De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1539 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1915, 14 March. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Seen on 19 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/7h1dj59h32/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

I Eerste Jaargang~N°. 42 Zoriaag 14 Maart 1915 s cents DE VLAAMSCHE STEM aloemeen belgisch dâgblad Een volk zal niet vergaan! Eendracht maakt machtl reqactiebureel i PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. - TELEFOOH No. 9922 Noord. De Vlaamsche Stem verschijnt te Amsterdam elken dag des morgens gp vjer bladzijden. Abonnementsprys , by vooruitbetaiing : Voor Holland eu België per jaar f 12.50 — per kwartaal / 3.50 — per maand f 1.25. Vocr Engeland en Frankrijk Frs. 27.50 per jaar — Frs. 7.50 per kwartaal — Frs. i. 75 per maand. Hoofdopsteller : Mr. ALBERIK DESWARTE Opstelraad s CYRIEL BUYSSE - RENE DE CLERCQ Mr. JAN EGGEN. - ANDRE DE RIDDER Voor ABONNEMENTEN wende men zich tôt de Admiuiatratie van het bladi PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. Voor AAXKONDIGINGEN v/ende men zicli toi de Firma J. H DE BUSSY, ROKIN 60, AMSTERDAM. .A DVERTENTIES : 25 Cents per regel Korte Inhoud. le bladzijde. Aan mijue leerlingen — André de Riddcr. fcleine Kroniek. In de gevallen Stad — E. v. O. Mensch zijn — René de Clercq. 2e bladz ij d e. Uit het Vaderlaiid. Grens-kroûiek. Aan het Front. De filosoof van 't. bashuis (3) — Maurits Subbe\ 3e bladz ij de. $e Europeesche Oorlog. De aanval op de Dardanollen. Telegrammen en Berichten. 4e bl ad.z ij de. Voor de Uitgewekenen. In de kampen. Overzicht der Pers. Boekbeoordeeling. _ Onze gekwetsten in Frankrijk. il ep liripn.0 Waarde Joiigens ! Voor uw boek foîirijf ik met gret.ige vreugde enk«le woorden... omda& liet zijn zal een bock ter éere van België en van onze genadige vorsten, een kreeît van lief-de uit uwe jonge toreten en een roep van vertrouwen in de toekomst van ons laiid... en ook een boek van dank voor de gui le Nederlandsclie gastvrijheid, van erkente-lijkheid voor het, Hcllandsche ,,sa men voelen" met ons — want mogeuwe, ondanks de plichten' welke de neutraliteit ons en cuzeu gast^eeren oplegt, niet openbaar onze vreugde uitdrukken omdat we liet hart i van het Nederla.ndsche volk zoo wa.rm, zoo luid voor ons hebben voelen kloppen ?...... Een nieuw bewijs van onze Belgische le-; venskracht,- van onze énergie, van enzen volhardingsgeest, van heel onze ontroering zal dit boek brengen Ge doet uwe rntrede in het leven m een schooneh en verschrikkelijken tijd, en die-pe sporèn zullen voorzeker het lijden van uw volk en de pijnen van uw land in nw geweten nalaten... geen gevoel van verne-' derinçr, van verbittering, van haat zooals • enk'elen vreezen, ook niet den deemoed van de overwonnenen. maar den trots van die zegevieren, de fierheid van menschen, die een reiner en vollediger bewustziju van hun waarde, van hun geweten, van h un geest rijker zijn, aan wie d© openbarmg is gebeurd van krachten die sluîmerden en plotseling zijn opengebloeid en opengebat-1 sien, tôt verweudering va;n de heelé : fficnscîiheid U wacht, Beste Jongens. een grootsclie [ taak... wanneer de vrede en de overwin-r.ing ziillen luid en uit de duizenden klok-ken vau onze belforten en onze torens, wanneer de zegevieren de lcfzang van 0119 her-steld vclk zal golven met de for^che stu-v;ing van eeno breede en al meeçleepende ; baav, over de veie landouwen van de Pol-; dere, over de purperen golving van ons hei-: deland, over de glooiende ruggen van Hes-pegouw, over de kleurriike dalen van Maas-land, over de ruige bossclien van de Arden-nen, keel België door, over heel Vlaande-ren en over heel Wallonie, in één stormacli-^?en kreet, in ééue lieilige vreugde... En i die ure komt. die ure naakt Wanneer dan het rus tige uur van den arbedd weer zal slâan, de zaclittheid: van bet stil geluk zioh leggen in de zielen, de vei-I H?heid van den baard schutten al de boof-I <len, dan zal de Natie, Jufvrouwen en Jonge Heeren, leggen op uw schouders een I zwaren plicht: den oogsfc der toekomst... Want dan zal het werk moeten beginnen, ■ het groote werk : de beropbouw van Bel-I gië, de terug-grootmaking van ons land, ten I ba,te van ons edgen volk en ten bate van de I ^enschlieid Want uit de puinhoopen I door de Teutonen opgestapeld, uit de as-I sehe van de verbrande steden en dorpen, ■ moefc nieuw leven rijzen... al bet ontred-I derde moet heringeriebt, al bet vernielde ■ hersteld... Ons land mag na den oorlog niet I armer, noeb minder seboon dan vroeger ■ 2ljn, ons ras niet zwakker... I a ^6 mo&en ^et vergeten, jongens: ■ de oorlog ia een kwaad, een afsoliuweUjke ■ misdaad tegen de mensclibedd... wij Bel- ■ Kon wij hebben den oorlog aanvaard, ge- ■ zonder bem ooit, zelfs geduren- ■ 1 , ffne secon<^e, gewenscbt te bebljen... w< I ebben ons verweerd, ons verzet met band ■ ^ om^at men ons aanviel, omdat ons ■ mstinkt van zelfbeJioud ons dwong te kam-I bestaan, en omdat bet onze ■ p ie it was te strijden voor de besebaving ■ +1 weerstreven de vuige aanranding. 1t« ^ken naderhand al bet onlieil gestiebt ■ Pravuioieèn en de wonden geopend .en ^ van onze broe-Vbn m totale strij.dlust, niet uit bloeddorstig genot beb-bën Ave gevochten... niet omdat wij iu den krijg éen ideaal van sterke bumaniteit za-gen...... _ _ 1 Ik ben soms bavreesd, dat in uwe jonge ' gemôederen — nu de eerste impressie die liôt leven U dru-kt op de ziel, in bet weeke was van uwe nog maar lialf-gevormde gees-ten — een vreemd, een bangmakend ideaal zcu greoien, in hèt licht van uw idealisme, het besef misschien van niets and ers dan militaire grootheid, de waan van een hard, stalen heldendom : de rumoerige held-baftigbeid van bet beuken en bonzen. bet razen en sebermen, bet wonden en steken, bet ^racnden en neersebieten, de glorie vau den strijd, in 't luid geruebt van de wa-pens die kletteren en knallen, de kanon-nen die bulderen. de bazuinen die rumoe-ren... T)ât is ééue heïdhaftif/heid, dât 1s niet àlle hcldhaftigkcid... "We moeten al-len -bewonderen, diep en plecbtig, den sta-gen moed van die praebtkerels van ens land, die sedert maanden en maanden,^ aan de smalle Yrer-strook, de laatste duimen grond van bet Vaderland verdedigen, su-blîeme belden die geven.voor ons allen bet boogste wat de mensch bezit : hun jeugd', hun toekomst, bun leven Maar naast den geest van opoffering, die | zulke kerels bezielt i» den storm en recbt bcodt in bet govaar, bestaat er eene meer beseboiden heroïek, de stille heroïek van het dàgeilijksch leven, van den gewonen plicht... bet zorgen en kommeren, bet zwoe-■ gen en arbedden, bet scheppen met handeai en bersenon, met liobaam en geest, met al aam en met vernuft, dag na dag, zonder moeheid, zonder beuheid,, zonder protest, met meed, met ijver, met liefde vooral. En dat zal uwe schoone taak worden : de taak die bet land van U verwaoht... Ge zijt het zaad der toekomst-, waaruit het nieu-we, grootere "België moet groeîen... Ge zult moeten aanleeren en voeren tôt eene edële kennis wat velen van degenen, die strijden aan het front, thans reeds ten deele vergeten zijn, .misschien, den hartstocht van den aibeid, de moreele scboonlieid en de gees-telijke waarde van de daad, de maatschap-pelijk orde, den wellust van de rust, de zoete zegen van den vrede... Wanuéér tusseben de gevlagde huizen van onze straten in de Vlaamsohe steden, die met praalbogen zullen versierd zijn, te midden van het roemrij'ke schallen dér feesttrompetten en bet tieren van de me-nigte, de zon der nieuwe Wereldlente zal flikkeren op de vervuilde un if or men en op de afgematte leden van onze terugkeerende soldaten, de zaohte koestering van duizen-de liefdeblikken zal rusten op bun ver-weerd en bruiiî gelaat, de glorie van ontel-bar© bloemen zal neerdalen uit de vensters op bunne.moeë hoofden... wanneer dan de wapenS zullen worden neergelegd, de slob-kousen losgegespt, de krijg&kleere-n uitge-trokken, dan zal uwe beurt van strijden aanbreken, jongens, 'uwe ure van toewijding voor uw Volk, uwe ure van werk voor uw Land, uw dag ^van beldbaftiebeid... En er zal veel van U, de kinderen van bet grooter België, dat uit den - wereld-oorlog zal ont-staan, gevraagd worden. Het Leven roept U... Amsterdam, Februari 1915. ANDRE DE RIDDER. *) Deze bijdrage werd door onzen mede-redacteur voor bet ,,Boek van de Belgisohe sebool van Amsterdam' ' gesebreven, waar De Ridder naast onze vrienden De Clercq en Eggen doceert en waarvan trouwens onze Hoofdopsteller Mr. Alberik Deswarte de stichter is eu thans Voorzitter van bet Scboolcomité. Wij zetten onze lezers ten zeerste aan bunne inscbrijving op dit boek te zenden aan den beer Prem6ela, Van Ostadestraafe 101. De minimum-bijdrage ia 50 cents, maar aangecien bet boek ten vcordeele van de Belgiscbe geïnterneerden verkocbfc wordt, verwacbten de uitgevers eigenlijk eene meer edelmoedige stor-ting. Het boek zal rond 1 April a.s, ver-soliijnen.Geldwisseling voor de Beltei. De bezitters van wisselkaarten worden verzoekt zieb op het Belgisch inlichtings-bureau der Union Belge, café De Pool, Damrak 43, op de hierna aangeduide dagen van 9J tôt 12 en van 2 tôt 4 u. aan te bie-den, voorzien van bunne kaart, ten einde deze te doen volledigen volg:ens de nieuwe orders, Zij worden tevens verzocht zich te voorzien van al bunne eenzelvigheidspapie-ren, als ook van de bewijzen hunner midde-len vau bestaan, liunner beboeften, en van bet bew s dat zij iil België woonden op den dag der oorlogsverklaring. Maandag lo Maart de kaarten met nr. 1 tôt 200; Woensdag 17 Maart de kaarten met nr. 201 tôt 400 ; Donderdag 18 Maart de kaarten met nr. 401 tôt 600 ; Vrijdag 19 ^aai.t ,4s kaarten met ur, 601 eu meer. Kleine Kroniek Een Propheet. Een der leiders van het Duitscbo Gentrum, Erzberger, sebreef eenige weken p;eleden : „Als Duitscblaucl eenmaal de werkelijke blokkade afkondigf, dan ook niets gespaard, maar ook elk Engelsch koopvaardijschip meedoogenloos in den grond geboord. Wij zullen dan eens zien, hoeveel zeelui nog aan boord van de gevaarlijke Engelsche stoom-schepen zulkn gaan. Als Engeland een der-gelijk middel bezat, als wij in onze duik-booten hebben, met hoeveel onbekommerd-beid zou bet dan toegepast worden. Waar Engeland meester is, kent het geen grenzen, om zijn macbt door te zetten en te hand-haven. Zijn wij Duitscbers meester onder water, dan moeten wij bet Engelsche voor-beeld, tôt ons beil, tôt Engeland's verderf volgen." En wat hebben wij nu gezien ? Eenige Engelsche scheepjes — doeb ook eenige Duitsche duikbootjes — werden in den grond geboord.... en de Engelsche koop-vaart bloeit als voorbeeu. Een groot propheet dus, die Herr Erzberger.Het voornaamste effect der Duitsche bluf-blokkade is dat de koopvaardijscheepvaart van Nederland, evenals van andere neutrale landen, bijna totaal werd stop gezet, dat vele arbeiders zonder werk ^ijn en honger lijden, en dat het voor de handelslui al slechter en slechter wordt. Dit ailes belet niet dat eenige Nederlan-ders — wr.artussehen Generaal Prins in het „Vaderland" nog steeds in diepe ver-eering voor den Duitscben kolos gebogen staan. De Duitsche leugenpers. Het hieroriderstaande wordt ons door het „Bureau documentaire belge" van Htivre medegedeeld ; Volgens een door de Duitsche bladen in de neutrale landen verspreid gerucht zou een crisis aanstaande zijn in bet Belgisch ministerie. Er zou oneenigheid bestaan tusseben den eersten minister, baron De Bro-queville, en zijne collega's; de Belgiscbe generale staf zou niet eensgezind zijn met de Fransche overheden, enz. Is bet wel noodig al dien onzin nog tegen te spreken? M. Hijmans, zoo leest men in de Duitsche bladen, is naar Londen gezonden en heeft bet Gouvernement verlaten. Zoodus bestaat er oneenigbeid!" Die redeneering bewijst dat de Duitscbers bet Belgisch Staatswezen niet kennen. De Stàatsministers maken ni. in België geenszins deel van het Gouvernement uit en dragen dan ook geen verantwoordelijkheid. De naarn van Staatsminister is enkel een eeretitel. M. P. Hijmans heeft bovendien niet het Gouvernement verlaten, doch enkel den zetel er van. Wij betreuren dat dit ônderscheid door een Duitscben geest niet begroot kan worden. M. Paul Hijmans, boofdman der Belgiscbe liberalen, heeft aanstonds de booge waardig-heid van Belgisch gezant en gevolmachtîgde te Londen, welke bem door het Gouverne-met werd aangeboden, aanvaard. Hetgeen weer eens te meer bewijst dat het ônderscheid der verschillende Belgische partijen als 't ware niet meer bestaat. /Uit dit enkel voorbeeldje kunnen de neutralen afleiden, welk geloof men aan de Duitsche beriebten over België kan hechten. De zege is aan ons. Uit Parijs wordt ons gisteren medegedeeld, dat in West-Vlaanderen twee divisies van het Belgisch leger 500 meters ver voor-uit zijn getrokken. Natuurlijk is dit niet gegaan zonder een althans gedeeltelijke terugtocht der Duitscbers. En wij die meenden, dat bet Belgisch leger tôt een onbeduidend korps was wegge-smolten. In Duitsche gazetten las men zelfs dat ons leger vernietigd was. Nu dat ze weer eens den klauw van den leeuw hebben gevocld... Het zij ons veroorloofd hen van verre te groeten, onze kloeke soldaten, onze lieiden, zij die onversaagd den vaderlandsoben grond, ons dierbaar geboorteland, voet voor voet op den geweldigen vijand beroveren. Leve bet Belgisch. leger! Heraus, In de ,,Kolnische Zeitung" van 6 Maart stond de volgende advertentie: ,,Ueber Mobeltransporte aus den Hauptforten Bel-giens nacht Deutschland erteilt Auskunfte u. Kostenansohlage Speditions Act. Ges. Aachen". Zoodus willen de in België verblijvende Duitscbers reeds met bave en goed verbui-zen. Voelen zij dan misschien, dat bet reeds te warm begint te worden? Ze hebben wel gelijk, dat ze op tijd er uit trekken; dan moeten wij hen 11a den oorlog jjiet weer ^heraus" - -J Hordenking Peter Benoit. We ontvingen uit Antwerpen cen feest-nunimer voor Peter Benoit van ,,,Het Vlaamsche Nieuws", het nieuwe. dagblad door Alfons Baeyens uitgegeven. Treffend hoe de Vlamingen dâar werken} de thuis-geblevenen ■— die we hier niet willen be-schuldigen zooals zij ons, de uitgewekenen, al te dikwijls hebben bescliimpt, omdat we te zeer overtuigd zijn dat we allen bet. goed meenen, uit beter wil bandelen, elk onzer volgens diepe overtuiging en eigen inzicbt — aanmoedigend hoe ze, in de verdrukkende atmosfeer van de gevallen stad, hun Vlaamscb ideaa.l vast verdedigen. In dat zeer schoon buldenummer, dat het 14e jaar van Benoit's sterfdag herdenkt, vinden we bijdragen van Emmanuel de Bom, Neetor de Tière, Lod. Mortelmanst Victor de Meyere, Raf. Verhulst, Willem Gyssels, rel Candael, Jef van Hoof, Maurits Sab-be en den herdruk van twee redevoeringen van Benoit door Emiel Walravens getee-kend. Een nummer dat geschiedkimdig zal worden. Oostenrijk en België. De Fransche bladen bespreken een interview met den Oostenrijkschen luitenant Langer verschenen in de „Neue Freie Presse". Hij verbaalt dat de groote Oosteurijkscbe houwitsers bun intocht in België hielden op 16 Augustus en den 22sten d.a.v. Namen bombàrdeerden. Eerst den 28sten verklaarde Oostenrijk België den oorlog, terwijl Oos-tenrijkscbe houwitsers de Belgische steden bombàrdeerden, teekende de Oostenrijkscbe regeering bij de Belgische regeering protest aan, omdat de bevolking, naar de Oosten-rijksche regeering . beweerde, tegenover de onderdanen van den Keizer van Oostenrijk, die in vrede was met den Belgischen Koning, een vijandige houding aannam. Naar aanleidmg van de bewering van de Oostenrijkscbe regeering kunnen wij meè-deelen, dat zij niet aan de werkelijkheid beantwoordt. Ten eerste. kon de Oostenrijk-sche regeering niet op de boogte zijn, daar eerst einde December en begin Januari door baar legatie in Den Haag een onderzoek werd ingesteld. Ten tweede, bezit de Belgiscbe regeering talrijke getuigenissen van Oostenrijkscbe onderdanen waaruit blijkt dat zij zich niet te beklagen hebben over de houding van de civiele en militaire autori-teiten.Hongaarsch pessimisme. De ,,Budapesti Hirlap" is iu een sombere stemming: ,,Wij moeten ons gewennen aan het denk-beeld, dat de oorlog nog langen tijd zal du-ren. Tallooze levens moeten opgeofferd worden; de nijverheid en de landbouw zullen verstoken moeten blijven van de krachten van honderdduizenden arbeiders, die den vijand bestrijden. ,,Het is nauwelijks een maand geleden, dat de Russen ernstig begonnen zijn, zich met geweld een weg door de Karpathen te banen. Gaat men 11a, dat. zij zeer groote krachten tegen ons hebben samengetrokken, zal de oorlog thans den vorrn aannemen van een verdedigingsstrijd voor ons nationaal bestaan en voor onze nationale welvaart, die in groot gevaar verkeeren. ,,Ofseboon de Duitsche officieele beriebten gewag maken van groote successen op de Njemen, verhalen onze eigen officieele bulletins van bevige gevechten, doeb niet van roemrijke overwinningen. Dat moet ons op onze boede doen zijn: laten wij niet op onze kuikent.jes rekenen voordat ze uitge-broed zijn.,J De Hongaren hebben dus ook al geen ver-trouwen in de regeeringstelegrammen van Duitschland? Ach ja! er bestaat een bekend spreekwoord: een Germaan en een Magyaar weten wat een bril kost. Onderwijl vestigen wij er de aandacbt op, dat waar de Geallieerden hun taak kalm en goedsmoeds voortzetten, hun tegenstanders hoe langer zoo meer klaagliederen jammeren. ,.Wainn wird es enden?" zou Ernst von Wil-denbruch zeggen, en wij vragen bet bem na. De Duitsche persnood. Uit Amsterdam is aan ,,Le Journal" ge-seind, dat, nu er in Duitschland gebrek is aan houtpap, het oogenblik nabij is, waarop de fabrieken de papierbereiding zullen moeten staken. Sommige Duitsche dagbladen hebben bereids het aantal van hun zijdjes verminderd en men voorziet het oogenblik, waarop zij niet meer kunnen verschijnen. Dat is een deerniswekkende tijding. Want wat moet er van de beschaving op dit onder-maansche terechtkomen, indien de Germaan-«sebe waarheidspers de buitenlandsche leu-genpers niet meer in de verdrukking kan persen ? A . ' Indegevallenstad. Stemmingen en Indrukken uit Antwerpen. Wijl ik u schrijf, Koorder-broeders en eigen broeders die in 't vrije land van Vondel en Rembrandt vertœft, weet ik niet of deze Tegels u onder de oogeiî zullen komen. Feitelijk leven we op zoo'n korten afstand van malkander en we zijn gesebeiden alsof we van twee verschillende werelden deel-maakten. Een muur is tusseben ons opge-trokken; en willen wij bem overschrijden dan dreigt de dood. Wij zijn de gevangenen. Gij ademt zuivere lucht in — hoe ze dan ook doortrokken zij van den reuk, zal ik zeggen, van oorlogs-woede — lucht van vrijheid. Wij zijn de burgers van eene gevallen stad ! Ons drukt op den nek de ijzeren vuist van dèn overweldiger. Wij, het volk van 't vrije België! — We zijn geworden een hoop stoute kinderen, die men eens ânders leeren zal! die men vroeg naar bed jaagt, op rantsoen stelt en met-aile mogelijke straffen bedreigt» Zult g-ij u kunnen voorstellen onze lamen-tabeie gemoedsgesteldheid ? Ik" geloof 't- niet. Gij kunt niet kennen de grauwe verveling die we slepen uur in, uur uit, al deze dagen — terwijl we wachten op verandering en geen verandering komt ! —• wij stadsmen-schen het drukke leven gewoon van bandel en nijverheid ; — de liaven en de dokken lijken een eindelooze woestijn van treurnis, en aile fabrieken liggen stil; — van kunst-betoogingen en intellectueele vergaderingen, geen sprake : — geen enkel concert, nocli vertooning ; geen tentoon-stelling, noch 't verschijnen van een boek of tijdschrift; —- een paar kine-ma'a probeeren wat volk aan te lokken met oude versleten films, en de dagbladen baze-len onder malkander, terwijl de Komvwn-dantur een 00g in 't zeil houdt. Onze eenige lectuur is nog de ,,N. Rotterdammer5' die op straat verkoclit wordt, en de vele Ant-werpenaars, die nooit een Nederlandsch dagblad of boek lazen, leeren er thans onze taal in verstaan. Nergens luxe-vertoon, nergens volksbe-drijvigheid, nooit een feestviering. Is er, op enkele urèn, op de Meir en de Schoeu-vKirkt, enz. wat drukte, dan zijn 't vooral werkeloozen die er slenteren. Overal hangt een onzichtbare maar zeer waarneembare nevel van lusteloosheid. U in uw kanier opsluiten bij de gezellig-beid van 't huisvuur, met een boek ? Gelooft niet dat bet gemakkelijk gaat van zich af te schudden liet meegevoeîen met ailes wat er daar 0111 ons, daarbuiten, gebeurt. Ik lierinner mij me, vroeger, cenigszins te hebben verwonderd, toen ik las in het ,,Journal des Goncourt" et de ,,Correspondance de Flaubert", hoe die groote kunste-naars ten diepste terneergeslagen waren als de vijand, in 't jaar '70,-hun land binnen-viel ; hoe zij teenemale geestelijk verlamd niet meer werken konden, en ailes iu ben schreide van macbteloozen baat en bijtend verdriet. En 'k vroeg me af of menschen als zij zich niet boven dat ailes konden houden. Ik begrijp beter thans. Zonder er zich in te bevinden kan men zoo'n tôestand niet beseffen. Er sluimeren ook, in ons allen, vele ge-voelens die we niet weten en die, als 't uur slaat, plots ontwaken. — Zit maar in uw studio en trâcht te lezen of te werken — de drie eerste maanden van den oorlog kon ik onmogelijk een boek ïn handen bouden —, 't geronk, 't gereutel of 't getromp van hun auto's komt naar u omhoog; of 't zijn de valscbe fijferkens en 't getrommel van 't bataljon dat voorbij trekt, de behoefijzerde botten den groud doeude dreunen ; of een donder-slag doet uwe .ruiten daveren, dat ge opspringt : — een kanon dat ze probeeren !... Bezit ge geen huiskring — welke is nog compleet? — familiès zijn er waarvan vader of moeder in Holland, de kinderen in Engeland of Frankrijk vertoeven of de zon en waren met wat er rest van ons arm leger; met vrienden en kennissen is 't evenzoo — ; vindt ge geen vrede thuis, dan jaagt de verveling u de straat op. Op straat stinkt het naar den Duitsch ! Ge doet geen vijf stappen of ge stuit op een logge gestalte met het grauw-groene oorlogspak en gë hoort de grove laarzen op de kasseien knarsen. 't Is een uhlaan of een lansier die zijn matamoren-sabel langs de steenen laat 6lepen of een ober-leutnant die zijn rozig-poppengezicht beplakt met een heldhaftigen snor hoog opsteekt boven zijn fel kleurigen opgetrokken halsband. —; Ge bebt er gekend, vi^oeger van die officiers, terwijl ze, hier ter plaatse, klerk speelden op een bank of handelsbureel, of de klanten bedienden in een koffiebuis, of met paardenvleesch en worst op de Vogelen-marlt stonden (autlientiek!) Thans para-deeren ze op de wamleling met hunn«n grijs-mauven Ibeater-mantel omgeslagen en hunne kromme beentjes of lange steltstekken door; oranje-gele beenstukken gestokeu, De ,,Mannschaften'} wandelen met hun gëweer op den rug. In de café's zitten ze met bun geweer; in de trams, met bun ge-weer; in auto's of koetsjes als ze een toertje doen, zij 't met dames, — met bun geweer. Ik zag er een uit de kinema komen — met zijn geweer. (Nog eens, authentiek.) Of t is een stoet van hùnne barbaarsclie vi jfhoekige overhuifde voorraad-wagens, die de oude rcs bebaarde landsturm-mannen voeren, of de reusachtige ijzeren auto-fourgons die de huizen doen schudden. Of nog de fameuze parade-marsch 's mid» dags op de Keyzer-lei of voor 't Gerechts-hof. Een paar compagnieën loopen over en weer met ooievaarstappen — dit, natuur-lijk, doen al de straatbengels na -— onder 't geronk en 't g.ebrom en, 't gesjingel van een tandentrekkers-orkest, bijgestaan door Mchrille fluitjes en kindertrommelkens — het muzikale Duitschland erkent men hier niet — terwijl een officier te paard de oefenin-gen( !) leidt. Rond hem staan nog een zooi leutenants enz. te buig-knippen als houten poppen met een springveeren zieh Dat soldaatje-spelen komen dan ook nog een paar lionderd menschen aangapen (publiek!' o Multatuli) en daarom is 't te doen, waarschijnlijk. Voor de meeste groote gebouwen, gouverneurs-hôtel, banken3 postkantoren, particulière woningen die ze in beslag nameù enz. staan hUnne wiè-rood.^en-zwart be-streepte wacbthuisjes. Op aile mogelijke muren en scbutsels plak-ken de- drietalige verordeningen, bekend-makinr/e?)} en immer veranderende reglemen-ten. Men laat u weten dat zekere S. tôt een jaar gevangenisstraf veroordeeld werd wegens ,,smaad aan den Keizer"; zekere V. tôt drie maanden om ,te hebben over de grens willen loopen, en- ; — dat de gou-verneur-generaal van Beigië, zijne ingeno-menheid willende toonen jegens de bandel-voerende bevolking, liaar paspoorten zal aan de band doen om van de eene gemeente naar de andere te reizen (voor sommige plaatsen te midden van 't land is 't niet noodig, liet dient gezegd), aan den prijs van 2 à 3 Mark, — of dat het Duitsche leger 100.000 Russen krijgsgevangen nam en 'k weet niet hoeveel machinegeweren I of dat de keizer een telegram zond aan den vorst van Oostenrijk: ,,Met dç hulp van God hebben wij de Russen totaal verslagen !" Ook eens treffen we aan een plakkaat ge-teekend Jan de Vos: — 't is onze burge-meester die meldt last te hebben gekregen met de Kommandantur omdat er Berichteio van den Duitsch bevuild of spotprenten aan-geplakt worden. Vele van die zaakjes blijven or> zicbzelf beschouwd, maar nietige dinget-jes, maar denkt toch dat er zoo bij dozijnen zijn, aile dagen wat versch, die u van 's morgens tôt 's avonds als met speldeprikjes komen trei-tereii en waartegen niets te doen valt dan zwijgen of — ellendige wraak — in 't ge-niep de, gemakkelijke, karikatuur van de moffen te maken. En zoo knoopen we de dagen aâneen, waai*tusschen er tragieke zijn die nooit meer uit onze memorie zulleu verdwijnen — zoo-als die der Beschietmg of de eerste dagen daarop toen we vpor 't eerst, in de leege straten met hunne verlaten woonsten, de stappen hoorden weergalmen van 't Duitsche bataljon dat voorbij trok ; of de dagen die ons slecht nieuws brengen van onze zonen, die, daarginds aan den Yser, strijden en ster-•ven voor ons. E. v. O* SViensch zijn. Waar mensch den merisohe wolf is, Waar volk d'en volke vee; Waar builend wie maar golf is Wil eebuimen boven zœs; Daar perst- men paarl uit traan en bloed, Heet zwakbeid kracht en lafheid moed, En wie een liais drukt met- den voet Nekplooit gedwçe. Moet eerlijk altijd arm zijn, En machtig altijd slecht? Vijandig hoofd op arm zijn, En ;t leven een govecht? Zal nooit, in grootsclie harmonie, Het menscbd'oni — kracht, gevoel, genâe —* Al man biji m an en knie aan knie, Rechtstaan voor recht ? Zie de aarde is aller moeder, Zij wil noch slaaf noch beer. Haar kind ta zijn, o broeder, Is de eerste en de oppei*ste eer. Want beilig is haar sclioot genoeg, Haar lianden breken brood genoeg, Wij zijn, en dat is groot genoeg, Mensch, mensch, niets meer. RENE DE CLERCQ. Zie onze telegrammen en laatste ïegerberichten op de derde hladziide.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad belonging to the category Oorlogspers, published in Amsterdam from 1900 to 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods