Geïllustreerde zondagsgazet: familieblad

1719 0
20 February 1916
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1916, 20 February. Geïllustreerde zondagsgazet: familieblad. Seen on 19 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/rn3028qj71/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Zondag 20 Februari 1916 5 CENTIEMES Tweede Jaargang Nr 14 QEILLUSTREERDE ZONDAGSGAZET Bureel : HOPLAND 30, Antwerpen, Abonnement : 2.50 fr. het jaar -A.a,n.Js:oj=LCiiQriiiQ-eii : 4« bladz., den regel 0.30 Reklaam onder de Financieele aank. » 1.00 rubriek OVER ALLES d.reg.1.00 Begrafenisbericht 5.00 Dit nummer bestaat uit ZES BLADZIJDEN ^ héi1 !■*«—II—Fl DADEH Eli ZAKEN i. Laagheid uai js reeds geruiraen tijd gelcden dat wij nog " hoorden over lasterende beschuldigingen tegen i-'ii'bare personen die van af de Duitsche bezet-1 onzer stad, zich aan 't werk gesteld hebben, "m de Antwerpsche bevolking te helpen met raad '"/i^waren bijna ailes vergeten wat gevluchte imttaters in het buitenland tegen de verdienste-iiikste hunner uitgekraamd liebben, en waarover i, de toekomst rekenlng zal gevraagcl worden. noch dezer dagen is er opnieuw laster verspreid, kwaaclaardig en vàlsch, niet tegen één, maar tegen meerdere achtingswaardige personen van Antwer- ^vign kan in geen kofflhuis komen of men hoort rewatren over een twist, neen, over een gevecht jissclien twee mandatarissen van het volk, wier •erbaarheid boven aile verdenking staat en die zich joor hunne ontwikkeling zeker niet aan geweid-laden zouden begeven. \ Ereens anders zal men u in de ooren fluisteren iat een stadsbediende zich plichtig gemaakt heeft ,an eene verduistering waarvan het bedrag elken jag door de vertellers of oorlluisteraars verhoogd in een ander lokaal zal men u vragen of gij het il weet dat bedienden van dit of geen komiteit hetrapt zijn op dit of op dat ? Gelukkig voor de kwaadsprekers is het nu het nosenblik niet dat de gelasterde of verdacht gemaakt e personen die hatelijke kerels eens bij de tono pakken. Maar die tijd zal komen Onàertusschen raden wij aile eerlijke lieden aan zich niet te leenen tôt het helpen verspreiden van het kwaad, maar irïtegendeel aan iedereen de waar-heid te zeggen met de verklaring : dat er noch ïeslagen, noch gevochten is ; dat er niemand is îangeklaagd noch doorgezonden ; maar dat er bij ien heer Prokureur des Konings wel eene klacht is îedergelegd tegen de onbekende lasteraars en de •erspreiders der leugens. II. Nuttelooze Broederstrijd Vele handelsbedienden onzer stad hebben ver-rouwelijk een omzendbrief ontvangen van eene naatscfiappij in vorming, aan dewelke men den itel gegeven heeft van « Ligue Belge d'Expansion tommerciale ». ' • De stichters van die nieuwe « sjoseteit » beweren lat ze « eene leemte komen aanvullen », met een en iond te stichten, welke, door het inrichten van fssen voor talen en handelswetenschappen, de ge-sfcéfihëid aan de )y- .c-elbcdiendcn zal gsrvri. i bekwamen. om in de handelsbureelen het noodige ,-erk te kunnen volbrengen. Wie zijn die heeren stichters ? Zeker geene Ant-werpeuaars> evenmin kunnen het personen zijn die in de .scheldestad hun zakenverblijf hebben. Want, in beide gevalien, zouden zij op de hoogte :ijn van den toestand onzer -klerken op maatschap-)elijk gebied. Zeker zouden zij moeten kennis heb->en van onze twee groote maatschappijen : Unitas n Syndikaat van Handel en Nijverheid, welke ond de 8000 leden tellen. De eerstgenoemde vereeniging uitsluitend samen-;esteld uit kantoorbedienden, hield over een paar ,veken hare algemeene vergadering in het groot lokaal van het Koninklijk Kunstverbond, dat feite-lijk te klein was. De tweede genoemde is samengesteld uit pa-tronen en klerken en kan ook in Antwerpen geen Maal vinden om er al hare leden te veréenigen. « Unitas « en « Syndikaat » tellen onderscheidelijk neer dan 25 jaar bestaan. Deze inrichtingen leve-"€n uitstekend werk en nu, tijdens den oorlog zelf, lelpen zij hunne leden met raad en daad, ja, met laad het meest ! Zieken- en pensioenkassen, werkloozenfonds, laatsingskomiteit, reisfonds, taalkursussen en voor ndere wetenschappelijke kennissen, zijn al in-ichtingen die in beide Antwerpsche maatschap-ijen bloeiën. Wat komt die « Ligue Belge d'Expansion Com-îerciale » nu spreken van « eene leemte aan te ullen ! Antwerpen is gekend.als de stad der « Sjosetei-;n » ; uit de stichting van eene enkele, zijn er een lar nadien soms vijf « sjoseteitjes » gekweekt. laar zulks is begrijpelijk voor ton- en vogelpik-joseteiten, maar de kantoorbedienden van Antwer-en, leenen zich niet tôt zulk spel, en zullen zeker m hunne twee degelijke goede kringen houden 'n aan de groote voordeeien welke zij er van ge-lieten.Aan nutteloozen broedertwist steken zij geen iand uit. ONZE VOEDING Ziehier de hoeveelheden der levensmiddelen, wel-;e in de magazijnen van het « Nationaal Komiteit oor Hulp en Yoeding » verkocht worden, waarop de oopers recht hebben. Spek : 200 grammen per hoofd en per maand. Reuzel : 300 » » » » Rijst : 1250 » » » » ioonen : 1000 » » » » 0m deze levensmiddelen in de bedoelde magazij-en te kunnen bekomen, moet men eene « Voedings-aart » hebben, welke te bekomen is in het « Cen-raal-bureel » waarvan de zetel is in het Queens-lotei, Van Dyckkaai. Het is te begrijpen dat, wanneer die waren in de îagazijnen ontbreken, ze ook niet kunnen afgele-erd worden.Wij raden het publiek aan kalm te zijn n te blijven, vooral aan en in de winkels en zich iet te laten opwinden door zekere personen die eene verantwoordelijkheid op te loopen noch te ragen hebben. Er wordt gedaan wat kan ; in omstandigheden als ^ns doet men niet wat men wil. XXX Personen die in de buitengemeenten nog aardap-ielen kunnen bekomen of koopen en ze naar de |ad wiiien voeren, kunnen zich wenden naar het Centraal-Voedingsbureel «Queens-Hotel», Van Dijck-aai».Daar zal hen een vrijbrief ter hand gesteld wor-en met toelating der Duitsche Overheid, om de ardappelen naar de stad te voeren. XXX In de Lange Van Bloerstraat Zooals wij reeds aangekondigd hebben is een îeuwe winkel van het « Nationaal Hulp- en Voe-ingskomiteit » geopend in de Lange Van Bloer-jraat, welke daar, tusschen de volkrijke straten der en 10® wijken, wel geplaatst is. Aardappelen In aile huiskringen en koffiehuizen is de schaarsch-3 der aardappelen aan de dagorde ; de moeilyk-eid om het noodig aantal kilos te bekomen tôt oeding van de familie is schering en inslag van aile amenspraken. Men heeft gezien aan de magazijnen, waar aardappelen verkocht worden, hoe het volk er zich ver-drong om deze te kunnen bekomen. Gelukkig is er tusschen ons Stadsbestuur en de Duitsche Civielverwaltung eene overeenkomst tôt verkoop van aardappelen getroffen ; de daartoe noodige schikkingen worden genomen. Vooreerst worden er aardappelkaarten afgeleverd ten huize der reohthebbenden door de politie. De prijs der aardappelen is Dog niet kunnen be-paald worden.Er worden aan niemand meer aardappelen verkocht dan 300 gr. per lid van het hnisge-zin.Tôt op het oogenblik dat wij dit schrijven zijn de volgende lokalen voor den verkoop reeds in huur genomen : Nachtegaalstraat 8 (Garage). Van Kerkhovenstraat 1 23. Schijfstraat 1 3 (Kiel) Brusselschestraat (Suikerfirma Gevers). Nog andere lokalen zullen voor den verkoop gehuurd worden. Hiervan zal het publiek kennis krijgen. Andere eetwaren Buiten de aardappelen zullen er in deze winkels ook nog suiker en koffie kwnnen aangekocht worden. DE PRAATDUIVEL Op de laatste zitting van het Provinciaal Komiteit voor Hulp en Voeding zegde de voorzitter, Mr. Louis Franck, terwijl hij verslag gaf over de werkzaamheden van het Komiteit gedurende het afgeloopen jaar. « Toen ik in Zuid-Afrika was, kort voor het uitbreken van den oorlog, heb ik daar een « Afrikaansch » boek gelezen dat daar zeer Eopulair is. Het heet » Sewe Duiwels en wat ulle gedoen het « Sketse uit die Airikaanse buiteleve door Ou Oorîî Jan ». OuOomJan, de schrijver, was professor en de zedelijke strekking van zijn boek blijkt uit de ondertitels. Daar is « die Geldduiwel », daar is •' die liegduiwel », daar is « die drank-duiwel »... en daar is ook « die praatduiwel ». De « praatduiwel».. in het Antwerpsch zou men zeggen de a bàbbelduivel ». Sedert het begin van den oorlog ben ik erg bevréesd dat die « praatduiwel » uit Zuid ika is ontsnapt en zijn toevlucht heett gevonden in ons land. Nog nooit heb ik dwazer geruchten de ronde hooren doen en verstandige menschen zelfs blijken zien geven van grootere lichtge-loovigheid Zoo werden mij daar juist praat-jes verteld over grove onregelmatigheden die zich zouden hebben voorgedaan in den be voorradingsdienst der stad Antwerpen, over ontslaggeving van ambtenaren enz. enz. De geheele geschiedenis is uitgevonden van A tôt Z. Er is geen woord waar, het is leugen en laster van het begin tôt het einde en ik hoef er wel niet bij te voegen dat het zelfde geldt voor het Provinciaal Komiteit of het plaatselijk Komiteit dat er van afhangt. Hoe is het mogelijk dat men zich, zonder eenig bewijs, zonder eenig onderzoak, een-voudig uit razernij van te praten en te bab-belen, met het rondventen van dien slechten klap kan inlaten ? Begrijpt men dan niet dat, indien zulke gezegdens zekere ooren bereiken die een onmeetbaar gevaar ten gevolge kunnen hebben? (Algemeene toej.). Hoe zulke praatjes in de wereld komen kan ik overigens, in dit geval gemakkelijk volgen. Wat waar is, is dat bij de Commission for Relief en het Nationaai Komiteit voor Hulp en Voeding van Belgiê een beklag is ingekomen van de Engelsche Regeering aangaande eetwaren voor de Belgische bevolking ingevoerd en die eene andere bestem-ming zouden hebben gekregen. Maar noch het Nationaal Komiteit, noch het Provinciaal Komiteit van Antwerpen of het plaatselijk Komiteit hier of één hunner leden hebben daaraan eenige schuld. Het geldt de opkoo-pers, schacheraars en woekeraars in levensmiddelen die geheel buiten het Komiteit staan en trachten, door toedoen van doppers of andere slinksche middelen zulke eetwaren te bemachtigen en dan voort te verkoopen. Het is hier niet de plaats en ook is het niet onze bevoegdheid om te onderzoeken of en in hoeverre deze klachten gegrond zijn Maar dit wensch ik te zeggen : dat wij de strengste kontrooldiensten sedert maanden hebben in gevoerd en zullen blijven in werking houden omdat heel het probleem van de voeding van het land met deze zaak gemoeid is. Ik doe een beroep op al de Komiteiten om deze controoldiensten onder aile vormen te helpen. Zij zijn volstrekt onontbeerlijk. (Toej.) Het is op deze eenvoudige feiten dat de « praatduivel » aan het fantazeeren is gegaan en ze heeft ômgewerkt tôt smadelijken laster. Het zou mij niet verwonderen dat deze ge-meene leugens welwillende verspreiders hebben gevonden bij die soort menschen die uit eigen belang, in tijden zooals wij ze nu bele-ven, zich niet schuwen door pogingen waarvan ik gewaagde, de bevoorrading van geheel het volk in gevaar te brengen. Het Parketvan Antwerpen, aan wien ik hulde daarvoor breng (toej.) vervolgt ze zonder genade en het is dan ook niet meer dan ver-diend. Want men moet laag gezonken zijn en van aile eergevoel beroofd om zulk werk te drijven. (Lange toej.) Indien ik, Mevrouwen en Mijnheeren, ging de Voorzitter voort, over deze zaak heb uitgeweid, is het niet omdat de deftige menschen, door iedereen geëerd, welke de bevoorradingsdiensten geheel belangloos lei-den, moeten verdedigd worden, zij staan ver boven elken laster ofelke verdenking (toejui-chingen). Maar wij leven in tijden v/aar elkeen in de gemeenschap de plicht heeit dit werk te steunen en zijne woorden te bewaken en den « praatduivel » uit het land te houden (gelach en toej.) » Wij kunnen deze woorden slechts beamen. De uitvinders van zuike praatjes behooren tôt dezelfde klas van menschen die, destijds, altijd rechtstreeks het « laatste » nieuws van den Generalen Stai hadden gehoord. Toen had hun geklets maar één belang : de vertel'er belachelijk te maken, maar in het huidig geval schuilt er in hun gewauwel en in de lichtgeloovigheid van de menschen het grootste gevaar dat iedereen zal begrijpsn. Ook vernemen wij metgenoegen dat de Heer Bu^gemeester order heeft gegeven aan de politie om in elk geval waar deze laster gehoord wordt, dadelijk proces-verbaal op te stellen. Wij willen overigens niet nalaten te herin-neren dat buiteri den Heer Voorzitter Mr. Louis Franck het beheer van den bevoorra-dingsdienst van de Provincie (welke eene samenwerkende maatschappij vormt) ook als beheerders telt Mr. Ed. Bunge. onder-Voor-zitter van het Provinciaal Komiteit, M. Castelein. Voorzitter der Handelskamer, W. Friling, W. Blaess, Carlier, beheerder der Nationale Bank, Montens. lid der Bestendige Deputatie, raadsheer Delannoye en M. Verbeeck. Het Antwerpsch Komiteit van Voeding heeft voor Voorzitters HH.CooIs en Strauss, als onder-Voorzitter, Senator Leclef, als schatbewaarder M I.. Crauwels en als secretaris, raadsheer Verrept. Dat zulke mannen geene onregelmatigheden zullen laten begaan, zonder het mes in de wond te zetten, hoeft wel geen betoog. BEZIJDEN DEN OORLOG Waren we vroegere jaren in en om de karnaval ; werd er dan Geuze-, kriekenlambiek, faro, gersten en ook veel Champagne en wijn gedronken, thans worden bier- en wijnpotten met droeve gezichten bekeken, alleen de kofïiekan wordt aangesprokèn en... veel besproken. We leven heden in een overgangstijdperk en wel in het laatste stadium er van ; wij burgers kunnen niet beter doen dan lezen, leeren en elkander wat vertellen. Ik wil u dus heel beknopt iets over den koffie vertellen. In « De vertellingen an mijn grootje » luidt de I legende van obze kofife (d. i. gebrande) aldus : — « Ten tijde dat in het zachte Oosten de Oude wijsheid bloeide was het de gewoonte dat de jonge-lihg aan de uitverkorene zijner liefde een halssnoer schonk. Nam de maagd dit aan, dan beteekende dit, dat zij haar leven aan den gever schonk. Toen waren de menschen echter nog niet zoo slecht, het beduidde dan ook meer, gelijk onze trouwring, het in het openbaar gedragen bewys, dat de vrouw in echtelijken staat leefde. Op zekeren dag was er nu eens een arme jonge-ling, die verzot was np Mirenda de dochter van een sterrewichelaar. Ook de jongeling Ali was een denker, en zoo kwam hij np de gedachte, de mooie roode kersen vau de coffea tôt een snoer bijeen te rijgen, opdat Mirenda door dit simbool zou begrijpen dat Ali's liefde was : vol hoop, gelijk de altijd groene bladen ; rein gelijk de witte bloemen ; voortdurend, gelijk de altijd bloeiende cofïea, terwijl het rood der beesen beteekende dat hij r.îi » i bloed of leven aan haar gaf. Ali plukte een korf schoone, bijna rijpe bessein, ging naar zijn woning, zocht er de schoonste uit. De overblijvende wierp hij weg op enkele na. die hij uit nieuwsgierigheid onderzocht, zooals kinderen wel eens vruchten cndeizoaken Toen zijn weetzucht bevredigd was, smeet htj de resten op het bijna gedoofde vuur, doch hoe verwonderd was hij niet als eenige tijd daarna een heerlijke lucht in zijn neus drong, die hem als het ware verlevendigde. Naar het vuur gaande rakelde hij eenige'pitten uit de asch en, deze gebrande kôffi«boonen beziende en tusschen zijn vingers tôt poeder drukkend, kwam hij op het gedacht dat wellicht van het poeder dezer gebrande pitten een geestrijke drank, een wonder-drank, die hem een helderen geest zou schenken, gemaakt kon worden. Zoo is onze koffîedrank ontstaan, de troost voor ouden en vrouwen, doch de mannen lusten ze ook. En dat er koffie gezet en gedronken wordj; bewijzen u de volgende oijfers (van de laatste jaren ontbreken mij er enkelen, waarom ik dan ook de cijfers van 1901 geef, als de koffietrust nog niet bestond). Toen bedroe# de koffievoortbrenjring der geheele aarde 15.460,000 zak van 60 kilogram ; daarvan leverde Hrazilë 11,500 000 zak, Guatemala, Costa-Rica. Mexico, Salvador en Nicaras-ua te zamen 1,150.000, Venezuela, Colombia. Ecuador en Peru te zamen 1.050 000 Portorico, Jam-uka 200,000, Haiti 450.000, Nederlandsch Indio 570,000, Entfelsch Indië, Ceylon en Manila te zamen 2*25,000 zak. De voornaamste koffiemarkten der wereld zijn, of beter gezegd waren New-York, Hamburg, Lon-den, Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen. De koffie is geen vo^dingsmiddel ; het aftrekken der gebrande en tôt poeder gemalen koffieboonen werkt opwekkend np het zenuwgestel, van daar dat het meerendeel koffiedrinksters zenuwachtig is. doch ee.n « mazagran « oftewel « kopje koffie » na het eten bevordert de spijsvertering. Bij prikkelbare personen veroorzaakt het over-vloedig drinken van koffie hartkloppingen en maag-krampen.De belangrijkste eigenschappen der koffie zijn haar vermogen om den honger voor het oogenblik te stillen en haar kracht om de werkzaamheid van den geest te verhoogen, tijdelijk. en hierom dus schadelijk, want een jarenlange waarneming hebben mij tôt de overtuiging gebracht dat veel neuraste-nieken door het gebruik van koffie hun kwaal hebben veroorzaakt of verergerd. De eigenschappen der koffie berusten op haar coff ïne gehalte en ook op andere bestanddeelen, waarvan enkele zich eerst bij het branden vormen. Doch niet alleen onder de menschen, ook in de dierenwereldw heeft de van 5 tôt 15 meters hooge koffieplant vereerders had. Vertelt een Arabisch overlevering ons niet, dat de koffie ontdekt is doo een geitenhoeder, die opmerkte dat zijn kudde nadat ze van een zekere plant de groene, lederach tige, elliptisch gevormde bladen, de bij schermei vereenigde welriekende witte bloempjes en d kersachtige vruchten gegeten hadden, zoo onrustij werden en 's nachts in plaats van te slapen, blevei rondspringeo alsof zij de menschenkarnaval in hui geitenkop hadden ? De hoeder deelde dit zonderlinge geval mae aai den wijze — de tooveraar geneesheer en priester — van zijn stam. Deze probeerde de vruchten en von< dat ze een verfrisschenden invloed hadden, der slaap verdreven en « de religieuze plicht van nach-telijke gebeden zeer vergemakkelijkten » zooals he in een 17e eeuwsche verhandeling over de koffi< luidt. De kofliehandelaars kennen allen een kevertje dat alleen van Oost-Indische koffie boudt, maar d( Braziliaansche nooit zal aanraken. De aanwezigheic van dezen fijnproev.er in de koffieboonen geldt t« Menado en in de Praanger zelfs als een bewijs vac de uitstekende kwaliteit. Sommige vrouweh bezit-ten ook de eigenschap niet alleen om de best€ kwaliteiten op het oog te onderscheiden, maar eer heerlijk bakje voor de gasten te zetten, iets wat zelden gebeurt want meestal krijgt de bezoeker wat aftreksel van peeën-koffie. Tabak, alkoholische mengsels en allerlei theesoorten of plantenaftsek-sels gelden onder menschengroepen voor afwer-kend ; eene goede straffe « tas koffie » 's morgens vroeg genomen wordt ook deze eigenschap toege-kend Of dit waar is weet ik niet, ik voor mij houd het met appels, ongekookte wortelen en vruchten, toch schijnt het dat de geheele vrucht der koffie ctermzuiverend is. Op Java komt o. a. een marter-soort voor, de paradoxurus musang, die behalve kleine zoogdieren en vôgels, ook koffie eet en de sappigste vruchten voor zich uitzoekt Deze marter verteert echter alleen het vruchtvleesch, de kern, pit of boon geeft hij weer aan de plantage-bezittera terug.Ondanks den ongewonen weg,die ze afleggen, zijn echter juist deze boonen bijzonder gezocht. In haar omhulsel — de hoornschil — ziin ze volkomcn onbeschadigd gebleven en een drank uit deze boo nen bereid, geldt als een bijzondere delicatesse. Gelukkig zijn wij sedert jaren al gewend ge raakt — niet aan « delicieuse koffie » maar aan allerlei soorten vette of verbrinde koffiesurrogaten. De hemel weet wat we nu nog te drinken zullen krijgen, waarom ik dan ook slechts deze raad kar geven, koop doffe koffie en maal deze zelf. Het leven te Brussd Ik lie5 deze week, terwijil ik door Brussel's straten sletnte'rde, een ontmoeting gedaan waarvan ik den lezers van de Zondagsgazet een relaas moet voorscho-telen. Maar .eed'st moet ik U vertellen waarom ik als een verloreai schepsed overal ronddoolde. Ge moet weten, ik woon niet in de hoofdstad zelve, maar op een dorp dat niet bij Groot-Brussel be-hoort. En daar is, hoe zonderling dat ook moge schijnen, geen enkele pattat meer te vinden ! Gaat ge bij de boeren, dan vert-ellen zij dat ze geen aardappelen meer hebben, dat ze ailes hebben verkocht, en nog juist genoeg overhielden voor hun eigen gebruik ; en zij hebben daarbij nog den « toupet » te klagen, steenen uit den grond, omdat zij niet weten hoe ze aan plantsoen zullen geraken. Ik lach echter om die klachten, want sedert de jaren dat ik den buiten bewoon heb ik onze boer-tjes haarfijn leeren kennen : klagen is hun gewoonte ; m het voor jaar, aïs ze op het vedd werken, en ge zegt hun : « Goed weer, he, pachter ? » omdal het zonnetje heerlijk schijnt, dan moogt ge over-tuigd wezen dat ge voor antwoord krijgt : « Neeje, menhier, 't is slecht weer, 't zou moeten regenen I > Regent het, dan vinden zij dat de zon zou moeter schijnen ; is er wind, dan zou het moeten stil wêer zijn, waiU dan zouden ze moeten zaaien ; U er geen wind, dan zullen zij er wenschen om de slechte wolken af te drijven, en zoo is het voor de boeren altijd te'dik of te dun. Ik geloof dat onze Lieve Heer het moeilijk moet voor hebben om die menschen kontent te stellen ; maar ik ben over tuigd, moest onze Lieve Heer aan de boeren vragen wat weder hij moet maken, hij dan nog meer zou « geëmbeteerd » zijn, want ze zouden zelf niet weten te zeggen wat ze eigentlijk wi'ltlen ! Maar om terug te keeren tôt de aardappelkwestie. ik kan dus op den Brusselschen buiten geen patate ten meer krijgen ; en nu was ik naar de stad geto-gen om er daar te zoeken. Ik trok den eersten groen ten winkel binnen die ik zag, en vroeg er naar eenige kilos dier rariteiten ; de winkelierster be-keek me eerst eens van kop tôt teen, raakte met den vinger haar voorhoofd eventjes aan, schuddebolde en viel toen uit : « Och erreme, menhier, as g© zol zaat moetj-haa doen soigneere, zelle ! In Evere es er nog pioche ! » — Maar, vrouwken, antwoordde ik, 'k begrijp Uwe gramschap niet 1 » — « Wel, wa= 't antwoord. weet ge dan niet dat er geen pataten meer zijn, in Brussel, en dat er voor gevochten werd toen er verleden week te Etterbeek aan de werkeloozen verkocht werden ? » Ik bekende mijn onwetendheid in deze, en trok verder. Op de Katelijnemarkt trok ik toch weer mijn stoute schoenen aan, en trad op een der vele kraamtjes toe, waarvoor groenten en fruit bij hoo-pen opgestapeld lagen ; mijn gedacht was dat, de oogst der aardappelen zoo goed gelukt zijnde, er hier wel zouden te krijgen zijn ; en ik vroeg dan ook heel beleefd aan 't vrouwtje of ik geen paar kilos zou kunnen krijgen ; maar nauwelijks had ik het woord « pataten » uitgesproken, of ik -kreeg een hoop lieflijkheden naar den kop zooals me nog nooit op de Katelijnemarkt gebeurde, wèl op de Hoogstraat. Het venijn riep dadelijk tôt haar ge-buurvrouw : « Zeg iche Fien, eje gin patate veu dane springnotvet hie ? » — « Zenne hiele sm... es en pataat ! » klonk het nijdige antwoord. En daar ik, min of meer verbauwereerd bij dit lieflijk ont-haa.l, uitleggingen wiilde geven, riep het helsché wijf, zich bukkend : '« Moktch-haa voech, zelle, oel ik sloeg haa mennen blok in ave nek ! » Wie zou voor zoo iets niet op de vlucht slaan \ Om mijn « antroesse » af te drinken liep ik een her bergsken binnen waar de boeren gewoonlijk des morgens, na afgedane zaken, eene tas koffie gaan drinken alvorens naar hun dorp terug te keeren Een tiental dier buitenlieden waren rond eer groote tafel gezeten, en dadelijk vernam ik dat ei hier van pataten gesp^oken werd. Lachend verteld* een boerken hoe hij de zijne ergens in zijnen hoi had in den grond gestoken, en die niet verklaarc had, natuurlijk, toen de veldwachter zijn onder zoek had gedaan ; een andere wist te zeggen dat hi. er nog een voorraad had van ongeveer tien duizenc kilos, en lachend riep hij uit, met duim en wijs vinger wrijvend : « Laat ze maar doen, die zuller wel centen opbrengen ! » Al die boertjes waren t'akkoord, scheen het me om hun aardappelen weg te stoppen tôt de prijzer nog hooger zouden komen, en de opkoopers ze il 't geheim zouden komen opladen ; van den vastge stelden maximumprijs spraken die lieden niet eens alsof ze daarvan nooit hoorden spreken ; 't is waaT ik ken de boeren, en onder hun onverschiilig uitei lijk schuilt gewoonlijk een slimme geest die alie middelen weet te vinden om reglementen en voor-schriften te ontduiken, en de stedelingen het geld uit hunnen zak te kloppen. Terwijl de boertjes daar spottend den aap hielden met de Brusselaars kwamen er twee personen binnen die ik sedert lange jaren ken ; een roeper uit He HaLlen, en zijn lielper. Dra d£$agde er hoop voor mij op ; die zouden wel weten waar er aardappelen te vinden waren, meende ik. MaaJr jawel : Flup viel bij het eerste woord als een razende uit, vloeket tegen de boertjes die nuchter opkeken, en stilzwij-gend aan hunne koffie slurpt%n. « Da's nu tien dàgen, zei Flup, dat ik nog geen patat over mijn lippen kreeg, tien voile dagen, zulle ! En thuis zit ik met een vrouw en zes kinderen die allen zoo flauw zijn als katten van dien gedurigen rijst. Tien dagen . Nog een geluk dat 'n« mensch soms nog een borre! kwak kan binnen lap-pen, of ik lag al lang met mijn ijzers omlioog 1 » — « Maar hoe komt het toch, Flup, dat gij hier geen aardappelen kunt krijgen ? Op ons dorp zeggen de boeren dat ze al hun pataten in de stad verkochten, en daaram ben ik eens naar Brussel gekomen om er hier te koopen. » — « Oli, die vagabonden daar, zei Flup, met zijn uitgestoken vuist tôt de boeren gericht, ze moesten hun kot met geweld plunderen. Zij zijn het die, uit vrekkigheid en voor eenige centen, hun landgenoo-ten zouden uithongeren en het bloed uitzuigen, die liegen en bedriegen, en meer liefde gevoelen voor hun varkens dan voor hunnen evennaaste. Maar wacht, kerels, tôt na den oorlog ! Dan willen wij uwe pataten of uwe groenten niet me®r, dan doen we ze uit den vreemde komen en kunt gij de uwe zelf opvreten, daar rnoogt ge zeker van zijn 1 Geef me nog 'nen shrapnell, patron ! » Ik zag het de boe^kens aan dat ze niet gerust waren, want Flup is"'ne vent als een reus, « un fort des Halles », en menschen wier geweten niet zuiver is zijn steeds vreesachtig ; ook trok de eene na den andere er stiillekens van onder, niet zonder dat Flup hun goeden dag wenschte, hun namen gevend als : bloedzuiger, wrek, patatendief, wat weet ik al. On der tusschen vertelde zijn gezel me hoe hij reeds sedert veertien dagen van rijst leeMe, en geen pataten meer kon vinden in heel Brussel; men zegde wel dat de gemeenten ze zouden aanslagen en te-koop stellen aan de burgers, doch daar kwam maar steeds niets van in huis. En de man verzekerde mij' en zwoer bij aile heiligen dat, zoo er hem dra geen aardappelen verschaft werden, zoo er nog lang moet rijst geëeten worden, hij met eenige kameraden naar den buiten zou trekken en do aardappelen halen waar hij ze krijgen kan, desnoods met geweld.Zoo ver zijn we nu gekomen en dit ailes doo* de schuld der boerenkinkels die hun vaderlandschen plicht niet begrijpen, of uit ikzucht aan dien plicht te kort komen. Zoo er hun iets overkomt, des te erger voor hen : wij kunneta met zulke lieden geen kompassie hebben ! Ondertusschen was er nog een persoontje in d« herberg gekomen, een vent die er niet te nuohter meer uit zag ; want hij waggelde voor den toog, en deed niets dan lachen, en tôt zichzelf spreken. Eensklaps herkende ik den vent : 't was schele Susse, de harmonikaepeler uit den « Poeche » van « d'Huugstroet », waar Toone de poppen aan 't dan-sen bracht. Schele Susse bracht een heel andere wending aan ons gesprek, en het deed ons deugd eens te kunnen lachen om zijn aardige kwinksiagen en grappige vertellingen. De Schele deelde ons mede hoe hij het nu maakte, hoe het met Toone gaat, en wij giggelden het bij zijn lollekens uit van prêt. Maar 'met die pataten-zaak is mijn brief nu reeds zoo lang geworden dat ik de Schele Susse de naaste week maar zal laten vertellen wat er met onze « Poeche » gebeurde. J. T. OVER ALLES — Op 16 dezer was het de 63° verjaardag der geboorte van advokaat Jan Van Rijswijck, volksvertegenwoordiger en burgemeester van Antwerpen.— Tusschsn het Sohepencollege van Mechelen en de verschillende maatschappijen van genoemde stad is eene overeenkomst gesloten voor het geven van openbare feesten, tombolas enz., ten voordeele van liefdadige oorlogswerkan. Er zal geen toelating meer gegeven worden voor het inrichten van hetzij wat o«k, dan op voorwaarde dat de 75 p. h. der bruto opbrengst in de handen gestort worden van het college, hetwelk in overeenkomst met eene commissie, samengesteld uit twee afgevaardigen der maatschappijen en een lid van den gemeente-raad, ds gelden zal verdtelen tusschen al de erkende nuttige werken. — Verleden Zondag stonden de lieden welke in de Vlaamsche Opéra hun dopgeld gingen ontvangen, in rangen van vjer, « queue » te maken van aan voornoemd gebouw tôt aan den boek der Van Ertbornstraat op de De Keyzerlei, in een plassen-den regen!. . Velen zullen er eene verkoudheid bij opgedaan hebben, buiten de schade aan hunne klee-deren. Waarom laat men die arme lieden niet in de verwarmde zaal wachten ? — Op Woensdag 17 dezer was het d* '75e verjaardag der geboorte van den befaamdeu T,uik-schen toondichter Gretry, maker van het ?\g meen bekend lied : «Waar kan men beter zijn?» Hij stierf te Montmorency (Frankrijk) in 1813. — De inventaris der aardappelhoeveelh id in Nederland heeft aangetoond dat onze Noorder >uren nog in bezit zijn van 4 millioen hectoliters, af^ere-kend den voorraad der bijzonderen. — Bij het parket is eene klacht neergelegd tegen onbekenden, die allerlei lasterende en eer-roovende geruchten verspreiden tegen achtbare personen, overheden en beambten die allen zich ver-dienstelijk gemaakt hebben en het nog doen aan den voedingsdienst van de bevolking. De politie heeft order ontvangen om te traehten de lasteraars te ont-dekken.— De invloed van den oorlog op het vormen van nieuwe families en op de (?eboorten is voor de omliggende gemeenten van Brussel als volgt : In 1913 werden 5.679 huwelijken aldaar gesloten ; in 1914 viel dit aantal op 3 879 en in 1915 op 2.448. Het geboortental was in 19 i 3 : 9 513, om tôt 8,333 ; te vallen in 1914 en tôt 6.778 in 1915 ! — Het lokaal « Kattenhof » Lammekensstraat, te Borgerhout, waar nu de « Antwerpsche Tooneel-listen » vertooningen geven, brandde op 17 Fe- ; bruari 1897 byna geheel af. 1 — De Duitsche Gouverneur-generaal van België heeft een besluit ùitgevaardigd bepalende i eene straf van 3 jaar of meer gevang, of eene boet 1 die 3000 mark kan bereiken, ofwel de twee straffen te zamen, voor al wie in bezit zal gevonden wor-' den van druksels of dagbladen welke niet gecensu-- reerd zijn.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Add to collection

Location

Periods