werd. Op een goeden dag heerschte er te Elmshagen groote vreugde. Van mond tôt mond ging het bericht, dat do Tsaar gevangen genomen was. Do kerkklok luidde en het geheelo dorp vierde feest. Maar spoedig kwam dé teleur-stelling. Toen den volgenden dag do kranten kwamen, wilde men onmiddellijk het nieuws omtrent den gevangen genomen Tsaar lezen. Maar de bladen wisten er niets van. Men ging op onderzoek uit en nu bleek, dat de vrouw van den brievengaarder, die bij afwezigheîd van haar man het bericht had opgenomen aau de telephoon, verkeerd verstaan had. Uit: ,,Di Zahl der Gefangenen" maakte zij ,,Der Czar befindet sich unter den Gefangenen". Ei» toen verspreidde zij het heuglijke nieuws, waarvan men in het overige Duitschland niets wist, onder de inwoners van Elmshagen. Onder Ons. XIV. ,,De Hollanders sprekon een veel mooier taal dan wij", hoor ik dikwijls onze landgenooten zeggen. Zeker is het, dat talrijke Vlamingen, bijzonder onder de volksklas, onze taal op een afschuwelijke wijze radbraken, en men moet maar even een volbloed Gentenaar aan het woord laten om hem in 't geheel niet te verstaan. Ik althans, lioowel ik in de onder-scheidene streken van Vlaanderen thuis ben, kan er niet in gelukken het Gentsche dialect te begrijpen. We mogen nu echter niet al te zeer generali-seeren, en beweren dat zulks zich enkel en alleen in Vlaanderen cpdoet. De volksklas in de onderscheidene provinciën van Frankrijk b.v., lioudt er eveneens overal een bepaald en bijzonder dialect op na, dat meer of min van de zuivere Fransche taal verschilt. Doch het is zelfs niet noodig ons naar Frankrijk te begeven: hier in Nederland vindt men hetzelfde. Het volbloed ,,Haagsch" bijvoorbeeld, vraagt uwe gedurige aandacht, en dan nog begrijpt men het niet altijd. In de lieide van Gelderland had ik veel moeite do redeneering der boeren te volgen en moest mijn Hollandsche vriend me meer dan eens ter hulp komen. In de provincie Groningen is 't nog erger, en van 't Friesch kan men lioegenaamd niets verstaan. Dat is zoo in elle land, in elke taal. Er is reeds veel gesproken en geschreven over het vraagstuk der talen in de lagere school, en persoonlijk héb ik er in do vaktijdschrif-te; reeds menige polemielc over gevoerd. Wanneer we do zaken echter heel objectief nagaan, dai mérken we op dat. de beide kampen, voor 01 tégen het onderwijs van meer dan eene taal in de lagere school, streng geseheiden zij' Tusschen do voorstanders telt men alleen de Kamergeleerden, leeraars aan Hoogescholen en proefnemers in laboratoria, die dus nooit d. zaak .op waarlijk practische wijze aangevalle: hebben. 'De tegenstanders, daarentegen, zijn meestal, ja, bijna uitsluitend, onderwijzers, die bij ondervinding weten hoezeer de opvoeding en het onderwijs onder dien stand van zaken lij-den moeten, en inderdaad lijden. Nu moet men niet al te zeer in do weten-schappelijke pedagogishee wereld te huis zijn, om te weten dat de theoretische gegevens der Kamergeleerden steeds in de praktijk moeten doorgezet worden, hoe schadelijk dit ook zij, en dat de practische, ondervindingrijke gegevens der vaklieden nooit in de theoretische verordeningen en leerplannen doordringen. Vandaar ook dat al de stemmen die zich in Vlaanderen verhieven t e £e n het onderwijs der Fransche taal op do lagere school — of toch ten minste in do lagere klassen — volstrekt geen weerklank vonden in do besturende krin-gen.En nochtans, men gelieve eens even na te zien welke wantoestanden er op die wijze in de school en in het leven voorkomen. Van af zijne intredo in de laagste klas, wanneer het kind nog zijne moedertaal niet kent, dat het zijn beperkto woordenschat moet uitbreiden en verrijken wil het zich eenigszins betamelijk van zijne eigene taal bedienen, moet het tracli-ten zijn mond te wringen naar eene taal, naar eene uitspraak, die liem geheel vreemd zijn en die hem in de meesto gevallen toch van geen nut zijn zullen, tenzij juist in de daardoor ge-schapen wantoestanden. Hoe wil men nu dat, vooral op eene zoo kunstmatige wijze, twee uitdrukkingen zich in den geest van het kind wortelen om hetzelfde begrip aan te duiden? Het kleine, zesjarige kind kent nog zijne eigene taal niet, en toch moet het reeds methodisch eene vreemde taal leeren! Kan het anders of van de twee nagestreefde doeleinden wordt er geen bereikt? Ja, ik weet het wel, bij het eindigen der lagere studiën ,,kennen" onze kinderen Fransch en Vlaamsch. Maar hoe! Hun Fransch is ,.Kaekebroeksch" ; ,,du Belge"; zoo'n mikmnk in Fransch gewaad, meer niet. En hun Vlaamsch? Ja, dat heeft er natuurlijk moeten onder lijden, en dat lijdt er ten zeerste onder. En dat geeft onze kinderen dit gebrek aan zuivere uitspraak, aan woordonrijkdom, aan af-wisseling in gezegden, waar wij, volwassenen en ouderen, zelf ook nog dikwijls onder lijden, en waar ook onze nakomelingen zullen onder lijden, tôt er eene meer verstamlige regeling der leerprogramma's getroffen wordt. Maar wanneer???? EDWARD PEETERS. — Mm m mm* LertfeSied. Hoor den wind langs de altkers gaan, Haast u, haast u, ldoeke> werker ! Lente ijlt nu door de weiden Als de legers lmiswaarts sclirijden, Mcet liet veld in aren staan! Landman, grijp do 1 ' • 'oeg, Die gij eens met forsclie liand Hebt gehard aan eigen haard : Meer da.n goud is 't ijzer waard. Xandman, grijp de blanke ploeg ! Laiadman, zie, uw veild en gaard Dampt door 't bloed van uwe zonen. Landman op ! Gij moet bij 't zaaien 't. Zwaard tôt uw l '^chuttin i swaaien. Zoo gij valt yergaati de aard'. HENRI VEUSKENS.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad belonging to the category Oorlogspers, published in Amsterdam from 1900 to 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods