Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad

1191 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1918, 15 June. Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad. Seen on 19 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/2b8v980j84/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

BORGERHOUT, 15 JUNI 1918 lO Centiemen Nr 24, 41* Jaar HET VLAAMSCH HEELAL Allés in te zenden vôôr Dondrrdag middag — Inschrijvingsprijs : 5 Frank — Weekblad voor \ Iaatnsche en Àlgemeene Belangeo Bureel en Drukkerij : Carnotplaats 65 Aankondigingen : 20 Centiemen den regel Verloren Tijd Tusschen de vele verliezen die de oor-log reeds heelt medegebracht, moet vooral het verlies aan leertijd opgenoemd worden. Voor velen en voor de algemeen-heid is het een groot nadeel, dat er in vele stielen en ambachten geene nieuwe werklieden gevormd en opgeleid worden, om na den oorlog het vele werk te helpen uitvoeren dat onvermijdelijk in overvloed zal voorhanden zijn. Het zijn juist de beste leerjaren die thans voor de arbeiders verloren gaan. 't Is immers tusschen de veertien en achttien jaren dat zij in werkhuizen en elders moeten gevormd en handig gemaakt worden, om bekwame en uitstekende ambachtslieden te worden. En die gelegenheid is sinds vier jaren zoo goed als nietig geworden. « * * Er wierd vroeger reeds geklaagd dat er zoo weinig goed geoefende werklieden bestonden. De meesten kenden hunnen stiel niet volledig, doordien zij geene vak-scholen hadden bijgewoond en in de werkhuizen evenmin eene grondige oplei-ding genoten. Het werkvolk ondereen streefde er naar om zulks te beletten, uit vrees dat de nieuwe werkkrachten schade zouden doen aan de ouderen van jaren. Dit was zelfs een artikel geworden, hoe onzinnig ook, van 't Socialistisch programma. «n * * Wat zal het nu in de toekomst zijn ? Deze vier leerjaren onderbreking in de opleiding van jonge werklieden, zal zwaar drukken op de algemeenheid. Er zal in vele stielen en ambachten niet alleen gebrek aan werklieden zijn, maar bijzon-der aan handige, goed geoefende arbeiders. Het vakonderwijs zal daarin weinig verholpen hebben, want het is niet genoeg waargenomen geweest. Bovendien, vakonderwijs zonder de praktijk ol werkelijke uitoefening, is slechts een hall en bekrom-pen onderricht. * * Die onderbreking en dit gebrek aan goed geoefende arbeiders en ambachtslieden zijn nadeeliger in hunne gevolgen dan de onderbreking van het hooger onderwijs. Het hooger onderwijs had zelfs eene aderlating noodig. Er waren deze laatste jaren te veel hoogstudenten, want met advokaten, ingénieurs en andere hooggeschoolden kon men de straten plaveien, zegde het volksspreekwoord. De eenvoudigste lieden wanneer zij iets of wat bemiddeld waren, wilden dat hunne zonen het beroep der ouders niet zouden uitoefenen. Dit was te gemeen in hunne oogen, verblind door waanzin of hoovaardij, want zij vernederden, doorzôô te redenee-ren, hun eigen ambacht dat hun nogtans eene fortuin had bezorgd. •*- * Het gevolg was niet alleen dat ver-schillende beroepen overlast waren en de strijd om het leven daar heel bitter mocht heeten, maar ook dat velen niet voldoende geharnast waren. De diplomas wierden blijkbaar te gemakkelijk afgeleverd, want het baarde nog al eens verwondering dat lieden met hooger onderwijs, aan bekwaam-heid, geleerdheid en doorzicht veel te wenschen lieten. Het moest dan ook niemand verwonderen dat zoo weinigen in hun gekozen of opgedrongen beroep gelukten. * * * Voor het lager en middelbaar onderwijs heeft de onderbreking slechts op enkelen gedrukt. Allen die het wilden of mochten, hebben hunne leerjaren of studiën kunnen vervoorderen, zelfs in betere voorwaarden dan vroeger. Zij zullen dus, bij het einde van den oorlog, gereed staan, 't zij om hunne studiën te volledigen, 't zij om een beroep aan te nemen, dat hun het best bevalt. * * * Het grootste nadeel blijft voor den Werkenden stand, en als weerbots voor degenen die arbeiders noodig hebben. Gebrek aan voldoende en geoefende werklieden zal niet uitsluitelijk slechter werk S leveren waarover reeds zooveel te klagen ; J was, maar tevens zullen de loonen heel I hoog zijn om wille van dit gebrek aan ; I werklieden en aan hunne noodzakelijke ; | behoeften door den duren tijd opgelegd. \ | Want deze zal bij het einde van den " oorlog, niet eensklaps verdwijnen ; hij zal > nog lange jaren op de algemeenheid : blijven drukken en de hooge loonen zullen een verkregen recht uitmaken. * * * -v- De openbare besturen, zoowel de Staat, j de provinciën als de gemeenten zullen • daarin veel kunnen verhelpen, met niet iedereen, bekwamen en onbekwamen, als : bedienden aan te nemen. De overvloed ■ van bedienden bevordert ten andere de openbare zaken niet en hij brengt een zwaren slag toe aan den werkelijken arbeid. Hij doodt bij velen de wilskracht om iets meer te worden dan bediende. ! Die besturen zouden tôt die inkrimping het best kunnen bijdragen door geene te * hooge loonen te betalen aan nietsdoeners, ; maar door integendeel den handarbeid beter te vergelden. Tôt heden was het een groot onrecht dat goed geoefende werklieden een karig loon wonnen voor zwaren arbeid, terwijl de openbare besturen nietsdoeners en meermaals zeer onbekwamen met zeer hooge loonen begiftigden. J. L. I DE TOESTAND HIER EN ELDERS BELGIË. — Het Wets- en Verordeningsblad heeft de volgeride verordeningen afgekondigd : 1° Verordening houdende verbod voorraden vleesch op te hoopen ia koelkamers, in vrieskaraers. in zouterijen en rookerijen. 2° Verordening houdende wijziging van de wet van 17 April 1896, betreffende de recLten op de tabak. De dag der aangifte is voor.de toekomst vastgesteld op 15 Juni. —0— NEDERLAND. — In Nederland gaan de onder-handeliisren tusschen Duitschland en Engeland voort betrekkelijk het uitwisseien van krijgsgevangenen. | Degenen die in de bepalingen der overeenkomst vallen en nog goed voor den dienst zijn, worden in Nederland opgenomen ; zi.) die door het een of ander gebrek ongeschikt voor den dienst zijn, mogen naar hun vaderland weerkeeren. De Koningin Regentes, een der booten die de Duitsche krijgsgevangenen naar Nederland brengen en de Engelsche krijgsgevangenen naar Engeland, is op eene mijn geloopen eu gezonken. Deze boot moest de Engelsche onderhandelaars aan boord hebben, maar deze waren bij de afreis niet ingescheept en \ op de Sindoro overgegaan Dank aan die om^tan- j digheid zijn zij aan een groot gevaar ontsnapt. ■ Tusschen verscheidene trladen wordt er getwist over i deze ramp : is het door eene mijn of door een ^ torpédo dat de boot getroffen wierd ? Het onderzoek ? zal dit uitwijzen. — Bij de kalme en ernstige Nederlanders hebben nu, met betrekking op de aanstaande kiezing, leu-tige voorvallen plaats, die wij enkel in België bestaanbaar achtten. Eenvoudige lieden, niet geschikt om in de Karner te zatelen, stellen zich niettemin voor, en beroepen zich op pastoors en andere over-heden om hen daarin te helpen. Een hunner, die zich niet op de lijst zag geplaatst en daarom zeer » boos was, heeft men kunnen stillen door hem wijs te maken dat er nog eene geheime lijst was waarop hij alleen zou voorkomen, zoodat hij zekor zou gekozen worden. —o — GRIEKENLAND. — Dat reeds vele kleine landjes van Amerika mede den oorlog aan Duitsch-land hebben verklaard, heeft niet veel opzien gebaard, aangezien dit geene feitelijke oorlogsdaden betrof maar enkel inbeslagnemingen van eigendommen en schepen. Maar nu is't Bulgarie dat den oorlog zou verklaren aan Griekenland, om terug in bezit te komen van landstreken,aanBulgariëinl913ontnomen, bij den tweeden Balkan-oorlog, waarmee de vorige bondgenooten ondereen begonnen te borstelen. Dit wespennest van Europa is dus nog niet gezuiverd. SPANJE. — In Spanje is eene geheime ziekte uitgebroken waaraan honderdduizenden lijden. Ook de Koning heeft daaraan zijnen toi moeten betalen. Volgensde bsschrijving schijnt die ziekte niet anders te zijn dan de » influenza » of grippa (keelpijn), waarmede verscheidene landen in Europa sinds 1890 hebben afgerekend en die geene geheime of nieuwe ziekte is, want over honderden jaren ontstond zij reeds in Frankrijk en woedde verschrikkelyk in Parijs. Ook in andere landen wordt deze ziekte vermeld, die waarschijnlijk, in dit oogenhlik, niets anders is dan de « hooikoorts ». Honden en Menschen Wij weten niet of de opzichters van den arbeid hun ambt nog uitoefenen. Heel zwaar zou die werking niet zijn, nu er zoo weinig arbeid is én nijverheid en handel veelal stil liggen. Maar toch gebeuren er misbruiken die dien-den beteugeld te worden. Men heeft destijds eene vergehjking gemaakt tusschen de bescherming der dieren en der menschen. Wie een dier overlastte of mishan-delde, wierd vervolgd en gestraft, maar tôt bescherming der menschen, vooral tôt bescherming van jonge werklieden, nog kinderen, bestond geene beteugelende wet. De bond in of onder eene kar gespannen, kon nog rekenen op de tusschenkomst der openbare macht, maar kinderen in dezelfde kar gebonden of beladen met lasten boven hunne macht, wierden aan hun lot overgelaten. Er zijn bazen die heden ten dage zich nog schuldig maken aan dezelfde vergrijpen tegen de menschelijkneid. Zij gebruiken liefst kleine jongens in plaats van halve of heele gasten, en doen door kin-derea werken uitvoeren en vrachten dragen, die boven hunne natuurlijke krachten zijn. Men noemde ons dezer dagen nog een werk-baas, die bijna niets anders dan kleine jongens in dienst heeft en deze op verre afstanden, zonder eenige medehulp, vrachten doet vervoe-ren waaronder volwassenen zouden bezwijken. Dit gebeurt door eene overdreven zucht naar winstbejag of door eene misplaatste mededin-ging of concurrentie. De jonge slachtoffers worden er niet tç beter voor betaald, alhoewel het dikwijls gebeurt dat de uitbuiters van kinderen een voile gasten-loon in rekening brengen bij hunne klanten, zoodat die bazen dubbel slecht handelen, ver-mits zij zoowel hunne klanten als hunne jonge werklieden uitbuiten. Dit is des te slechter nu die kinderen te weinig of slecht gevoed zijn en bovendien door dit zware werk en de ver afgelegen plaatsen waariiaar zij zich moeten begeven, veel sleet aan kleederen en schoenen hebben. Zij leeren bovendien weinig of niets van den stiel, waarvoor zij nogtans aangenomen zijn. Het toezicht over de behandeling of mishan-deling van zulke jonge werklieden, zou zich niet moeten bepalen bij een bezoek in de werkhuizen, maar ook door toezicht daar buiten. Menige wantoestanden zouden dan ontdekt worden, onwaardig van de opvatting die wij allen moeten hebben over de belangen en de waardigheid van de werklieden, en vooral van nog jonge kinderen. De uitbuiters en winstnajagers dienden tôt betere gevoelens gebracht te worden, desnoods met strenge maatregelen of straffen. Hildebrànd SCHRIJVERS EN BOEKEN XXXVI James Oliver Curwood Vervolg Het is opvallend wat al mooie en heerlijke gedachten de dierenwereld aan ons opdringt, wanneer we met aandacht en belangstelling haar uitingen nagaan. Ik kan de lust niet weer-staan om nogmaals eene aanhaling te doen, ni. de ontmoeting tusschen Thor, den grijzen rond-zwervenden reuzenbeer, en Muskwa, het jonge beertje dat zijn moeder verloren heeft. « Hij hield stil, draaide den kop om en vloekte met zacht gegrom. Zes voet van hem af lag, kruipend over een hoop wit zand, wriemelend en rillend als een schrikachtig hondje dat in onzekerheid is of het met een vriend of met een vijand heeft te doen, een verlaten berenjong. Het was niet meer dan drie maanden oud, veel te jong om van zijn moeder weg te zijn. Het had een scherp, runkleurig snoetje en op zijn borstje een witte vlek die het als een lid van het zwarte berengeslacbt merkte, en niet van dat der gryze beren. « Het jong deed al zijn best om te zeggen : « Ik ben verdwaald of gestolen ; ik heb honger en jk heb een pen van een stekelvarken in mijn poot, » maar des ondanks begon Thor, met een nieuw onheilspellend gegrom tusschen de rots-blokken naar de moeder om te zien. Ze was niet in zicht ; ook rook hij haar niet, en hij keerde weer den kop naar het jong. « Muskwa — zoo zou een Indiaan het jong hebben genoemd — was op zijn buikje een paar voet dichterbij gekropen. Hij begroette Thor's tweede onderzoek met een vriendelijk gewrie-mel, dat hem nog een halven voet nader bracht. Uit Thor's borst waarschuwde een dof gegrom. « Kom me niet te na, » zei dat vrij duidelijk, « of ik sla je van de sokken. » « Muskwa verstond het. Hij lag alsof hy dood was, zijn neus, klauwen en buik plat op het zand. Thor keek opnieuw rond. Toen zijn oogen zich weer op Muskwa richtten, was het jong slechts drie voet van hem af, plat in het zand en zacht jankend. Thor lichtte zijn rechter poot vier duim van den grond. «Nog een streep verder en ik geef je een oplawabber ! » gromde hij. « Muskwa kromde zich en beefde ; hij likte zich met zyn roode tongetje de lippen, half in vrees en half om medelijden smeekende, en in weerwil van Thor's opgelichten poot, schoof hij nog zes duim dichterbij. « Er was iets van een geratel in Thor's keel en geen gebrom. Zijn zware poot viel op het zand. Ten derden maie keek hij rond en snoof hij in de lucht ; weer gromde hij. Iedere ver-zuurde vrijer zou dat gegrom verstaan. « Waar te drommel, » wilde het zeggen, « is nou toch de moeder van dat kind ? » « Toen gebeurde er iets. Muskwa was dicht bij Thor's gewonden poot gekropen. Hij kwam overeind en zijn neus ving de lucht van de open wond op. Zacht raakte zijn tong haar aan. Ze was als fluweel, die tong. Het was heerlijk om te voelen, na een tyd lang stond Thor daar, zonder een beweging of een geluid te maken, terwyl het berenjong zyn wond lekte. Toen boog hij zijn zwaren kop neer. Hij snoof aan het zachte hoopje vriendschap, dat hij had gevonden. Muskwa jankte als een moederloos kind. Thor bromde, maar zachter nu. Het was geen bedreiging meer, eens viel de warmte van zfjn groote tong op den snoet van het jong. « Kom mee ! zei hij, en hernam zijoe reis naar het Noorden. « En dicht op zijne hielen volgde hem het moederlooze berenjong. » Zulke aanhalingen kan men haast op elke bladzijde vinden, en de lezer begrijpt dus hoe moeilijk het mij valt me daarin te beperken. Gaarne zou ik nog de bekeering van den jager — men herleze het voorwoord — vermelden, maar dat zou me wat al te ver buiten de perken voeren, die ik thans reeds overscbreden heb... 't Is een prachtig, heerlijk boek, dat Thor de Beer. Een boek om van te genieten, niet eenmaal maar tien-, honderdmaal. Eenvoudig en krachtig als het is, brengt het ons in nauwe voeling met het dierenleven, het ruwe dieren-leven van het Canadeesche Rotsgebergte, terwyl de geest en de luim overal doortintelen. Wie dat werk kan lezen en het niet doet, die verdient van aile verkeer met de diepgevoelde en meest boeiende letterkunde afgesloten te worden. En omdat ik met zooveel bewondering Thor de Beer gelezen en herlezen heb, omdat by elke lezing mijn bewondering voor James Oliver Curwood nog steeg, moet ik ook Kazan de Wolfshond lezen. Moet ik,. Ik kan er niet meer uit 1 (1) Yours (1) Een derde werk van Curwood : De Goudvallei, verscheen zooeven (einde 1917) bij den uitg#v»r Swartsenburg te Zeist. Volgende schets handelt over Léo Tolstot. OVERZICHT Slecht midden By de vele ongemakken die de Voedings-en andere komiteiten te weeg brengen, is er iets bij dafc slechten invloed uitoefent op kinderen en aankomelingen, Sommige ouders zijn verplicht hunne of andere kinderen of aankomelingen naar die komiteiten te zenden, en het wachtan naar hunne beurt is daar voor velen eene school van verderf. Niet enkel flauwe maar ook schandelijke onzedelijke praat wordt daar uitgekraamd in 't byzijn van die kinderen, misschien wel opzettelijk en moedwillig om het nog rein gemoed van velen te bevlekken. Verdorven lieden of onbewusten vinden daar smaak in en bevroeden niet een» wat al kwaad voor nu en voor de toekomst zij daardoor stichten. 't Is nog een groot nadeel dat de oorlog voor de menschheid oplevert, in plaats van eene verbetering in de beschaving aan te brengen. En tegen dit euvel der komiteiten schijnt weinig te doen te zijn. OiKder"cvijs De jury's belast met het afnemen van het examen voorgeschreven door art. 24 voor kandidaat-onderwijzers en kandidaat-onder-wijzeressen, zullen zetelen te Gent en te Brussel van 24 Juni e. k. af. (Medegedeeld) WEKELIJKSCH VERSLAG Borgerhout Suiokkelen Niet enkel eetwaren worden geswokkeld, maar ook... beirstofïen, tec nadeele der gemeente. Een dezer naciiten wierd een boer van Wommalghem met zijne gestolen reukstof tegengehouden in de Terloostraat door werklieden van den Reinigings- en Ruimingsdienst. maar de boer had een leger vechtersbazen bij die zich met geweld tegen de gemeente-werk-lieden hebben verzet. Twee dezer zijn erg gewond door slagen met ijzeren staven toege-gebracht ; de eene heeft uen arm erg gebroken, de andere heeft eene wreede wonde aan 't hoofd. 't Is te hopen dat de daders streng zullen gestraft worden en de policie voortaan een handje zal helpen. Beide werklieden worden in 't gasthuis St-Erasmus verpleegd. Droogt© Vele lieden trachten naar regen, opdat ailes in hoven en velden beter zou groeien. Wij moeten het weder echter aannemen gelijk het komt en er niet te veel over klagen, want regen heeft ook zijne nadeelen. Opmerkelijk is het, dat het gras hier en daar tusschen de kasseien weelderig groeit, ondanks het uitroeien en het zout dat sommigen er op strooien. Dit komt doordien er te veel op de kasseien water gegoten wordt. 't Is eene aanwakkering voor den groei van 't gras. Beter is het de kasseien enkel te keeren zonder waterbesproeiing. Het gras droogt dan algauw uit of schiet in aile geval zoo weelderig niet op gelijk dit bij waterklassers het geval is. Het water zelf bevat kiemen van gras en onkruid. Oemeentelfjke lUagazijnen Gemeente Borgerhout. — Bevoorradingsdienst Appelstraat 59 Van 17 tôt 21 Juni 191S : a) Door bemiddeling van de winkeliers : Gelei. — 880 gr. aan fr. 1.90 per rantsoen. Kunsthonig. — 120 gr. aan fr. 0 15 per rantsoen. b) In het Gemeentelijk Magazijn der Appelstraat : in ruil van bons Boonenmeel. — Een of twee rantsoenen van 175 gr. per persoon tegen fr. 1.60 het rantsoen. Extra-Koffiesurrogaat. — 250 gr., tegen fr. 2.—. Gedroogde Erwten en Bconen. — 200 gr. erwten of boonen, volgens keus aans fr. 1.— het rantsoen. Grits (van boonen). — 200 gr. tegen fr. 0.90. Inlandsch Zout. —5 k. per gezin, fr. 0.50 den kg. Waschzeep. — 250 gr. tegen fr. 1.60 het rantsoen. Bestendige verkoop van : Bezems. — Eén per gezin tegen fr. 0.40 het stuk. Kaarsen. — 1.25 fr. tôt 3 fr. volgens grootte. Opneemdoeken. — Een per gezin tegen fr. 6.50. Saai. — 0.50 fr. het kaartje. Stekskens. — fr. 1.80 het pak. Toiletzeep. — In stukken van fr. 4.75, fr. 4.00. fr. 3.90 en fr. 2.90. Vrouwen- en kinderpantoffels in laken stoffen. Zeildoeken pantoflfels. Vilten zolen en Houtzolen aars uiterst voordeelige prijzen. Waschpoeder Cristal. — 250 gr. tegen fr. 1.25. Waschpo«der Goliath. — 250 gr. tegen fr. 0.35.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad belonging to the category Katholieke pers, published in Borgerhout from 1878 to 1930.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods