Ons Vlaanderen

1313 0
15 October 1916
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1916, 15 October. Ons Vlaanderen. Seen on 16 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/9s1kh0g35p/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Tweede Jaar. — N* 34 EDITION HEBDOMADAIRE Zondag 15 October 1916. ONS VLAANDEREN Door Eendracht Sterkl VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG V Liever Dood dan Duitsch! Inschrijvingsprijs : Voor Frankrijk : per jaar 4.00 fr. per zes maand 2.25 » Buiten Frankrijk: per jaar 6.00 » Bureelen der Redactie : te Gent : 24, Wellinckstraat. — te Parijs : 181, rue de Charonne Aankondigingen : Tien frauk per 4 Regels. Zich wenden tôt Ons Vlaandôren. De Belgische Ziel. Is het niet geheel droevig, zegt, ons terloops te moeten herinneren dat vôôr de noodlottige gebeurtenissen dezer twee laatste jaren, tal van kort-zinnige staatkundigen, letterkundigen en intellektueel - hooggewaardeerde volksleiders ons — schuchtere maar grootbewuste flamingantjes, — en de dilettante wallonisanten - om beter -wil, zoo dikvverf in de tuitende ooren bliezen dat ons zoogenoemde België niet eens eene natie naar den waren zin van dit woord mocht ge-noemd, maar dat ons Vaderland een kunsfmatig • maaksel zonder geschied-kundige berechtiging was, in 1830 uit onderlinge vrees en wederzijdschen wantrouw, tôt gtand geroepen door de uit hun lood geslagen europeesche mogendheden ; althans dat we ons van deze artificieele schepping niet zoo zeer hadden te beloven dewijl deze een onberekenbaar gevaar daarstelt voor de raseigen kultuur en stamont-wikkelingskracht der drie specifieke groepen der belgische landsmozaïek. Dit eigenste thema wordt althans — en hoe raak, niet waar ? — op het zelfde leitmotiv onder oorverdoovende begeleiding van zweerdgeknetter en kanongebulder door de duitsche kultu-reele stormblazers nagehuild ter dwaze verontschuldiging van hunne vuige overweldigings- en anexatiepolitiek. Teuten, naar aanleiding van onze laatberouwende folkloristen, hebt ge ter dege de ware geschLdenis van ons enge vaderland verminkt. Ten tijde van Caius Julius César af, hebben aile Belgen — Moeren, Mena-pen, Nerviërs, Aduatieken, Eburoenen, Trevieren en de overigen — zich in dezelfde gelederen gescliaard om ge zamentlijk de overrompelingstocht van den roomschen overweldiger te stuiten zooals ze ten andere reeds menigmaal hadden moeten doen om meerdere in-vallen der overrijnsche germanen te keer te komen. De innige menging der Franschen met onze Gallo-Belgische volksstammen was eene gelegenheid in de volgende eeuwen, tôt een nog inniger verbond tusschen de verschillige belgische groepen. Op grond van het Verdrag van Verdun, ten jare 843 ge-sloten, begingen Karel de Kale en zijn broeder Lodewijk de Germaansche, de dwaasheid ons vaderland zonder over-leg te verdeelen in twee verschillige Kroonleenen. De rechterkant der Schelde ging onder den naam van Lotharingen over aan het heilig duitsche rijk ; de linkerkant onder den naam van Vlaanderen, aan het pasge-stichte Frankenrijk. Lotharingen ver-brokkelde weldra in een aantal kleinere kroonleenen ; het prinsdom Luik, de hertogdommen Brabant, Limburg, Luxemburg, de graafdommen Hene-gouwen en Namen. Al deze soevereini-teiten en Vlaanderen leefden voort in eene onverpoosde poging met elkander in de nauwst mogelijke voeling te treden en zich wederzijdsch van hunne feodale banden te ontrukken. Sedert het einde der elfste eeuw heeft de Keizer niets meer in te brengen bij zijn westelijk vassalen van over den Rijn ; de Slag der Gulden Sporen in 1302 was de dageraad van Vlaanderens vrijheid. Filips de Goede, wien één voor één de nederlandsche vassaliteiten beschoren waren, legde den grond-steen van Belgiës staatkundige een-heid. Gedurende de overheersching der Habsburgers van Spanje en van Oostenrijk hielden de Nederlanders niet op te strijden voor zelfbestaan en onafhankelijkheii ; Filips II en Jozef II wisten daar best over te getuigen, Filips II zag zich verplicht de Zuider-Nederlanden op te richten in een zelfbesturige soevereiniteit onder het het wijs geleide,, der aartshertogen Albreclit en Isabella. Jozef II was het slachtoffer onzer nationale omwente-ling voor vrijheid en landaard. De fransche eerste Republiek had den Boerenkrijg af te weeren. Willem I der Nederlanden gaf door zijne koppig-heid aanleiding tôt de heilige onafhan-kelijkheid waarvoor de Belgen meer dan drie eeuwen hadden gestreden, onmachtig bij gémis aan eenzelvigheid, maar hoezeer onderling verbonden door denz elf len geest van zelfbesef, vrijheid, eenheid en onverdeelbaar-heid.Neen ; de Belgische staat is geene artificieele schepping, maar eene eenzel-vige natie met eene levendige, eeuwige eenige ziel ; eene natie gebouwd op een strijden door de eeuwen heen voor de verwezenlijking van zelfbestaan en eigen bestuur. Iets kunstmatigs — maar dat alleen — ligt er, helaas, in onzen belgischen staat : de enge artificieele grenzen waa-rin de Mogendheden van 't jaar 30 ons eeuwenoude groote België hebben terug-gedrongen.Gij schuchtere vaderlanders-tot-daar-toe en dwaze internationalisten-om-beter-wil, die met onze rechtmatige vergrootingsideën lacht en spot en ons verachterlijk den naam van Anncxatie-ridders toesnauwt, gedenkt op den nakenden dag van ons herboren volkeren recht dat er nevens een aantal dorpen van dietsche sprake, — die ge dan nog wellicht als duitsche taal zou kunnen beschouwen, — er ook tal van steden, dorpen en burchten in Pruisen staan aangeboekt met namen als Malmédy, St. Vith, Montjoie, Weismes, Longfaye, Xhoffraix, Ovitot, Chôdes, Outre-Warches, Bernister, Beverce,Boruyères, Gueuzaine, Meiz, Montenau, Onderval, Potteaux, Falize Bougnez. Boussère, Robertville, Burnenville, Ligneuville, Faymonville, Goboumont, Libomont, Chiromont, Géromont, Arimont ; dat heel Luxemburg en heel Limbnrg in 1831 door de mogendheden zonder aarzelen als belgisch nationaal goed erkend werden, en dat de Schelde de Belgische stroom is bij uitmuntend-heid. Zult ge dan w^arachtig Belg en groetmoedig genoeg zijn om ons Vaderland toe te kennen wat ons Vaderland toekomt, als ge ten minste, naar onze diepe overtuiging, denkt de eeuwige onsterfelijke ziel dey Belgen niet meer te moeten looehenen en ontkenncn. V. St. GEDACHTEN In het begin van Oogst 1914, bij het intreden van dezen schrikkelijken oorlog die Europa te vuur en te zwaard heeft verwoest, hadden Duitschland en België allebei stand te nemen, over een vraagstuk van den zelfden aard en van allergrootst belang. Duitschland had te beslissen of het de belgische onzijdigheid welke het gewaar-borgd had, zou eerbiedigsn of onverhoeds zou schenden. Het was zijn plicht haar te eerbiedigen. Zijn militair belang bleck hem te beve-len haar te schenden. Het aarzelde niet. Het zond een ultimatum aan België en den tweede dag daarna vielen zijne troe-pen het belgisch grondgebied in. België zijnerzijds had te bed'ssen of het de onzijdigheid welke zij plechtig beloofd had, getrouw zou waarnemen of den duitsch door gang zouverschaffen. Het was zijn plicht zich er tegen te verzetten. Het politiek belang ervan kon op dit oogenblik betwist worden. Het aarzelde niet. Trotsch weigerde het zijn gebied door Duitschland te laten schenden en den tweeden dag daarna antwordden de belgische op de duitsche kanonnen. Naar mate de gebeurtenissen zich ont-vouwen en zich verwijderen, ontwart men duidelijker de beslissende redens dczer twee keuzen en wor.lt de wereld beter in staat gesteld de houding door beide landen genomen te beroordeelen. Duitschlands schuld is thans door al-len bekend zelfs door die neutralen welke hem meest gunstig waren. Men ziet dui-delijk in, dat zijn regeering het recht heeft geschonden in zijn plannen zich vergist heeft, zelf zijn nederlaag heeft voorbereid. België's getrouwheid is algemeen en met toejuichingen goedgekeurd. Van dag tôt dag wordt het klaarblijkelijker dat de w$g door zijne regeering ingeslaan niet alleen de weg der eer was maar ook de weg welke op de zekerste wijze de toekomst van het land waarborgde. J. Van den Heuvel, minister van Staat « Le Figaro » 20 September 1916. -*-*->»- Oe Vergoedingen aan de Familiën der gemobiliseerden In het « Staatsbiad » zijn volgend vvet-besluit en volgend koninklijk besluit verschenen : Artikel 1. — Te beginnen met 15 Oktober 1916, wordt de dagelijksche vergoeding, toege-kend aan de familiën der militairen van een lageren graad dan officier, welke ze zullen aan-vragen, vastgesteld als volgt : 1. Aan de echtgenoote van den militair, 1 fr. 25, met een vermei.rdering van o l'r. 50 per kind van minder dan 16 jaar of gebrekkelijk ; 2. Aan den persoon diegelast is te zorgen voor de kinderen van den militairweduwnaar met kind, of gescheiden met een kind waarover hij het toe-zicht heeft, o fr. 50 per kind van minder dan 16 jaar of gebrekkelijk; 3. Indien de militair niet gehuwd is, weduw-naar met een kind of gescheiden met een kind waarover hij het toezicht heeft o: indien hij geen kind herkend heeft, 1 fr. 25 aan den vader, bij ontstentenis van den vader aan de moeder, bij ontstentenis van vader en moeder aan den ver-wante in de opklimmende linie door den militair aangeduid. tenzij deze laatste ouderlooze broeders of zusters hebbe van minder dan 16 jaar of gebrekkelijk, in welk geval de vergoeding van 1 fr. 25 zal betaald worden aan den persoon die gelast is voor deze te zorgen ; 4. Aan den persoon die gelast is te zorgen voor de door den militair wettig erkende kinderen, o fr. 50 per kind van minder dan 16 jaar of gebrekkelijk. Indien de v.ider en een of verscheidene zijner ongeluiwde zonen of indien verscheidene onge-huwde broeders tegelijkertijd onder de wapens zijn, wordt de vergoeding berekend tegen 1 fr. 25 voor den eersten dezer diensten, tegen o fr. 65 voor den tweeden dienst, tegen o fr. 45 voor de andere diensten. Art. 2. — De bij deze wet vastgestelde vergoedingen zijn niet verschuldigd indien de familiën, die dezelve aanvragen, in een land verblijven dat hun een ten minste gelijkwaardige vluchtelingsgeld toestaat en indien de wetten of bestuurlijke rege-lingen van dit land niet toelatendeze vergeldingen en demilitievergoedingengelijktijdiguit te belaten. De betrokken familiën zullen het bedrag mogen opeischen van het verschil tusschen de totale som van het vluchtelingsgeld welke hun zal uitbetaald worden door de vreemde regeeringen en het totaal der vergoedingen vastgesteld bij artikel 1 van deze wet. Art. 3.— De vergoeding is onoverdraagbaar en vrij van gerechtelijk beslag. Zij wordt bij voorbaat en wekelijks betaald door het gemeentebestuur der huidige verblijf-plaats van de belanghebbenden ; in den vreemde wordt zij maandelijks .betaald door den consul van België van het gebied, behalve in Frankrijk, waar zij door de zorgen van het département van Binnenlandsche Zaken uitbetaald wordt. Art. 4. — De vergoeding is niet verschuldigd ; 1. Gedurende het tijperk waarin de militair op verlof zonder soldij gesteld wordt; 2. Tijdens den duur zijner desertie; 3. Voor d.c kinderen welke in het bezette land gebleven zijn of voor dewelke de belanghebbende niet moet zorgen. Art. 5. — De aanvragen tôt het bekomen der vergoeding gaan vergezeld van de stukken waar-uit blijkt dat den militair, wiens dienst wordt [ngeroepen, onder de wapens is, en worden schriftelijk gestuurd, hetzij naar het gemeentebestuur der verblijfplaats in België der aanvragers, hetzij naar den Consul in wiens gebied zij in deu vreemde verblijven, hetzij naar het département van Binnenlandsche Zaken voor degenen die in Frankrijk verblijven. Art. 6. — In geval de vergoeding geweigerd wordt door de gemeentebesturen of de Consuls, mogen de aanvragers eene klacht indienen bij den Minister van Binnenlandsche Zaken die eene be-slissingzal nemen. Art. 7. — De rechthebbenden die binnen een termijn van drie maand, te beginnen met den dag waarop de militievergoedingen waarop zij aanspraak kunnen maken verschuldigd zijn, dezelve niet zullen aangevraagd hebben, zullen van hun recht vervallen verklaard worden. Art. 8. — De Regeering is gemachtigd, naar gelang van de omstandigheden en rekening hou-dende met de levensvoorwaarden, in de landen waar de families der militairen uitgeweken zijn, aan deze families bijzondere vergoedingen van huisvesting toe te kennen waarvan zij het bedrag zal vaststellen. Art. 9. — Al de vorige bepalingen nietig verklaard door dit besluit-wet worden ingetrok-ken.* * * Artikel. 1. — Eene bijzondere vergoeding voor huisvesting, berekend overeenkomstig de bepalingen van dit besluit wordt, te beginnen met 15 Oktober 1916, toegekend aan de naar Frankrijk uitgeweken families der militairen die als dusdanig behandeld worden en niet in 't genot zijn van de voorrechten van het besluit-wet op de militievergoeding of enkel aanvullingstoela-gen ontvangen ter uitvoering van de bepalingen van artikel 2 van dit besluit-wet. Art. 2. — De vergoeding voor huisvesting wordt toegestaan aan de echtgenoote van den militair; bijjdezer ontstentenis of indien zij niet naar Frankrijk uitgeweken is, aan het hoofd van de familiegroep samengesteld uit de bloedverwanten in rechte linie van den militair.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Ons Vlaanderen belonging to the category Katholieke pers, published in Parijs from 1915 to 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods