Het Vlaamsche nieuws

22371 0
30 December 1916
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1916, 30 December. Het Vlaamsche nieuws. Seen on 19 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/bc3st7j404/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

■Zaterdag 30 Deeember 1916. Tweede Jaargaeg Nr. 358 C Prijs . © ,Centiem voor geheel België ««H-fiiiT \ i«-n-rt-, -.-«ri- * -■ ... -- . Het Vlaamsche Nieuws Verschijnt 7 maal in de week IABQNNEMENTSPRIJZEN : Voor één maand 1-75 Voor 3 maand 5.— Voor'6 maand 10.— Voor één jaar '8.— Redaktie, Beheer en Aankondigingen : ROODESTRAAT, 44 ANTWERPEN DE OPSTELRAAD : Raf VE 1HULST, Dr Aug. BORMS, Alb. VAN DEN BRANDE Met de vaste medewerking van René de CLERGQ en Hoogleeraar Dr Antoon JACOB Elke medewerker is persoonlijk ver-antwoordelijk* voor zijn Schrijven, en bindt niet heel de Redaktie. h}h;N. 1 Mm.h*\ bbfi WMf >W AANKONBHHP6ESï«f "3 Tweede blad, clenreget J..' f ,2.50 ' nvfj ni-^rr/'-Ainy £ Derde îd. îd. , tfjbtMifjnrj? ,l-~ i:. Vierde id. id. .. . -.^ÏV.. r&ÇÔ -Doodsbericht ;p, Sj»»kk, Bericht aan onze Lezers Op Zoudag 31 Deeember en Maanclag 1 Januati a.s. wordt er nergens ge-erkt 'ii de werkhuizem der dagbladen. Daarom zal ons nummer van morgen, miten de dagteekening van 31 DECEMBER 1916, ook die van 1, JANUARI 1917 Iragen. Leest- morgen in ons blad het begin van het wereldberoemde werk _____ De Wapens Neer! ekroond met den Nobelprijs. — Deze ontzettende roman van _ Bertha von iuttner deed een rilling door heel de wereld loopen en werd op miljoenen exem-ilaren in aile talen gekoeht. Leest ook het begin van onzen PRACHTIGEN PRIJSKAMP De Wonderen van de Wereld net afbeelding en beschrijving van elle Wereldwonder. Zie de. voorwaarden op de derde bladzijde. Ieder kan, inag en moet aan dezen hecrlijken Prijskamp meedoen, die b'e-gint morgen met 1 Januari en onherrocpelijk gesloten wordt op 31 Januari a.s. DE OORLOG De Toestand Nog altijd zijn de geallieei'den er niet in geslaagd den vijandelijken opmarseh in Groot-Walaehije tôt stilstand te brengen., Wanneer wij zeggen de Geallieer-len, dan zijn hier hoofdzakehjk de Rus-sen bedoeld, die eindelijk het grootste ieel, van de taak, waar de ontredderde Ruemeensche strijdmacht zoo goed als onder bezweken is, op zich hebben geno-inen. De Centraient meldden v66r een paar dagen dat de tegenstaud'van de Rus-sen toenami en men mocht zich in de sïreek ten Zuiden van Rimnicu-Sarat aan een poging d'er achtervolgde legers ver-wachten om stand te houden of ten minute den vijandelijken opmarseh te vertra-gen, en de Sereth-linie, waar het meer en lineer naar toe gaat, in voldoenden staat !van>verded1-ging te brengen. Zooals te îvervvachten was heeft d e eerste ernstige fcogimg nog geen vruehten kunnen da-a-igen.maar blijkbaar wordt ze weldra door andere gevolgd, die meer kans hebben op succès. Wij vernemen uit het Duitsehe leger-bericht van den 28ii dezer dat de Russi-sclie legermacht die den 26n werd acli-teruitgedireven, een tegenoffensief heef' ontwikkeld, maar zander goed gevolg, tant zij moest niet alleen haar vooerste s'cllingen opgeven, maar in allerijl çver Rimnicu-Sarat terugtrekken, deze be-langrijke plaats in handen van den vîj-and latend. Rimnicu-Sarat ligt op den spoorweg van Buzeu naar de vesting Focsani, welke feitelijk reeds tôt het ver-fedigingsstelsel van de Sereth behoort, ;n is ongeveer even ver van beide steden i'c-rvvijderd, In dien sektor staan de Cen-:ralen dns het verst naar het Noorden toe :n vorinen een flankbedre'gjng voor de 3ostvvaarts strijdende Enten'te-legei's, iie den' toegang tôt Braïla hebben te ver-iedigen. Die legers zijn echter, naar het )uitsehe communiqué van eergisteren neldt, eenigszins in Noordoostelijke ichting moeten terugtrekken, dus in de ichting van de groote Donau-haven îraïla. Met die opératies in Groot-Wala-:h je houden de verrichtingen in de Do-iroedscha gelijken tred. De Centralen ijn den aanval begonnen op het brugge* ioofd Macin, dat de versterkte plaats iraïla (op den anderen oever van den «îcden-Donau gelegen) verdedigt. De errichtingen vorderen daar slechts lang-aam, toch slaagden Bulgaarsche en Airksche troepen er ten slotte in de Rus-en van de versterkte hofogtestellingen ai Oosten van Macin te werpen. Wij lebben hier dus wel degelijk met een ODcentrischen opmarseh naar Brada ta oen, links van uit Groot-Walaehije, echts van uit de Dobtoedscha ; in dit latste gebied staan de aanv allers het ichtst hij de bedreigde stad, maar wor-on ze ook door de verdedigers opgehou-en, die aan hun op den anderen oever echtende strijdkrachten tijd en gelegen- , eid willen geven om, zonder te worden igcsloten, naar het Noorden te wijken. Een privaat telegram, zooals et bij der-ciijke gelegenheden rrooit ontbreken, ohelst een • mededeeling uit Reni aan de Odesski L'stok », als zôuden de Rus- i ische troepen over drie ixmtonbruggen 1 en terugtooht naar den Bessarabischen < ever van den Donau begonnem zijn. < 'erder heet het dat-de welsfellende be- i olking van Reni (vlak tegenover G*- i ite) en Ismaïl (vlak teg«nover Tulce») «ar het Russisch® binnenland «freist. De uitslag van heel den Roemeensehen ( yelditoeht, die ondernomen werd om den rcchtervleugel van de Centralen in het Oosten, door Zevenbergen heen, met om-vatting te bedreigen, is_ dus dat' de Rus-s'-sche linkervleugel in gevaar wordt ge-bracht. Bijgevoilg een negatief succès. Het valt echter te betwijfelen of cl,e Centralen de zeker niet onbelangrijke voor-deelen die zie in Roemenië hebben be-haald, zullen beproeven nog verder uit te breiden. Meer waarschijnlijk is het dat de door de ontzaglijke frontverkorting vrijgekomen troepenmassa's voor andere doeleinden op andere frouten zullen worden gebruikt. Op de overige g^vechtsterreinen blijft het-bij voott-tduring betrekkelijk rusitrg, of gebemt er niets Hat bijzondere bespre-king verdient. Met de vredesaktie is het in de laatste dagen niet bijster vôoruitgegaan. Van een vredesnota der Skàndinavische rijken eu andere neutrale st.atî;ii is nog niets te-recht gekomen, en <1^ pogingen van Amerilia en Zwitserland blijven nog steeds hetzelfde antwoord genieten : ver-weLkoming bij de Centralen en de onzij-digen; ontstemming, gemeende of tak-tisch voorgewende,♦ wie weèt ? bij de Ge-allieerden.De nota van antwooid der Entente op het Duitsehe vredesaanbod is nog niet overhand'gd geworcku. Ze is echter op-gesteld en zal, voor^zoover niçt-ambte-hjke berichten meenen te'mogen -melden, deze twee belangrijke punten bevatten : Dultschland uitnoodigen zijn voorwaarden bekend te maken de basis aangeven die, naar ..de meeâing van de Entente, in ieder geval als grondsîag, van d» onder-handelingen moet dientn. Wij wachten hét belangrijk stuk met ongeduld af. GroOte béslissingen zullen er op volgen. Daitsch avondVericht Onverapderde Toe&taod Berlijn, 28 Deeember. — Officieel : Op het Westelijk front, alleen op den linkeroever van de Maas verhoogde ge-sehutbedrijvigheid.In het Oosten, geen bijzondere ge-beurtenissen.; - lu de achtervolging van de Russen heeft het negende leger terréîn gewon-nen. J Uit Macedonië niets nieuws. Dwkboot er œiinoorlog Berlijn, 28 Deeember. — De « Voss. Ztg. » ontlecnt aari de. « Petit Parisien » liet bericht uit Lissabon, dat van uit den viiurtoren te Sagras. een Duitsehe duik-boot is waargenomen. Londen, 28 Deeember. — Lloyds meldt, dat het Zweedsch'e s.s. « Frigga » (379 ton) in den grond is geboord. De Duitsehe kapitein-luitenant Valen-:i.ner, die volgens een telegram om wat bij' als kapitein van een duikboot heeft tôt stand gebracht, de orde Pour le Mérite heeft gc-kregen, heeft zich reeds vôor len oorlog onderscheiden. Den 17den Januari 1911 zonk in de. raven van Kiel de duikboot nr. 3. Daar-i>innen warfii nog opvarenden ingeslo-:en. Toen is Vafeniiner in den ronxp van iet vaartuig doorgedrongen en heeft hij le kameraden gered. Daarvoor werd hij jeloond met de Kroonorde aan den band /an de reddingsmedalje, een zeldzame mderscheiding, die slechts kan worden litgereikt aan iemand, die de reddings-nedalje zelf reeds bezit. Lees'l vtrvolg « Oorlogstelcgramvnen » de ïïde bladzijde. De Heropboawing van leperen ? Reeds eenigen tijd geleden verscheen in een Antwerpsch blad een artikel, ge-titeld : « Hoe gaan wij: leperen heropbou-wen? » Ofschoon ik onmiddellijk lust heb ge\-oeld om het opstel van uit een modem standpunt te weerleggen, ben ik er door velerlei omstandigheden van teruggehou-denvgeworden. Heden, nu het oogenblik mij gunstig is, wil ik het waarnemen om mijn voarnemen ten uitvoer te brengen. Vooral doe ik het, orodat ik de verzeke-ring heb, dat de heropbouwing van leperen in de toekomst een der belangrijkste vraagstukken zal zijn. Hoe meer er daar nu reeds over geschreven, hoe meer het besproken en daaromtrent van gedach-ten gewisseld wordt, hoe beter, dutdelij-ker en klaarder za.1 het beekl van het verlangde zich afteekenen. De voornaamste taak, die de schrijver van het artikel zich gesteld heeft is, te bewijzen, dat het mogelijk is, van leperen wederom de schoone oude middel-eeuwsche stad te maken. Volgens schrijver kan dit, wanneer met vrotne en angst-vallige getrouwheid in degelijke en kost-bare bouwstoffen, de Halle, de hoofd-kerk, de voornaamste oude woningen zouden heropgiebouwd worden, juist zooals zij er voorheen uitzagen. Voor het ontbrekende zou men zijn toevlucht moe-ten nemen tôt oude gevels uit Brugge, Gent, Antwerpen, Brus&el, die eenvoudig zouden worden nagebootst. Met op zulke wijze te handelen, .meent. schrijver van het artikel, zal leperen opnieuw een der schoonste oude steden van Europa worden.Het zou geen nut heben elk der stellin-gen van het anders flink geschreven artikel te weerleggen ; de zaak moet ineens in haar kern aangepakt worden. En wij stellen dus de vraag : waarom houden wij zooveel van leperen?.Toch wel voorna-melijk, omdat het, zoowel in zijn geheel als in zijn onderdeelen, een oud, geschied-kundig ookument "is- van groote kunst-waarde. Dit zijn de drie voorname motie-ven voor onze genegenheid tôt leperen. De ouderdomi maakte aile gebouwen en woningen eerbiedwaardig, verleende aan ailes het vertrouwelijk uitzicht, dat ons van het verleden vertelde, van vele voor-bije dagen van macht en roem, van ramp^ spoed en nood. Zooals aile gebouwen daar stonden, lieten zij ons toe, ons in te leven in het leven en werken onzer voor-ouders, ons een begrip te vormen van cie geschiedenis der tijden waar zij in leef-dsn. De edele kunstvormen die aan zoo-vele woningen en gebouwen het schep-pingsvermogen van de vroegere bouwers lieten erkennen en bewonderen, brachten onzen geest in vervoering, en hielpen-ons om het verleden in ons herop te wekken. Dit is het wat kunstminnaars, dich-ters en kunstenaars aan het schoone leperen hadden. Het zijn de Levende waarden van het overoude. Een heropbouwen naar het oude voor-beeld kan geen van die essentieele hoeda-nigheden, om dewelke wij zooveel van het oude leperen houden, terug brengen. Hoogstens zouden enkele brokstukken, zonder beteekenis voor het geheer, oud zijn. De geschiedkundige waarde, als geheel, is niet weer te geven, aangezien een heropbouw in de 20° eeuw, naar plannen van vijf- of zes-honderd jaar vroeger, voor de kultuur, die nimmer staan blijft, zonder beteekenis is. Ten slotte zou de kunst, een levendig en als dusdanig zich steeds ontwikkelend wezen, met het heropbouwen niets gevorderd zijn, aangezien een der voornaamste waarden van aile kunst, oorspronkelijkheid is, en daarvan zou geen spraak zijn. Ter verduidelijking, een voorbeeld. Ik neem hier nu aan, dat de Halle volledig verdwenen zij. Het is natuurlijk, dat wanneer het er op aan zal komen een be-slissing te nemen, het werkelijk nog be-staande den doorslag zal geven voor den heropbouw. De architektonische schoonheid van de Halle, de voorname gotische vormen ha-rer boogvensters, de knap gesilhouetteer-de toren kunnen ons teruggeschonken worden, want, zoo verzekerde men mij, aile plannen zijn volledig bewaard, en er bestaan genoeg dokumenten .om te mo-Sfen verzekeren, dat de herj^pgebouwde Halle geen haarbreed van haar origineel ^oude afwijken. Ik veroorloof mij toch er aari te twijfelen, of de getrouwheid wel zoo streng juist zou zijn. En met reden. Indertijd, toen er gerestaureerd werd, is lang niet iedereen het eens geweest met -jpvatting en uitvoering van den hersteJ-er .Men zou bij een heropbouw er dus toe komen om een groot en kostehjk ge-bouw op te richten, dat mLsschien de architektonische waarden van de oude Halle zou vereenigèn en opnieuw voor het •nageslacht behouden, maar dat zeker, nog voor ons, noch voor het nageslacht, echte gevoelswaarde zou bezitten. Gesteld dat wij binnen twintig jaar het leperen van vôor den oorlog netjes en zuiver volledig konden terugvinden, aile huizen en gebouwen in splinternieuwen, vurig-rooden baksteeii en met de versche beitelhouwen op blank gepoetsten steen, dan zou het geheel op ons slechts den in-druk maken van een netjes afgewerkte tentoonstellingsstad. Welke waarde zou die hebben voor onze innerlijkheid? Voor mij is het gevoel, dat steller van het artikel drijft, er een van romantischen aard. Hij heeft dit stadje gekend, de vormen van die huizen, de gedaanten van die gebouwen, de silhouetten van de torens, en ze niet meer terugvinden op de plaats waar hij ze altijd wist le bestaan is hem een ondragelijke gedachte. Hij vindt nu, dat de bouwkunst de mac'nt en het mid-del bezit, dat ailes terug te geven. Maar daarin juist ligt zijn misrekening : wat hij zeker niet voor een letterkundig werk zou ' toelate.n, vindt hij bouwkundig ge-sproken. natuurlijk. Dit komt vooral uit bij de beschrijving die hij geeft van de manier waarop de heropbouwing zou ge-schieden. De uitvoering- in degelijke bouwstoffen ter zijde geilaten, zou men gaan denken aan een Oud Antwerpen, Oud Brussel of Oud Gent. Zulke oproe-pingen uit het verleden vermogen niet, ondanks aile historische stijlgetrouwheid, ons gevoel te roeren, ons te doen leven in fiet verleden. Hetgeen door dezen krijg vernield werd, is een verlies voor de menschheid, en het is een verlies voor de menschen van thans die er hun genietingen wisten te vind Maar de menschheid heeft in den loop der eeuwen al haar schoonste voortbrengselen zien ten onder gaan, en de menschen zelf verdwijnen ook om \ oor anderen plaats te maken : ontstaan, leven,, sterven en vergaan is een natuur-lijke wet. Waarom zouden wij hetgeen door den gang van het leven vernield werd herop-richten, zonder onze nieuwe gedachten te la ten meespreken? Zeker, zoovele onzer gevoelens binden ons aan die geliefde en zoo vaak bezochte oorden, waar .het verleden tôt ons sprak. De straten en plei-nen, gebouwen en huizen, hebben een vertrouwelijk uitzicht voor ons : het zijn vrienden in ons leven gevvorden en hun verlies doet ons wee, innig diep wee. Voor ons die het verdwenene gekend hebben en geliefd, is het een ruw en zwaar verlies, waar wij om treuren. Onze kinderen zullen het reeds niet meer zoo voelen. Men kan niet treuren om het verlies vaiets wat men niet heeft gekend. Maar dan, de taak van het leven is be-staande waarden j onderhouden en nieuwe scheppen. Bij een kant-en-klaar heropbouwen van leperen naar het oucte voorbeeld worden geen nieuwe waarden geschapen, noch oude behouden. En hier zou dan de vraag kunnen herhaald worden, die indertijd met reden Prof. Kon-rad Lange stelde : « Wie zal er in de toekomst de Venetianen der 20' eeuw om danken, dat zij den ingestorten Campa-nille korrekt en getrouw hebben heropge-bouwd ? » leperen, onze droomstad, verdwenen van den aardbodem, leve in herinneringen als een verloren, nimmer meer weder te vinden schat. Men wage het niet uit stukken, brok-ken en gedeelten een geheel te hermaken, dat voor ons even als een Mammouth van Cuvier, nog slechts dorwetenschappelij-ke, — geen levens — waarde kan hebben. Zeker, er blijven moeilijke vraagstukken op te lossen, naar gelang er van ze-kere gebouwen grootçre of kleinere dee-len behouden bleven. Er'za<l in elk bijzon-der geval 'naar omstandigheden moeten gehandeld worden, die voor elk gebouw anders zullen zijn. leperen worde dus een nieuwe moderne schoone Vlaamsche stad,? want het is niet tvvijfelachtig of het^ levens-sterke Vlaamsche ras zal blijken genoeg energie te bezitten, om, ziende naar den gezichteinder : komst in vrede en yoorspped op te bou-wen. En als het toekpmstig leperen van -die tijden het beeld kan ^x>rden, zullen ; ook wij kultuurwaarden gjeschapen heb- i ben, wier beteekenis jjnfdk. geschiedenis 1 van bélang zal zijn.' Ç - E. B. M. Sflgf Leest allen de voorwaarden van 1 den Geîlluistreerden Kunst-Prijskamp s DE WERELD WONDEREN < < DAGELIJKSCH NIEUWS JEAN BARY f. — Onze lezers zullen zich wel bij naam Jean Bary herinneren, die leerst te Brussel hoofdopsteller was van « La Gazette » en toen de regeering naar den Havere week, meetrok.. Van-daar ging hij .naar Parijs waar hij « La Belgique Indépendante » stichtte. In dit blad' stond hij scherp tegenover de Bel-•gische annexionnisten en richtte ook meermaals strenge kritiek tegen Enge-land.EEN MINDER. — Jean Bary, de ge-wezen hoofdopsteller van « La Gazette», die zoo hevig optrad tegen de Haversche Regeering, is thans te Brussel overleden. Eén minder van degenen die voor den kop moeten geschoten worden ! .Misschien zullen eenige tienduizenden fldminganten toch voldoende zijn om de belangstelling van de franskiljons gaande te maken en de feestelijklieden op te luis-teren ! Jean Bary was geen Vlaamschgezind© doch in dezen tijd1 van goorheid was hij toch een man van karakter, die zijn mee-ning durfde zeggen. Het karakter bestaat nu, schijnt het, in te zwljgen en zich te laten wurgen. DE BELGISCHE REGEERING EN DE VREDESNOTA. — In « De Maas-bode » komt eene merkwaardige brief-wisseling voor uit Antwerpen, waarin door den inzender wordt verzekerd dat de vredesnota in de. Belgische regeenngs-kriugen geen ongunstig onthaal heeft gevoudeu, daar de Belgische regeering de overeenkomst van Londen, — geen afzonderlijkcn vrede te sluiten — niet heeit onderteekend en dus vrije hand heeft in de/e zaak. De inzender zegt dat van de Belgische regeering mag worden verwacht dat zij niet zonder meer neen zeggen zal indien en voorstêjlen worden gedaan, maar dat zij ten minste moet trachten vanwege de Duitsehe regeering te; vernemen welke de plannen zijn'met betrekking tôt België. Wij willen, besluit de korrespondent van « De Maasbode », niemands vassaal zijn, maar wij willen ook n emand bedreigen, wij willen vrij en onafhankelijk in ons eigen huis zijn en -onzijdig bhjven. FOLKLORE. — 't Gaat nog altijd mee, ^t zal zoolang bl'ijven meegaan als er een Sinjoor leeft : , — .Morgen micuiag zal ct een mensch over "de Meir wandelen die zooveel neu-zen heeft als er dagen in 't jaar zijn. , En de kindejeri die 't nog niet ge^ hoord hadden, zien in hun verbeeldilig het ijzelijk vizioen van een 'kop met • 365 neuzen ! « VLAAMSCH LEVEN ». — Inhoud van nr 13: Hoe staat het met den oorlog? (wekelijksche kronijk der krijgs^ebeur-tenissen) met 6 platen. — Gebruiken en gewoonten op Nieuwjaarsdag, door Jozef Vincx, met 5 platen. — Nieuwjaarsoch-tend,; verliaal door Prosper Arents. — Een Frausche « embusqué » wordt opge-brach't (plaat) ,v — Rèmy de Roeck : Le-vensschets en gedichten, met portret. — Een Angelsch-Saksische Almanak, met 1 plaat. — Wit fri zwart, gedicht van Lowy Haems. — Kunst en Leven. — Tooneelkronijk. — Sterfgevallen. — Boekennieuws. — Vermakelijkheden. >—. Brievenbus. — Spotprenten. DE OORSPRONG DER CENSUUR. — De oensuur op het oogenblik in "het grootste deel van Europa ingesteld, is niet, zooals men het zou kunnen denken, een instelling van jongen- datum. Het le-zen van de « Gallische Oorlogen » van Julius Gesar, een werk twintig eeuwen geleden geschreven, leert ons inderdaad, dat in het toenrnalig tijdperk reeds, de overheden zich volkomen rekenschap gaven van de voordeelen, welke de. staat 1 uit zijn toezicht op de verspreiding van nieuwstijdingen kon trekken. Ziehier, wat hij daaromtrent in zijn « Commen- • taren » geschre,ven heeft : « In de staten : van Gallië, bekend als het best georga-liseerd, verplichten de wetten hem.wifen door geruchten of praatjes, het is gelijk svat ter oore komt, de publieke zaken der 1 iiaburige volkeren rakende, deze geruch-:eti ter keunis te brengen aan de overhe- : ikn, zich onthoudende. ze mede te deel en < lan derden ; deze maatregel is genomen > ïeworcfen ten einde te beletten dat onbe- 1 iachtzame. of bekrompen personen door >auick bàyangën Worden, zich laten lei-len tôt bftitensporigheden . of besluiten 1 lemrn vanité .efroote gevolgen. De over- : leid houdt dan geheim hetgeen haar i roeddnnkt en deelt het volk mede, het- ' ?oen zij van pas acht : daarbuiten mogen le staatszaken slechts in de volksverga-îering besproken worden. » < Iets voor iederen dag Meestter Delvaux De Drie Kraaiende Hanen : Franck, van Cauwelaert, Huysmans Wij ontvangen onrustwekkend nieuws over den gezondheidstoestand van Mees ter Frederik Delvaux, volksvertegen-woordiger voor Antwerpen, hoofd en leider van de Antwerpsche libérale par-tij, deken en stokhouder van de Balie. Ondanks zijn hoogen ouderdom, — Meester Delvaux is in de tachtig, — denken en hopen we wel dat zijn krach-tig gestel de zie.kte zal te boven komen. Delvaux is nooit de vriend van de Vlamingen geweest, wel integendeel, doch het is een tegenstrever die, ondanks zijn hardnekkigheid, toch eerbied blijft afdwingen. Hij is een man van talent en strijdt met open vizier. Meester Delvaux is een dier talrijke Walen, die naar Antwerpen overwaai-den en er steeds door de verfranschte burgerij met oi>en armen werden ontvangen.Zoo plaatste. Antwerpen aan het hoofd van het stedelijk onderwijs, den hr sche-pen Desguin ; zond den hr Dr. Ciselet naar den Provincieraad ; hr Dr. Terwa-gne naar de Kamers, en aanvaardde Mr Delvaux als de. leider en invloedrijkste man van de heerschende politieke parti j. Maar een Waal, dit moet te zijner eer gezegd worden, doet niet gelijk de lam-me. Vlaming, die dadelijk zijn taal en stam verlooehent en allen strijd voor zijn ras prijsgeeft, waDneer hij naar de Waalsche streek verhuist. 't Is waar het zijn gewoonlijk arme dompelaars, die hun kostje moeten gaan zoeken in de mijnen of in de fabrieken en ginder niets in de pap hebben te brokken. Vlaande-ren is, door de schuld der Belgische re-geeringen, een echte stiefmoeder, hard en onmeedoogend voor het Vlaamsche volk, en een rijke tafel voor al wat Fransch of verfranscht is. Een Vlaming, hij weze dan gene.esheer of advokaat, moest het eens beproeven den politieken banjerheer te gaan uithangen te Luik, te Namen of te. Mons, ge zoudt hem een post zien pakken ! 't Herinnert ons al dadelijk aan een en-kel geval. De betrekking van bestuurder van het Luiker Konservatorium was opengeval-len, en Emiel Wambach dong er naar. Hij deed gelden dat hij te Aarlen gebo-ren was, en nog véél meer, waaraan we nkt h'oeven te herinneren, doch Luik, la Cité^ Ardente3 antwoordde fier en flinl^': * — Ms)ge ons dien flamin stuurt, smij-ten wij hem in de Maas! Goed zoo, Luik ! En zoo ge denkt dat wij het afkeuren dat ge uw ras, uw stam en taal wilt zuiver houden, dan zrjt ge mis. Wij bewondcrc-n en benijden U. Worden wij, Vlamingen, ooit zoo flink en fier, dan zijn we gered. Onze Lieve Heer gaf u de Maas en aan ons de. Schelde ! Wij vinden ook dat ze voor iets moeten dienen, en zoo de Schelde zooveel dieper en breeder is, dan toont zulks dat er, in een wijze voorbe-schikking, met de. omstandigheden reke ning werd gehouden. Wij denken er nu niet aan Meester Delvaux in zijn ouden dag zoo Waalsch te behandelen ; onze belangstelling in zijn gezondheidstoestand is integendeel seer gemeend, zeer oprecht. Wij wen-schen hem uit den grond van ons hart -en spoedige en volledige herstelling. Wrat wij alleen willen, is ons volk ver-mderen, en 't kan geen Waal kwetsrn îls we de Walen tôt ons voorbeeld stel-en.Met aan Meester Delvaux te denken, îegden we bij onszelven : « Indien man-aen gelijk Delvaux en Desguin, die doordrijvers zijn, die hun taal en stam weral en in ailes bevoordeeligen, stel-selmatig, taai en verstandig, nu eens îchte Vlamingen waren, gelijk zij echte \Valen zijn, hoe zouden zij ons volk tôt :egen zijn geweest ! » En onze geest Iwaalde af en we dachten aan onze Drie kraaiende Hanen : Franck, van Cauwe-aert en Huysmans. Wat' zijn we toch slecht bedeeld ! Van Huysmans spreken we niet eens neer ; als we. vOor ons volk moeten kie-:en tusschen den Waal Terwagno en den lamingant Huysmans, dan nog liever rerwagne. Maar Franck en van Cauwelaert? Wij dacbten altijd dat Franck en van Cauwelaert voor de Vlamingçn sterke

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Het Vlaamsche nieuws belonging to the category Gecensureerde pers, published in Antwerpen from 1915 to 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods