Ons land

1418 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1918, 01 June. Ons land. Seen on 25 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/g73707xr7f/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Vierùe Jaargati^ ! JuflM91& AB0NNEMENTSPRIJ8 i Per jaar . 8.~- Voor 6 maanden J .75 Voor ,3 maanden ! - ONS LAND ^LGEMEEN WEEKBLAD VOOI< HgT VLAAMSCHE VOLK Me» îiisrijj'f la um bsredï vsa bst Mai Opstelraad en Befcee.-»OQ»ESTiUiVFt M. ANTWEKl'Eî* .: ^WETENSCHAP - KUNST - TÔONEEL - LETTERKUNDE De Staat Vlaanderen EEN WEG TOT VREDE Zoo omtrent luidlt de titel van een brochuur. geschreven door Prof. Dr. phi]. Waldemar Kanter (Das Kônig-reich Vlaanderen, — Ein Weg zum Frieden), uitgegeven te Diessen voor Miinchen, door Jos. C. Huber in 1918 4de en 5de duizend). En 't is een recht intéressante brochuur, die, van af heel andere zijde komt bewijzen wat wij altijd hebben gemeend : namelijk dat de stichting van een souvereinen Vlaamschen Staat een weg tôt vrede is. Het uitgangspunt van onze en des schrijvers redeneering is verschillend. Natuurlijk. Hij .naar recht, spreektvar af zijn Duitsch standpunt. Wij ver-trekken van af ons Vlaamsch-natio-naal belang. Wij zijn daarvan nooit afgegaan ; maar we hebben van af den eersten dag begrepen dat het slechts willen zien van dat nationaa] belang onpolitiek was. Wij zouden dan maar zoo egocentrisch nationaal kunnen denken als wij evenals groote volkeren over schier oniîhputtelijke macht beschikten; als wij, voor het verwerven onzer Vlaamsche onafhan-kelijke zelfstandigheid troepen te vel-de hadden, die, in dezen tijd van staal en bloed en van het groote offer, die, in deze jaren van het Mirakuleus Ge-weld, met hun daden, hun moed en hun bîoed mede met anderen hielpen onze onafhankelijke zelfstandigheid te verwerven. Dat is niet tôt op dezen dag. Het toeval heeft gewild dat het Duitsch-nationaal en het Vlaamsch-nationaal belang evenwijdig liepen. Zooals wij vroeger alreeds deden op-merken zijn deze twee belangen niet identiek : Onze politiek moet het zijn zulke voordeelen te kunnen schenken aan het Duitsch-nationaal belang dat Duitschland er aile profijt bij vindt « den uitersten Germaanschen voor-post in het Westen h bijna als eigen eoed te beschermen tegen aile vreem-de en vervreemende inmenging, terwijl het eigen Vlaamsch-nationaaT belang niet geschaad wordt. Àangezien de Duitsch-nationale be-aneen en de Vlaamsch-nationale ge-ijkloopend zijn is die mogelijkheid rerre van uitgesloten; zij is voor de îand liggend. Daaruit vloeit dan nog-maals een nauwe samenwerking met Je Duitsche politieke leiding voort. -sngs dien weg inderdaad worden de Mlaamsch-nationale belangen best en verstandigst gediend. j Mogelijk zal onze zeer openhartige taal opzien verwekken en in andere middens wel meer dan dat. Maar kun-ben die lui ook wel zeggen dat zij, evenals wij, Vlaanderen voor ailes dienen ? En beter, gezonder, reaal->olitieker smaakt ons dit, ons open-îartig woord, dan het voor ons onbe-ïrijpelijke (( dat men den oorlog voor Vlaanderen*s lot geen dag langer zou willen rekken ». Niets komt recht zon-îier arbeid en het ciment van lijden in bloed van 't eigen volk is. tot nog oe en van af het begin der tijden het îenige verband geweest, bij machte iîaten te stichten. En 't is op dezen Jag nog niet de ontmannende taal van iïiooie droomers, maar toch droomers 3an, die aan de harde en onverander-)are wet der eeuwen eenige verande-ting kan brengen. Eigenaardig mag het heeten dat flen zich kanten kan tégen de oprich-jng van den staat Vlaanderen, en ijveren wil en tracht partijgenooten te 'inden om mede te ijveren voor het iehoud van België, het land onzer iroeve verdrukking, dat, nà den oor-bg weerom worden zal en moet wat was : de dooder van Vlaanderen. Wij noemen de brochuur van Dr. phil. W. Kanter belangrijk omdat zij 3e stichting van het koninkrijk Vlaan-peren (hij voorziet ook de mogejijk-heid van de stichting eener republiek) pnwijst als een weg tôt vrede. Na ge-kaarschuwd te hebben tegen ego-pentrische Duitsche belangenbeharti-|ing en aangetoond te hebben dat de pmende vrede het uitzicht hebben boet van een vergelijk-vrede, voert hij aan, dat in het belang van den vrede Mf, de toekomstige vrede van zulken pard zijn moet, dat hij de Duitsche pachtspositie versterkt, omdat een pterk Duitschland de waarborg van pers Europeeschen vrede is. [ Frankrijk en Italie hebben in dezen IPorlog, door de fout van hun politieke leiders zulken slag gekregen, die, ge-voegd bij de inwendige toestanden in die landen souverein heerschend, al reeds de machtspositie van deze rijken sterk vermindert. De groote militaire macht van deze twee landen is voor zeer, zeer lang gebroken. Een oorlog als deze put allé rijken uit ; maar reke-ning houdend met wat de inwendige toestanden van Centraal-Europa zijn, weten wij dat Duitschland alreeds zal staan als een eik als Frankrijk en Italië nog als rilde boomekens zullen te beven staan in het ochtendwindje van hun opstanding. Rusland bestaat niet meer. De toestanden in het Oosten zijn geheel veranderd. Een sterk Duitschland is een onaanvecht-baar Duitschland en als dusdanig is het de beste waarborg voor den Europeeschen vrede. Blijn Engeland. En-geland, de vijand van Europa, wo-nend op de eilanden bewesten Europa, het land dat zich zelf alleen be-mint en haat met volledigen haat al wat op de enge eilanden een zweem van schadûw zou kunnen werpen, is het eenige land dat in Europa den wensch tôt wraak over de geleden ne-derlaag hoog houden kan. En Enge-land zal dat als daartoe mogelijkheid bestaat. Een sterk Duitschland alleen kan Engeland in bedwang houden. De heroprichting van België zou dezen staat tôt speelbal maken van de E'ngel-sche politiek; Dat wapen moet dus o©k Engeland uit de hand genomen. Wat was, zal wezen. Dr. Kanter, — wat vooraf gaat is van ons — be-wijst wat wij meerrnaals schreven, hoe België niet neutraal gebleven is. België moet de Engelsche invalpoort tegen het onbeschermd Rijnland blijven. Dat is dus he herontbranden van den oorlog binnen den kortst mogelijken tijd na het stichten van den vrede. Of Vlaanderen met inbegrip van Fransch-Vlaanderen tôt Boonen (Boulogne), moet aan het Germaansch Europa toelaten dat Engeland zich houde binnen zijn grenzen en er met meer aan denkt voor Engelsche merkantiele belangen het bloed der jeugd van Europa te offeren. Frankrijk verliest alzoo een deel van zijn grondgebied. Wij spreken niet van Elzas-Lotharingen. Deze grond en het volk dat daar woont is Duitsch en moet dus Duitsch blijven. Fransch-Vlaanderen is Vlaamsch, is door ge-weld van Vlaanderen afgerukt, is met perfidie en zonder blozen verfranscht geworden. Het moet rechtvaardig-heidshalve terug aan Vlaanderen, d.i. aan Germaansch Europa ■ gegeven. Het moet toelaten dat de Noordzee waarlijk een vrije, niet een Engelsche zee weze. Het is eveneens van militair belang dat de belangrijke Maaslinie den Flijn bescherme. Luik, dat altijd Duitsch was, eeuwen lang en de Duitsche streken van Luxemburg behooren, na-tuurlijkerwijze, Duitschland; het overige van Wallonië, dit volgens Dr. phil. Kanter, kan, ten titel van kom-pensatie Frankrijk geschonken. Door de oprichting van den staat Vlaanderen is niet alleen een weg naar vrede gevonden ; door de oprichting van den staat Vlaanderen is de vrede zelf, nu en later, gediend. Daar-voor mag gerust een paar weken en maanden langer gestreden. George P. M. ROOSE. A V V K! V Wié kweet er zijn plicht niet ? Ik herinner màj nog1 dikwijls dien bloe-d'gen datum van 4dèni Oogst 1914- De Ko-ning- deed een oproep tôt Viamen en Walen om eendrachtig den vaderland-schen bodem te verdediigen tegen den kivallenden vijand. Wij, Vlamingen, kwamen talrijk op en streden zijde aan zijtfc met de Walen, trouw onzen plicht kwijtende, mild ons bloed schenkend. Wij) vergaten voor het oogenblik al onze grieven en het ongelijk ons aangedaan, vast betrouwende dat de Belgische Staat, die edelmoedige opoffe- ri.ng zou béant woord hebben met het schenken van ons voile recht. Het Vlaamsche bloed zou de ondergrond wezen van 't Vlaamsche Recht. De eerste maanden w®rd ailes opg'e-slorpt door het drukke krijgsgewoel, tôt de stellingoorlog wat figelmatigheid bracht in ons leven, en zoo ook weer plaats gaf voar gedachten die bulten en boven den oorlog stonden. Wij, Vlamingen, zwegen wachtend en hopend. Doch de Vlaamschhaters zwegen niet. De « XXe Siècle » en andere trawanten begonnen eerst den Vlamingen te pree-ken dat zij niu voor goed hunne Germaan-sche half-Duitsche taal mo;sten vaarwel zeggen en de Latijnsche kultuur aankle-ven. Daarbij bleven ze echter niet. Ze verstonden, dat onze Vlaamsche voormannen en wij, Vlaamschgezinden, de stronkelsteen waren hunner onvlaam-sche politiek, en dan begon het verdacht-maken van Duitschgezinaeni, het spijke-ren aan den schandpaal. « Zij » waren het te samen met het on-rechtvaardig stelsel waarop het leger be-rust: «Geen korporaal zorder Fransch, generaal met Fransch alleen », die den Vlamingen wakker schuddcn. Het ware te lang hier dien strijd af -te schilderen in a] zijn oneei lijkheid van-wege 't bestuur, in al zijne zielegrootheid vanwege de Vlamiingen. Ik hoop toch het geluk te hebben in eene reeks artikels dit te kunnen doen,. Ailes is samen. te vatten met deze woorden : « Vlamingen voor u is er geen recht ; wite recht eischt, wordt gestraft ; wilt gij i. rede hebben, varzaak aan eigen taal en aard. » Dat was, ja, de vrede die het bestuur ons voorsteldie ; dat de dankbaarheid voor ons zoo onbaatzuchtig opkomen, dat was het loon des bloeds. Geen mensch kan bij 't eerste aanblik-ken zmlks gelooven en noc^ tans wanneer ons 't geluk zal gegeven zijn te kunnen bekena maken de tallooze namen van hen die gestraft, geschandvlekt werden om hunne overtuiging ; als wij zullen kunnen 'c nen fcœ onze jongms de paria's en de blosdioffers waren, dan zullen wij voor-zeker menig oog openen en klaar doen inzien dat ons Vlaanderen's recht nim-mer te vinden was en îiimmer te vinden zal zijn bij de Belgische Regeering. Wij die nu schrijven, wij zijn soldaten van den IJzer; wij zijn vrijwilligers ; wij leefden meer dan drie jaren met onze jon-gens in de loopgraven; wij werden ge« schandvlekt om onze overtniging, en nochtans voelen wij nog- zieleleed omdat wiij nu hier zijn. Niet omdat wij hier zijn, maar omdat al onze jongens niet hier zijn ; omdat wij onze jongens die wij bemin.nen, dat getuigen zij eens zelf, moesten verlaten ; omdat wij met hen niet meer zijn om den strijd te voeren tegen hen die de Vlamingen haten en ten ondergang- gedoemd hebben. Wij mogen God dank zeggen : in 't léger van den IJzer leeft Vlaanderen nog en vindt Vlaanderen zijne koenste verdedigers. Doch de tijd is voorbij dat zij met hunne eer hun bloed moeten geven voor eene zaak die de hunne niet is. Ach ! zij baden het zoo schoon reeds in 1,916 in 't « gebed voor Vlaanderen », dat ©en hunner voormannen, priester, hun maak-te en dat natuurlijk verboden werd. « Geief Vlaanderen dit loon, o God, die een God zijt van rechtvaardigheid en waarheid. Weer dit onheiil van Vlaanderen af dat het tôt zijn eigen landgenoo-ten zou moeten uwen kreet herhalen: Welk nuit is ér g-eweest in 't storten van mi in bloed? » Vlamingen, tôt hiertoe heeît uw bloed tegen u gediend. Waar dan naartoe? Ikzelf die schrijf ijs bij de gedachte; ik, die 31/2 jaren tegen de Duitschers heb gestreden, en toch 't zijn zij alleen, die onze vijanden waren, die ons schonken wat Vlaanderen broodnoodig heeft voor zijn bestaan. De Aktivisten namen aan, de Vlaamsche jongens van den IJzer keuren ze goed', niet omdat zij hun recht aanvaard hebben van den vijand, maar omdat ze het nooi moesten verhopen van de Belgische Regeering.Het Bestuur van d|en Haver zal zeggen : « 1k regelde het gebruik der talen in 't leger. » Maar zegt mij, Heeren van Havere, werd ik dan zelf niet me<t straî bedreigd op 2n Mei 1918 omdat ik durfde protest aanteekenen dat de Vlaamsche soldaten mijner kompagnie Fransche eenzelvigheidskaarten voorg^egd werden om te te'ekenen? Gii zu't zeggen, Heeren van Havere: « Wij gaven u eene Vlaamsche legerkom-missie. » Ja, dat is zoo. Maar wie zetelt er in? Zal daar geen afgevaardigde zijn van een generaal Bernheim, die zegde bij de eerste Vlaamsche betooging op de Vlaamsche soldaten te tnitrailleeren? Wjii hopen, Heeren, uw boeksken te kunnen openleggen voor het Vlaamsche volk. Wat u aangaat, Vlamingen, hand in hand met de Aktivisten ! Onze jongens moeten niet langer strijden tegen zichzel-ven.WTie is er onze vijand? Is het de Belgische Regeering niet die ons bloed vroeg en ons recht ontkende? Wij kweten onzen plicht, .de Regeering niet; wij zijn niet meer gebonden. Karel VAN SANTE, Brankardier, 28e 'inie. * * * Hieraan voegt Raf Verhulst toe: « Niet lang geleden schreven wij op deze plaats dat we zeer ernstige gebeur-tenissen verwaehlten op 't Belgische front, enjlit in Vlaamsch opzicht. Wij zijn daarover goed ing-elicht en kunnen verzekeren dat de toestand uiterst ernstig en gespannem wordt en bezorgdheid verwekt nieit alleen voor Havere en den Belgiiischen generaal Bern-heim, doch ook voor de Engelsche leger-leiding en voor den algemeenen opper-bevelhebber der Entente, generaal Foch. Bernheim ! Foch ! hoe melden die namen hun Duitsche herkom&t en hoe eischt nog het Germaansche ras een eerste plaats op in het Latijnendom ! Aan 't Be'gisch front gaat de mis-noegdheid, — néen, 't is iets hooger, 't is edeler dan ontevredenheid ! — gaat de verontwaardiging van de Vlaamsche soldaten tôt uitbarsting komen, waar door aan gansch de werela zal blljken hoe België geen ideaal landeken is, doch' inte-gendeel een droevig, eilendig nest, waaç sinds 85 jaar een volk wordt miskend en verdrukt, waar de beste, roemrijkste en grootste helft door die kleinste helft tôt volledigen ondergang wordt gedoemd. De werela zal het vernemen : Vlaanderen werd door België even stieîmoe-derlijk behandeld, uitgezogen en verwei-digd als Polen door Rusland, en Ierland door Eugeland i Ierland staat op! Vlaanderen groet u, zusterland, lief-lijk Erin, even als het schoone Vlaanderen geknecht ein gemarteld, even als V'aanderen van aile recht verstoken ge-houoen!Ierland staat op ! En Vlaanderen wenscht dat Ierland slage en zijn on* afhankehjkheid verovere ! » * * Engeland toont zijn afschuwelijke wonde met Ierland! België zal weldra, door onze soldaten aan 't front, ean vreeselijik uur van ver-neaering beleven als de wereld zal ver-nemen hoe hier ailes schijn, bedrog en huichelarij was, en hoe België, minder dan gelijk we'k volk, van recht en rechtvaardigheid mag gewagen, oaar het nooit rechtvaardig was en het ijselijkste on-recht jegens Vlaanderen pleegde ! Een vinnig en gepast antwoord Te lang hebben wij, aktivisten, ons aile smaad en hoon laten welgevallen; te lang zijn wij, zonder ons te verdedi-gen, gegaan voorbij ze die ons met slijmeringen wierpen. « Ons Land » heejt nooit die lanhmoedige handelin-gen goedgekeurd, alhoewel zij de hou-ding van de getrojjenen meermaals bewonderde. ((Ons Land » is van mee-ning dat aanval verweer rechtvaardigt en zeljs noodzakelijk maakt. Wij ver-langen maar dan blijven van groot-moedigheid te geven als wij met recht den• aanvaller zeggen kunnen : « We zullen hem vergeven, want hij weet niet wat hij doet. » De Eerw. Heer V. Bamps, aange-vallen door den priester Isid. Walgrae-ve, antwoordt als volgt, en dit antwoord is zoo passend dat wij niet nala-ten kunnen aan het jlinke verweer-schrijt de grootst mogelijke uitgebreid-heid te geven. « Ons Land ». OPEN BRIEF aan Mijnheer Isidoor Walgraeve, Oud-Onderpastoor te Opwijk Mijnheer de Oud-Onderpastoor, Op 15 Maart 1.1., tusschen 6 en 7 uur 's tia-middags, in den omnibus die reizigers van Wemmel naar Merchtem en Opwijk vervoer-de, voor een 25-tal personen, hebt ge, met de epileptieke onbezonnenheid die al uw woorden en daden kenschetst, den droeven moed ge-had, in hunne afwezigheid (naar de mode der lafaards), lasterencle en eerroovende woorden uit te kletteren (volgens uw gewoonte), over verschillende zeer Belgisch-, doch OOK Vlaamschgezinde burgers, waarvan er vier (Pater Stracke, jezuîet ; Pater Caluwaert, do-tninikaan ; Dr Alfons Verdoodt, aalmoezenier, te Ukkel, en ik) uw medebroeders waren, zoo met in Vlaanderen, dan toeb in Cbristo... Wat mij betreft — die het eenig « ongelijk » beb « ougeluickig » te zijn, door de schuld van de Apostels van de Waarheid en het Recht zou ik rue voorzeker niet storen aan uw ver-achtelijk schuim, o Walg-raeve, zôô ge tôt zelf s rnijn rechtzinnigheid niet hadt ûurve». in twijfel trekken, in kwestie mijn benoemmg als professer aan het Groot-Seminarie te Birmingham...Alnoewel ik sinds tien jaar gewoou ben aan de procédés écœurants van de moderne Fari-zeërs, omdat ik Vlaming oen, schijnt het me tocli wat al te kras dat een priester — een man die de zalving van het priesterschap-voorzeker niet heeft ontvangen om een Apos-tel te worden van haat en nijd en nog vee'. min om zijn kleed (Romaansch of Germaanscb model) te misbruiken tôt dekmantel van leu-gen en laster — zich niet schaamt me publiek uit te schelden als een leugenaar en volksbe-drieger...I^aat me u zeggen, Mijnheer, doch met meer medelijden dan verbittering, dat niet ik, doch gij de leugenàar en volKsbedrieger zijt... lin met alleen a zeggen » — want zeggen kan iedereen die wat svem heeft — doch ook « bewijzen ». Onaer andere dwaasheden (die ik verzwijg, om U geen onaangenaamheden te bezorgen langs een andere zijde) « kletterdet » ge dus, over mij : — bamps is een leugenaar. Hij zegde en schreef dat hij professor werd benoemd te Birmingham. Daar is niets vanI Tegenover uw nijdige agezegden» stel ik gaarne — hoe zeer het me ook spijt op een « publieke » aanranding van een priester « pub îek » te moeten antwoorden — de vol-gende afdoende « bewijzen ». Ge kunt ze dan mededeelen aan een paar « nijdigaards » van Merchtem (het ras van Kaïn is onsterfelijk) die U zoo gretig hebben v66r- of nageiogen... Ziehier, Mijnheer de leugenaar en volksbe-drieger : i\a in het begin van 1914 het Exeat voor gelijk welli anaer Bisdom der Wereld beko-men te hebben uit de handen van Mgr De Wachter, hulphisschop van zijne K,niinentie, stelde ik me onmiddellijk in verbinding met vreemde bisschoppen (o.a. van den Kanada en de Vereenigde Staten) om in den vreemde (eilaas!) eene plaats te bekomen, waar ik mijne plichien als priester zou kunnen blijven vervul.en, zonder me levons te laten vernede* reti als mensch. Begin Juii 1914 werden mijne pogingen met succès bekroond, dank zij de bennddcling van een Monseigneur van België (natuurlijk niet van het Aartsbisdom Mechelen) die me tijdeus de langdurige en moeilijhe onderhan-delingen met Zijne iîminentie Mgr. Mercier, steeds met zeer groote genegenheid ter zijde had gestaan. Hierbij zult ge o.a. het afschrift en de ver-taling vinden van twee brieven, betreffende mijn benoeming als professor in de _ H. Schrift van het Groot-Seminarie te Bitming. ham ; Den Eerwaarden Heer V. Bamps , Merchtem, Brabant, België. Osoott Seminarie, Birmingham, den 15n Juli 1914. Eenvaarde Heer en Vriend, Met groot genoegen heb ik van Mgr... (den naam moet ik verzwijgen) vernomen, dat ge de goedheid hetx gehad u ten dienste te stel-len van ons Groot Seiuiiiari«, al» Profesmor in de H. Schrift. . M. de Superior, Mgr. Parkmson, komt emde dezer maand in België en zal dad het genoegen hebben U een bezoek te brengen om. n aile noodige inlichtingen te verschaffen. Wil me aanzien, Eerwaarde Heer, als Uw trouwen dienaar in J. K. O. H., t EDWARD, Aartfebisschop van Birmingham. De tweede brief luidde aldua : Den Eerwaarden H. Vaast Bamps, Merchtem, Brabant, België. Oscott Seminarie, Birmingham, den 7» Oogst. 1914. Eerwaarde Vriend, Zijne Hoogheid de Aartsbisschop verzœkt me U te zeggen dat Hij betreurt dat Mgr. Parkinson niet naar België kunnen gaan is om U het beloofde bezoek te brengen. Nochtans wil Zijne Hoogheid op uwe aan-beveling door Mgr ... (den naam moet ik verzwijgen) gaarne uwe diensten aannemen als professor in de H. Schrift, en hoopt dat ge het Oscott Seminarie zult kunnen vervoegen op 2n September, dag der heropening der klassen. Gelief me te aanzien, Eerwàarde Vriend, als rechtzinnig Uw in J. K. O. H. P. J. STYCKE, Sekretaris. Ten gevolge van den oorlog kon ik Engeland niet meer bereiken en bleef ik sindsdien ook verstoken van aile verder nieuws vanwege mijn nieuwen, zeer vereerden Aartsbisschop.Sinds 15« Juli 1914 ben ik dus niet meer onderhoorig aan Mechelen, en volg diensvol-gens ook niet meer de plaatselijke gebruiken, in voege in het Aartebisdoru van onzalige ge• dachtenis. Daar ik niet weet de toekomst me voor-bereidt, ben ik U zeer dankbaar, Mijnheer de Oud-Onderpastoor, omdat uw onbezonnen aanval me zoo'n onverwachte gelegenheid heeft verschaft om bovenstaande belangrijke brieven aan het publiek — dat de franskil-jonsche Machiavcls zoo vaak trachten en ook weten te misleiden — op tijd en stond te doen kennen. Intusschen groet ik U met al de achting die gij verdient Priester Vaast BAMPS, professor in de H. Schrift aan het Groot-Seminarie te Birmingham met vprlof te Merchtem. Merchtem, den 7n Mei 1918.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Ons land belonging to the category Oorlogspers, published in Antwerpen from 1915 to 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods