Het volk: christen werkmansblad

1006 0
16 December 1917
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1917, 16 December. Het volk: christen werkmansblad. Seen on 19 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/g73707z31k/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Aile briefwieselingen vracht-Vrij te zenden aan Aug. Van Iseghern, uitgever vtwr denaaml. Ennattch. «Drukkerig Het Volk», iTeersteeg, n 0 16, Gent. Bureel voor West-VJaanderen» ©ftstcn Bossuy t, Becolletten-fweat,14, Kortrjjk. Men schrijtt la » Opalle postkantoren aan 10 fr< per jaar. Zes ma-andon fr. 5.00k Brie maandeu fr. 2,50. Aankondlglngon s Prijs volgens tarief. Voorop t® betalen. Bechterlijke herstelling, 2 fî. pgr regel. * Ongeteekeade brieven wordea , geweigerd. ! TISLEFOON N® 137, Gteafc Veî'scliijnt © maai per week CHR1STEN WERKMANSBLAD 3 Ceatlemea het nummer !N ENGELAND, Nederianifs Ouaflianlcelîjklielâ- LONDEN, 13 Dec. — King vroeg in het Ëngelsch Lagcrhuis of de Verbondenen zinnep.s waren, noch tijdens den ooilog, nech later de oiige6choudenheid van grondgebied, de vaart-rechten of liot Koloniaal gebied der Nederlar.den te Bchenden. Lord Cecil antwoordde : Noch nu, ïioeh latcr brstond of bestaat het inzicht, in wat ook do onafhankelijklieden van Nederland of van zijne bezittinger te eclienden, J3e Vrecleskwestïo tîissciien EnoelaM en EuitscManfl. BERLIJN, 13 Djccmbsr. — Volgens eene Reutermelding uit Londen, die tofc hlertoc allecn door de pers medegedceld wordt, liecffc sir Bal-four, op de vraag van een afgcvaardigde, of de Engelsche regeering vrede svoorstcllcn van de Middelmachten or.tvangen had en of de regeering daar eene verklaring kon ovevgeven, ge-ontwoord ; Gezien de volkskommissarisscn In St-Petersburg het goed gevonden hebben, eene ■vertromvelijke mededeeling van den Russischen gezantschapsdragerte Londen bckend te maken, staat er thans niets meer In den weg om toe te geven dat de regeering van Z. Britsehe Ma jesteit, In September 1917, vanwege Duitschland en door tusschenkomst van een neutralen diplo-maat eene mededeeling ontving, dat het de Duitsehe regeering aangenaam zou zijn aan de Britsehe regeering eene mededeeling over den vrede te doen. De Britsehe regeering antwoordde daarop, dat zij bereid is, de mededeelingin ontvangst fce nemen, die do Duitsehe regeering haar wenschte te overhandigen en dat zij bereid was «r methare Bondgenooten over te onderhandelen. De Engelsche regeering gaf kennis aan de re-geeringen van Frankrijk, Italie, Japcn, Rusland en de Vereenigde-Staten van het Duitsch voor-stel en haar antwoord daarover. Hierop ont-,vingen wij geen antwoord en hebben sindsdien ook geen andere vljandelijke ambtelijke mede- deelingen over deze zaak ontvangen. * * * i Daarop wordt het volgende, ter vollediging aan gemerkt van Duitsehe zijde : In het bsgin van September ontving de Duit-eeho regeering, door tusschenkomst van eene neutrale maeht eene diplomatische aanvraag over Duitsehe eorlogsdoeleinden. De aard der mededeeling der neutrale regeering was dusda-nig, dat, naar de internationale gebruiken, met zekerheid moest aangenomen worden, dat de neutrale aanvraag met voorkennis der Groot-Britsche regeering en met hare toestemming gedaan was. Verder kon, uit de omstandigheid der aanvraag, met groote waarschijnlijkheid gedaeht worden, dat het Engelseh kabinet ten minste zijne belangrijkste bondgenooten in kennis had gesteld van dezen Btap en hunne toestemming had ingewonnen. De Duitsehe regeering was in princiep bereid op deze aanvraag te antwoorden. Twee wegen boden zieh aan : deze der rechtstreeksehe en deze der on rechtstreeksehe beantwoording. Te-gen het onrechtstreeksch antwoord,'t is te zeggen, door tusschenkomst eener neutrale maeht, pleit-te de doorslaande overweging, dat deze eenzijdige foekendmaking der Duitsehe houding den neu-tralen bemiddelaar zelf reeds zou binden tegen-over de Duitsehe politiek, zonder het minste gevaar voor de houding door de tegenpartij aangenomen. Een rechtst#eeksch mondelingsch faeantwoorden, door een man van vertrouwen, geheen in deze zaak het doelmatigst. Ket verder verloop der gebeurtenissen bracht Ban de Duitsehe regeering de overtuiging, dat van van den kant der tegenstanders niets gebeurdo om een dergelijke rechtstreeksehe beantwoor-ding piogelijk te maksn. De Duitsehe regeering heeft eerst kennis ge-nomen van de meening der Britsehe regeering over hare bereidwilligheid, iedere mededeeling der Duitsehe regeering in ontvangst te nemen, door de mededeeling van den heer Balfour in het Lagerhuis. Verdere stappen zijn, door de Duitsehe re ^eering over deze zaak niet gedaan. IN SPANJE. KamerontbMlng- MADRID, 13 Dec. — De ministerraad besloot troensdagavond binr.en kort aan den koning de onthinding der Kamer en het inrichten van eene nie meeno herkiezing voor te etellen. De nieuwe Kamer zal zieh bszig houden met het wetsvoorstel van algemeene fctrafkwijtechelding. IN NEDERLAND, Engelseh laciitscfetp gslanl AMSTERDAM, 13 December. — Heden donderdagmorgen landdè in Cemnes Buiten een Engelseh luchtsehip, zonder bsmani>ing. Het luohtschip bleef tussehen de huizen hangen en veroorzaakte aanzienlijke sehade. De beman-ning heeft waarsohijiilijk het sehip verlaten, vôôr de lading. In den gondel vond men noch brieven, noch kaarten of kleedcren der beman-ning en de motors waren nog in werking. Bij Sliedrccht werd 's morgens een Engelseh vlieger, zonder vliegtrig, aangehoude». Men donkt dat hij deel maakt van de bemanning van het vreemde luchtsehip. De vlieger werd naar Dordrecht gebracht, om daar geïnterneerd te worden. AMSTERDAM, 13 Dec. — Het luchtsehip heden morgon bij Cemnes Buiten geland, is het Engelseh luchtsehip N° 26, dat woensdag om 6 uur in Engeland opsteeg en verdwaald ge-raakte.AJ1STERDAM, 13 Dec. — In Poortugal (Zuid-Nederland) zij«-*fer mannen van het vor-dwaalde luchtsehip toegekomen. Zij werden naar Den Haag gebracht. ■ I g .IIH "il IN AMER! KA. Oorlog Uissohsn Cuba en Oostenrilk-Hcnnarli. AMSTERDAM, 13 December. — Ket Reuter-bureelmeldtuit New-York: Volgenseontelcgram uit Cuba heeft het representantenhuis besloten tôt den oorlogstoestand tussclien Cuba en Oos-tenrijk-Hongarië.BfficieeleMeieieeBnjeii îfl Vlaanderen. Frankrijk en Ëlzas, (DUITSCHE MELDING.) BERLIJN, 14 December. — Uit het groote hoofdkwartier : — Lcgergrocp van hroonprins Ritppreeht van Beieran. — In Vlaanderen was het arti'derievuur sleehts in weinige sectors levendig. Oostelijk van Bullecourt beproefden de En-gelschen de verloren graven weer to nemen. Onder bloedige verliezen werden zij terugge slagen. Hier, gelijk bij een eigen vooruitstoot Zuidelijk van Pronville, bleven gevangencn in onze handen. Door hevigo overvallen met mijnwerpers Zuidelijk van St Quentin, bracliten wij den vijand aanmerkelijke schade toe. — Legergroep van den DuitscTien Jtroonprins. — Een Duitsehe verkenningsstoot Noordooste-lijkvan Craor.ne, bracht gevangenenin. — Legergroep van Jiertog Albrecht van Wurtemberg. — Noordelijk van St Mihiel, Noordelijk en Oostelijk van Nancy, alsook aan Hartmanns-weilerkopf, verhoogde artilleriebedrijvigheid der Franschen. (FRANSCHE MELDING.) PARUS, donderdag 13 December. — OC1-cieel : Middclmafcige bedrijvigheid van beide artilleries op gansch het front. Wij hebben een ster-ken overval teruggeslagen, dien de Tijand in het Caurières-bosch beproefde. — Avondbericht. — Artilleriebedrijvigheid metonderbrekingop enkele deelen van het front, levendig op baids Maasoevers. Een vijandelijke overval Zuidelijk van Juvincourt mislukte vol-ledig.Den 12 December zijn vijandelijke vliegers over Duinkerke gevlogen en hebben bommen afgeworpen, die geen oflers vergden. (ENGELSCHE MELDING.) LONDEN, woensdag 12 December. — Ofîi-cieel : Gisteravond deden wij in de nabijlieid van Pontruet, Ncordwestelijk van St-Quentin, een gevolgrijken uittocht, van welken wij gevange-nen en machiengeweren inbraehten. Een plaatselijke aanval van den vijand tegen onze stellingtn Noordelijk van Le Vacquerio, werd gist-ernamiddag afgeslagen. Van het overige front is niets bijzonders te melden. — Avondbericht. ^ Heden vroeg deed do vijand een sterken, plaatselijk boperkten aanval aan het front Oostelijk van Bullecourt. Op don rechter vleugel der stelling viel do vijand aan en drukte nauw op, waarbij op een kort© strook van ons front binnendrong in een graaf, die een vooruifsprir.genden hoek onzer lir.ie vOrmde en vernield geworden was door do beschieting welke den aanval voorafging. Aan aile andere punten werd de aanval onder zware verliezen voor den vijand afgeslagen. Veel vijanden lagen dood in onzo draadversperring. Op het Oostelijk fieTecîiîslerreîii. (DUITSCHE MELDING.) BERLIJN, 14 Deoember. — Uit hot groote hoofdkwartier : Do onderliandelingen ovor den wapenstilstand duren voort. — Avondbericht. — Voor- en namiddags van 13 December waren erinBrest-Litowskvolledige zittingen, waar de afzonderlijko punten der we-derzijdsche ontwsrpen van wapenstilstand het voorwerp van grondige besprekingen uitmaakten 's Voormiddags van 14 December werden do onderhandelingen voortgezet. (OOSTÈNRIJKSCHE MELDING.) WEENEN, 14 December. — Ambtelijke mededeeling : Wapenrust. De onderhandelingen over den wapenstilstand duren voort. ap Bâtufisa. (DUITSCHE MELDING.) BERLIJN, 14 December. — Uit het grooto hoofdkwartier : Niets bijzonders. (BULGAARSCHE MELDING.) SOFIA, 12 December. — Van den generaal-staf : In de Cerna-bocht, in de Moglenastreek en op beide oovers van de Wardar levendig geschut-vuur. Een onzer aanvalstroepen drong in de vijandelijke stellfcgen Zuidelijk van Gewgheli binnen en keerde met verschillcnde buitstukken terug. — 13 December. — Patroeljegevechten en levendig geschutvuur met ondeibreking Oostelijk het Ochrida-meer; levendigo vuurbedrijvig-heid aan de Cervena-stena, in de Cerna-bocht en Zuidelijk de dorpen Strawina on Gradeanica. Oostelijk de Wardar meermaals kort roffelvuur in lïèt Stroema-dsl. In nauwe overvallen hebben wij verscheidene Engelscho cfdeelingen aîge-wezen, die poogden onze v/achtafdeelingen bij ICalendra aan te vallen. DcOôstearsjksch-IîaliaaiisclieOoî'log (DUITSCHE MELDING.) BERLIJN, 14 December. — Uit het groote" hoofdkwartier : In verband met kleine ondernemingen kwam het tôt hevigo artilleriegcvechten aan enkele plaatsen tussehen de Brenta en den Piave. — Avondbericht. — Een Italiaansche aanval tegen den Monte Pertica is mislukt. Eenige honderde gevangencn bleven in onze handen. Van de andere fronten niets nieuws. (OOSTENRIJKSCHE MELDING.) "WEENEN, 14 December. — Ambtelijke mededeeling : Tussehen den Piave en de Brenta lccfde de gevechtsbedrijvigheid weer op. (ITALIAANSCHE MELDING.) ROME, woensdag 12 December. — Officlee: Binst den dag van gister, verbittsrdc strijd tussehen de Brenta en den Piave. Talrijke Oostenrij'issche troepen vieleti onze stcllingen aan in de streek van den Col Beretta, terwijl andereafdeelingen op den Coldcll' Orso vooruit-gingen. Een sterke Duitsehe afdecling viel'van uit het Oosten den Monte Spinucci en de ver-dedigingswerken van het Val Calcino aan. De sfcrijd werd gansch den dag voortg^zc-t en de vijand ging over tôt een uiterst krachtdadige, mot artillerie van aile kaliber gesteunde ondtr-neming.Onze batterijen stuitten den aanstorm des vijands en onze infanterie hield den stoot dapper uit. Eenige stellingen, die wegens het vijandelijk vernielingsvuur vooreerst waren moeten opge-geven worden, werden door opeenvolgende.tegen e.vond uitgevoerdo tegenaanvallen bijna volledig weer bezet. Ten aanzien van den taaien weer-stand onzer troepen en van zijn zwaro verliezen, bepaalde de vijand zieh bij ertillerievuur, dat binst den nacht weer het gewoonlijke werd. Op het overige front niets bijzonders. Twee vijandelijke vliegtuigen werden door Engelsche vliegers afgeschoter. EIcin-Azië, Knukasus en Syrie. (TURKSCHE MELDING.) KONSTANTINOPEL, 13 December. — Uit het hoofdkwartier : \ [ EN GELWERK 165 CAPITOLA. — Hier, zegde de laatste toen beiden den gang î>etraden, waarop de kamer la g, waarin Traverse geslapen had, hier wonen onze ongeneesbaren en Wel de vrouwen, zooals g j in 't voorbijgaan jiebt kunnen zien. In deze eerste kamer is de ïady, waarover ik u gisteravond sprak. Hij opende de deur door een druk op eene jjeheime veer, en trad met Traverse bij de jschoone ongelukkige binnen. — Miss Montclar, zoo sprak hij haar aan, ver-oorloof mij mijit vriend, dokter Roclce, voor te «tellen. Traverse maakte eene dlepc buiging, die door de jonge dame met de houding eener koningin ,3beantwoord werd. Daama Wondde zij zieh tôt den directeur en zegde koel : ik heb u reeds zoo dikwijls vcrzochtmij niet Montclar te noemen en toch belcedigt gij mij telkens door dezen titcl. Wanneer ge mij in de toekomst, niet den titel geeft die mij toekomt, zal ik u geen antwoord weer geven. — Ik vraag wel verscliooning, Myladyl rlep de St-Mery. Gij zleter nog zoo jeugdig en bekoor-lijk uit, dat ge mij vergeven moet, wanneer ik Tergeet, dat gij wcduwe zijt. De diime zwoeg op dit kompliment en Ueek eerstden ouden directeur en daarna zijn begelel-der aan als wilde ze vragen of ze gekoiaeu waren cm met haar te spotten. — Ik vraag u, dokter Rocke, ging de heer de St-Mery voort, of Mylady niet bewonderens-waardig schoon is? Traverse bepaalde zieh tôt eene stomme buiging. Dit scheen hem het gcschikste antwoord, dat hij geven kon. — En hoe ging 't u Mylady, gedurende mijne afwezigheid? vroeg nu de directeur declnemend. • Deden de menschen in 't huis hun plient? Werden uwe wenschen door de bedienden ver-vuld, Mylady? ge Wect, dat gij sleehts te bevelen hebt. Wensclien bévelen, herhaalde de dame met een bitteren glimlach. Klinkt het niet als spot; ailes wat ik zcg, houdt ge immers voor de taal eener krarikzirinige. Ik lien besloten te zwij-gen, voegde zij er bij, terwijl ze zieh naar 'traam tockeerdc en de twee geneesheeren niet meer scheen te zien. O, Mylady, zoo wrecd zult ge toch uw dienaar, uw vriend niet willen straffen? Ze nmkte een gebaar van misnoegen. — Ivom, laat ons gaan, zegde St-Mery, toorn kan gevaarlijk worden voor haar en ik zie, dat zc zeer opgewonden is. — Mijuhcer de St-Mery, vroeg de jonge man toen ze buiten de kamer waren, zegdet gij niet, dat deze jonge dame tôt de ongeneesbaren be-hoorde ? — Helaas ja t het arme meisjel Ik heb aile hoop op genezing opgegeven. Zij schijnt mij integendeel toe, heel wel bij haar ver stand te zijn. — Ha, mija jonge vriend, hernam de in dit opzicht hebt ge n'>g gcene ervaring.' AUc krankzinnigen beweren b p \ald en met werkelij-ke overtuiging, dat zo volkomen verstandig zijn, net zooals de meeste misdadigers hunne onschuld zweren. Wij zullen op al de kamors in dezen gang geene enkele krankzinnige vinden en toch hebben zij wiarschijnlijk voor altijd het verstand verloren.— Wel, vroeg hem de heer St. Mery, toen zij weer in het salon kwamen, hebt gij u nu over-tuigd, dat niet een enkel aan zijne krankzinnig-heid gelooft? — Ja, hernam Traverse, behalve de jonge dame op de eerste verdieping- Tussehen deze en de overige zlcken schijnt een hemelsbreed verschil te bestaan. — Bah, bah 1 Montclar is scliooner. voomamer en bevalliger dan de andere, en gij hebt u door haar bekoorlijk uiterlijk laten verleiden, dat is ailes. Wanneer er een onderscheid bestaat, is het, dat hare krankzinnigheid van meer innerlijke aard is. Zij bevindt zieh reeds twlntig jaar In dezen toestand. — Hoe is het mogelijk ? riep Traverse ongeloo-vig. Dan moet zij sedert hare geboorte reeds zwak van geest zijn, Want ze schijnt nauwclijks ouder dan achttien jaar te zijn. — En is toch bijna dubbel zoo oud, hervatte de heer de St. Mery. Montclar is twee-en-dertig jaar. . Traverse zou dat nooit geloofd hebben, wanneer hij in zijne eigene moeder er geen voorbeeld vanhad, die er bijna nog jeugdiger uitzag dan hij zelf. C* .V«nrolgt.yt Palestma-front : Een vijandelijke eanval Wes-telijk van Hizan werd cfgewezen. Anders geen bijzondero gebeurtenissen. Een re«le van Asquilli. Asquith, de vroegere hoofdministor van Engeland, sprak in de verloopen week te Birmingham een rede uit, waarin hij vooreerst herinnerde zieh te moeten voor oogen houden, dat hij niet onlcel voor zijn plaatselijke toehoorders sprak, maar ook tôt het onzichtbaar toehoorderschap van land- en bondgenooten, van neutralen en van vijânden. Dae.rin liggen redenen genoeg tôt vocrzichtig-heid, tôt overweging der uit te spreken woorden en tôt bedaehtzaamheid tegen wel begrijpelijke maar ongerechtvaardigde eisclien, alsook tôt vermijding eener ongerijpte spraakvormigheid. Daardoor zou zelfs kunr.en verreehtvaardigd worden, dat hij zieh bepaalde bij schier kleur-looze algemeenheden. Evenwel zal hij betrachten zijn meening klanr en duidelijk uit te brengen. Asquith vervolgde : Ik kan niet vergeten dat ik, met mijn vriend en ombtgenoot, Grey, een grootere verantwoordelijkheid draag dan er ooit in de gesehiedenis is voorgenomen. Inderdaad, de verantwoordelijkheid. was ten aanzien der zichlbare en vooruitzienbare om-standigheden destijds zeer zwaar. Zij werd nog zwaarder in de volgende jaren, wanneer wij er getuige van waren, hoe het krijgstooneel zieh uitbreidde, tôt het onmiddellijk of or.reehtstreelts de groote meerderheid der wereldbsvolking om-vatte.Zwaar is do verantwcordelijldieid van disn-gene wiens handen dsel hadden aan het ontsteken van dc.t vuur dat dezen ketol met zijn helsehen gloed warmde. Wij hebben het niet gezocht. Wij hadden ons ver buiten den strijd kunnen houden, met de uitvlueht dat onze verpliehting tegenover België eene gemeenzame verpliehting en niet eene afzondcrlijke verbintenis was, in andere woorden, wij hadden den vrede kunnen voor ons houden, ten prijze der rechtsverdraai-ing, ten prijze der schande. Wij waren van oordeel, dat de vrode, het on-schatbaarste der mer.Echelijke goederer, zulken prijs r.iet waard was. Ik houd beslist staan : Met al de kennis die wij thans hebben van de destijds onvoorstelbare verschrikkingen van eenen wereldomvattenden oorlog, dat ik, moest ik nogmaals den verleden tijd doorleven, dezclfde beslissing zou nemen. (Bijval.) Stelt u sleehts voor dat do oOrlog eindige met een vrede die de bereiking onzer oorspronke-lijko doeleinden verzekert, en daarmede de waar-borg van dutirzaamheid in zicli besluit. Zulk een vrede is de hoogste noodwendigheid der wereld geworden. Er bestaat thar-s geen grooter vijand van het msnsehelijk geslacht, dan de man die door woord of daad, het bereiken van den vrede zou bemoeilijken. Daarop sprak Asquith van den brief van Lans-downe eft nadat hij zijne politieke hoedanig-heden, de waarde zijner raadgevingen en den gloed zijner vaderlandslicfde had erkend, vervolgde hij : Ik heb van zijnon brief niet meer a geweten dan een ander lid der regeering, tôt dat dezelve in de pers verseheen. Ik draag geen verantwoordelijkheid voor zijnen inhoud, noch rechtstreeks, nc-ch onrccht-strcoks ; docli ik moet bekennen, dat veel van de kriteik, waaraan de brief was blootgesteld, mij toeschijnt daarin hsre oorzaak te vinden, dat er meeningen en inziehten werden uit vrr-staar, die er in aan geheel niet in to vinden zijn. Alsof Larsdowjie hadde voorgestcld onze krijgsvoering te verzwakken, of de zaak van een of meer onzer bondgenooten prijs te geven, ofwel van aan de vijanden die tôt thans toe immsr weigerden hunne x'oorwaarden te laten kennen of sleehts aan te duiden, mede te deelen dat wij bereid zouden zijn om vrede te bidden 1 Ik zie dat aile die uitleggingen van zijnen brief, noch in het birmenland, noch in andere landen aan denzelven gegeven werden, en er weinig onder ona die zieh niet van dergelijke voorstellen zouden afkeeren. Ik echter neem aan dat zijn hooîdargument het volgende was : De Bondgenooten zouden, terwijl zij den oorlog krachtvol en doelbewust voortzetten, moeten aile moeite doen, om aan do volkeren der wereld, zoowel de neutralen als de oorlog-voerenden, immer klafJrder doen uitschijnen, dat do eenige oogmerken waervoor wij strijden, nationalo en onbaatzuchtige doeleinden zijn, dat het de doeleinden zijn voor welke wij in den oorlog zijn getreden, en dat wij door het bereiken derzelve, trachton naar een volgens onze overtuiging duurzamen vrede, bevestigd door de gemeenzame autoriteit van eenen internatio-nalen bond. Om de jongste woorden van Wilson te gebruiken, het doel dat op de gclijke wijze tôt gcl-ding moet komen, is de deelneming niet allecn der regeering, m'iar ook der volkeren aan het waarborgen van den wereldvrede. Zelfs nu is het klaar en duidelijk, dat niet de regeeringen maar de volkeren der vijandelijke landen in het duister en in de onWetendheid gehouden worden over onze feitelijlce inziehten, zoowclten opzichte van den oorlog aïs van den vrede. Ik zal verder doen wat ik kan om den sluier op te lichten, en zoo mogelijk eenige lichtstralen te doen doorsc:icme-rcn.De gewichtigste, en ik geloof de meest heer-schende vcortdurende miskenning onzer krijgs-oogmerken ligt daarin, dat ket formeel alhoc wel ook niet bekende voornemen der bondgenooten erin bestfat, Duitschland en het Duitsehe volk niet alleen te overwinnen, maar hetzelve ook te vernederen, in de armoede te dompelen en ten slotte In zijne hoedanigheid als factor voor de verdere en rijpere ontwiklceling van het mensch-dom te vemietigen. Het moet natuurlijk gczegd worden, dat noch hier noch in Ameiika een dergelijk doel werd in het zicht genomen, noch voorgesteld. Ile keer terug tôt eene eigene opgave onzer krîjgs-oogmerken, die ik voorbrachtin Guildhallin de maand November 1914. Toen zegde ik," dat wij het zwaard ni t eerder in de scheede zouden steken, dan wanneer de militaire heerschappij van Pruisen geheel en gansch vernield zou ziip- Betrekkelijk hetgene wij door het Pruisisch militarismus verstaan, verwijs ik andcrmaal naar de jongste rcdevocring van président Wilson.Niemand bedreigt het bestaan der onafnanke-lijklieid en de vreedzamo ondernemingen van het Duitsehe Rijk; niemand onder de bondgenooten stelt zieh voor of tracht de innerlijke grond-wetgeving of instellingen aan het tockomstige Duitschland voor to schrijven. Het is een ingeworteld princiep der démo-kratie, dat elk georganiseerd volk de wezenlijk beslissende rechter is van zijn eigen rcgccrings-vorm. Het is dus hunne eigen zaak, waarmede wij of de overige wereld ons niet te bemoeien hebben. Niet het volk, maar het stesel, dat rus werktuig vooreerst in Pruisen, en daarna in het overige Duitschland g<hraikt werd. dat diibbe-' macîiien van militarismus en burcaukratic,twee machienen die zorgvuldig en zinrijk samen beredderd zijn. En wat is het voor een sysfceem, dat het ge-weld als de opperste maeht op den troon heeft gcplaatst, dat zichzelf bij de vervolging zijner vermeend" belangen de vrijhcid heeft toege-cigend, volgens den drang der omstandigheden verdragen te vervalschen, te versmaden of af te schaffen ! Het is een stelsel dat in wezenlijkheid aan-spraak maakt op een meer dan Paur.elijke maeht,om zieh vrij te pleiten van verplichtingen en beperkingen, die de rechten der volkeren van de wereld vrijwaren. Dat moet eindigen. Duitschland moet zuiver zakelijk — afgezien van aile ethisch gevocl — leeren dat voorzegd systeem de moeite niet loont. Wij voeren en wenschen geen moorddadigen voortdurenden oorlog met de Duitsehe natic. Wij erkennen en waardeeren, hetgeen zij tôt den gemeenzamen voorraad van wctcnschap, en in navorschingen naar stoffelijke en gcestclijke hulpbroonnen heeft bijgedragen, en —naar ik geloof — nog bijdragen zal. Edoch wanneer een verdrag zal gesloten worden, cen wezenlijk duurzaam verdrag, dan moet het meer zijn dan een stuk papier beschreven met inkt en verzegeld met was. Het moet gesteund zijn op het authentieke bewijs, dat het Duitsehe volk bereid is, evon zooels wij, het princiep van het gemeenzame gelijke recht, niet alleen feitelijk als de opperste, maar ook als de wezenlijk beheersehende autoriteit in de wereld aan to nemen, hetgene door geschikte maatregelen kan bekomen worden. Een ander evenzoo ingeworteld misverstand is, dat de Bondgenooten, voornamelijk Engeland, ten gunste van hunne eigene politieke en ekonomische doeleinden, do vernietigirg na-streven van hetgene men den onbepaalden naam geeft vai vrijheid der zeeën. Ik heb te vergeefs gepoogd eene nauwkeurigo of ten minste nabijkomendo begripsbepaling van die uitdrukking to vinden. Niemand be-twist dat in tijd van vrede de zeeën openetaan, voor de handelsscheepvaart aller notiëi en voort-dtlrer.d moeten open blijven. Welke bepaling zou het zijn die bijvoorbeeld door Groot-Brittanje in de vredesvoorwaarden zou gesteld worden, die dat natuurlijke oeroude reclit zou inkrimpei of aa- banden leggen ? - Indien du sdie formuul ergens eene beteekenist heeft, dan kan zij enkel daartoe dienen om in tijd van oorlog aan die maeht die met recht de zee beheeïfecht, eene nieuwe beperking van haar recht als oorlogvoerendo maeht op te leggen. Voor wat het oorlogvoeren te lande betreft wordt geene dsrgelijke beperkir.g voorgesteld, daar waar bestaande overeenkomsten van plech-tigen aard in den huidigen strijd methodisch gcschonden werden. Er ligt daarin feitelijk eene beteeker.is die wel waard is overwogen te worden, of niet iets mos gedaan worden om de vrijhcid der zeeën te ver-zekeren.Ik bedoel natuurlijk het voeren v.'i:. crgerech-tigden scliandelijken duikbooteiicorlog met zijne gruwzame ofîers van onschuldige menschen-levens, die ons dwong de handelschepen te ^be-wapenen, en niet enkel de oorlogvocreneien, maar ook de onzijdigen aan weergaloozen ge-varen blootstelt, die tôt hiertoc in de jaarboe-ken van den zeeoorlog onbekei d ware* . Ik kan moeilijk aannemen dat wij nog zeer veel uit den mond van den vijand over ao vrijheid der zee zullen hooren spreken. Ten slotte bestaat nog do meening dat de vrede, welken wij in 't zicht hebben, cen lamme vrede zou zijn en een voorwene^el om den oorlog onder een anderen naam voort te zetten. Geen vrede ware naar mijn inzien en zoo ik hoop ook naar het uwe, dezen raam waard, die, trots do staking der vijandelijkhcden en het neerleggen der wapenen zou toelaten, of voor doel zou hebben, dat zooals ik vroeger zegde een verdoken oorlog begonne, dio met andere methoden, maar in niet minder oorlogzucktigen geest zou gevoerd worden. ï* Ik heb het beweerd, en zal verder ^ zoo krachtdadig als iemand deze bewering viprdedi-gen, dat het ons goede recht is, aile methoden, economische zooals militaire, aan te wenden, om onze hoofddoeleinden te vcrzekeren en zulk een duurzamen vruchtbaren vrede tôt stand te brengen, zooals do wereld hem noodig hceit. De stelling der Bondgenooten hierover is volkomen klaar door Wilson in zijn laatsto boodschap gekenmerkt en ik onderteeken met achting de woorden van welke hij zieh bediende en bij welke ik mij aansluit. Een zuivere vrede, dat is het wat de bevolking van dit land en al de Bondgenooton-vclkeren wenschen (Bijval) en hein te bereiken, niets meer, maar ook niets minder. — Weest onbuigzaam in de vastbeslotenhoid en den vas-ten wil voorwsarts te gaan en aile noodwendiga pogingen en ofîers te verdragen. Esa half-officieele Duitsehe verklaring. BERLIJN, 12 December. — Asquith heeft zieh bemoeid, in vergelijking met zijno vroegere redevoeringen een meer gematigden toon aan to slaan. Daartoe heeft hij ook thans nu, dat een jaar verloopen ia sedert het Duitsehe vredes-aanbod, aile reden. Zulks aanzien wij aïs eene stilzwijgende erkenning vaa onzen militairen eu t ZeveneiîTvïintigs!e Jaar. — N. Goâsieiisi — HiilspzlH -s Elpsdom Zondag, îiî,enMaaadag, 17 December 191? ' ■ — , . , r. , , »

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Het volk: christen werkmansblad belonging to the category Katholieke pers, published in - from 1891 to 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods