Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad

1068 0
13 October 1917
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1917, 13 October. Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad. Seen on 23 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/nc5s757n5t/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

13 October 1917 Nr 41 40* Jaargang HET VLAAMSCH HEELAL Vrij en Onafhankelijk Katholiek volksgezind weekblad voor Vlaamsche en Algemeene Belangen IIVHCHRMVINGKPRIJft Veor e«n jaar fr. 5.— Voor 6 maanden » 2.75 Voor 3 maanden » 1.50 Voor Nederland » 5.50 Voor 't Groot Hertogdom Luxemburg. . » 5.50 Voor ander» landen . » 7.00 Dit blad vtrjchijat dan Zaturdag merg«ad.— M en teekent in bij den Uitjever «n in aile pottburttlen, alsooh bij dt briefdragtrs. Hoofdopsteller : JOHAN LEEMÀNS Deo Juvante Vincam ! Aile artikelen en mededeelingen moeten r6àr Donderday avond ten bureele besteld sijn, alsooh dt aankondigingen. % Afzonderlijke «ummers Ta» dit blad ïijn te bekomen ten oazso bureele, Caraotplaats 65. — 1 O centiamen het numraer. AANKOIVDIGINeEIV » Dan regel fr. 0.20 Kleiae aankoadiging . . . . 0.50 Begrafenisbericht » 5.00 Groote aanko»digingen bij overe»»komst. Voor aaakondigingen buiten de prorincie, wende mea ïieh tet d® Agencle HAVA8, Martelarenplaati 8, Brunei, e> Beuri-plaat* 8, te Parijs. Voor aile andere aankondiginge* tes bureela Caraotplaat* (Laar) ««, Borcerhout-Antnerpea Opwekking en Overtuiging, Het is opmerkelijk dat het grootste deel der menschen in aile bedrijvig-heden van geest en leven, moet opge-wekt en aangevuurd worden zelfs in zaken van eigen belang. Het gezegde : « ieder voor zich en God voor ons allen», dat thans meer door ikzucht dan door nood wordt ingegeven, maakt niet iedereen even ieverig in 't bereiken van een doel, dat tôt eigen welzijn strekt. * * # In meer verheven zaken dan het stoffelijke, komt men die onverschillig-heid tegen : in godsdienst en taalbelangen, in kunsten en wetenschappen, in vaderlandsliefde, in volksontwikke-ling en beschaving, in maatschappijen en kringen, overal moeten bijzaken waargenomen worden om den iever gaande te houden. Dit is een bewijs van slappe overtuiging en eene aan-wijzing, dat bij velen het nastreven van dit of dat doel, slechts oppervlakkig mag heeten en weergegeven wordt door het gezegde : « het iigt er slechts boven op ! » ¥ * * Dit getal niet-overtuigden en nogtans meêgaanden, is buitengewoon groot en doet meermaals afbreuk aan de zaak zelve, hoe heilig en eerbiedwaardig zij ook weze. Vooral in zake van godsdienst en taalbelangen doet zulks een slechten invloed gevoelen, die maar al te veel waargenomen wordt om de zaak te bevechten en te schaden door anderen. Zij die slechts uiterlijk godsdienstig zijn en niet leven volgens de voor-schriften van dien godsdienst ; zij ook die uiterlijk de taalbelangen genegen schijnen maar in huis- en vrienden-kring nogtans de eereplaats niet geven aan de taal, doen een slecht en onberedeneerd werk, dat wapens levert aan de tegenstrevers. * * In kunsten en wetenschappen, in vaderlandsliefde. in volksontwikkeling en beschaving zijn dezelfde nadeelen duidelijk te bespeuren. Wanneer de aanhangers van betrachtingen of stel-sels niet leven en handelen volgens het doel dat zij opgeven, dan krijgen zij aldra den naam niet rechtzinnig te zijn en slechts te handelen met uiterlijk vertoon. En niets is zoo slecht dan de benaming : dat eene zaak niet rechtzinnig wordt opgenomen door hen, die beweren er voor te strijden of te ieveren. * * * Dit is de oorzaak van 't verval in zeden en beschaving. Wanneer het volk ziet dat zij, die voorbeelden moesten zijn van plichtsbetrachting en andere goede hoedanigheden moesten ten toon spreiden maar zulks niet doen, dan gaat het vertrouwen bij het volk te niet en het aanziet de aangeprezen plichten als een middel om druk uit te oefenen te zijnen nadeele. Het is van meening dat het evengoed sommige plichten mag verwaarloozen, wanneer zij die deze plichten aanprijzen, door hunne daden toonen er zelven weinig belang aan te hechten. Het herinnert zich het gezegde : « luister naar mijne woorden, maar zie niet naar mijne werken. » * * * De opwekking tôt het uitoefenen of naleven van bijzaken is in 't algemeen niet voordeelig voor de hoofdzaak. Deze geraakt er veelal mede op het achter-plan in plaats van de eerste plaats te blijven bekleeden. Zelfs dan wanneer die bijzaken gesteund zijn op stoffelijke belangen, duurt hunne inachtneming of naleving slechts zàô lang, tôt dat die stoffelijke belangen eraan verbon-den blijven. Eens deze te niet of ingetrokken, vervalt de aankleving der hoofdzaak aldra in den niet. * * * Er kan niet genoeg geieverd worden om in aile strevingen van eenig aan-belang eene vaste overtuiging te vor-men, ontdaan van aile bijzaken die den iever wel tijdelijk opwekken maar hem ook aldra doen verflauwen. Het gedurig aanwenden van bijzaken, waaraan doorgaans meer belang of waarde gehecht wordt dan aan de hoofdzaak, werkt ontzenuwend door overspanning of door moedeloosheid. Want het gebeurt veel dat zij die bijzaken aanwenden om den moed op te zweepen, immer meer en meer verlangen en aldus zelfs goedgezinden eenen walg doen krijgen niet alleen voor die bijzaken, maar ook voor de hoofdzaak. Tî" « * We zouden dit met voorbeelden kunnen staven, maar wenschen zulks niet te doen, omdat elk in zijn dage-lijkschen kring voldoende bekend is met die toestanden en mistoestanden. Iedereen weet en ondervindt, dat de overtuiging in vele zaken veel te wenschen laat, maar de oorzaak wordt met altijd opgespoord. De hoofdoorzaak is nogtans het voortdurend opzweepen en opdringen van bijzaken, die met de hoofdzaak soms weinig in verband zijn. Goede voorbeelden en stipte naleving van hetgene men bij anderen aanprijst, zal meer te weeg brengen dan opzweeperij en overspanning. J. L. DE T0ESTÀMD HIER EN ELDERS NEDERLAND. — De voedselverzorging neemt zulk eene groote uitbreiding, dat de gemeentebesturen dit niet meer gevoeglijk alleen kunnen beridderen. In eene vergadering van burgemeesters en secretarissen is over dien toestand geklaagd, des te meer daar velen dan noodigen tijd of de vereisctite bevoegdheid niet bezitten om dit ailes op zijn beste te regelen. Aan 't hoofd van de nieuwe inrichting diende geen opgeraapt personeel, maar bevoegde en ondervindingrijke vakmannen gesteld te worden, opdat de burgemeesters en secretarissen niet verder de bestuursbelangen der gemeente zouden verwaarloozen. Reeds vele zaken zijn in*de war geholpen doordien de gemeente-zaken niet op wettelijken tijd behandeld wierden. Die toestand bestaat ook in andere landen, waar de tijdsomstandigbeden te veel werkzaamheden opleggen buiten de gewone bestuurszaken. Een nog grooter kwaad zijn de misbruiken van den eenen kant, en de verdachtmakingen van de andere zijde. Om die reden bijzonder diende de levensmiddelen-verzorging op bevoegde en onberispeljjke wijze beheerd te worden door een uitgelezeû en goed befaamd personeel. Het is echter te hopen dat de vrede aldra een einde aan die moeieljjke toestanden zal stellen en de vrije handel weer terug zal in voege komen tôt nut van het algemeen. ROME. — Over de bemiddeling van den Paus tôt bevordering van den vrede, worden allerhande veronderstellingen als vaste waar-heden in de wereld gezonden. De groote wereldbladen spelen daarin eene groote roi, maar misleiden veelal hunne lezers. Het is stellig dat zulke werking met de meeste kiescbheid en geheimhouding ondernomen en geleid wordt, zoodat geen enkel blad kan beweren goed ingelicht te zijn. Het best is feiten en daden af te wachten. RUSLAND. — Ondanks den moeielyken toestand waarin het land verkeert, blijft Kerenski het hoofd bieden aan degenen die hem ondermijnen en willen doen vallen. Het is echter een warboel die op geen enkel wettig besluit steunt. De Douma of wetgevende Kamer bestaat niet, zoomin als andere regelmatig aangestelde korpsen ; het loger handelt op S $ zichzelven en in verschillenden zin, zoodat de Ministers op niets steunen dan op hunne eigene aanstelling of die van eenige partijmannen. Te midden van den oorlog is het onmogelijk tôt een regelmatigen en wettelijken toestand te geraken, hetgeen zelfs na den oorlog beel moeielijk zal op te lossen zijn, indien niet aile stanJen eensgezind samenwerken. —o— 1ERLAND. — De pârtij der Sin-Piners die strijdt voor de onafhankelijkbeid van Ierland, is, na eene korte insluimering, opnieuw tôt hevige propaganda overgegaan. Het welgeluk-ken bij eenige kiezingen deze laatste weken, is daarvan de oorzaak. Het Congres of de Conventie, door Engeland bijeen geroepen om vaste voorstellen voor Ierland's vrije ontwikke-ling te bepalen, heeft nog geen afdoende werk verricht. Het optreden der Sin-Finers zal het eindbesluit wellicht bespoedigen. —o— ZWEDEN. — Zweden, Noorwegen en Dene-marken lijden veel door het verbod van uitvoer, door de Vereenigde Staten tegenover de onzijdige Staten opgelegd, waaronder ook begrepen Nederland, Spanje en Zwiiserland, altnans voor levensmiddelen en andere drin-gende behoeften. Waarschijnlijk zal dit slechts tijdelijk gehandhaafd worden, tôt dat Amerika zal weten hoeveel het van zijnen voorraad voor zijne eigen bevolking moet behouden, want daar ook kan de nood nijpend worden. Pàx UIT DE GAZETTENWERELD v « Een nieuw vakblad is verschenen, nameJijk De Bakkerijschool, ten behoeve van de bakkerij en aanverwunte nijverheden, uit-gegeven door M. De Beukelaer, den gekenden koekskensfabrikant. Het bkd staat onder leiding van Aloïs Van Looy, ingenieur, en zal voor de bakkers, die de bakkerijschool in de fabriek De Beukelaer niet kunnen volgen, de noodige inlichtingen en aanwijzingen geven om zich in hun vak te volmaken. Het is algemeen gekend dat het bakken van brood veel te wenschen laat, nu vooral dat er met andere bloem van verschiliende hoedanig-neid moet gebakken worden. In gewone tijden was het verschil van bakken reeds groot, 't zij door de werk wijze, door het soort oven of andere toestanden. De vakkennis was er voor een groot deel bij, want met dezelfde bloem kon de eene goed brood voortbrengen en de andere niet. Nu hebben zij de gelegenheid zich te volmaken in de vakschool zelf, dat is de praktijk in werkelijkheid, of door het vakblad dat de théorie aangeeft om de praktijk meester te worden. Dit is dus eene dubbele goede onderneming van wege M. De Beukelaer, die er zijnen tijd en zijne kunde wil aan besteden. Tusschen de twintig leerlingen die de school thans telt, vinden wij er slechts een enkelen van Borgerhout, ondanks het groot getal bakkers in deze gemeente. Wellicht is deze instelling nog niet voldoende gekend en daarom vestigen wij er de aandacht op. Het vakblad verschijnt aile veertien dagen en is puik afgewerkt. De jongelingen die de school wenschen te volgen, kunnen zich wenden tôt het bestuur der school, Lange Kievitstraat 107, te Ant-werpen. Het onderricht is gansch kosteloos. Deze gelegenheid moet dus waargenomen worden, want benevens het goed bakken, leert men er ook het handeldrijven, hetgeen eene tweede noodzakelijkheid is om in dezen stiel te gelukken en een deftig bestaan te verwerven. Hildebrand Voor Denkende Menschen V. Opvoeder en Kind Slot Drie schetsen volgen het eigenlijke werk op. Indien de schrijfster op « efiect » gejaagd had, in plaats van zich enkel te geven zooals zy is, , ware de volgorde anders geweest. Eerst Na Sinterklaas, dan Rechtsgevoel, laatst Een Spook. In die orde raad ik ze ter lezing aan, en in die orde wil ik er een woordje over zeggen. Na Sinterklaas is een heel eenvoudige vertelling, waarvan het opschrift reeds vol-doenden uitleg geeft. Rechtsgevoel is nls de verluchting van de àl te vroegtijdige en àl te streng doorgedreven « confessionnaliteit •• der godsdienstige opvoeding, en stelt de woorden tegenover de werken in een besluit, dat ieder lezer bitter stemmen moet tegen zoo een i ongevolgmatigheid. Hoe pracbîig deze schets ; ook is, toch wordt ze, m. i., nog overtroffen door Een Spook. Wie bij den laatsten regel van dit stuk nog één woord lezen of spreken kan ; wie niet, als ik, het werk, getroffsn tôt in het hart, uit de handen laat glijden in een overwel-digendestemmingvan diepgevoeld medelijden... die doet best I. Kooistra's nieuwe boek niet te lezen. * * # Er is, in de wereld der boekencritici — waar-toe ik gelukkig niet behoor, vermits ik er op verre na niet geleerd genoeg voor ben, en mijn tijd niet verspillen kan met aanhalingen uit eigen werken om te bewijzen dat ik het veel beter weet dan welke opvoedkundige ook — een uitlating, die à tort et à travers gebruikt wordt, vooral door hen die over elk werk scïirijven, dat ze niet eens gelezen hebben, n.l. dat het boek waarover ze handelen « een ware aanwinst is voor de nationale letterkunde, of wetenschap, of opvoedkunde. » Volgens recht mag ik die uiting dus niet gebruiken, want ik ben geen <« boekenkritie-ker », en, daarbij, ik hab hot werk niet alleen genoten, maar ook de gemoedelijke en toch zoo diepzinnige schrijfster bewonderd. Ik mag dus niet... Maar het Nederlandsch lezend publiek, evenals het enkele andere talen lezend, is sedert eenige jaren reeds gewoon geraakt aan het feit, dat de Vlaming, die deze woorden schrijft. zich geen wetten laat stellen en, « klinkt het niet daa botst het », vrijaf zijn eigen meening nederschrijft zonder zich te bekommeren om wat, volgens zekere wet-gevers, wél mag en niet wél mag. Daarom aarzel ik niet luidop te verklaren dat, sedert de verschijning der Jeugd/ierinneringen van Ligthart, geen opvoedkundig werk de Neder-landsche opvoeders en geheel het Nederland-sche volk — Roomsch-Katbolieken inbegrepen, voor zooveel zij geen aanstoot willen vinden in de twee «ongewenschte alinea'st die ik hooger aanstipte — zoo dringend mag aanbevolen worden dan dit heerlijke Opvoeder en Kind, van I. Kooistra. » Wij, eenvoudige waarheidzoekers, » zal ik de begaafde opvoedkundige naschrijven, « bewonderen en den met vereering op naar de vrouw, die zulke moeilijke dingen zôô een-voudig weet te zeggen. Wij begrjjpen, hoe achter elken zin een wereld van gedachten ligt, — hoe zij moet zijn gegaan tôt de diepte, hoe zij haar stof moet hebben beheerscht, hoe zij moet hebben gerangscbikt en gesctiift, hoe zij toen den vorm moet hebben gevonden, die zonder eenig vertoon, zonder eenig effectbejag, de eenvoudigste, dat is de eenig ware uiting is. Wij weten, dat de grootste innerlijke rijkdom, die zich naar buiten openbaart, voor zijn ontplooiing noodig heeft de eenvoudigst moge-lijke uiting. » Opvoeder en Kind is een der hoogststaande meesterwerken der Nederlandsche opvoedkunde. En ik vind het volstrekt niet noodig te wachten îot de schrijfster de eeuwige rust ingetreden is om dit met luider stemme te verkonden, verzekerd als ik ben dat, wie ook dit werk lezen zal en daardoor zijn hart openen voor de gemoedelijke stem van de ervaren opvoedkundige die zij is, volmondig daarmede zal instemmen. Mej. I. Kooistra zet het heerlijk opvoedkundig streven van Ligthart voort ! Yours DE OORLOG Er is reeds veel en dikwijls geschreven over de misrekeningen in dezen oorlog. Wanneer er echter van dezen oorlog nog geen spraak was, maar niettemin de mogelijkheid of noodlottig-heid van een grooten oorlog wierd voorzien, | om uit den druk der overgroote bewapeningen te geraken, wierden er ook gissingen gemaakt over zijne uitgebreidheid en zijne stoornissen in 't openbaar leven. Bebel, de leider der Duitsche Socialiiten, schreef daarover het volgende in zijn berucht werk Die Frau und der Sozialismus : « De vernielingswerktuigen zijn zoo verbeterd 1 geworden, dat ze voor vriend en vijand verschrik-kelijk zullen zijn. Wordt eens de hedendaagsche krijgsmacht in beweging gebracht, dan zal er blijken, dat ze onbestuurbaar is geworden. Er is geen generaal, die over zoo'n menigte kan bevelen ; er is geen gebied, groot genoeg, om ze te omvatten en op te stellen ; geen bestuursinstelling, die ze op dan duur kan voeden. En na de veldslagen ontbreken de gasthuizen om de gewonden onder te brengen en zal het haast onmogelijk zijn de dooden te begraven. Voegt men daarbij de vreeselijke stoornissen en verwoestingen, die heden ten dage een Europeesche oorlog op huishoudelijk gebied aanricht, dan kan men zonder overdrijving zeggen : de volgende oorlog is de laatste oorlog. Het aantal bankroeten zal zonder voorbeeld zijn. De uitvoer houdt op, waardoor duizenden fabrieken tôt stilstand worden k

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad belonging to the category Katholieke pers, published in Borgerhout from 1878 to 1930.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods