Ons vaderland: tolk van het Vlaamsche front

1038 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1918, 21 May. Ons vaderland: tolk van het Vlaamsche front. Seen on 16 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/w08w951z71/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

fisïâ» l&argaag - 1081 feus; m mmmnmM Bï&sÂ&g 23 Mei m% ONS VADERLAND «TICHTE8S : I. Baeskefs»dl as A. Î$mfîi i Belgisph d&gftlad yt:- ehljEemcJ® @p al cls cltgsa der "Wfick Sfa^s- es gshssï : J. CjH03?U»9f 91, km Meuve, 6sL«i&> ^EOOTSiMïSïS ^as* s@ssasa«a SeSgîe â.'VS irrsRs«Su*SJS: SJèS ïi;s£e]ismd>fialteKd &S& ^ea* âs-iuaseaiejy « 5^SS® » ~ g. â©.®@ E;f €lit d'èdr» wij erà trtefe j W#r ©ail: m mm tu Jasid j m « .J... ■. > I 'I II I — . , n... . • . -'M.1 M'^*I V>» <a«M>»ws<w«»«*aM. wnww Ta iiw»sn mu» neuve 94 w mu IMMrtUlv 9S'**L« im A»©ï8ïœSil(Spj»«^W»a»S!E|]SÎ V«M»% ^3pIv'S!SïSï ''" ' £* •i'? ^agfCîâJ ©*BSS ï»KaK MIOHXïaaH-ÎW ilJEWii'î pflZT »«è«"iB"î'K.-!3! S"®®1 14MS ^ a «UIMÎI««3 IMHtH) *«KgtVR»iBfl BN . BAS MKTxaL-f'lia aa-sea e»ï;6»-,i»*>-i TB vvesv af« UIT HET PIOTTENLEVEN Dit vcrhaal, dat niets anders is dan het, getrouwe, verslag van gebeurçde feiten die ik beleefde, slrekt tôt ver-heerlijking van den heldenmoed on^er dappere jongens, van onze piotjes, en tôt hulde aan hen die op den bloed-dronken Yzergrond hun bloed stortten voor hun iieve land. Rood, bloedrood was de zon onder-gegaan, verre over de eerste Yztrstel-ling. Ze was verdwenen iu eenezeevan bloed en bloedige wolken. Eu ik weet niet welke invi'oed dit uitoeiende op mijn benepeçr hart en mijnen geest. Mijne zieledroefheid, verwekt door âlletlei uitweiîdige oorzaken, vermeer-derde iederen stoud, door de sombere gedachten, vol weemoed die mijn hart ompraiigden. Het akelig gebons en gebrom der kaconnen in de verte, dit geweidig davéren van het leatste plekje moeder-grond, het schrUle gcfluit van den ko-gel over de borstwering, ailes hielp mede om mij triestig te fltemmen. Ik moet 00k zeggen dat il^ 's a-onds te toren met een bang voorgév.oel naar de loopgraven gekomen was. Ik feon niet zeggen of het de voorspelling was van eau ongeluk voor de makkers of voor mij. Die onzekerheid tergde mijn wachtcDden geest nog meer, en blij was ik, buitengewooo bîij toen de af-iossera op de toopplank kwamen aan-gestapt. Ik. verwachite kalmte en rust ca dieu afmattenden zielenangsî; maar, I helaas 1 het was niet zoo. Onze seklie moest < p tweede lijn I gcân liggen in eene stukgeschoten hof-I sttê. Doof modder en slijk en water ■ ^lonsden we door de akteîig donktre I ioopgravea. Nu en dan siste een ^ur-I pijl op uit de viakte en verlichtte boven I de borstweer de helmen onzer mannen, ■ diespookachtig danserid in de donkerte I verdwenen. Inde verte bromden de kanonnen I akelig voort. Daar, achter ons, kietter-1 dende machine-geweren geweidig, en ■ de moorddadige kogels zochten gillend ■ naar menschenbloed. En kronkelend I drong de sombere rij mannen in de ■ puin.en vân de hofstêa en de schuii-B plaatsen errond. Daar, in betrekkelijke zekarheid, ver- ■ Het mij het hertzeer en de angst niet, ■ îooals ik verwachtte. De mannen smak- ■ tenhunaen ransel af meteenen zucht, ■ smetenhun morsig geweer in eenen ■ hoeken kropen kreunend indedoakere ■ «chailholen. Geen kwart uurs later of ■ alleman lag te ronken. Maar mijn ge-Bolterde geest ijlde voort en droomde ■ Un bloed enwreedetooneelen. Ik hoor-■destem van onze scliildwacht die een Bpraatja aansloeg met een voorbijstap-Bîenden genieman...Dan weer de groote, ■Indrukwekkende stilte-.. I Dan weer kletste een kogel uit D. Begen den wand van onzen SGhuilhoek. ®an weer kwam een verdoolda piot, BesUjkt tôt over de heupeïi, naar den ygg vragen... En ik gevoelde lqk een fc^oel van groot welzijn, daar binnen, H^^ldonker kot, op*het natte strooi, ■®efiethoofd op den harden racsel en H® voeten op eenen hoop beslijkte B^oenen. ■ ^1 zoo duurde het dsn ganschen BacMdoor... De morgen in een prach-Bj» zonnegloren verbrak het akelig. , B"stere van den nacht en de warme • B^ugddoende zonnestralen kustten ■ ^wahker, en vogels, en bîoemen, Bnianneq in de vuazige holen.GiaESch 1 B iatuur zong en kweelde van blijden H| lust en levenskracht. Zilf de arme, B^elachtige piottenwereld kwam uit ■ e Jioeken en kanten gekropen, en ■ ^ en rekte zich in het heldere B^elioht dat het een ècht plezier was.. ■ ® vroolijkç dag j^uppelde voorbij « in eene schitteriog van zon enbloemen en in b'ij gezang van vogelen en piot-tsn.Maar helaas ! Rood moest de zon on-dergaan, dien dag, bloedrood ! De mannen van de derde sektie, zullen het nooit vergeton. Nooit! Nooit! Al werden ze hoaderd jaar oud!.. Juli, 1917, bliift in hun verstand gegrift met roode lettcrs. Buiten, voor hunne schuilplaats, zaten de mannen neergehurkt en lonk-ten levenslustig den blauwen ihemel in en kopstsrden hunne stramme ar men en beenen in de deugddoende zonne. Hunne vlugge oogen volgdeu de vele vijandige vliegtuigen die boven D. kunstigaan het zwenken waren'-.. Daar zaten de sergeant DeB..,GustS.., Karel V.P,., en eene heele bende joellge vreugdevolle p'otjes, echte « anciens » van die goeda derde sektie... Ze jachten en zottebolden zoo speslziek en levenslustig, dat ze waariijk schenen den droeven toestand te vergeten. En dan gebeurde er iets dat me heel mijn leven bijblijft... Een- Duitsphe granaat, een enkele, plofte huilend en brullend midden in onze jongens neer.. Ik zag een bloedroode vlam, en een oogenblik verilvveen ^aiisch den omtyek in een vqilen zwarten rook!.. Maar hèlaas ! Het ihnjrde niet lang of nood-gehuii en'pijnîijka jammerkreten, en droeve, droeve klaehten, weerklonkf n akelig en gillend over de viakte... Er» de rook schoof sluiperd en venijnig weg langs den bloedigen grond... Wreed ! Schril.kelijk !.. Onze sergeaot — oh ! Lij was niet meer kenbaar !.. hij lag daar in zijn bloed, als een massa neergestort. Bloed was gespetterd tôt in de schuilplaats voor hem. Nevens hem lag een andere, Gusl S.., met de uitpuilende hersenen en vele wonden aan de beenen, in bezwijming. Men droeg liem binnen en ik verbond hem. Het was een ferme jo«gen, die Gust !.. Hij is dood, nu ! Zijne moeder zal over | hem weenen en al zijne makkers bekla» gen hem. De bevelhebber weende toen bij hem zag liggen, en toen Gust weer tôt zijne zisnen kwam, keek bij ons glimlacbend aa«, eri zoo dankbaar. Maar die blik sprak reeds van gebroken harte en levensdraad ! Hij stierf twee dagen later in het ga^tiiuis. Anderen nog werden bijgebracbt en' verzargd. Oi.ze brave brankardier, Staf-ke V.., deed wonderea. Anderen vlwcht-ten weg en iieten bloedsporen na zich ! Een of twee zijn iater nog gestorven in het gasthuis... Akelig was het ! Wreed!.. 1k denk nu nog onwillekeurig aan die bloeiende jockheden. Ik deck aan die joelige jeugd die geen gevaar kende. Ik denk nog aan Gust S ., toen wij cp den sektor van S . waren. Daa zagen we iu de verte, iangs den zcelïatit, een immer versehijnende en verdwijeende lichtstraal. Gust zei dat het de vuurtoren was van Westende ■«n trok ereene verwoede «salvo» op los. Op een anderen kecr plaatst^ hij zes ge-weren nevens maîkander en poïntaerde op 5.000 meters. 't W»s voor den E. M. van den Duîtsch, zei Gust, en hij trok de zes geweren af met eenen laadstok. Dit was eigeniijX de luimigste oorlogs-man diert ik tegerjkwsm. Nooit ging hij op verlof, nooit vroeg hij er naar. Van zijne geriage scldij wist hij nog centsn uit te sparen. En net !.. De rusttijd was bij hem een eeuwig poetsan en blinken. Hij was de vreugde van 't peloton en îedereen beminde"hem. Nu ligt hij op het kerkhof van A. in den billen grond. De dierbare moedergrond die hem zag geboren worden pràngt hem nu ia zijnen schoot. En zulke jongens zijn er met duizen- den in ons Ieger. Helden zijn het zonder het ztlf te weten. Fier ben ik, Belg te zijn om de koenheid van Belgie's solda atj es. K. R. « 0e aanvâlsbewegiiig in bel Wesfen l'en volksverfegenwoordiger feekcïiî de mislulikipi?; Een lid van den Duitschen Reichstagr legde voigsnde bekantenis af voor een briefwisselaar van de «Politiken» : Wij kunsen 't niet verbloemen dat de groote aanvalsbeweging de verwachtte uîtsîagen niet cplaverde. Zsj heeft oîîs te veel mannen gekost. Wij hopen nochtans de kustea te foe-reiken en het verk-ier te belemmersn ia het Nauw van Kales daar onze verdra-gende'kanottnen gemikkelijk Engeiand kunnen beschietsn. Dan zullen onder-haudelicgen mogelijk zijn. Duitscb'aad heeft geen 00g op het mijtjb.ïkken vaa Lorreinen nach op Aot-werpen.Onze verîiezen bedragen thaas drle millioen dooden, gekwetsten p,n vermis-ten en wij zoeken niât die verliezén nog te doen stijgen. Ten anderen, Duitsch-land heeft ia de toekomst reeds de ha«-den vol in Rusîand, Van de VerbonJenon vragen •«àj enkel de teruggatfe van onze koloniën en Madagascar.« — —— —^ "T KAN'Î'JE OP 'T FRONT 0e EelaBghebbeîide van 't EorîbardemfcËf Briev«n vasi Zebedèus Bovenstaande is de tital vnn een boek-je voor onze Antwerpsche kerels. Het is geschreven in echt signoors, en't moet dus door allen gelezc-11 en gekend. Het worcJt uitgegeven door Jos. Goudswaard van "Antwerpen, tijdelijk gevestigd: Den Haair, Weîmarstraat, %165, en kost 30 Hollandsche ceuten. « Ikt Boek van den Belgischen Soldaat », onder comité van den Haag, dit verdienstelijk werk bij uitstek, v.3rspreidt het kosteloos, en denkelijk is het 00k bij het hoofdbureel ta Lopden verkrijgbaar op aanvraag. Dus siojoren, daar eens op gelet, niet-•v^aar ! De hoofdVerdlensten van dit werki® zijn, dat het « pîezant. » is en ors terug-plaatst iu onze geliefde, oude Schelde-stad.Hoeksn en kantjes, die we ons nog wonde*rwel herinnerer, om de aangena-me, vroolij'îe, geîukkige uurtjes daar gesleten, v.orden weer îevendig en met, vee! typische kîeur voor oeze oogen ge-tooverd, en personen, die 't kleinste kind van ons stadje u met den vinger zou wijzen, treden weer met « joviaal », echt-Antwerpsch gebaar in ons leven. Zebedf-us schriKt zelf, en rond zijn persoontje draait heei ï'a « gekribbel ». Ge weet, hij woont op 't hoeÉja van 't Donkcrstr&atje en is scboeiilapper. H?j ontsteeKt dagelijks 't iampeken van het O. L. Vrouwken op 't hoekskan, werkt hard. drinkt gaarne « eenen-van vijf » in 'tTrappsken op, en acbt poli* tiek flauwen bul. De volksvent heeft echte r veel gezoad volksverstand en be-kijkt de dingen zeer nuchter, alhoewel hij nogal 'ne keer zat is. Hij is katholiek, zeer geloovig zeîfs, doeti dît belet hem niet den pastoor eer 9 fiink van de veeg te geven. Ilij misprijst de poiitiek, doeh houdt er niettemin gezonde politieke denk-beelden op na. Hij roert even in den Vlaamschen pappot, en zonder hij het zelf scbijnt te weten, toor t hij oas waar de stank van-daan komt. Gij moet dan 00k geen ad vokaat zijn om te kunnen besluiten hoe we iu de tiekomst koken moeten ! Dit boîîïje is dus geheel van onzen tijd en zeker zuilan onzw sinjoren het met opgemee/i genoegen lezen. Georges VERSTAPPEN. "Vlaramgeo abonneert «p . KIEUW \1AANJ>EREN Ik. droom van u nu lecta leven geeft nu al wat sliep ontwaakt als uH eener bangan droom van wr-asd ster/en er vergaan. —» In 't koude najaar heb ik de groene boomen zien kwljuen en dood staan te droomen, aïsof het laatste leven hun basten v/as ontgajrj. Doch nu, nu staan zes langs da grijze wegen, weer fjrsig in hun krachf, als 'Jwepande reu^en die spotten op 't machteloos geweld der slopende tijden, en 't lachend zonnelicht doet de blaarkens uit hun botten wrich-ten en kleurt ze aaieod met haar groene tinten vol leven en vol hoop. Ik heb U 00k m'a VJaanderland zien kwijnen als die boomen, langs grijue wegen die zich kkurden met uw roode levenssap dat vloeiend slroomde uit gapsnd wreede wonden. Ik heb uwvolk zien sterven, o zoo bloedig, zoo afgrij-selijk en zoo wreed en g'hèbt in aï uw rouw en al uw zwaar ëlïende uw eigèn zonen geborgeu ia uw eigen moeder-schoot. Ge waart nog maar een graf m'n arm liefVlaaadaroa, esa graf waar-iu't schoonste vân uw eigen wezea be-graven lag. Doch ia die uur van grooten nood eu stijgeiid zicîeloed heeft Vlaanderen's hard gesproken tôt z'n voik waarvan hi| 't zware lijden begreep en medegevoeid had. Envol gevoëîen, vol hoop op nieuw ontwakend levea klonk z'n woord profe-teerend over 't land : Hier Hggen hun lijken Als zaden in 't zand. Hoop op den oogst O Vlaanderland ! la zc liggen daar ons kloeke jongens, de kern, de keura van oas volk, heThart van 't eigen îand ligt in het land begrâ-ven en... Vlaandsi^sn is nog maar een graf gelijk. Doch een graf waar nleuwe leven zal uitrijzfD, een graf waar 't rijke zaad in ligt te kiemen dat in vrediger zonnetij z'n schsutjes zal aien groeien en sprie-tan uit het zand, uit de vochtige aarde die dronken is vaa 't verzadigend bloed. En 't leven zal dan sterker staan en schooner en grootar dan men 't ooit in Vlaanderen zag. Hat bloed onzer jongens dat Vlaamsch roept, zal Vlaamsch leven baren, nieuw harteleven in een nieuw Vlaanderen. Wat zult ge schoon zijn dan m'n kl&in lief landeken, schoon als ons volk zich zelve zal bewast zi'ja en leven naar het gevoelen van z'n eigen herte en de schoonheid van z'n eigen onve.rbasterd wezen. Dan zultge Schoon ziju m'nklein lief Viaandarland, schooner dan ooit des dichters machtig gevoel u peinzen dorst, schooner dan ooit de tijden en de voîkeren u 00k zagen. Schoon omdat go uw eigen zult zija dan ! En dan Nieu w Vlaanderland, dan zal geen enkel bloedend hart meer moeten zeggen: «O Vlaanderland daar is schuid in uw schand ! » Want geen schai'd zal u drukken of geen sfttaad zal u treffen want ge zult « Nûuw Vlaanderland » zijn ! Edward HERMANS. '4t**mSaaiuV ■ *aOsfiT — A... • Eeee muikrij in de Oostenrijksche vlooî Londen, 18 Mei. — De briefvvisseîaar van de «Times» op het Italiaajssch front sein t dat in't begin van Febru&ri een ernsîige muiterij plaats greep in de Oostenrijksche vloot. .De opstand begon te Pola m\ar brak te zelfdertijde uit te Cattaro. Het schijnt dat in beide havens botsingen plaats grepen. De werklieden vaa het arsenaal van Pola e'ischten de afschaffîng der strafmaatregeleri en de beweging won zelfs do b '.manniugen der vloot die in opstand kwamen. Aan boord der oorlogsschepen waren de officieren onmachtig-, maar het schijnt dat zij niet. handgemeen werden met de matrozen. Na eene week onderhandtlen bekwamen de werklieden hua recht. Te Cattaro was de mliiterij erastiger. Z?s kruisers en verseheidene torpédo weerders hep^chen hp.t roode vaaadel en botsingen grepen plaats tusschen do muiters en de Duitschersan Magyars die niét tottraden. Er waren tairijke dooden. Eindelijk behaalden de muiterâ d8 bovenhaad./jij overmanden de officieren en een admiraal die zij mishandelden en opsloten. De muitcfs ^aren meester in de haven rn kondigden dagorders afgeteekend «het komiteit der vlootbemanningen. Het komiteit deelde per radio zijne eischen mede aan Weenen en vroeg den < onmiddelijken vrede. De regeeringzond 1 naar Cattaro eene vlootdivisie onder bevel van een Duitsche Oostenrijker. Na onderhandelingea gaven de muiters zich over, na per geschrift de verzekering bekomen te hebben dat eenige van hunne eischen zouden ingewilligd worden en dat zij geen sîraffen zouden oploopen. Als gevolg>van de^e muiterij werden verscheidene hoogere officieren afge-steld. De mantxen der vloot worden sedert dien hard behaodeld en onder de minste voorwendseis erg gestraît. over keizer Karel's brief ' -ejCU&tx-y i (Naar de * Daily News *.) Het geschil omirent keizer Karels brief aan den YoorziUer d^1 Fransche Republiek, gaf aartleiding tôt een be-iangwekkend débat in het Engelsche Lagar Huis. M. Balfour heeft volgen-derwijze het staudpnat der Britsche re-geeritrg verdedigd : De briaf dagteakent van Maart 1017. Hij moest enkel meegedeeld worden aan Frankrijks voorzitter en hoofdminister en aan koning Joris en de Britsche Premier.2. De brief stelde voor weergave van Elzas Lotharingen aan Frankrijk. Toen geopperd werd dat Frankrijk het herstel vroeg der grenzen van 1814 en niet die van 1870 antwaorddç M. Balfour dat zulks nooit een vas!, plan der Fransche buitervlandsçhe poiitiek was, en hij ont- | kende uitdrukkelijk dat dit zou deel uit-maken van de ooriogsoogmerkan van de verbondenea. 3. De brief ws een «vredesoffensief * waàr do Keizer mede instemde. Het moest de verbonden.m verdeelen. Hij (Buliour) verdedigde de handelwljze van M Clemenceau die den brief openbaar maalcte, niattegenstaande de voorzitter der Republiek ziju eerewoord erophad verpand. 4. M. Balfour verklaarde 00k dat de Britsche regeering ten allentijde bereid is, aile eeriijke vredesaanbod te aan- ; vaarden en in overweging te nemen. M Asquith drukte zijne ins-temming ' uit met M. Baifour's verklaring-en, eu j trok er het bssluit uit dat de Britsche Regearlng nooit de deur had gesloten voor esnig ernstig vredesaanbod. R0N® DEN OOSLOG ffîEJ«.ILmJll»H.>IIMU».ni HWWBagafefc:. $£og een nieuwe Oui^sche 8aavalsfaktie& Voorop, de stoottroepen komen mannen die twee aan twee lange ijzeren pijpen dragen gevuld met springstof. Deze pijpen worden dwars over den prikkeldraad geworpçn, de lont aange-stoken en da mannen'vluchten weg zich haastend buiten bereik te zijn wanneer de tuigen springen en den prikkeldraad vérnietigen". De Keizer een ôngeluksvogel lu den loop van twee mâand hebben de Duitschers nu over de 150 afdeelingen ia 't vuur gebracht. Naar sommige on-làngs gevangen genomen Duitschers, was de keizer aanwezig aan 't front toen op 17 April de aanval plaats greep, aan-val die zoo jammarlijk mislukte voor de Duitschers. Het iazicht des keizers was den bevelhebber der Iste Landweer af-deeling een eereteeken toe te kennen : nutteloos ta zeggen dat het eerekruis achterwege bieef. De wor.derlijke te^enstand der^Belgen was een nieuw bewijs, bij da reeds zoo tairijke, hoe 'a keizers aanwex.igheid schijnt ongeluk voor de Duitsche legers mede ta brengen. Ûe toekomstige aanvaSs-bewegs ng De Duitsche bladen voeren sedert eenige dagen een veldtocht zooaîs deze die de aanvalsbeweging van 21 Maart voorafgiag. De Duitschers verzekeren het volk dat da aanval zal doorgedrevan worden tôt aan het einda van den oorlog. Het doel blijft betzelfde : beide legers van elkaader scheidei). De vijfdc wlnterveîdtoeht Uit do « Timse » :< M. Haussmarm legde in den Reichsiag volgende verklaring:en aî : _Wij zijn beroid voor een vijfden wintcrveîdtocht. Indien de oorlog in het Westen voort-gezst wordt, zal Duitschland ôok veel troepen moeten houden in het Oosten. Op dit oogen blik is ge«»n akkoord m et Engeland mogelijk. De wil van Lloyci George en Lord Robert Cecil is sterkf r dan djgze van Lord Lanôsdowne. Buitsclilanci 0e wereîdcoaîilie nnû k niet zoo we des ôôrlôg willen wijsiîen Geneve, 20 Mei. De soci^istischa afgevaardigde David schrijft in de «SchwaebischeTagwacht»: Indien Duitschland er niet iu siaagt de w«rsldcoaiitie te outbiud«n dan sai de oorlog voor het kei^.îrrijk verloren ziju want in dit gevaj kan geen spraak zijn vau waren vrede. 't Ware eîd»el een wapenstilstand die een nieuwe bewope-ning zou uitlokken en ons tôt volledigar uitputting zou dofmen. Wij kunaen de wereld niet eeuwig onder. onze heer« schappij doen bukken. De toestand van ons land blijft zeer ernstig niettegenstaande de zegepralea die wij behaalden en nog behalen zuilen. Het is onmogelijk zich te Bedriegen als men nagaat aan welke bronaen o, ze tegenstrevers kunnen pultea. Oe ôstvolkiiig Zurich, 20 Moi. • Een ambtelijk versîag tootit dat da ontvolking in het tijdstip van 1917 gelijk staat met een verlies van 1 milBoen kinderen. De regeering derikt dan toestand te verhelpen door aan de moeders en kinderen een bijgevoegd rantsoea te ver- leenen. *' / — De gebeurtenissea ia Eusland / » / Terugroepieg van ûen Fransche» v«rîegenwO€>rdiger Moskou, 19 Mei. M. Tchilcherine, kommissarls van buitenlandsche zaken richt tot't fransch goevernement volgeride nota : De verklaringen -door M, Noulenç aan Rusland gericht, binst het hachelijfc tijdperk dat ons land beleeft, kunnen de goede betrekkingen tusschen de twee landen niet aonbrengon ; en de veitegeu woordiger die 't zijne bijdraagt om de betrekkingen tusschen Frankrijk en Rusland te vermoeilijken kan niet meer geduîd worden. De regeering van d*> Soviet vraagt dientengevolge dat M. Noulens dadélijk teruggeroepon worde. Oe hongsrsnood îe Peîr^g ad neemt 'schrikwekk^nde uilbreidissg* Petrograd, 19 Mei. De hongersnood verergert hier van dag tôt dag. Er is om zeggen s niets meer in de magazijnan en op de markten. " De twee derden zij* gesloten. Er is noch meel noch suiker, noch aardapp,s-ien noch kaas noch melk en bltter wei-nig vleesch.Alle nog te vinden eetwaren worden zonder toezicht aan den meest-biedende verkoebt. Alleen zwart,slecht verteerbaar brood woret nog gebakken, waarvau men met rooeite 60 gram daags kan bekomen. Overal steelt men, zelfs onder bloed-verwanten en vrienden. Honger kent , geen gebod. De eetwaren zija zoo zeldzaam dat vel-j tagen t zelfdd gewicht géld ver-kocht worden. De helft van dan dag wordt besteed aan 't zoekea vanvoedsaî. Eene hesp kost 1 000 tôt 1 500 frank, do boter 52 fr. het pond, en het meel (als er is) 25 fr. 't pond. De eiers kosten 3 fr. /5 t stuk en de zeldzame aardappeien worden 6 fr. 50 het pond bataald. , Al deze voedingstoffen zijn slechts ia t geheim te bokomea. y \ 1

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Ons vaderland: tolk van het Vlaamsche front belonging to the category Katholieke pers, published in Calais from 1914 to 1922.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods