Het Vlaamsche nieuws

892 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1915, 16 August. Het Vlaamsche nieuws. Seen on 29 March 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/b853f4n68m/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

"^ '"i» ^ Qt £&$ jL> J £'& ys» » 5 ^^Uti^iiAi<tîlî dUMUf ' &ciî€tëi B&lgdë Het Vlaamsche Nieuws Htl bm teg^Hëit en meesi verspreid NieuwshleKi van Ngië, » Vew^it 7 maa) per week AB0NNEMENTSPRIJZEN AFGEVAARDIGDBN VAN DEN OPSTELRAAD : AANKÔNDIGINGEN ® P*r weak #.3S . Fer 3 naaaaie* 4.- | ~ Alk^é V A TV FIETV »»ivnr Tw*ede bladz., per regel 2.60 i Vierd® bladz., per régal.. 0.50 Per maaaii 1.60 Per 6 »aa*4en 7.50 g ® Alïg. BCRMS Aillait VÀN DEN BI\ANDE | Berdô blad., id. 1.-— | Doodsbericht 6.— Per jaar 14- BUREELEN : ROODESTRÀAT, 44, ANTWERPEN. Tel. 1999 1 Veor aile annonce*, w#ad& men zkà : ROQDKSTR.AAT, 44. Onderwijstoestanden in Antwerpen flieuwsgierig oui te weten hoe het in je gemeentescholen te Antwerpen ge-steld is op het gebied van het taal-onderricht, ben ik op inlichtingen uit-gegaan en heb ik een tiental onderwij-zers geinterviewd. De samenvatting van al die samempraken is belangwek-lend genoeg om ze in wijderen kring bekend te maken. Het voertnig van gansch het onderwijs, tôt en met de hoogste klasse van onze lagere scholen met zesjarig leer-plan, is uitsluitend het Nederlandsch. Als vak wordt als tweede taal het fransch aangeleerd en dit van het vierde studiejaar af. Of de leerlingen veel me-dedragen van dit onderwijs in een tweede taal is een vraagstuk waarover dik-werf en op afdoende wijze geantwoord werd. De leerlingen kennen op hun ne-jende levensjaar( vierde studiejaar) niet genoeg van hun moedertaal om met vrucht een tweede taal aan te vatten. Het is eeli stelling, door aile pedagogen fewezen, dat het enkel tijdverlies is een tweede taal aan te leeren in de lagere school. De uitslagen van al die moeite is dan ook om zoo te zeggen irai. De leerlingen kennen eenige woor-den en kunnen misschien een heel klein briefje of een postkaart opstellen in de vreemde taal, maar hebben niet geleerd, die taal als voertuig van hun gedachten te gebruiken. Wat erger is, zij hebben deze negatieve kennis opgedaan ten toste van hun degelijke ontwikkeling in de andere vakken. In onze Antwerpsche scholen ligt de wrzaak niet, zooals wel eens beweerd werd bij de onderwijzers, die zich aile mogelijke moeite getroosten om de tweede taal goed aan te leeren, maar wel in het feit zelve, dat het aan jonge geesten onmogelijk is zich van twee werktuigen te bedienen om hun gedachten uit te drukken. Het eigenlijke taalonderwijs in de moedertaal, het Nederlandsch, werd sinds een paar jaren op nieuwe ban en iiigericht. Door den Stedelijken School-raad werd een prijsvraag uitgschreven on een degelijk schoolboek te bekomen voor het onderwijs in de Nederlandsche taal. In dien prijskamp werd het boek van den Heer August Bossaerts, aggre-gaat-leeraar, onderwijzer te Antwerpen, bekroond : Nederlandsch Taalboek, be-îtaande uit een Handleiding voor den onderwijzer en vier stukjes voor de leerlingen, benevens een Regeltafel en een Woordenboekje. Dit laatste bevat : Nederlandsche woorden met hun beteeke-uls, schrijfwijze, meervoud, klemtoon, geslacht en uitspraak ; aanduiding van ■loeilijkheden in de vervoeging van sterke, zwakke en onregelmatige werk-tvoorden ; de gebruikelijke verkortingen; vreemde woorden met hun vertaling; «n volledige lijst van verkeerde uitdrukkingen : belgicismen, gallicismen, ,'ermanismen, anglicismen eu provincia-lisnien.Ik heb me het werk aangeschaft en duchtig ingezien. Het is een voortreffe-lijk handboek, dat overal, in aile scholen van het Vlaamsche land zou moeten gebruikt worden. Ik kan het niet genoeg aanbevelen aan aile onderwijzers en onderwijzeressen, dié het goed meenen met de studie van onze dierbare moedertaal. Benevens de degelijkheid van de stof, vergemakkelijkt het het werk van den onderwijzer of onderwijzeres en maakt het onderricht aangenaam en doeltref-fend voor de leerlingen. In dit degelijk werk werd aile saaiheid, die men maar *1 te veel in dergelijke werken aantreft, verraeden. Dat is wel één van zijn grootste verdiénsten. Over het Woordenboekje moet ik nog ifzonderlijlc iets zeggen. Dit deel van tat werk van den Heer Bossaerts kan aan ieder, aan jong en oud diensten bewijzen. Al degcnen, die wel eens de P® ter hand nemen, — en wie doet dat ®iet — zouden het steeds bij de hand ®oeten hebben. Vooral de lijst van verkeerde uitdrukkingen is uitstekend sa-®<ngesteld. Beste lezer, stel niet uit, K00P dadelijk dat woordenboekje en zui-['er uw taal. Het is te verkrijgen in aile welrtvinkels (prijs fr. 0.60). Oit boek werd in aile scholen. van Antwerpen opgelegd als te volgen méthode bij het onderricht in de moeder-jaal Dit wil echter niet zeggen, dat, n''et dit opleggen, ineens het doel be-r^kt werd. Verre zijn wij er nog van , Er is hier onlcunde en ook wel moed-H in het spel. Verschillende van mijn zegslieden we-148 wij op het feit, dat op de Staats-Jjormailschool te Lier in de laatute jaren e 'eeratrstoel fn d« Nederlandsche taal bekleed werd door letterkundigen, die door den band sleclits leeraars zijn. Zij houden vast ôf aan den ouden sieur, of • willen zich aan geen regels binden. Al-. dus wordt het eigenlijke taalonderwijs verwaarloosd en kennen de toekomstige leerkrachten onvoldoende spraakkunst en syntaxis, wat ze nochtans zoo noodig hebben in de uitoefening van hun ambt. Vandaar dan ook dat er een verschil bestaat tusschen de leerkrachten die uit de Nonnaalschool van Lier of uit de Normaalschool van Gent komen. Voor dé meisjes is het nog erger, daar vele onderwijzeressen haar diploma behaal-den op eenWaalsche normaalschool.Wij weten wat daar het onderwijs in de Nederlandsche taal om het lijf heeft. Het is een feit, dat de onderwijzers in ons land niet sterlc onderlegd zijn op het gebied van Nederlandsche, diep doorge-voerde taalkennis. Wij kunnen hier enkel de hoop uitdrukken, dat dit in de toekoinst moge veranderen en dat vooral te Antwerpen de stedelijke nomaalscho-len die verandering zullen brengen, al komen ook van dien kant uit verschil-lende klachten. Men zeide mij ook dat er wel eens moedwil bestaat. Zooals het maar al te dikwerf gebeurt, wordt het werk van een kollega hier geboycot. In hun on-kunde zeggen sommigen : « moeten wij zô6 schrijven en aanleeren, omdat Bossaerts het zegt? » Deze aanmerking al-leen, bewijst reeds de onkunde, het ge-brek aan diepe studie van die heeren. In het Taalboek namelijk wordt aangeleerd dat de woorden : een, mijn, uw, zijn, haar, hun, aile woorden die in den nominatief mannelijk enkelvoud geen uitgang hebben, steeds onverbogen blij-ven. Verder worden aile genitieven en datiefvormen omschreven. (Natuurlijk buiten de versteende uitdrukkingen.) Dat is modem, dat is logisch en komt overeen met de tegenwoordige ontwikkeling van onze taal. Zoo moet ze on-derwezen worden. Ik noem het klein-geestig zich daartegen te willen verzet-ten in plaats van met den modernen geest mede te gaan en het taalonderwijs te verjongen. Nu gebeurt het, dat de jongens of de meisjes in de ééne klasse een onderwijzer of onderwijzeres hebben, die het onderwijs in den modernen geest, volgens het door het gemeentebestuur opgelegde taalboek geven en dan in de volgende klasse een leerkracht aantreffen die weer met de oude sieur voortgaat en aan de kinderen meer afleert dan bijleert. Voeg daar nog bij, dat de gebruikte leesboeken in den verouderden taalvorm geschreven zijn en men zal licht begrij-pen, dat wij gelijk hadden hooger te zeggen, dat wij nog ver van het beoogde doel verwijderd zijn. Dat er echter te-genover de vroegere toestanden verbete-ring aan te stippen valt is een verheu-gend feit. Wat aangaat de uitspraak van onze taal zijn de toestanden in onze scholen minder rooskleurig. Men spreekt bijna in aile klassen « beschaafd Antwerpsch», wat in het minst niet overeenkomt met het « Algemeen Beschaafd » dat er zou moeten gesproken worden. De oorzaak is hier ook weer terug te voeren tôt het onderwijs op de normaalscholen van den staat en de gemeentelijke normaalscholen, waar aan dit gedeelte van het taalonderwijs te weinig belang gehecht wordt. Men vindt het op veel plaatsen en in veel gevallen aanstellerig zuiver beschaafd te spreken. Men houdt zich niet bij het dialekt, maar men spreekt wat men wel eens schilderachtig « Boeksch » genoemd heeft, om daar-mede aan te duiden, dat men met eenigs-zins zuivere klanken spreekt zooals men schrijft, wat steeds verkeerd is en blij-ven zal, vermits de twee, schrijftaal en spreektaal, met elkander niet mogen verward worden. Tegenwoordig bestaat er op dit gebied in het onderwijs een waar mengelmoes van allerlei uitspraken met als hoofd-toon het beschaafde dialekt. Zoolang deze toestanden blijven bestaan, zoolang er geen eenheid komt in het onderwijs op het gebied van zuivere uitspraak, zal men er ook nooit toe komen aan ons volk een beschaafde omgangstaal te ver-schaffen en zullen aile pogingen in dien zin vruchteloos blijven. De school moet hierin, zooals in vele andere gevallen, vôôrgaan en het volk op den goeden weg helpen. Het zou daarom onzes er-aclitetis niet slecht zijn voor de onderwijzers en onderwijzeressen leerkursus-sen in te richten, waar zij onze taal zuiver zouden leeren ffebruiken. Wel wer-' den reeds door de « Vere«tiïaring tôt het bevorderen van de Beschaafde Omgangstaal » zulke lessen ingericht en werd er door den Heer Schepen van Openbaar Onderwijs, evenals door den1 Heer Mi-nister van Kunsten en Wetenschappen, s aangedrongen op het gebruiken van een i zuivere omgangstaal bij het onderwijs, maar men kwam niet tôt de gewenschte uitslagen. En geen wonder, hoe wil men ; iets gebruiken, dat men zelf niet kent, zelf niet bezit? j De nieuwe schoolwet verplicht de kin-! deren school te gaan tôt hun veertiende, jaar. Wanneer ze de lagere school met! zesjarig leerplan verlaten, gaan ze naari een school van voortgezet lager onderwijs, de zoogenaamde Lagere Hoofd-scholen. Daar ontvangen ze, benevens onderricht in andere vakken, ook onderwijs in de moedertaal. Hetzelfde is toe-passelijk op Staats- en Stads^Middelbare Scholen en Athenea. In de lagere school hebben de kinderen nu een onderwijs in de moedertaal ontvangen in modernen geest. In het vervolg krijgen ze nu weer liandboeken voor middelbaar taalonderricht die vol-gens de oude sieur opgesteld zijn, om de eenvoudige reden, dat er geen eigenlijke moderne schoolwerken voor taalonderwijs ten gebruike van het middelbaar en voortgezet lager onderwijs bestaan in ons land. Wij zonderen hier de, degelijke spraakkunst van Professor Ver-coullie uit. Deze is echter voor voortgezet lager onderricht en ook voor de lagere middelbare klassen te moeilijk. Die toestand werkt verlammend en de leerlingen worden weer van het ingesla-gen pad verwijderd door gebrek aan leerstof en leerboeken, en hier nog meer dan in het eigenlijke lagere onderwijs door sieur en moedwil van de leerkrachten. De leerlingen worden er op taalge-bied <( verknoeid », zei men mij, en het Woord is niet te stcrk. Daarin moet verandering komen en het ware te wen-schen, dat een van onze moderne taal-onderwijzers zich aan het werk zette om voor voortgezet lager en voor middelbaar onderwijs een degelijk handboek (spraakkunst en oefeningen) samen t®. stellen, dat als aansluiting kan dienen: op het hooger genoemde degelijke werk van A. Bossaerts. Zet er zich iemand in die rieliting aan het werk, dat hij dan een handboek samenstellë, dat ook voor het latere leven diensten kan bewijzen, iets in den zin van Larousse voor de Fransche taal, van Spruyt voor het Hoogduitsch en ten Bruggencate voor het Engelsch. Het moet een boek zijn dat ieder kan raad-plegen in twijfelachtige gevallen, waarin ieder de fijnheden van de taal kan op-; sporen met de zekerheid ingelicht te worden over het een of ander moeilijke geval. Onschatbaar zijn de diensten die aldus aan onze Groot-Nederlandsche taalbeweging zullen bewezen worden, al ziet men zoo dadelijk het verband niet. Daartoe is echter vooral de hulp noodig van de school van laag tôt hoog en in de tweede plaats van de persi, die in ons land, laat het ons grif erkennen, in een crbarmelijke taal geschreven wordt. Het opkomende geslacht moet beter de moe-i dertaal kennen. Het is de sleutel van aile verdere ontwikkeling. De onderwijzers en onderwijzeressen, leeraars en leeraressen bezitten, ondanks wat ik hooger aanvoerde, genoeg goeden wil en kracht om degelijk werk te ver-richten. Men geve ze daartoe de noodige iniddelen en ontwikkelingsgelegenheid op de normaalschool en daarbuiten en weldra zal de sieur en de moedwil van sommigen verdwijnen. Nu wordt er veelal gezondigd tegen beter weten in. Wij durven hier ten slotte een oproep doen tôt de onderwijzers, onderwijzeressen, leeraars en leeraressen van Antwerpen en daarbuiten om ter wille van het volk waartoe ze behooren : - 1* hun taalonderwijs in modernen zin te geven en hun moedertaal diep en grondig te bestudeeren en af te breken met de oude, doodende sieur ; 2° gebruik te maken van het prachtige-wapen dat hun door hun kollega A. Bossaerts gegeven werd onder den vorm van zijn Nederlandsch Taalboek. 3° de goede uitspraak van onze taal te' bestudeeren en ze zich eigen te maken in hun onderricht en daarbuiten. Aan-vankelijk zal men wel zien glimlachen door eenigen. Dat mag ons echter niet afschrikken wanneer wij het goede be-trachten. Het zijn slechts domkoppen en sukkelaars, zoo het geen Franskil-jons zijn, die het met de ontwikkeling van ons volk slecht meenen ; | 4* zich te herinneren welk hun roe-> ping is : het onderwijzend personeel is I er niet alleen om aan de toekomstige burgers te leeren lezen, schrijven en re-kenen. Het heeft ook een hooger roe-' ping, de ontwikkeling van het volk be-i vorderen op aile gebied. Het personeel moet van het volk een ontwikkelde, kul-tureel hoogataande natie maken en dat kan alleen wanneer dat volk over het eenige daartoe geschikte wapen volledigl beschikt : DE TAAL. Tôt de inspecteurs, vau staat en stad,t durven wij ook een woordje richten en' ' ze vragen de hand te houden aan de ; | door het staatsbestuur en het gemeente- ; | bëstuur opgelegde methodes welke bij ; het taalonderwijs moeten gevolgd wor-! den. Men heeft wel eens gezeid, — het ; is een volksgezegde — dat het vagevuur [met goede inzichten geplaveid is. Het-j zelfde is waar voor vele omzendbrieven en l>ekendmakingen, die van hoogerhand komen. Het blijft echter gewoonlijk bij f het afkondigen en de gegeven wenken worden te gauw vergeten. Aan de over-heid van het onderwijs voor het tegen-overgestelde te zorgen. Ik vernam ook een en ander over de betalende scholen van Antwerpen. Daar-over in een volgend artikel. Dr L. F. iSli LlulîMIiiP JAN IAPI1ST BAVIi îmoi-imee Wie, in deze droeve tijden, het vrien-delijke Lier bezocht, heeft, achter de indrukwekkende St. Gummaruskerk, ongercpt, een bronzen beeld zien staan te midden van een groen en rustig pleintje. Een slank man is het, in pries-tergewaad, in een peinzende houding, met een boek en een pen in de hand. Die man is Kanunnik J. B. David, de leidsman van de Vlaamsche katholieken. in datzelfde stadje Lier geboren, den 25n Januari 1801, en overleden te Leu-ven, den 2dn Maart 1866. Zijn leven verliep zonder veel avou-turen, gewijd aan studie en volksont-wikkeling.Hij vestigde zich in zijn jeugd als apothekersgast te Antwerpen, waar Jan Frans Willems hem ontmoette en hem belangstelling voor de wetenschappen en voor taalkunde inboezemde. Zoo werd hij er toe gedreven een loopbaan in te slaan, die hij schitterend zou ten einde brengen : Op zijn negentiende jaar begaf hij zich naar het seminarie van Mechelen, dat hij in 1823 als pries-ter verliet. Achtereenvolgens werd hij leeraar aan het Atheneum te Antwerpen, aan het klein seminarie te Mechelen, dan bestuurder van het Kollege en reeds in 1834 professor aan de Hooge-school te Leuven. Hij was lid en eere-lid van een groot aantal Belgische en buitenlandsche Akademiën en geleerde genootschappen, en ridder van de Leo-poldsorde en van den Nederlandschen Leeuw. Zijn waardevolste geschenk aan zijn volk was zijn «Vaderlandsche Historié» in elf deelen, een werk, zooals er slechts zelden een door een enkele geleerde wordt op touw gezet. Zijn gezamenlijke arbeid beslaat een kleine bibliotheek Bovendien leidde hij een aantal tijd-schriften, waarvan de « Middelaer » een der degelijkste organen was van de geleerde wereld uit dien tijd. Zijn studies over Bilderdijk behooren tôt zijn beste werken. Hij gaf de schriften van Jan van Ruusbroec uit (VI. Bibliophilen), leverde verder nog een veelgeprezen vertaling van de « Navolging Christi». Niet tôt kamerarbeid bepaalde zich echter zijn werkzaamheid. Hij was voorzitter van een aantal letterkundige Kongressen en lid van de Spelling-Kommissie van 1864, die de eenheid van taal voor Zuid- en Noord-Nederland ambtelijk heeft doen erkennen. Hij was een der voornaamste medewerkers aan het groot Wocwdenboek der Nederlandsche Taal. Onvermoeibaar en steeds bezig, heeft hij bii de behandeling van de verachil-lende vraagstukken die hem aantrokken nooit,een enkele van de politieke of wijs. geerige overtuigingen terzijde gesteld die hij aankleefde.Daardoor iszijn arbeid niet van een zekere eenzijdigheid vrij te pleiten. Belangrijk blijft hij echter overal, omdat hij steeds op kennis en on-derzoek gegrond is. Hoort overigens, hoe Pastoor Claeys, die hem persoon-lijk kende, den grooten man in een rede bij de onthulling van zijn standbeeld (Augustus 1897) beschreef : « Ik zie hem nog, zegt Claeys, aan zijnen lessenaar met draaiende schab-ben, opgestapeld met boeken, dokumen-ten, kronieken ! » Hij ging van boek tôt boek en nam de pen op toen hij ailes gevat had, — zoo kon hij er over spreken, als over iets van gisteren, en ziedaar hoe het kwam i dat hij zoo goed, zoo zuiver, zoo een-f voudig vertelde ». | . Van die vertelkunat jjayen wij in onze Bloemlezing een Tuchtige proeve. DAGELIJKSCH NIEUWS VOOR DE VRIJWILLIGE BE-DIENDEN (DOPPERS.) — We ontvangen volg'enden brief waaraan we vol-gaarne plaatsruimte verleenen : « Voor enkele maanden heeft uw ; geëerd blad de ondersteuning verleend aan de vrijwillige bedienden (doppers) der werkloozenlokalen door een artikel op te nemen, hetwelk veel heeft bijgebracht tôt verbetering van hun lot. Van i fr. daags verkregen zij fr. 1.40 met belofte van meer. Maar belofte is wel schoon als ze maar verwezentlijkt wordt. Vroeger was dit niet de gewoonte onzer goede stad ; nu schijnt het van wel. Zie-hier de lijst der verdiensten van de ver-schillende diensten : Bursel van Welrfadigheië. — Vrijwil-ligers in de eetwaarzalen : fr. 3.— daags (6 uren dienst). Vrouwen: 60 fr. per maand. Armbezoekers : 75 fr. per maand. Diensten. — Inspekteurs-spitters 3 fr. daags. Inspekteurs-park 3 fr. daags (8 uren dienst.) Burgerpolitie : 60 tôt 75 fr. (aile dagen ic\uren of 5 uren dienst per dag.) En nu bij de « doppers » : in lokalen waar duizendenvlieden ziekelijke en andere komen, waar reuken en andere onaan-genaamheden zich samenhoopen, krijgen de bedienden voor 7 uren zwaren dienst een loon van fr. 1.40 daags. En daarvoor moeten ze een goed geschrift en vooral van onberispelijke eerlijkheid zijn, daar de onregelmatigheden maar al te gemak-kelijk kunnen gepleegd worden. » We hopen dat de geïnteresseerde be-sturen bovenstaande verklaringen wel in overweging zullen willen nemen en aan de wenschen door de vrijwillige dopbu— reelbedienden voldoening zullen kunnen schenken. DE OUDERDOMSPENSIOENEN VAN 65 FR. — Een groot aantal per-sonen, die aanspraak mochten maken op eene uitkeering van 65 frank, aan ouderlingen van minstens 65 jaar oud toegekend, hebben wegens den oorlog deze som niet kunnen ontvangen. Men meldt ons thans, dat deze ach-terstallige wedden, eerstdaags bij de ontvangers der belastingen zullen uit-gekeerd worden. De belanghebbenden zullen als naar gewoonte de kwijtbrieven ontvangen en zullen die, met hunne handteekening voorzien, moeten vertoonen, om de wedden te bekomen. Te Antwerpen, te Brussel en te Luik zullen de tolontvangers met de betaling der kwijtbrieven gelast worden. Men meldt ons tevens, dat het niet onmogelijk is, dat de jaarwedden van 1915, nog voor het einde van dit jaar zullen uitgekeerd worden. Goed nieuws du3 ! ARME HANDELAARS. — In de Le-guitstraat woonde eene arme vrouw welke er een winkeltje openhield sinds 3 voile jaren. Daar de bovenhuurders haar niet kon-den betalen was ze verplicht hare huis-huurschuld te laten ophoopen en kon al-zoo geene winkelwaar meer inkoopen : ze was alzoo verplicht enkele dagen van den « dop » te leven. De eigenaar, die een goed ingezeten burger is komt haar ter hulp en koopt bij haar voor eene waarde van ruim 100 fr. koopwaren. De vrouw verkeerde in de gedachte dat ze met dit geld nu nieuwe waren zou kunnen aan-koopen, doch de eigenaar haar zeggende « Ik kan zoo goed bij U komen koopen als ergens anders » neerrft de waren weg, betaalt niets ; hij trekt de waarde der koopwaren af van de verschuldigde somme. De arme vrouw was dus totaal uit-verkocht en op den hoop toe doet de eigenaar hare meubelen nog aanslagen om deze openbaar te verkoopen. Kan men harteloozer handelenpv Te Berchem gebeurde ook dergelijk geval. In een café werden aile de meubelen aangeslagen om reden dat de eigenaar betréffende een huisfïuurgeschil geene minnelijke schikking wil treffen. Het is waarlijk betreurenswaardig dat zekere eigenaars de huishuurgeschillen tôt het uiterste willen drijven, niettegen-staande dat vele huurders langs aile kan-ten hunnen goeden wil betoonen door ge-deelten te storten en hunne meubels, zelfs juweelen laten verpanden, om toch maar hunne huishuur te kunnen voldoen. Zij kunnen er toch niets aan doen dat bovenhuurders geen w»rk hebben en alzoo niet kunnen betalen. We doen een be-'roep op het goed hart der huiseigenaren [indien ze huurders hebben, die hunnen ; goeden wil betoonen, deze zooveel moge-lijk te steunen in plaats van hen naar den ,ondergang te leiden. ■ Wanneer de heeren eigenaars, hande-laars, rentegevers of ontvangers, of huurders in de beste verstandhouding willen Ieve«, ç»an ze voor hunne huis huurgeschillen te regelen naar den Na-tionalen Huurdersbond van Brussel (af-deeling provincie Antwerpen) Reynders-straat, 34. Het bureel voor kostelooze raadgevingen is dagelijks open van 2 tôt 5 u. namiddag (B.T.) OM DEN HEER LAMEERE TE HELPEN, — De « Académie des Sciences » te Parijs heeft eene som van 3000 frank aan den heer Aug. Lameere, lid van de « Académie » in België, professor aan de Vrije Universiteit te Brussel, verleend, om hem in zijne wetenschap-pelijke onderzoekingen financieel te gemoet te komen. DE HAVENBEWEGING TE MARSEILLE. — Volgens « Le Sémaphore » zijn in het eerste halfjaar van 1915 in de haven van Marseille binnengekomen 6000 schepen, met een gezamenlijken tonneninhoud van 7.251.573 en een wa-reninhoud van 4.019.099 ton. Vergele-ken met hetzelfde tijd vak van 1914 is het getal schepen met 2264, de tonneninhoud met 3.617.578 en het goederen-totaal met 940.003 ton achteruitgegaan. BIJ ONZE GEINTERNEERDEN IN HOLLAND. — De in Gaasterland geïn-terneerde Belgen zullen eerstdaags ge-concentreerd worden in twee kampen, te Rijs en te Oudewirdau. Op deze plaatsen worden ook scholen geopend voor de kinderen. VOOR ONZE BELGISCHE KINDEREN. — Van het Leidsche Huisvesting-komiteit zijn Donderdag wederom verte-genwoordigers naar België vertrokken. De kommandant van het marinekorps te Brugge heeft den Bestuurder van het ko-miteit, den heer Kellenaers, machtiging verleend tôt het halen van eenige kinderen uit het operatiegebied. Ook uit Na-men zullen eenige zeer arme kinderen worden medegebracht. Verwacht wordt, dat deze reis minstens een week duren zal. DE VRIJWILLIGE LANDSTORM IN HOLLAND. — De minister van oorlog heeft ter kennis van den opperbevel-hebber van land- en zeemacht gebracht, dat er bij hem geen bezwaar tegen bestaat om vrijwillige landstorm-afdeelin-gen, die bij een der onderdeelen van het leger worden gedetacheerd, gedurende dien tijd van rijkswege voor zooveel noodig van overkleeding te doen voorzien. De benoodigde kleeding zal door de zorg van den kommandant van elk on-derdeel waarbij de detacheering plaats heeft moeten worden verstrekt en na af-loop weder worden ingenomen. BELGEN NAAR ENGELAND. — Donderdagavond zijn met het stoomschip « Kopenhagen » van Rotterdam naar En-geland vertrokken 473 Belgische uitge-wekenen mannen, vrouwen en kinderen. BIJ DE GEINTERNEERDEN TE GAASTERLAND. — Onder de geïnter-neerde Belgische militairen te Gaasterland is typhus geconstateerd. Donderdag rapporteerde de geneeskundige dienst 5 gevallen in het kantonnement Rijs (voormalige steenfabriek) en 2 gevallen in het kantonnement Sondel. DE INVOER IN BELGIE. — De in-voer van gefabrikeerde en ongefabri-keerde tabak in ons land kan jaarlijks op 10 tôt 11 miljoen kilos geschat worden. Wij leveren in Frankrijk meer dan 60 miljoen ton sigaren per jaar, daarbij komt nog eene zeer aanzienlijke hoe-veelheid gesmokkelde Belgische sigaren, die ginder zeer gezocht worden. De nijverheid van fijne sigaren nam slechts in o#s land eene merkbare uit-breiding ten jare 1875 en deed sinds niets dan stijgen ; het invoeren der siga-ret dagteekent van 1843 en hare uit-breiding dagteekent bij ons slechts van het jaar 1870, om op het oogenblik op eene fabrikatie te komen waarvan de voorbrengst overgroot is. Er zijn inder-daad, in ons land 1300 sigarenfabrikan-ten, alsook 4765 groothandelaars. EEN ZONDERLINGE STATIS-TIEK. — Er zijn te Londen 1872 vrouwen die haren man verlieten, en weder-keerig 2371 mannen die hunne vrouw lieten « zitten ». Meer dan 200.000 huwelijken leven in eeuwigdurenden staat van oorlog, en men berekend op 162.000 het getal echtgenooten, die « te huis » slecht overeenkomen, doch « buiten huis » voor de oogen der wereld in verstand-houding leven. Ongeveer 500.000 personen, slecht ge-huwd, spreken, alhoewel samenwonen-d«, «looit t«gon «Ikander.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Het Vlaamsche nieuws belonging to the category Gecensureerde pers, published in Antwerpen from 1915 to 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods