De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1006 0
03 October 1915
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1915, 03 October. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Seen on 28 March 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/2z12n50j03/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

I perste Jaargang IVo. 222 donnas, 3 ociober 1915 S Cent DE VLAAMSCHE STEM 11en volk zal niet vergaan! ALGEMEEN BELGISCH DAGBLAD Eendracht maakt macht REDACTIE- EN ADMINISTRAT! EBUREELEN I PALEISSÏRAAT 31. bovenhuis, AMSTERDAM. Telefoon No. 9922 Noord. Onder leiding van RENE DE CLERCQ en Dr. A. JACOB. ABONNEME^TSPftlJS (bu vooruitbetaling): Voor Nederiand per jaar gld. 6 80 - per kwartaal gld. 1 7o - per maand gld. 0.75. Voor België, Engeland, #rankrijk andere landen dezelfde pr\fzen, met verhooging van verzendingskosten (2'4 cent per nummer), A DYERTENTIES 20 Cent per regel. Polemiek. Kar.el van den Oever i h e t „Ceûtrum", In het Centrum van Donderdag j.I. neen Je heer Karel van den Oever 01 tvfalijk, dat wij in ons nr. 219, onder de (M .De Regeering spreke!", een gedeell overnamen uit zijn GWrum-opstel van Sept. „Afwijkingen in den Vlaamsclie «nid "" Hij sclirijffc, onder den tib „Oiieerlijke Praktijk in de Vlaamsche Bi *eging" : Vi Vlaamsche Stem in haar Zondagnumim Kn 26 September publiceert onder den zel atonden titel: -De Begeermg spreke" ee litireksel uit mijn artikel: „Afmjkingen i jen Vlaamschen strijd", dat op -1 Septembc in Het Centrum verscheen. Op zichzelf ligt daar niets kwaads ii Editer heef b de Redactie der Vlaamsch Stem — ldaarblijkelijk met opzet — dit g> écclte van mijn opstel overgenom.cn, dat ht Mit met hare mzichten overeenstemde e vcncaarluosd liet grootste gedeelte. over i }ru!;ken, marin o. m. de jongste stand de .Xlaamsche Stem" afgekeurd vordt. Zij deed meer en lieeft zich. veroorloofd 11 het aangehaalde fragment een aantal zinsn, den weg te laten, wier inhoud van lioofdzîab ]yk belang is voor het wel-begrijpen van mij artikel. De lezer der Vlaamsche Stenj, verkrijgt n een zeer eenzijdigen indruk van mijne inzicl ten en kan vermoeden dat de laatste ant Belgisch-gouvernementeele richting der Vlaan fthe Stem misschien mijn goedkeuring heef-Tegen deze oneerlijke praktijk, die de opei tare Vlaamsche en Nederlandsche opinie ve: duistert betreffende mijne gedragslijn in d jongste Vlaamsche Beweging, protesteer ik u: mijne kracht en herhaal met nadruk, da het plicht is voor elken Ylaming — wat 00 de mogelijke vergissingen der Regeering kui nen zijn — uit loyauteit en opportunisme, he krstel onzer Rechten te blijven behartige 'oitiiww de tegenwoordige staatkundig-Belgiscb positie, die gedurende dezen oorlog door gee enkelen Belg mag gekrenkt, noch ontwrich Torden. Zal de Vlaamsche Stem zoo „fair" wille lijn, hare voorstelling der feiten in dien zi :* verbeteren ? Bij dit stuk de volgen de aanteekening Het bewuste Centru7Ji--nrtikel van der ieer Van den Oevêr was tweeledig ; he iehelsde twee tegenover elkander gepiaafcst punten, die beide door den schrijver critisc. betandeld werden : a) de F^.-jS'^ew-richting, b) de Belgische Regeeringstaktiek. Bij de behandeling van punt a wijkt d schrijver zeer van ons standpunt af. Zij: kbandeling van punt b klopt in hoofdzaa. met ons inzicht. Bij het gebruikmaken van het opstel va; den heer Van den Oever hebben wij on c-eperkt tôt punt b; zooals de schrijve lerecht onderstelt, oindat wij hier een aan iakingspunt vonden. Maar bij aile aan ïaking waren zelfs hier afwijkende elemen ten, en wij legden in ons bijschrift er dei nadruk op. Dat wij het bij liet vermeldei van deze afwijkingen lieten en niet over gingen tôt bespreking van punt a, is on recht. Punt b, de kritiek der Belgische regee ringstaktiek, hebben wij intcr/raal aange taald. Aan den inhoud van deze kritiej verandert niets, dat wij haar tegenlianger punt a, buiten beschouwing lieten. Integen deel komt hierdoor deze inhoud in al ziji zwaarheid des te duidelijker uit. De weg gelaten zinsneden waarover de heer Vai den Oever het heeft, en die achteraan il de aanhaling door drie punten zijn aange §®ven, zijn bestanddeelen van punt a; zi Z!ju van belang voor het goed begrip vai tafc geheele artikel, niet van de aanhaling Genoegzaam toont ons bijschrift aan, hoi Ter het van ons was, bij argelooze lezers he vermoeden te willen wekken, dat de liee; »an den Oever door dik en dun de VI. oiem-richting volgt. Maar de heer Van dei wver neme ons niet kwalijk, dat wij oj ^ zijn inzicht met ons streven evenwijdii ■10pende lijnen wijzen; en hij rnake zicï juet boos als wij er bij voegen, dat dezt '■jneii vetter door hem getrolcken zijn dcui 0o!} door ons is gedaan. Met recht zegder van de aanhaling dan 00k, ,,dat zoe Kherp als hier over de Belgische Regeerin-die Vlaanderen sedert 1830 hielder gskûecht, wordt geschreven, in dit blac niet het geval was geweest." Ook den titel dien wij boven onze aan> ling lût het Centrum-o^stçîl plaatsen: j-cinjnt de heer Van den Oever van de hanc , wijzen. Of begrijpen wij de attri-•.ie 3jZelf-gevonden'' verkeerd? Hel ] ons vergund op te merken, dat dezt '^1 aan het besluit waartoe de schrijvei omt (>,de Belgische Regeering spreke dus ■ «tfineer hefc nu 110g tijd is") ontleend is, ] ,au wensch van onzen Vlaamscher ke ^en°0^' om onze lezers bekend te ma-Vl e,°0k lne^. z^irL standpunt tegenover de ÏÏlii !i i geven wij gaarne gevolg, J drukken reeds hier zijn Uentrum-stvLk]î Dunfôn •komen weldra uitvoerig terug op C a ln zi-în Cehtrum-opstel. Wij zullen i°n gelegenheid hebben, om I Eta ^aa ons bij uitstek Belgisch ^Punt naar voren te brengen. (]ennzf vo°i'stelling van de denkbeelden van : Heer Van den Oever, voor zoover wij _ weerga^n, hebben wij echter niet te in' A®CU" •'î §eV€û ten slotte onzen lezers jiiu verweglng, of de uitdrukking ,,oneer-i praktijken1' hier toepasselijk is. t ■ ■ 11 £"*'A*JACQB- j «Je fie avond niet een vrededroom? ecn lialmpje roert, geen vruchï. esoten staat de donkre boom ?t r'' £rauwe blauwe luclit. ! ewelf verhoogt, verdoft, verzwart : j e sterren schijnen ; l n stralen schieten door mijn hart '*^1 zachte pijnen. Boek en Lied. n _ I. UitgavenC. A. J. vanDishoeck it Hilversumsche Tentoon ls s t e 11 i n g. n Door de bekoorlijike heide ben ik var e Bussiun opgowandeid naar Hilversum om 4 aldaar in de leeszaal de tentoomsbelling dei n uitgaven van den heer C. A. J. van Dis-»I hoeck te bezdchtigen en te bewonderen. ;• Want dat er te bewonderen en te genieter valt wisfc ik voorhands. Praclitig werk vai] van Diahoeck zag ik vaak en veel ; echtei te zeer verspreid, of gemengd met ander. n Thans kreeig ik ai dit mooie bijeen en al-11 leen, in een prettig verlichte zaal, keurig en r smaaikvol gesohikjt, weeiderig zonder over-ladenheid, en het ovei-schouwen van het l* geheele, en het nader'komen bij het bijzoîi-dere was me telkens en telkens een nieuw ■t genot. n Het sterkst trok me ,,Vlaanderen" aan. e In een benijdenswaa/rdig uiterlijik, belovend zeer innerlij/k moois vond ik de boe'ken van mijn beste Vlaamsche vrienden gezellig te zamen, zcoals ik de scihrijvers zelf, op onze heuglijke bij'eenkomsten en feesten in het n vaderland, zoo menigmaal, de een bij de ander, al werklustig en blijde, had begroet. 11 En dat waren Cyriel Buysse, Aug. Ver-meylen, Karel "Van de Woestijne, Maurits Sabbe, ïïerrman Teirlinck, Toussaint van , ! Boelaere, Gust Vermeersch, Richard De 1- Cneudt, Caesar Gezelle, dichters, vertellers, '■ strijlders, denkers, de heele rij, een won-^ derbare wereld van luide en stille gestern-t ten. Menig monkelend gelaat voelde ik k meegaan met mij, de zaal rond,*en toen ik, hier en daar, een band uit de reeks lichtte, t deed het mij bijwijlen aan alsof ik een 11 warme trouwe hand in de mijne hield. 0 Arm Vlaanderen was het niet. Zelden ^ zag ik Vlamingen, zoo rij'k, ztoo sierlijk uit- gedost : Prachtbanden, uitgezocht papier, 1 fraaie druk, keurige versienng ; voorwaar, 2 beneden den Moerdijk waren we, eer de Hol-landsclie uitgevers hun aandacht wijdden . aan onze letterkundie, minder ge'woon en L gauwer tevreden. t Ook de Noord-Nederlandsohe literatuur e is in de 'uitgayèn van Yan Diâhoeck flink 1 vertegenwoordigd : Adriaan van Oordt, Bou_ tens, Marie Metz—K iing, H. Heyermans, Fr Coenen, Van Hulzen, De Meester, E verts, Annie Salomons, de eerste namen 3 spreken ons tegen, uit fraaie bandversiering, 1 met kunstige letter. c Oorspronkelijke tSekeningen, waarvan de reproducties ter vergelijking worden nage-1 keken, liangend aan de wanden of liggend s tusschen de boeken deden de zaal temet voor-L" komen als een prentenkabinet. Werk was daar van J. Sluiters, Tjeerd Bottema, Mou-lijn, Hie Cramer', A. Geudens. Niet het minst merkwaardig zijn vanD'is-1 hoecks uitgaven voor kinderlectuur : Hansje in 't Bessenland, de Gra-sdwergjes, Het . Diamanten Prinsesje, Marietje in 't Sneeuw-land, en andere werkjes met aardige titels eii platen. Hier vooral geven de teeke-naars blijlken van igeest ein vaardiglieid. Zulke boekjes — in Vlaanderen zijn ze veel te weinig bekend — moeten de kinderen bij het ontvangen een feest zijn, en een schat voor lang. Ook als uitgever van schoolboeken lieeft "Van Dishoeck groote verdienste. Werken vermelden zal ik niet, in de scholen gebruikt zijn de meeste trouwens overbekend. Sleohts dit moet ik zeggen, dat het den uitgever, die steeds het aangename met het nuttige weet te vereenigen, ook bij deze uitgave ge-lukt is, een heldere, frissche atmosfeer te brengen daar waar al te vaak het dorre en doffe heerschen, €>11 bloeiend Iteven een eerste noodzakelijkheid is. Wanneer dragon we al dit goede al dit schcone naar Vlaanderen mêe? n. Landstormlied. Gedicht van: Balthazer Verhagen, muziek van Alphons Diepenbrock. Uitgave van S. L. van Looy Amsterdam, prijs: f 0.30. Waak op, Nederiand, ken uwo krachten, Heerlijk land van de vrijheid en vrêe. Bondom woelen wild-fitrijdende maciiten, Woeste storm zweept de vrije zee! Moet ook over u Jt onheil komen, Dat ook gij in dien maalstroom vergaa-t? Dat over uw scheeprijke stroomen Straks een vijand zijn bruggen slaat? Hoèland! Hef u in de volk'renrij ! " Soliooner zij u dood dan slavernij! Waak op dan, mijn volk, ken uwe kraoliten, Waak dan op voor de vrijheid on vreê, Hef hoog uwe vaan,. dat er geen inachten U bedwingen te land en ter zee! Zoo leg dan de hand fluks aan het wa.pen Wie 110 gkracht heeft van liohaam en geest! De tijden van zoet droomen en elapen, De zon van uw vrijheid wordt duister, En ge doolt in onzekeren nacîit, O, toon aan do wereld den luister Van lierrijzing in moed en krachtI Holland, hef u in de volk'renrij ! Schooner zij u dood dan slavernij ! Waak op dan, mijn volk, ken uwe kraohten, Waak dan op voor de vrijheid en vreê, Hef hoog uwo vaan, dat er geen- macliten U bedwingen te land en ter zee! Zoo willen wij ons dan gewennen Aan een leven van stoeiflieid en staal! Het wapenbedrijf willen wij kennen Tôt bescherming van land en taal ! En moet dan de vlam ons verzengen, Dio daar woedt in een razenden brand, Wij zullen ons hartebloed plegen Voor de vrijheid van Nederiand ! Holland, hef in in de volk'renrij! Schooner zij u dood dan slavernij-Waak op dan, mijn volk, ken uwe kraohten, Waak dan op voor de vrijheid en vreê, Hef hoog uwe vaan. dat er geen machten TT Jwvrl lor, .1 ™ t Zeldzame eigenaardigheid van dit lied: de tekst is ontegensprekelijk geschreven na de melody, wat niet makkelijk moet ge-weest zijn; en toch klinkt hij5 hardop gele-zen, hel en forsch, regelloos muziekaal. In Diepenbrock's melodij leeft beweging, kracht, geestdrift. De aanhef en het elot vormen een senaterende fanfare, echt krijgshaftig. De regels 4 tôt 8 zijn somber-der, zooals we die ook hebben in de Marseillaise en de Vlaamsche Loeuw. Holland hef u... is plechtig, breed, waarop dan de slotfanfare, gezwind en geweldig aanjaagt en medesleept. Het lied is vooral hierom goed omdat het tevens volksch i6 en kunstig... meest n.og omdat het de borst warm maakt, als een klare kreet van sterke vaderlandsliefde. RENE DE CLERCQ. .■■iiTfin . n . .T i. Heïmwee. Langs steenen kade vloeit de gracht verzeld van statige iepenwacht, maar iepen, gracht en al wat is huit de avond in zijn heimenis, Een gasipit boort.een bibtoerstraal de donlcre diepte in van 't kanaal> En ailes zwijgt en ailes rust, vermjeid van daagschen last en Just. Door 't stille dcrnker glijdt een boot, gewiegd op weeken waterschoot. 1k zie zo niet, maar rimplend zwicht de strakke schijn van 't oeverlicht, en -naadren hoor ik 't riemgeplens, daarbij der dollen piepgedrens... Doch stil ! daar welt het zoet geluid van tweederhande blikken finit, die eigenwijs, toch mooi te £aar, één deuntje spelem hoog en klaar; ze kweeleai saam een droeve wijs, die klagend stoort deze avondpeis... En 'k voel me opeena zoo vrsemd te moe, als moest ik daadlijk huîswaarts toe# naar moedorlief in 't verre land, waar de oorlog woedt met moord en brand J. DE COCK. 1 mto Q ■ «f » He! onderzoek betraffsnds de moedertaal der kinderen te Brussel. De ,,Gazet van Brussel'' behelst het vol-gende belangwekkend artikel van een vak-man in onderwijs-aangelegenheden: Door het ministerie werd een onderzoek ingesteld aangaande moedertaal der kinderen in de lagere scholen van Brussel en omliggende. Zulk onderzoek kan op verschillende ma-nieren ingesteld worden. Het is namelijk voldoende de kinderen te laten ondervra-gen door menschen, die goed Fransch en Nederlandsch kennen en binnen een week kan men, indien het werk goed verdeeld wordt, met volkomen juistheid zeggen hoe-veel Vlaamschsprekende en Franschspre-kende kinderen er zitten in de scholen van het arrondissement Brussel. In de schoolwet staat echter voorgeschre-ven: ,,het gozinshoofd verklaart welke de moedertaal of de gebruikelijke taal is". Steunend op dat voorschrift, hebben de heeren van ons ministerie van onderwijs het dan ook noodig geacht zich te wenden tôt de çud'ers en we kunnen ze er niet om laken, want ze handelen in overeenkomst met de wet. Het is echter de wet zelf, die slecht is, want het hoeft niet meer bewezen te worden dat de ou dors onbevoegd zijn in zake onderwijsvragen. Maar, zal men op-merken, het gezinshoofd is toch wel in staat te verklaren welke de taal van zijn kind is. Inderdaad, het gezinshoofd kan heel goed met juistheid verklaren welke taal het kind gewoonlijk thuis spreekt, daar hoeft geen bijzondere bevoegdheid toe. Doch het gezinshoofd antwoordt op de ge-stelde vraag niet, maar wel op een andere \raag, die liem niet gesteld werd, namelijk : wilt gij dat uw kind in een Vlaamsche of in een Fransche klas gezet worde ? En de ouders, die met vooroordeelen ver-vuld zijn tegen h.et Vlaamsch, zullen meestal, al spreken ze ook doorgaans Vlaamsch te huis, verklaren : de moedertaal is Fransch. Immers zij beelden zich in dat de kinderen in Vlaamsche klassen geen Fransch meer zullen leeren en later niet zullen in staat zijn hun brood te verdienen. Zoolang er inderdaad in ons land geen volkomen gelijkheid. bestaat tusschen Vlaamsch en Fransch, zoolang ©en Vla-ming met zijn Vlaamsch niet zoo ver komt als een Waal met zijn Fransch, verstaan we volkomen die neiging van de ouders, tegen de waarheid in Fransch te verklaren in plaais van Vlaamsch. Dat zij op die manier den onderwijzer een antipedagogisch onder wij sstelsel willen opleg. gen, dat zij de geestesontwikkeling van hun kinderen in gevaao: brengen, daar hebben zij geen benul van. Toch heeft de wetgever het goed. geacht de verkïaring van het gezinshoofd in te winnen, alhoewel hij er echter bijvoegt dat de verklaring van het gezinshoofd het school-hoofd niet bindt. Het schoolhoofd moet 011-derzoeken of de verklaring van het gezinshoofd juist is en moet het kind plaatsen in een k lasse waar het onderwijs gegeven wordt in de feitelijke moedertaal. De inspekteur. maakt verslag over de to^passing van de wet. Het spreekt van zelf dat de Vlaamsche kinderen die reeds eenige jaren aan een Fransch steteel onderworpen zijn, niet op-' e-ens onder een radikaal Vlaamsch stelsel mogen gebracht worden. De vervlaamsching moet in de laagste klassen aanvangen en, geleidelijk opklimmende, voortgezet worden. Dat weet men in 't ministerie ook wel en het ligt ook niet in het plan van die Waal-sche bureaukraten van ons ministerie de toch hebben zij het noodig geacht ook na< de moedertaal van die kinderen te vragea Zoo doen zij veel nutteloos werk verrichte en lokken zij, misschien me.t opzet, van we< de ouders der kinderen van de hoogste kla sen, valsche verklaringen uit. Dat is een principieele verkeerdheiel i cîat onderzoek. Het komt ons voor dat c Vlaamschvijandige bureaukraten enkel t( doel hebben moeilijkheden te zoeken en tij te verliezen om de zaak op de lange baan 1 schuiven. Die heeren vinden maar veel nuttekx werk uit om anderen wijs te maken dat hu inmenging onontbeerlijk is. Dat b-lijkt ook uit de manier waarop me zich tôt de ouders gewend heeft. Kaarte werden, natuurlijk naar het voorschrift va het ministerie, door de inspekteurs 11ae de ouders geetuurd die kinderen in de schoo jaren hebben. Voor 15 September moesten c oùders die kaarten, bevattende hun vei kla ring, terugsturen naar den inspekteu] Weinu, uit goede bron vea*némen we, d? sommige inspecteurs op 15 September maa het tiende gedeelte der kaarten terug g< kregen hadden. Dat was te voorzien. Ve' ouders kunnen de kaart niet lezen, andere verstaan er den zin niet van en vragen zic af of er geen Duitsche knepen achter zitter De meesten wachten daai tôt dat de schoc open is en dan komen de kinderen raad vr? gen aan den onderwijzer, de onderwijzeres c de schoolhoofden. Deze beïnvloeden dus d verklaringe.il der ouders en we kennen de Vlaamsclivijandigen geest van he Brusselsch leerpersoneel. Van ve] schillende zijdeîi is men ons kome vertellen dat onderwijzeressen tôt d leeirlingen zeiden dat men aan kinderen, di als Vlaamsch aangeschreven werden, stilaa Duitsch onderwijs zou geven. En wat hoeve we naar afzonderlijke gevallen te zoeken Zei Vandervelde, die geen Flamingant ie zelf niet in de Kamer, dat de Brusselsch schoolhoofden een neiging hebben de kinde ren te verfranschen en dat zij dus geen or beperkt vertrouwen verdienen? De kaarten zijn op dit oogenblik nog nie aile binnen ; dat bewijst wel dat de oudei onwetend of onverschillig zijn en dus heele maal onbevoegd. Het hoeft geen betoog dat de echtheid de verklaringen zal moeten gekontroleerd woi den door de inspekteuirs, maar hier zal he weer blijken hoe de onpraktische inrichtin van het onderzoek dat kontrool bemoeie lijkt. Welk reiuzenwerk nu voor de inspekteur om al die kaarten te klasseeren ! Hoe gaa: zij nu vinden in welke school, in welk kîasse, ieder kind zit? Al nuttelooze arbeid door de bureaukraten op de schouders van d inspekteurs gestapeld ! Men voelt dadelijk dat die ministeriemen schen no oit een voet in de klasse zetten, of wel dat zij stelselmatig de toepassing van eei Vlaamshe wet willen bemoeilijken. Ziehier ongeveer hoei een praktisch school man, die er niet van houdt, nutteloos tijd i> verliezen, bij dit onderzoek zou te werk ge gaan zijn, indien hij de verklaringen der ou ders wilde hebben en de wet wilde doen toe passen in de 3 laagste kltassen, die voor ' oogenblik alleen kunnen in rekening komen De inspekteur gaat zelf den eersten school dag of de eerste dagen, in de 3 laa.gste klas sen. Hij deelt de kaarten uit. De leerlingei schrijven er zelf hunnen naam op. In 2e ei 3e studiejaar gaat dat en in 't eerste jaa] kan de onderwijzer een hand je toèstekon Hij zegt dan tôt de kinderen: ,,Uw pap£ moet die kaart invulilen en daarop de zuiver< waarheid schrijven. Morgen of overmorgei — naar het den inspekteur best past — zult ge di«* kaarten terug brengen. Dan za ik ze zelf komen halen". Zoo heeft de in spetkteur binnen koi*ten tijd zeker al de kaar ten terug, gerangschikt ,klasse per klasse Het optreden van den inspekteur za reeds indruk gemaakt hebben en werken ter gunste van de echtheid in de verklaring. Het kontrool zou des te gemakkelijker ex sneller van stapel loopen en bij dat .kon trool, bestaande hoofdzakelijk in gesprekkei met de leerlingen, kan de inspekteur zici laten bijstaan door Vlaamsehkumdige leer krachten. Ten slotte nog een wenk, waardoor he1 gemakkelijk zal vallen te bewijzen dat d< verklaringen, die onder de gekende omit an digheden, thans gaan binnenkomen, aan d< werkelijkheid niet beantwoorden. De kinderen der lagere scholen zijn ' ocra' kinderen uit den arbeidenden stand. Tn dier stand is het Vlaamsch element sterker dai in de hoogere standen, die hun kinderen naai middelbare scholen sturen of aan huis 011 derricht geven. Laat ons nu de cijfers nemen van de volks optelling van 1910 voor de stad Brussel, Deze statistiek werd wel door vijanden van 'I Vlaamsch beïnvlôed, doch ze doet de waarheid niet al te zeer geweld aan en ze werc opgemaakt in normale tijden. Spraken te Brussel Vlaamsch alleen: 29,080 personen. Fransch al-leen; 47,385 (vooral in de hoogere standen). Vlaamsch en Fransch: 85,414. Vlaamsch en Duitsch : 230. Vlaamsch, Fransch en Duitsch: 4,537. Fransch en Duitsch : 4,285. Onder degenen, die twee of drie talei] spreken, hebben verklaard zich het meest te bedienen van het Vlaamsch 50,147, vàii hefc Fransch 42,132, van het Duitsch 2,187 Beschouwen we dus de bevolking ovex haar geheel, dan blijkt dat voor nagenoeg de helft der Brusselaars de oingangstaal Vlaamsch en in den arbeidersstand alleen. zeker voor meer dan de drie vierden van menschen. Nu zijn we benieuwd den uitslag van het ophanden zij n de onderzoek te kennen om het te vergelijken met de verhoudingen yan KLEINE KRONIEK 11 0 , Kern- t Is sclioon to staan met foroeders in 't veld, Kaast kampers een kamper, naast helden een held ; 11 Al samen, schouder aan schoiider geschoord, e | Moedsiddrend te wachten op 5t sein van het j >t , woord j En dan als het dondert, krachtig, luid, ' Den rhythmus te gaan van dat kort: vooruitl • RENÉ DE CLERCQ. Juiius Delbeke. n Onze \laamsche afgevaardigdo bevindt.zich nog .steeds in behandeling in de kliniek van n dr. Em. Lauwers te Kortrijk. Zijn toestand n is ver van ho^îeloos. Dit veruam ik van zijn familieleden in Roesselaere en een vriend van 11 me ontmoette Woensdag dr. Lauwers zelf in 1 Gent, die hem dit- verheugend nieuws boves-i- tigde. e Aldus een bericht in de in België verscliij-nende bladen, waarin wij gelukkig het doods-bericht van den heer Delbeke tegengesproken ;t zien-- Keir Harûje. Do dood van James Keir Hardie is voor 6 de onafhankelijke Engelsche àr.beiderspartij wel n een zware slag, want in hem verliest 'zij een h harer voornaamste leiders, die door zijn rede-L naarstalenten grooten invloed onder oen ge-,} deelte der aiibeidende klasse, waaruit hij zelf voortgekomen was, bezat. e % Keir Hardie werd den loen Augustus 1856 in Schotland geboren. Zijn ouders waren zeer e onbemiddeld en moesten door hard werken 11 het dagelijksch brood traehten te verdienen, •t waarbij James al zeer jong zijn ouders moeet •- helpen. Xauwelijks zeven jaar oud was hij reeds 11 werkzaam in de steenkolen mijn van Ayeshire, ô waar hij tôt zijn vier-en-t\vintigste jaar bleef. e Door zelfonderricht wist hij zich te ontwikke- 2 len en tengevolge .van zijn meerdere kennis, waardoor hij onder de overige mijnarbeidei's ^ uitblonk, werd hij tôt secretaris van do La-• narkshire Miners Trade Union gekozen. In , 1882 beitrad hij de journalistieke loopbaan en e werd hij redacteur van de ,,Cunmock News", i- een der plaatselijke bladen van Cunmoek, welke functie hij vijf jaiar bekleedde, waarna hij overging naar de ,,Labour Leader", aan welk ^ blad hij tôt 1890 verbonden was. Reeds in 1888 werd hij in Mid-Lamark candidaat voor het s parlement gesteld, doch niet gekozen. Bij de verkiezing in S. W. Ham in 1892 wist hij éditer de ovérwinning te belialen. Intussohen kon r hij zich niet meer met het programma der _ oude Trade Unions Vereenigen en stichtte hij ^ derhalve in 1903 de Independent La-y bour Part y, tôt welker voorzitter hij ge-1 kozen werd en door middel waarvan hij de sociaal-democratische beginselen onder de Én-g;elsche arbeiders traclitte te verspreiden. Door " zijn oneenigheid met de oude vakvereenigingen. 3 Het Louvre bedreigd! , Onlangs is uit het Louvre, dit meesterwerk 3 van Parijsche architectuur, zonder zichtbare oorzaak een steen naar beneden gevallen van ongeveer 8 kilogram en het mag een gelukkig toeval heeten, dat hij niet een voorbijganger op het hoofd is gevallen. Deze gebourtenis is 1 echter slechts een kleine aanduiding ervoor, dat het Louvre langzamerhand afbrokkelt. Het - ,,Journal des Débats" stelt nog eenige andere ' ; feiten in hot licht. Het vertelt, dat het Gany- j medesbeeld, dat voor het prentenkabinet staat ' den linkerarm heeft verloren. De breuk, die geheel nieuw is, bevindt zich juist op den schouder. Een bediende van het muséum ver-haalt, dat dit ongeluk twee maanden geleden plaats had. Hij vond op een morgen den arm in gruis op den grond liggen ; de nacht was zeer storm-l achtig geweest. Wellicht vinden deze en derge- ; L I lijk0 ongelukken, die zich in en om het Louvre . j herhalen, hun oorzaak in het trillen van den grond, door de automobielen, die in razende vaai*t ijlen door de straten van de hoofdstad. | Deze geweldige lastwagens, die steeds bijzondere liaast hebben, doen de muren van de L huizen schudden, veroorzaken reten en scheu-ren en doen in het bij zonder steenen naar be-[ neden vallen, die de toevallige voorbijganger menigmaal op het hoofd krijgt. Het schijnt, dat het Louvre vooral hiervan te lijd'en heeft. De gouverneur van Parijs zal zich daarom in ^ verbinding stellen met den chef der politie. Negers en Monnikken. 1 1» Frankrijk is een klooster van de Cis-terclensermonniken voor een groot deel als la-l zaret ingericht, en slechts de kapel en één vleu-gel van het gebouw is aan de monniken overge-laten. Houten muren scheidden dit deel oor-spronkelijk van het overige bouwwerk, 11a korten tijd werd ook die muur neergehaald. Onlangs ; waren er in het lazaret een groot aantal lioht-! verwonde negers aangekomen, die, toen -ze verbonden waren, onmiddellijk een onderzoekings-, tocht gingen doen, en hierdoor vermoeid, de gevonden bedden gebruikten om uit te rusten. Toen de monniken, terugkomende van hun morgen godsdienstoefening, overal zwarte hoofden zagen verrijzen, sclirokken ze en begonnen te gillen. De ontsteltenis van de negers, die in de witte gestalten booze geesten vermoedden, was niet minder hevig. Er ontstond een ware pa-niek, en eerst toen iemand beide partijen over hun ,,spoken" inliclitte, werd de rust îiersteld. Een bezoek aan de Creusot. Een Engelscli dagbladcorrespondent heeft de groote Fransche munitiefabrieken te Le Creusot bezocht. Hij geeft van dit bezoek een 1 levendige beschrijving in de ,,Daily Chronicle" en vergelijkt het reusachtige fabriekencomplex met een... hel. Na een langen tocht door een glooiend land-schap met voile wijngaarden aan weerszijden van den weg, kwain de Engelschman te Le Creusot aan. In de verte reeds had hij den ros-sigen hemel aanschouwd, had hij de dichtc rook-pluimen zien opstijgen uit de tallooze schoor-steenen en den vuurgîoed waargenomen, die laaide uit de zwarte ovens. Te midden van een liefelijke landstreek verrijzen de geweldige fabrieken, tegen do heuve-len aan. Over de geheele wereld zijn zij bekend de wapenfabrieken van Sohneider in Le Creusot, even bekend als Krupp in Essen, als Vickers in Sheffield eu als Armstrong in New-Castle. Ongeveer een jaar geleden vormden al deze fabrieken een groote internationale on-dernerming. tnans is 'zij een strikt nationale ge- , worden. Aile waren zij verdeeld in fabrieken voor oorlogswerktuigen en industrieel mate-riaal ; thans werken zij alleen voor hefc eerste doel. In Le Creusot bevindt zich hpçlen ten dago aile voor oorlogsdoeleinden arbeiden. Een ont-zaglijk groot aantal ingénieurs en geschoolde werMieden zijn hier in dienst; de productie yan oorlogsmateriaal voor Frankrijk hangt in hooge mate van lien af. De exploitatie der kolenmijnen van Le Creusot dateert uit het begin der 16e eeuw, de îjzersmelterij van voor de Fransche revolutie. In Engeland zijn de eerste fabrieken van Vickers en Armstrong van veel later datum. Doch de Engelsohe correspondent voegt hieraan toc, dat indien dezo laatste onderneming de Fransche Creusot is voorbijgestreefd, dit alleen komt door de gunstige psitie van Engeland en het systeem van den vrijen handel. De kolenmijnen, welke aan de fabriek toebe-hooren, produceeren jaarlijks slechts een ge-ringe lioeveelheid kolen, die echter van oen bij zonder gehalte zijn. De correspondent bezocht de talrijke groote werkplaatsen, waar do machines dreunden en het geweld geen oogenblik werd gestaakt. Er bevinden 'zich daar spéciale afdeelingen voor het vervaardigen van granaten voor het vermaarde kanon, de Soixante-quinze", voor bommen, handgranaten, machinegeweren en infanteriegeweren. Het meeste behoefte is thans aan granaten voor de zware artillerie, terwijl ook in de schaarschte van geweren moet worden voorzien. De vervaardiging van dit materiaal duui-fc echter langen tijd, zoodat men onmiddellijk bij den aanvang van den oorlog te Creusot inaat-regelen heeft moeten nemen om een regelma-tigen aanmaak van wapenen en munitie te verzekeren. De Engelsche correspondent zegt dat hij 1 zijn bezoek tôt de overfcuiging is gekomen, dat op het oogenblik de werkkracht van Creusot op het hoogste is gespannen en geheel aan de eischen voldoet. Op zijn terugtocht zag hij nog tal van in aanbouw zijnde fabrieken, welke aan deze enorme Fransche onderneming eer-lang zullen worden toegevoegd. Het kanon in de Alpen. Een correspondent van "do ,,Temps", Jean Carrière, beschrijft den indruk van het bombardement in de Alpen. Hij wijst erop, dat hij in zijn correspondenties uit Transvaal en Tripo-lis het geraas van liet kanon het mooist ge-noemd heeft van den geheelen veldslag; meer dan op de oogen maakt do moderne oorlog indruk op het gehoor. ,,Welnu, hier in het hooggebergte, is het geweld nog veel grootscher ; maar het wordt er vergezeld door een even geweldig visioen. Men stelle zich voor, het op zichzelf zoo tref-fende geluid van het kanon, eindeloos door do berg-eciio's licrhaald, dan kan men zich ver-beelden, welk duizelingwekkende symphonie een artillerie-duel is op tweeduizend of drie-duizend meter. Er zijn oogenblikken, waarop men, wanneer de twee tegenstanders tegelijlv spreken, do sensatie heeft, dat do geheelo natuur in. stukken springt. Er is bovendien tusschen den oorlog in do vlakte en dien in de bergen nog dit verschil. In de vlakte hoort men de kanonschoten, dio voor u afgevuurd worden; men hoort zelfs soms de uitwerking van het projectiel, wanneer het valt; men raadt de resultaten, maar in het algemeen is het onmogelijk 0111 een artillerie-duel bij te wonen en er het verloop van te volgen. Hier in de bergen daarentegen staan de tegenstanders tegenover elkaar op zoo groote hoogte, dat zij elkaar zonder moeito kunnen zien, ten gevolge van de volmaakt heldere luclit van de Alpen. Zoodat men, wanneer men een waarnemingspost heeft, die van terzijde de beide stellingen overheersclit, aile fazen van den strijd kan volgen, alsof men een versclirikkelijke partij voetbal bijwoondo tusschen bergreuzen. Zoo streden onlangs een Italiaansch en een Oostenrijksch fort met groote granaten. Men zag ieder schot inslaan. Men zag het vuur der Italianen, dat goed gericht was, hoe langer lioo dichter bij liet doel komen, dat zij wilden bereiken, en dan plotseling een oorverdoovendc en verblindende ontploffing, gelijk aan een vulkaan-uitbarstmg, aan den Oostenrijkschen kant : do batterij vloog in de lucht. Daarna een' lange stilte aan beide zij den. Er werd niet meer geduelleerd." Luc if ers. Over liueifers. — Hefc is een eeuw geleden, omstreeks 1815, dat lucifers zoo goed-koop werden, dat hun populariteit een aanvang nam — een populariteit, welke zoo groofc zou worden. Tegenwoordig kent men aan één lucifer-houtje feitelijk geen waarcle meer toe, — of het moest de laatste lucifer zijn, dien men op een winderige plek noodig hèeft om z'n fiets-lantaarn aan te steken! De uitvinding van het oorspronkefëjke brand-houtje gaat natuurlijk veel verder berug. Er zou een boekdeel te schrijven zijn □ver de geschiedenis van ontstekingsmidde-Len, — van de ,,ontdekking" door Bethol-let in het eind van de achttiende eeuw van den lucifer tôt de benzine-apparaatjes, die de hedendaagsche mode ons in het vest-zakje stopt. De man, die de eenst onpraetische en ook dure brandhoutjes als een massa-artikel maakte, was de Engelschman Jones; liij wist een goedkoope samenstelling te beden-ken van chloorzure kali. De prijs van ongeveer één cent per stuk daalde toen eens-klaps geweldig. De Engelsche ,,lucifers" heetfcen toen nog niet met dezen naam; de uitvinder noemde ze ,,Prometheans". Toch was voor lionderd jaar Jt artikel van lones voorloopig nogal gevaarlijk. Eerst in L832 bedacht dezelfde Jones een brand-loutje, waarvan de kop tusschen twee stuk-jes, met glaspoeder belijmd papier moest -vorden doorgehaald; dit was de voorlaoper /an den lateren Zweedschen lucifer. Intusschen trachtten de Fransche en Duitsche cliemisten verbeteringen in hefc brandhoutje te brengen. De Duitscher Bôttger verbeterde het sysfceem van Jones m stichtte de Zweedsche fabriek van Jôn-kopping. De bekende Zweedsche lucifer-aijverheid is hiervan het rèsultaat geweest; bet is nog steeds dezelfde fabriek, die aan îiet hoofd der lucifer-fabricatie staat, met ^en dagelijksche productie van een millioen loosjes. Dâ meeste landen bcschikken tegenwoor-lig over hun eigen lucifers-industrie. Doch Engeland brengt thans met een enkel jfroord n herinnering, dat het een landgenoot was, lie voor honderd jaar de eigenlijke r^tich-^er was van het lucifertje in zij u tegen-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad belonging to the category Oorlogspers, published in Amsterdam from 1900 to 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods