De Vlaamsche werkman: godsdienstig-maatschappelijk werkmansblad

372 0
24 May 1914
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1914, 24 May. De Vlaamsche werkman: godsdienstig-maatschappelijk werkmansblad. Seen on 28 March 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/dn3zs2m52m/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

De Vlaamsche Werkman Godsdienstig=Maatschappelijk Weekblad x3srscmî,xj"V"XKrc3-Easr : Afzonderlijke : fr. 1,50 per jaar, fr. 0,80 per zes maanden. Per pak van 100 minstens, le lestellen door de zorgen van den inschrijvenden Kring : fr. 0,60 per jaar. fr. 0,30 per zes maanden; per 500 en meer : fr. 0,50 per jaar, fr. 0,25 per zes maanden. WIJZE "V^IST triTGAVE : Verschijnt den 2e" en den 4'" Zondag van elke maand. Beiieer : Ilolstraat, 65, Gent, en Pastorijstraat, 23, Antwerpen. Opstel : Pastorijstraat, 23, Antwerpen. ——n winiwirn.mwrB» h • / In BlijdeVerwachting. Ge zult machtig wordert, cils de H. Geest over u neerdaalt en Mijne getuigen zijn tôt het uileinde der aarde. (Hand. Ap. I, 8.) O ! Zonnige zee van Tiberiade, vol spelend sch.ùra, wat ruisclien nu schoon u\v warme wateren ! Daar op de duinen verschijnt de Heiland ! Zij î vrienden-visschers vallen aanbiddend voor zijn gewonde voeten. Met lioningzoete handen richt Jezus den grijzen Pelrus op en met gullen glimlaeh vraagt Hij hem tôt drijmaal : « Simon, bemint ge mij? > En deze, neerge^oijken in diepgevoelde nietig-hei.l, met smeékenden weemoed : « Heere, Gij weet ailes, Gij weet dan ook, dat ik U liefheb ! » Hebt gij ooit in 't Evangelie meer roerend tafereel gezien? Een God en een arme werk-man onil.dl len inalkaar in heilige vriend-schap en de Goede Herder staat met betraande oogen zijn Herderschap, zijn Godsmaeht aan Petrus af, met het wonderwekkend-simpele wooird « Weid al mijne schapen ! » Gaat en or.-derwijst aile volkeren ! » Uit den afgrond der vernedering rijst nu de Oude apostel omhoog, van ontzagwekkende heerlijkheid omgloord, dragend in eeltige werk-manshanden het groote meesterschap over de zielen. Goddelijke almacht hangt als een koningsmantel over zijn gebogen schouders, maar geweldig zwaar is de reusachtige plicht der zielzorg er opgelegd. Grootsch is de wereld-.zending der pas-geboren Kerk, waarin aile volkeren moeten samengeroepen of terugge-voerd onder den Herderstat van den werkman- Paus die Jezus 't meeste liefhad. * ♦ * Zoo sticlitte Jezus op dit mateloos-gewichtig oogenblik zijner laatste levensdagen ten onzent, de Kerk, als volmaakte maatsehappij, zelfstandig, vr j, gezag- en machtvoerend, naast de burg^r-iijke maatsehappij, den Staat, die ermee inoet samenwerken tôt heil der menschheid. De apostel Petrus, zijn opvolgers, de bisschoppen en de paroehiepriesters zijn de voortverkondi- 1 gers van Jezus' waarheden en wetten, de getuigen en voortplanters van het bovennatuur- j lijke leven dat Kristus in de wereld bracht. Na deze verheven liefdedaad, gaat de Glan-zend-Verrezene ons vaarwel zeggen, want ailes • ib volbracht. We staan op den bloedigen Olijfberg. In heilige samenspraak, wandelen Jezus, Maria, leerlingen en godvruehtige vrouwen langs de Gedronbeek en klimmen door de wijngaard-xanken opwaarts. Met verhemeld gelaat, zicht-haar ontroerd volgen ze den bloedweg, maar 't is .geen gang ter dood, docli ter eeuwige glorie. Waren ooit menschenoogen zoo zalig, dan die staren mogen naar den vertu erlijkt en God die opvaart ten hemel door een stroom van vreug-den, omzweven van zuivere zielen en zingende engelen ! Alléluia ! De verrezen Jezus zit aan de rech-ter hand des Vaders in oneindige heerlijkheid ! Twee hemelboden in wit gewaad dalen neer in matelooze blijdschap .en groeten het groepje «eliefden van den Heer, met de raadselaehtige Godsgelofte : « Deze Jezus zal op dezelfde wijze weerkomen ! » En biddend keeren Jezus' moeder en de leerlingen weer naar Jeruzalem, verbei-<lend den beloofden Trooster en Helper, den Geest der Waarheid. Nu troont Jezus machtig boven ons, en ziet j de menschenrassen onder ziclr" voorbijtrekken | Hij waeht den slag van het eeuwige uurwerk af, 'j dat Hem aanwijzen zal het schrikwekkende oogenblik van het oordeel. Uit de zware poelen der verdoemenis hoort Hij Satan's gevloek en volgt Hij Satan's wraakgeweld. Jezus, wanneer zult Gij weerkomen om de neergevelde volken vaneen te scheiden, « lijk de herder, de schapen van de bokken scheidt?» AVe betrouwen op uwe grondelooze liefde tôt de werklieden, uw eerste, beste en machtigste vrienden 1 Wij verzuchten nu in blijde ver-wachting naar het nader»nd Sinxenfeest, her-haal ons nu van uit de hemelen uw goddelijk wonderwoord - Gij zult machtig wonlen, als de H. Geest over u neerdaalt en Mijne getdigen zijn i ot het uiteinde der aarde ! » Verrezen en Opgeklommen Jezus, we weten dat uw woord waarheid is en wat wij den Vader eu den Geest vragen in Uwen naam, ons nooit gnveigerd wordt ! Zalig Sinxenfeest ! J. Mattheussen. «. Hoeverre staan we? Over de zes duizend ! Deze laatste veertien dagen is het getal niet genoeg vermeerderd Geen stilstand, vrienden ! Als we op 8000 geraken geven we op'12 Juli een geillustreerd feestnummer met verras-singen.Overal moet nu eens het belang wordeu in-gezien van een algemeen blad, dat eene macht zij in den dienst van het goede, dat aaneen-sluiting en richting geve, dat dikwijls en op groot formaat aan kleinen prijs verschijnen kunne! Eendracht maakt macht ! Wat toezending betreft, ons blad wordt voortaan ten laatste Donderdagavond uit Gent verzonden Dus sture men ook tijdig de meedeelingen omtrent werkmanskringen en werkliedenbonden Vraag proefnummers op het bureel Pastorijstraat, 23, Antwerpen Onze geabonneerden verwittigen we dat we deze week een tweede bordereel kwijtschrif-ten neerleggen op de post \\ îe nog niet betaalû heeft, gelieve zich te voorzien ♦ De Kolenvelden van Limburg. i. Bij de 40e verjaring van 't bestaan der Zuid-Nederlandsche Maatsehappij van Taalkunde, hield M. Nie. Theelen, in Juni 1910, te Leuven, in de Halle, eene heerlijke en beeldrijke rede-voering over Mijn Limburg, die hij als volgt besloot : i En toch wordt er sedert eenigen tijd reeds » gewaagd van den prins die Limburg's lot zal » veredelen en verheerlijken. In de verbeelding « niet meer alleen, schittert hij, gedost in zwarte » zijde en zwart fluweel, bezaaid met schitte-» rende diamanten : hij wacht, hij zoekt zijne » bruid. » De fee onzer gouw heeft in haren grond, » diep, een kostbaren schat gelegd, dien de » tooverstok der wetenschap een dag zal naar » boven brengen... : die dag is in aantocht, » blijkt het. » Vroeger verrezen torens met het kruis in » top, zwierig uit den grond, en onder de scha-duw dicr torens vestigden zich recht en vrij-» heid. met welvaart en weelde. i' Hier gaat men reusachtige torens boren « in den grorul, zoo diep, dat het water er kookt, » en de lucht er brandt. » Rond die torens met hun gekeerde kruinen, ' zal het volk zich scharen in dichte drommen, ter welvaart en ter weelde. » Ontelbare rookkolommen, die de lucht > verzwaren, zullen den gezichteinder verengen i en versomberen. ii Meer werk zal er zijn, dan de Limburgers » zullen kunnen leveren ; vreemde werkers » zullen naar hier henen stroomen. Vaarten en i spoorwegen, zoo lang verbeid, zullen in elke » richting onze gouwen ("oors ûjden. » Weelde zal er zijn en goud, veel goud. i De sombere vederbos van den zwarten V» prins, op zijn zoekenden tocht, golft reeds. !)• in de gouw. ' i. Verre achtcr mij is de gezichteinder van Jnijn leven, — vôôr mij is hij verborgen in den •>■ mist en den nevel van het onzekere ; — verre, j» kan hij niet meer zijn. Wat ook de toekomst u j beware, mijn Limburg, zoo lang loch als ik ' dit onbekende horizon niet zal hebben ge- « maakt wens;ch ik, beminde, dat gij voor « voor mij blijvet, het ieverige, nederige, kleine » klompenmuzikantje, mijn Asschepoes- ? terke ! » • Wat M. Nie. Theelen daar in zijne rijke ver-jbeelding zag, wordt reeds werkelijkheid. De jdorre lieidestreek, oost- en noordwaarts van Hasselt, is reeds 't schouwspel geworden van eene daar riooit gekende bedrijvigheid. Hooge schoorsteenen drijven zwarte rookwolken de lucli, in. In de nabijheid der spoorhallen wordeu hôtels en spijsliuizen gebouwd, getuigend dat er reeds verteer gemaakt wordt. Staken worden in den grond geplanl, die aaiuluiden moeten langs waar nieuwe spoorhjnen zullen worden getrokken. Villa's en mindere woningen rijzen uit den grond op, verborgen achter de toppen der sparrenvelden. Vreemde lieeren en ook vreemde werklieden komen, de eehen om t ■ met™, te passen, te regele n, de anderen om uit te werken, te boren, te graven, te metsen en te timnieren. In drie jaar tijds is 't reeds voor . een deel een andér Limburg gewoijjjauJEn_wvJf zal hei zijn binnen drie jaar'.'J^Waarschïjnlijk niet meer te herkennen. 't geene drie jaar meer duren vooraleer de ontginning van die rijke kolenvelden voor goed zal aangevangen zijn. Weelde zal er zijn en goud, veel goud, » zegde M. Nie. Theelen. Blijll dan de voorname vraag : Zal men die weelde goed kunnen verdragen, dat goud nuttig besteden '? Zullen met die weelde en dat goud niet zeden en voorvaderlijk geloof, de kracht van 't Limburgsclie volk, te loor gaan? De toekomst zal op die vragen antwoor-den. ij hebben ze enkel gesteld, opdat alwie gezag heeft en verantwoordelijkheid te dragen zich bij tijds rekenschap zou geven van de nieuwére toestanden. De wereld draait snel, en in Limburg veel sneïler dan gelijk waar. Wee Limburg als 't niet op die nieuwere toestanden zou v_ urbereid zijn 1 DE ONTDEKKING DER LIMBURGSCHE KOLENVELDEN. M. André Dumont, leeraar aan de Hooge-school van Leuven, was door zijne aardkundige studiën tôt de overtuiging gekomen, dat de Limburgsche Kempen een schat aan kolen in haren selioot moesten verborgen houden. De kolenlagen van Limburg moesten in verband staan met het kolen veld van Westphalen (Duitschland), met dit van Hollandsch-Lim-burg, en verder door de Belgische Kempen op Engeland aan. Door zijne overtuiging gesterkt, zette André Dumont zich aan 't werk. De. eerste boring be-stuurde hij te Eelen, in 't arrondissement Maeseyck. 't Was eene teleurstelling, want men vond er nicts. Toen kvfam men meer naar Hassdt toe. Den 2 Oogst 1901, werden te Asch, in een weideken langs den steenweg van Asch naar Opglabbeek, de eerste kolen ontdekt. De zwarte schat was gevonden 1 Vier boringen van Dumont, te Asch en te Genck, gaven den besten uitslag, waren eene rijke. belooning voor Dumont's studiën. Die or.tdekkingen maakten grooten ophef. Dadelijk werden naamlooze maatschappijen gevormd, om elders in de Kempen proefborin-gen te doen. Aldus kwam men tôt de bevinding dat rijke kolenaderen verborgen lagen onder den armen zand- en heidegrond, van af de Maas bijna te Maastricht lot in de Antwerpsche Kempen. De kolenvelden beslaan eene opppervlakte van meer dan 160.000 hectaren. In zooverre men zoo iets schatten kan, moeten zij eene waarde hebben van vijftig miljard, zegge vijftig-maal duizend miljoen. Terwijl in Henegouwen en in Luik de eerste kolenlagen veelal aangetroffcn werden op eene diepte van 100, 150 à 200 met ers, zitten ze in de Limburgsche Kempen veel dieper. Te Watërschei(gehucht van Genck) in /le vergunnning André Dumont, ligt de eerste kolenlaag 505 m. diep. In de vergunning van Winterslag zitten de eerste kolen 486m. diep ; te Helcliteren-Zolder, 603 m ; te Beeringen, 620 m., Te Eysden, 480 m. De diepte der kolenlagen verlioogt natuurlijk de uitbatingskosten. Docli de hoedanigheid der ontdekte kolen zal wel lioogere uilbatings-kosten vergoeden. 't Ontbreekt in aile geval niet aan aanvragen om vergunningen. DE WETGEVING OP DE VERGUNNINGEN De wetgeving op de vergunningen tôt uit-^ bating van koolmijnen in Be'.gië dagteekent reeds van 21 April 1810. Deze wet werd fierzien. en vervangen door deze van 2 Mei 1837. Naar deze wetten moeten de vergunningen i aange 'raagd worden aan de Bestcndige Depu-i ' ^ ' * . '. 1 tatie der provincie, die dan liaar advies uit-brengt en overmaakt, eerst aan den Raad der I 'i Mijnen, vervolgens aan 't Ministerie. 't Is dan J ^ onder den vorm van Koninklijk Besluit, dat dgr vergunning toegestaai wordt. Van bij de ontdekking der kolenlagen in de Kempen regendo het aanvragen om vergunningen.De socialistische Parlementsleden dienden (een \\etsvoorstel in, naar hetwelk die ko en-velden staatseigendom zouden worden, door den Staat zouden worden uitgebaat. Den 23 december 1901 legde 't Ministerie een\ Avetsontwerp neer, behelzende de herziening der \ - mijnwetten van 1810 en 1837. \ Dit wetsvoorstel was onderteekend door ^ MM. graaf de Sinet de Naeyer, kabinetshoofd en minister va n Openbare Werken en van Geld-wezen, en Francotte, minister van Aibeid.__ In afwachting dat dit voorstel in wet veranderd werd, werden op de oude w etsbepalingen de vergunningen toegestaan. Den 22-29 Januari 1907 werd de Arbeidsminister daarover onder-vraagd in de Kamer. Den 23 Januari 1907 werd het wetsvoorstel in bespreking gebracht. Men zal zich nog wel herinneren, dat eene ~^ groep der Rechterzijde van de Kamer bij deze w t ook den toestand der toekomstige mijn-werkers wilde verzekerd zien, ook onder op- . zicht van arbeidsduur. 't Wetsvoorstel van de /V* Regeering schreef wel algemeene gezondheids-en veiligheidsmaatregelen voor, maar regelde den arbeidsduur niet. Ook verzette de toeav-malige Regeering zich hardnckkig toger. de wettelijke regeling van den arbeidsduur. I De bespreking nam vele zittingen in van de j maanden Februari en Maart. — Bij koninklijk Besluit van 6 April 1907 werd eene officieële kommissie ingesteld. Deze kum-missie had voor zending : 1° Te onderzoeken of de duur van den arbeid in de koolmijnen aanleiding gaf tôt misbrui-ken, en zoo ja in welk maat de wettelijke bc-perking aan die misbruiken een einde zou kunneit brengen ; 2° te onderzoeken welke de gevo!g,rt zouden zijn van de wettelijke beperking van den arbeidsduur, ten overstaan der veiligheid en gezondheid, voortbrengst en loonen. Eenige dagen later (den 11 April 1907) trok de Regeering haar wetsvoorstel in. _ 't 1s op de kwestie van den wettelijke rege-ling van den arbeidsduur der mijnwerkers, dat 't Ministerie de Smet de Nayer bij eene stem- ^ ming in minderheid werd gebracht, vervolgens aftrad. Eindelijk, den 13 Februari 1908 werd door den Senaat de wet gestemd, die voortaan de vergunningen regelen zou. Ten voordeele van de werklieden wordt in die wet 't volgende bepaald : In afwachting dat eene bijzondere wet de pensioenen der mijnwerkers regelt, zijn de ver-gunninghouders van koolmijnen, vergund na 7 Februari 1905, verplicht hunne werklieden aan te sluiten bij de Algemeene Spaar- en Lijf-réntkas van den Staat. De stortingen der vergunninghouders zullen niet kleiner mogen zijn dan 30 fr. per jaar eu per boekje, waarvan de helft door den werkman te betalen is. Drie jaar na de uitvaardiging der wet mogen geene vrouwen meer in de koolmijnen gebezigd worden. Ditzelfde verbod geldt ook voor de jongens beneden de 14 jaar. De vergunninghouders moeten Stortbaden voor hunne werklieden inrichten. Een Koninklijk Besluit zal dat regelen. Ten einde de gezondheid der werklieden te waarborgen en de uitputting hunner krachten te voorkomen, zal het Gouvernement, bij af-wezigheid eener bijzondere wet, bij algemeene, of bijzondere schikking den arbeidsduur vast-stellen, na het advies van den Raad der Mij'rien, den Hoogeren Arbeidsraad, den Hoogeren Ge.-zondlieidsraad en de bevoegde afdeelingèn-Van den werk- en nijverheidsraden te hubbeh ge-raadpleegd.In 1909 werd de arbeidsduur der mijnwerkers door eene bijzondere wet geregeld, aangeno-men door de Kamer in zitting van' 29 Juli, met 98 stemmen en 10 onthoudingen. De Senaat bekrachtigde in zitting van i Oogst de stemming der Kamer met 3è stemmen tegen 17 en 16 onthoudingen. | ( Wordt voorlgezel.) lste jaargang. == Nr 10. 24 Mei 1914.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De Vlaamsche werkman: godsdienstig-maatschappelijk werkmansblad belonging to the category Katholieke pers, published in Gent .

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Subjects

Periods