Het volk: christen werkmansblad

891 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1915, 25 April. Het volk: christen werkmansblad. Seen on 19 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/901zc7w18n/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

f ; --^-^■'■«^if Ui .üf fi\ B mUA*M&HlimtiMM *ifw\iwmmawlxVitk*iT*i»irt«*+!\ï±i*lm»* ï&*t}&tt&fi±m***w™w-*ïmÊ#xi'tt YijFcnTwialigsle Jaar. — S iiillKl Efllsgezls — Ilifitem Zondag, 2o Aprü MIS ^ Alle briefwisselingen vracht-Vrij te sen den aan Aug. Van ïseghem, uitgever voor de naaml. taaatsch. « Drukkc-dj Het Volk», fkïeersteeg^fi." 18, ©ent. ^'Bureel voor West-Vlaanderen: gaston Bossuyt, Gilde der Ambachten Kortrtjk. Telefoon 523. Bureel v&» jtatwerpen, Bra-fcanfcen Limburg : Viktor Kuyl, .glindérbroederstr., 24, Leuven. Men sehrïjft in : Op alle postkantoren-aan 10 f r. pee jaar. Zes maanden ü. 5.00. Drie maanden. Xr. 2,50. Aankondigingen: Prijs, volgens tarief. Voorst/ tebetalen. Rechterlijke herstelling, 2 fr. per regel. Ongeteekende brieven worden geweigerd. TELEFOON N» 137, Gent. 2. centiem liet nummer CHRISTEN WERKMANSBLAD Jf Centiem Siet mi ara mes* Mijnen vriend REMO. _JZou een woord over volkentamde ïhógeh gerept worden? i De-Duitsche bladen bespraken ze ook, Jtoen zij den 1 Aprü Bismarck herdachten *en zijne volkenkundige begrippen nwn*- jflen. Ten andere, de mensen en leeft niet ÏSnkel van brood: én ons; Iandseigen weten-sehappdEjk erfdeel moet, zoo't de Bien nfahlic reed» meer dan eens vermaande, zelfs in deze benarde tijden in acht gekomen worden. * * ajBeschouwen wij den westkant van [Europa : welke rassen, v/elke menschen-«eslachten« ontwaren wij in ons land en pilde landen die er aan paien? I Twee mensehengeslachten en die zijn : met Noordsch menschengeslacht en het JlÖpfcch menschengeslacht. E Het eerste is gekenmerkt door een Sangen schedel, blond haar, hfauwe oogen fgn eene meer dan middelmatige gestalte. Het Aïpiseh menschengeslacht vertoont integendeel een korten, ronden schedel, bram haar, bruine oogen en eene middelmatige gestalte. Vjt>e bevolking van den Noordwestkant svan Europa is eene mengeling van die ifaeide mensehengeslachten, zoowel bij --«hs« als in 't Westen van Duitschland jtmin 't Noorden van Frankrijk, jg^hreral ontwaart men zuivere typen |ran het Noordsch en van het Alpisch ras en overar vindt men ook eene be-jj^aalde hoeveelheid!, eene waarneembare perhouding van elkeen kunner eigen-j^iappen. i Die beide menschenrassen zijn dus op feree wijzen vertegenwoordigd s eerst, poor een aantal zuivere typen en dan {door de verhouding van elkeen hunner [kenmerken, die in den schoot der bevol-jking bedeeld en versneden zitten, want jeen menschengeslacht zet niet altijd j&jpjtjn aJstammelingen, die al de eigen-jpnappen afdeelen. *** v «-jUit welke volkeren is de bevolking van nrfze en van de aanpalende gewesten jjgesprotenï Die bevolking is overal eene mengeling van dezelfde, volgende volksstam-itfien : 1° De jongst eentijdsche volksstam-'4nen'. Zij hebben overal gewoond, doch fijt nu en kan men in de volkenkunde «hunnen naam en hunne afkomst niet Sbepalen. Men vermoedt mongooteehe afstamming en zonderling hier en daar Jkomt men menschen tegen, cöe een a^engoolsch wezen vertoonen. 1^2° De keltisehe volksstammen. Hef waren afstammelingen van de fSelten, zoowel in Duitschland als in Frankrijk !eh Belgenland, 't Staat nu vast en zeker S3at de Tentenen, Kelten waren» ég4ï« De gallo-romemsche volksstam-Snen. Heeft de gallo-romeinsche bescha-|wing| eregens in Noord-Europa meer ge-yjloeid dan* te Keulen, te Bonn en te pTrierl tr MENGELWERK jjDp zoek naar den ScMldigo *p— Het is zeker waar, mijne jonge jufc-lér, dat gij mij van een zekeren dood gered (hebt en ik u dan beloofde u bij de eerste de beste gelegenheid daarvoor te belaonen ; Inaar, bij Lucifer, ik heb nooit gedacht JQat het in dergelijke omstandigheden zou ^gebeuren... Nochtans» daar ik u wïi be-|vredigen| schenk ik u het leven van dien )man daar, zegde hij, wijzende op Baptist, Iden dienaar van Alfred d'Albermont. Öm ju genoegen te doen zou ik zelfs dien heer liier, Karei de Torigny aanduidende, in jtyrijbeid kunnen stellen. Men zal ze beiden, dezen avond nog, op de plaats geleiden $yaar ze werden aangehouden. De jonge dochter richtte de oogen op Hen baron de Tteïgny; vervolgens wierp zij de blikken op het edel en schoon gebaat van den graaf. Alfred voelde zqne wangen, kleuren; Jhevfg ontroerd begon zijn hart geweldig te kloppen. j — En de andere? vroeg zij kalm. I — Deze is een machtig heer, met geen koud te betalen, wedersprak Leondari; Eet zal mij niet mogelijk zijn dien bas te laten. Voor zijne verlossing moet hij mij ié'ene hooge som betalen. ^ — Toch kan ik niet getooven, Leon-nari, dat gij uwen gegeven eed zult bre-Jfon; iV eisch ook dé vrijheid vah den Uerdfc 4» De germaansche volksstammen. In dit opzicht moeten v/ij vooral onze aandacht vestigen op de Franken, de Saksen en de Friesen. 't Wonen zooveel afstammelingen van de Franken in 't Noorden va» Frankrijk als op de boorden van den Rijn. Doornijk was zoo frankisch als Keulen en de middeleeuwsche taal van deze laatste stad versachirt weinig van. deze van Gent en Brugge. t Wonen Saksen en 't zijn dezelfde, in de Duitsche provincie Saksen, waar Gardelegen ligt» in 't Oosten van Nederland, in de Kempen, in den westhoek van Westvlaandere», in de omstreken van Calais en in NormandüL 't Wonen Friesen zoowel in West-vïaanderen als in de duitsche provincie Oostfriesland. Christene Germanen, frankische, Saksische of friesche stambroeders zjjn wij allen in groot getal : bewoners van het Westen van Duitschland, Wafen en Vlamingen en inwoners van t Noorden van Frankrijke • *• Vriendelijk verzoek aan den lezer, ütt ons schrijven geene staatkundige besluiten af te leiden... Het bewijst enkel dat er geen valsche rassenhaat zou be-hooren te bestaan noch zou mogen aangevuurd worden. Het ware veel beter, konden wij al tezamett broederlijk overeenkomen^ te za-men vrede en voorspoed betrachten... ende goddelijke wetten tot grondslag vande samenleving leggen.J. CL. Vogels aan het Front, Een medewerker van de Scotsman aan het front zendt eenige mededeelingen over zijne waarnemingen betreffende vogels bij de loopgraven. « Wij hebben, zoo schrqit hij, een merel, die zit in een boom boven ons en antwoordt wanneer de mannen tegen hem fluiten, hoe hevig het gevecht ook is. Het stukje gras binnen onze loopgraaf schiet hoog op en is wit, maar verder zijn er nog weinig lenteteekens. »Soms zie ik pluviers boven ons vliegen. Z|j wilden van dezen kant oversteken naar de Duitsche linies, maar ieder en keer: als zij de rei populieren in onze buurt verheten, klonk er een schot van een of ander geweer en terug vlogen ze weer, om in den boom het geval te bepraten, tet datzrj moed verzameld hadden om t opnieuw te probeeren én dezelfde geschiedenis zich weer herbaalde. Het gedrag van de eksters kan ik me begrijpen, dat zijn altijd nieuwsgierige vogels. Maar waarom merels zoo in de buurt van de linies willen blijven, i& me een raadsel.» De vierde lijst GESTORVEN VOOR 'T VADERLAND is reeds in aanleg. — De derde lijst is volop in omloop. — Ze bevat de namen van 1600 gesneuvelde soldaten. — De eerste en tweede lijsten zijn eveneens nog verkrijgbaar. Prijs : 25 centimen per lijst. Ongeduldig liep de bandiet op en neer, evenals een persoon die vecht tegen zijne eigene gevoelens. In eerbiedig stilzwijgen wachtten zijne mannen, zoodanig vreesden zij hun hoofdman dat ze zelfs geene meening dierven uiten. V, Eindelijk verbrak Leondari het stilzwijgen Op grimmigen téon wendde In} zich tot de onbekende : Gq vraagt naj te veel, mijne jongejuffer; gij hebt één leven gered en ik bieder u twee ; gij moet tevreden zijn. Wanneer gij mij die plechtige beloftedeedt, sprak gerust de jonge dochter,dacht ife met dat gij u tot dacgeïïjke middelen zoudet verlagen. HeweJj het zrj zoq^ De trekken van den bandiet helderden op Na een kon. stilzwijgen maakte het meisje eene beweging als om zich te verwijderen. — Leondari heeft zijnwoord verbraken,merkte zij met verachting; aan Br v&p-laat hem, daar hij zoo weinig waarde hechtaan eene heilige belofte, gedaan aan deze»die hem bet leven redde. AMus sp/ekende wist Alice wel dat hij haar niet zon baten heengaan ;. zij kende de Grieksche bandieten, zoo feïjgeloovig als brutaalen wreed Ookwaszeoveituigd dat Leondari zijn eed niet zou durven verloochenen. — Blijf,, schreeuwde de overste meteene vreesachtige söim Ik zal, ik durfmij niet terugtrekken Zoo grf aafldrington bet levensbehoud dezer drie mahneh,zult gq het hebben Het kost me veel,maar nu heb ik mijne schufd betaald Qy^ Vdbéisjes aanjgziéM"toolpeene scfliiiereaae ui£ajul3öhg/ IETS OYER KOZAKKEN. De kozakken uit de Ukraine en van achter de Drogen, de stroomversnellingen van de Dnjester (de zoogenaamde Saporogische kozakken), van wie alle kozakken afstammen, bestaan niet meer. Daarentegen heeft de regeering van den Tsar, behalve aan den Don, ook vestingen van kozakken gestieht aan de Koeban en aan de Terek in den Kaukasus, bij Orenburg, bij. Astrakan, in Siberië, aan de Amoer en in Centraal-Azië. De Don-kozakken leveren negentien regimenten, de Koeban-kozakken elf, de andere vestingen zijn van minder belang. In vredestijd zijn er 53 kozakkeu-regimenten, in oorlogstijd moeten er 154 zijn. Het type vertegenwoordigen de Don-kozakken, wier organisatie we hier zullen schetsen. Bij de andere bestaan zekere afwijkingen van endergeschikte beteekenis Het gebied van de Don-kozakken omvat 164,000 vierkante kilometers (is dus bijna zoo groot als half Pruisen) en is bevolkt door tegen de drie mfflioen menschen. Het heele land ressorteert niet onder binnenlandsche zaken, maar onder het departement van oorlog. Bovendien heeft de bevolking een uitgebreider zelfbestuur dan de gewone gouvernementen. De dorpen, stanüzen genoemd, onderscheiden zich ternauwernood van de Russische dorpen uit naburige streken en de kozakken zfjn gewone boeren. Daar zij' echter nooit fijfeigenen geweest zijn, onderschelden zij zich in hun zeden en gewoonten gunstig, van de gewone Russische moesjiks. Het land is de eigendom van het vrije kozakken-leger. Vreemdelingen kunnen er geen grondbezit verwerven. Zooals in de Russische dorpsgemeente wordt het bouwland periodiek onder de families verdeeld. De grondbelasting behoeven de kozakken niet te betalen, maar als zij in het leger trekken, moeten zij zelf hun paarden en uniformen bezorgen, terwijl de staat slechtï de wapens levert. Vroeger mag de vrjjjheid van belasting «k heerendienst een privilegie geweest zrjn, nu is de dienstplicht in dezen vorm een zware last, te meer, daar de diensttijd zeer lang iS. De voorbereidende dienst begint met het achttiende levensjaar en duurt drie jaren. De jonge mannen leeren rijden en schieten, doordat z^ de oefeningen in hun dorpen meemaken. Dan moeten zij vier jaren dienen en zijn vervolgens vier jaar met verlof. In dezen tijd moetenzïj echte hun paarden gereed houden, zonder ze voor den landbouw te mogen gebruiken. Daarna zijn. ze vier jaas in de reserve en behoeven zij geen rijpaarden meer te houden. Ten slotte behooren zij nog vqf jaar tot de landweer. In actieven dienst krijgt de kozak soldek waarvan hij zichzelf en zijn paard onderhouden moet. Daar echter de soldö zeer laag is, gaat de man uit stelen. Vooral op paardenvoer hebben zrj het voorzien, want voor de. paarden, die hun eigendom zijn, zijn zij natuurlijk zeer bezorgd. Daarom zrjn steden en dorpen, waar kozakken in garnizoen liggen, steeds aan de ongelooflijkste gauwdievenstreken en plunderingen blootgesteld. — Dank u, Leondari, zegde zij ; ikwist wel dat gij woord zoudet houdenLater zal deze goede daad u meer voordeel aanbrengen dan alles wat gij als losgeld hadt kunnen eischen. Vervolgens sprak zij tot de gevangenen : Gij hebt het gehoord, niet waar,Mijnheer en? Gij zijt vrij, Volgt mij. Wacht, schreeuwde opnieuw debandiet. Deze mannen zullen in vrijheidgesteld worden; vooraleer zq tot deplaats te geleiden waar ze gevat werden,moeten, zij een blinddoek voor de oogenhebben Mijne gezellen zullen hen begeleiden tot op den weg naar Athene Aldeze voorzorgmaatregelen zijn noodigvoor onze zekerheid. Dat zij onmiddellijk losgelaten wor-den, is al wat ik vraag, besloot het jongemeisje. Mijne zending is voltrokken.Stuur ze weg met uwe mannen, daarnazal ik mij terugtrekken. Zonder Leondari tijd tot antwoorden te laten naderde de jonge graaf, bleek van aandoening, met de handen nog op den rug gebonden, tot de onbekende. — Mejuf f er, zegde hij, laat toe dat ik uuit het diepste des harten bedank voorde onschatbare weldaad welke ge mijkomt te bewijzen. Nooit vergeet ik deheldendaad, den ontembaren moed diengij betoonde^ met uw leven te wagen|n deze verschrikkelijke plaats* om ditté Bedden van drjg voor u onbekendepersonen. Vol eerbied boog hij het hoofd voor ■haar, terwijl Baron de Torigny op zijne beurt, in met min warme bewoordingen, zijne erkentelijkheid uitdrukte, en de getrouwe Baptist zegde, nooit ie zulleiL De staat heeft op deze wijze een betrekkelijk goedkoope ruiterij, maar het kozakkenvolk zelf verarmt en de kozak-kBHregimenten zgn een plaag voor het land. Voor de kozakkendorpen is het geen kleinigheid zeven jaar lang de rijpaarden te onderhouden en de kosten voor de uitrusting, uniform, sabel, enz. op te brengen. Daarbij wordt het land, in verband met de vermeerdering der bevolking, te klein, en dientengevolge worden de per-ceelen der onderscheidene famines steeds kleiner. Hoe staat het nu met hunne militaire bekwaamheid? Daar de kozak eerst, voor hij in het front komt, reeds in den voor-bereidingsdienst leert rijden, ja, de eerzucht er hem toe drijft, zie» reeds als knaap ieverq* te oefenen,- Ês iedere man ongetwijfeld een goed ruiter. Op de oefeningsvelden ziet men de manschappen vaak heel aardige kunststukken vertoonen. In voHen draf worden geldstukken van de aarde opgeraapt, de man schiet, staande op het zadel, of galoppeert onder den buik van zijn paard hangende. Dat is de zoogenaamde dzjigitowka. De paarden zijn daarvoor meestal goed gedresseerd, reeds daarom af, omdat zij van jongs af voor den dienst opgevoed worden. Desniettemin is de kozak, evenals de bedouin, een ruwe ruiter, dat wil zeggen, hij verstaat de kunst niet, zijn paard te ontzien, ra» bij het rijden het werk gemakkelijker te maken. Militairen zijn daarom algemeen van meening, dat de kozakken zich niet met moderne cavalerie meten kunnen. Vooral het paartfenmateriaal is onvoldoende. Het kozakkenpaard is een door Oostersch bloed eenigszins veredeld steppenpaard. Zijn grootste deugd is bijna onuitputtelijk uithoudingsvermogen. Maar het is- niet snel genoeg. Als het er op aankomt, vele honderden kilometers af te leggen, Zal een kozakken-regiment ieder de baas zijn, omdat de paarden het beter uithouden. Op het Europeesche oorlogsterreinkomt er dit echter zelden op aan, en wat snelheid op korte afstanden of charges betreft, wordt niet veel gepresteerd. Door de verarming van het kozakken-gebied is het paardenmateriaal in de laatste tientallen van jaren steeds minder geworden. Ten opzichte van de hoofdzaak van de moderne cavalerie, den verkenningsdiènst, schieten de kozakken volkomen te kort. De zoon van de steppen i& stellig vindingrijk en sluw, maar de ingewikkelde toestanden van den Europeeschen. oorlog eischen iets anders dan deze Indianen-deugden, namelijk oordeel en zelfstandig handelen onder alle omstandigheden. Daarover beschikt de kozak niet. De kozakken zqp daarom in de laatste oorlogen van Rusland hoofdzakelijk voor etappendienst, dekking van de verbindingslijnen gebruikt. De gevechtswijze van de kozakken berust op de zoogenaamde lawa. Het is een goed ingeoefende taktiek, die hij hef karakter van de troepen past. Zij omzwer-ven den vijand in kleine groepjes, die vooruïtrijden en terugwijken, den vijand tot zich trekken en zoo den aanval voorbereiden, waarbij zij zich bliksemsnel concentreerrai en den vgand op diens zwakste plaats aanvallen. vergeten dat hij aan haar het behoud zijner ooren te danken had. De twee jongelingen waren ten hoogste verbaasd toen zij hoorden dat de vreemdelinge zoo goed het fransch van Baptist verstond als hun nieuwbakken Grieksch, taal welke zij gestudeerd hadden vooraleer da reis te ondernemen en die zjj zeer wel spraken. Leondari, getuige van dit schouwspel, werd somber, fin zijne oogen schitterde een straal van jaloezie. Ik heb mijn eed gehouden, onderbrakhij eensklaps. Zij zijn gered, maar u, mijnejonge juffer, wie zal u redden ?... Wat beteekenen deze woorden?vroeg zJjv Zrj beteekenen dat gij het geheimonzer schuilplaats bezit, 't is te zeggendat ons leven van de tong eener vrouwafhangt. Soldaten zoeken ons op, mijnhoofd is op prijs gesteld. Oft weet te veel,ik durf u niet van hier laten gaan. Opperbest t waagde de luitenant uitte roepen; zij mag de gelegenheid niethebben ons te verraden. De trekken der gezellen gaven hunne ins temming te kennen.. Het jonge meisje beschouwde hen uit de hoogte, zonder de minste vrees sprak het: Tot dergelgke daad acht gij u tochniet bekwaam, niet waar. ? wat zou het ubaten mij hier opgesloten te honden? Zoudat uwe dankbaarheid zijn?... Ik dacht ueene grootere ziel toe 1 Uwe Zij beteekenen dat ik geen vrees Y04Lvoor den man dien ik aap het graf ontrukt he% Kf hen ovéïtuijdj LeohdarL dat V&ÖR DE BLOEMISTGASTEN. De erge krisis, welke de tegenwoordige oorlog aan den hovingbouw teweeg brengt» heeft bij vele patroons een besluit doe» ontstaan om door eene samenwerking, voornamelijk onder de kleine patroons, da vreemde markt te veroveren als een eerste afzet. Ongetwijfeld zal deze samenwerking een: zeker voordeel bijbrengen aan de kwee-kers, terwyl tot heden de groothandelaars het grootste profijt der voortbrengst in-oogstten. Voor de werklieden, is dit nogmaals eene veropenbaring en een schoon bewijs dat vereenjging het eerste Eedmiddel is in moeilijke omstandigheden. De patroons zoeken daardoor hunne belangen te behartigen,ietfl waarin zij "volkomen gelijk hebben e» wat de werklieden zoo noodig hebben en nochtans dikwijls verwaarloozen. Sinds het begin van den oorlog zijn tal van bloemistgasten werkloos gesteld. Andere zy,rt maar halve dagen aan het werk en moeten daarbij eene vermindering van werk-loon onderstaan. Riet is eene ware ramp voor de bloemistgasten en velen moeten daardoor, zonder eigen schuld, ih bittere ellende vervallen. Vele gestichten hebben zelfs bekwame knechten te huis moeten laten, deels uit spaarzaamheid, deels uit gebrek aan geld en deels ook uit slecht beredeneerde voorwendsels. Al deze maatregelen, genomen door de ' roans, z^n een bewijs van angstige vooruitzichten. Gelukkige Moemistgasten die vereenigd zijn en die in trjds de vereenigmg aangekleefd hebben. Het Verbond der Vooruitziende Bloemistgasten heeft ondanks z§ne groote uitgaven, steeds zijne verplichtingen jegens zijne leden zoowel voor werkloosheid als ziekte kunnen volbrengen. Het Gemeentelijk Werkloozenfonds, dat ook is ter hulp gekomen, heeft zijn voortbestaan verzekerd. De grootmoedigheid zijner leden heeft kracht bijgezet, want niettegenstaande de benarde tijden hebben de leden er aangehouden goed hunne bijdragen ta betalen, wat voor de toekomst voor velen een redmiddel zal blijven. De bloemistgasten van Heusden hebben zich allen in groep bij het Verbond der Vooruitziende Bloemistgasten aangesloten. Dit voorbeeld zal door vele stielgenooten gevolgd worden. De weg wordt getoond door hunne eigen patroons en ook door de tegenwoordige droeve ondervinding. Hunne mach" teloosheid voor hunne eigene belangen moet de onverschilligheid doen af wespen, welke vele bloemistgasten tegenover andere werkbroeders zoo dwaas kenmerMe., Men mag het Biet langer mtstellen lid te worden van dit Verbond, dat bijna in alle centers van hovingbouw zijne vertakkingen heeft. Gezien den slechten toestand van heden en de onzekerheid voor later, raden wij de werklieden aan vooruitziende te zqji. J?» Vooruitziende Bloernigt$a$tmTWestelijk Verbond* Werkbeurs, Bloemiststraat, 34, Sini-Amandaberg. I g$ mij ïn geen geval naar het leven staat; i overweeg daarÏJj welke beslommeringen het voo* u zou medebrengen mij van ver-I büjf naar verblijf te sleuren...» Ik kan de I zaak eenvoudiger regelen, Hoe dat? Gij weet dat ik geloof fa een God ! die ep ons waakt,, die straft en beloont, 'i zegde het jonge meisje, met den grootsten ! eerbied de schoone oogen naar de vontj richtende Heweï, ih naam van dien God, ! zweer ik u aan niemand het geheim uwer schuilplaats kenbaar te maken, zelfs niet aan mijn vader Gij moet dus niet vreezen mij te laten heengaan — Zij heeft nog gelijk, merkte deluitenant op Wij kunnen haar toch nietonafgebroken bewaken Maar daar wijniet veel staat kunnen maken op zulkeen eed, schijnt het mij best haar tot eeseeuwig stilzwijgen te veroordeelen Leondari sidderde — Haar dooden, haar dooden ! gromdfl»hij half-luide terwijl zijne mannen be-, gonnen te morren Neen, sterven zal zjiniet, verklaarde hij vlakaf, zijn troepmet een wreeden blik beheerschende; Zij zal den eed welken ik baar ga. voorzeggen nooit durven verbreken Op ;de kmeöï, jonge dochter Terwijl zij woord voor woord en met vaste stem den hoofdman nasprak, tee-kende zich op haar helder gelaat eene uitdrukking van eerlijkheid en rechtzi»-nrgheid, welke den bandiet heel en ganecb geruststelde Toen het gedaan was galmde Leondari : — Nu heb ik vertrouwen in u i Dat 4eMaagd ttvernietige zoo ge hetdurit wagenuwen eed te verloochenen. Gij kunt u verwijderen.WMa

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Add to collection

Periods