Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen

736 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1918, 27 April. Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen. Seen on 16 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/mg7fq9rb0n/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Nr. 143. Weekbladje voor de vlaamschsprekexide krijgsgevangenen. 27 April 1918. [HET VLAAMSCHE VOLK, Ons volk in economisch opzicht Op het einde der XVIIId0 eeuw bloeiden onze ge-westen plotaelings op. De katoennijverheid te Gent bereikte eene fabelachtige hoogte. De Schelde was vrij, Àntwerpen zag werven en dokken als bij tooverslag ontstaan. Doch, men was pas van de crisis bekomen of, daar brak de omwenteling yan 1830 los. En nu begon voor de Vlaamsche gouwen een dertigjarig tijdvak van verregaande ellende, zooals onze gewesten er sedert lang geen meer gekend hadden, ellende die met het jaar 1845, het jaar der aardappelziekte, haar toppunt bereikte. Honger en hongerziekten mâaiden in Ylaan-deren duizende weg. De Ylaamsche beyolking vermin-derde ia 1845 yan 2.43 °/„. Het getal huizen daalde in tien jaar yoor beide Ylaanderen met zes duizend. En nochtans was de achteruitgang niet algemeen. De bevolking /an het Rijk steeg tusschen 1846 en 1856 met 4.44 °f„, terwijl de Ylaamsche bevolking afnam. Welk waren de oorzaken van al dat onheil voor onze Vlaam3che, yan die stoffelijke welvaart voor de Waalsche piovinciën ? Nevens moeilijk te weren, maar toch te verzachten, nijverheidscrisis voor Ylaanderen, vooral de onbekwaam-heid, de onkunde en de partijdigheid der Beigische ministeries en der Waalsche bureaucratie tusichen 1831 en 1860 ; zij bekreunden zich weinig om Ylaanderen's welvaart, wiens taal zij bedrukten, en begunstigden openlijk de.; Waalsche gewegten, waar zij thuis hoor-den. Al de handelsovereenkomsten, al de tarieven, van dit tijdvak van vergedreven proteetionisme, waren ten nadeele der Ylaamsche nijverheid. Ziedaar een der groote, alhoewel minder gekende oorzaken van het overwicht van het Waalsch element en van de Fransche taal na 1830. Doch, de reactie kwam. Door de Duitsche overwin-ning op Frankrijk in 1870 bekwam de Germaansche stam, ook in België, een vroeger ongekenden luister. In 1900 was de verhouding voor de Ylaamsche bevolking, in opzicht der 3 groote bedrijvigheidstakken : landbouw, handel en nijverheid, reeds de volgende : Landbouw : 765.000 per»onen of 63,57 t.h. Handel: 218.000 " " 56,63 " Nijverheid: 583.000 " " 47,17 " Dit geringere laatste cijfer heeft voor oorzaak, dat er in Ylaanderen vele ambachtslieden, veel klein-nijver-lieid en huisindustrie is, terwijl daarentegen Wallonie van de groote nijverheid het monopool heeft. . Wij zien dus dat de bijzonderste bron, voor Ylaanderen's welvaart, de landbouw is. Een der meest kenmerkende feiten van de heden-daagsche landbouwontwikkeling in Ylaanderen is dé geestdrift waarmêe de kleine en middelmatige landbou-wers den weg van vooruitgang zijn ingegaan, — technische vooruitgang eenerzijds ; anderzijds vooruitgang door de onderlinge hulp en de gemeenschappelijke werking. Doch, de uitgestrektheid vari het bebouwde landbouw-gebied vermindert van dag tôt dag, ten gevolge van de uitbreiding van den bebouwden eigendom der nijverheidsondernemingen en het net van wegen en spoorwegen ; weliswaar v«rgroot de landelijke bevolking : de laatste algemeene optelling wijst sedert 1895 een vermeerdering aan yan 4 personen per 100 hectaren. Ylaanderen is een klassiek lai\d voor den kleinen landbouw. Economisten van uiteenloopende «trekking hebben de opslorping voorzegd van de kleine teelt door de groote, bewerende dat deze laatite, economisch gesproken, aile voordeelen heeft boven de andere, dat landbouw en nijverheid in dien zin gelijkloopende wegen zouden inslaan.v1"» De verwezenlijking van die vooizegging zou hoofdzakelijk in on» land van kleine hoeven haar belang hebben, daar ze in onze landelijke huishouding een heelen ommekeer brengen zou. Tôt nu toe echter hebben de feiten die profecij niet bewaar-heid : de kleine landbouw bestaat en ontwikkelt zich. Gansch onze hedendaagache landbouw wordt gericht naar de voortbrengst der dieren en de voederteelt ; (') Zie "Le socialisme agraire" in de "Revue Sociale Catholique" nummers Febraari tôt Augustus 1900.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen belonging to the category Oorlogspers, published in Göttingen from 1915 to 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Subjects

Periods