Polder en Kempen: wekelijksch nieuws- en aankondigingsblad

826 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1914, 24 May. Polder en Kempen: wekelijksch nieuws- en aankondigingsblad. Seen on 23 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/7d2q52g86w/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Zondag 24 Mei 1914 Prijs per nr 5 centiemen 10e Jaar, Nr 21 POLDER EN KEMPEN Wekelijksch Nieuws- en Aankondigingsblad Ilnsclir'ijviiig'sprljs : I 3,io fc. per jaar. [ Voor den vreemde de verzendingskosten erbij. I Men schrijft in bij den uitg-ever, bij de briefdragers en pp »1 de postkantoren. Drukker- Uitgever ; A. DE BIEVRE BRASSCHAAT Aankondiginsren : Volgens tari et. Brieven, p*kken, enz., franco toesturen. Het recht annoncen en artikels te weigeren îs voorbehoud«n Ileder nummer van POLDER f EN KEMPEN bestaat ten minste uit 8 BL^ZDZICTIDIEZN" Katholiek Leven TE ANTWERPEN I Verleden Zondag, werd het Rerum Usomum op schitterende wijze gevierd ■ in onze prachtige Scheldestad. I Rerum Novarum ! grondwet onzer so- ■ cale beweging. I Veel lag er koud en dor en als levenloos ■ in de katholieke wereld. I Maar daarbinnen, in de kern, groeide Btnspande en berstte het uit : jonge, wilde Bloten met ontembare kracht ! I Doch daar waren zooveel richtingen. H Men stond voor zoo vele en zoo belang-Brijke vragen. I Wie moest dit opkomend leven leiden ■en verzorgen ? I En aller oogen richtten zich naar Rome, Biaar Christus' plaatsvervanger. I Léo XIII, de Paus der werklieden, Bzond de Rerum Novarum de wijde wereld ■in, den 15 Mei 1891. En dan wist men welke Richting te volgen. I Wij, katholieken van allen rang en Htand, van elken leeftijd, naderen zoo Bvaak tôt Gods Liefdedisch. Dààr, aan de Kommuniebank in onze kerken, voelen ■ we, van wat rang of richting, welke plaats Bwe 00k in de maatschappij innemen, Bons voor God gelijk. I Dààr is een hemelsche harmonie. I Och, mocht de naleving van den inhoud ■der Rerum Novarum in ons maatschappe-Blijk leven meer en meer doordringen tôt ■aile standen. I Eenzelfde harmonie zou in onze, nu Bvaak zoo diep geschokte samenleving ■merkbaar worden. I En daaraan mede te werken, naar ■kracht en kunnen, is in onze moeilijke Bdagen de dure plicht van elk waarachtig Bkatholiek. ■ En 't is om die harmonie te bekomen, ■om dat vredefeest te vieren dat verleden ■Zondag duizenden christene werklieden Bw burgers te Antwerpen vergaderden ■waar zij eerst de H. Mis bijwoonden in de ■St Antoniuskerk en dan vergaderden Bin de groote feestzaal van St Andries ■ in de Nationalestraat waar het woord Bwd gevoerd door M. Frans Van Cauwe-■tart,M.Mampaey, een werkman van Boom Bu den Witten Veldheer der Christene Barbeiders, den Eerw. Pater Rutten. Het bezoek der Deensche Vorsten I Denemarken is een land dat nog al gelijkenis heeft met België : 't is klein slechts 3 miljoen inwoners, waarvan de tolft zich met den landbouw bezighoudt ; 4 is er wat kouder dan hier, doch klimaat ® grond zijn bezonder voor den akker-r°™ geschikt. Er zijn bijna geen onbebouwde gronden : slechts 10 ten honderd van de geheele °ppervlakte. Men vindt er groote boer-derijen van 500 Hektaren naast kleine Van 1 Hektaar. Zooals België aan de Noordzee gelegen is' % Denemarken aan de Oostzee, evenals wij tusschen machtige naburen, ïamelijk Duitschland en Rusland. De Koning Christiaan en de Koningin Alexandrina doen thans een rondreis in Europa. Dinsdag namiddag kwamen zij te Brussel aan waar zij door onzen Koning en onze Koningin hartelijk ontvangen ,w®3en en het voorwerp waren eener warme ovatie vanwege een ontelbare ^oensdag had er te Brussel een revue [Plaats, ter eere van den Deenschen Koning, j aaraan 10.000 man deelnamen. 't Was een schitterend militair schouw-spel die een ontzaglijke, geestdriftige menigte te been bracht. Donderdag zijn de Koning en de Koningin van Denemarken, vergezeld van ons Koningspaar, Ministers, enz. naar Antwerpen geweest, waar zij een tochtje deden op de Schelde en verschillende haven-instellingen bezochten. Om 5 uur vertrokken zij weer naar Brussel. Vrijdag is het Deensche paar naar Holland vertrokken. DE ARBEID Ailes noodigt ons in de natuur tôt werken uit. Op het land trekt de os den zwaren ploeg, die den grond verscheurt ; 't paard sleept de egge of den geladen wagen. Dicht bij hen gonst de werkzame bie van bloem tôt bloem en keert met buit geladen naar den korf terug. De nederige, nijverige en spaarzame mier, graaft hare onderaardsche gaanderijen. Zij verzamelt en verzorgt de bladluizen, die hare melk-koeien zijn. In het woud maakt het leven-dige eekhorentje zijnen voorraad hazel-en beukennootjes voor het slechte jaar-getijde.Al de dieren onderwerpen zich aan de wet van het werk. Evenals zij, moet de inensch er aan gehoorzamen, tôt het winnen van zijn voedsel, zijne kleederen, zijne huisvesting, in een woord,- van de onmisbare levens-elementen.Hoevele redelooze schepselen zijn er niet die hem voorbeelden van vooruit-zichtgeven ! Indien niemand arbeidde, zouden de zoo bewonderensweerdige velden prijs gc: even zijn aan struikgewas en onkrurd Ge ?n lachende oogsten, geen voedzaam k< ren meer. Het gemoedelijk gedreun vj. 1 den molen zou niet meer herklinken en wij zouden geen brood hebben. Indien niemand arbeidde, zouden de mijnwerkers geen kolen uit den schoot der aarde trekken, die het brood der nijverheid zijn ; de werkhuizen zouden gesloten wezen ; een doodsch stilzwijgen zou 't dagelijksch geraas en gerucht der machienen vervangen. Zonder het onophoudelijk zwoegen, dat op de wereld heerscht, keert de aarde terug tôt haar eersten wilden staat ; aile vooruitgang zou te niet zijn. God zelf heeft de wet gesteld die het menschdom aan het werk onderwierp. En eene wet is het, waaraan elk gehoorzamen moet met de troostende gedachte zijnen plicht volbracht te hebben. Er zijn menschen die blozen een loon te ontvangen ; andere zijn er trotsch op niet te verdi en en wat zij ontvangen. Domme denkbeelden. Het loon is iets zeer eerbiedweerdigs, het is de prijs van den arbeid, en men heeft terecht gezegd dat er slechts twee manieren zijn om in de samenleving te bestaan : men moet eenen volslagen bede-laar of dief zijn, of men moet een loor ontvangen. De jaarwedde van den bediende, de honoraria van den geneesheer, den rechts-geleerde en den ingenieur, de winst var den knecht, dit ailes is loon, verworver door gelijkwaardige diensten. Het valt niet te ontkennen, dat vooi sommige menschen het werk niet genoej zaam vergoed wordt. Van den anderei kant maken ledigloopers en verkwister: misbruik van hun fortuin, en zijn de eerst. oorzaak der aanvallen die men tegen dei rijkdom richt. De machienen, zegt men, dooden he werk. Niets is minder waar. De machienei ivertiendubbelen het werk. Hoeveel menschen hielden zich, voo ! 't uitvinden der boekdrukkunst, nie j met het maken van kopij bezig ? J Hoe weinigen konder. dan nut trekken uit de geestesvoortbrengselen en zich onderwijzen ? Heden heeft iedereen boeken en over-vloed van dagbladen, die hem met de gansche wereld in gemeenschap brengen. Daartoe zijn heden meer drukkers noodig dan er in de XIe eeuw kopisten waren. Daarenboven vereischen deze boeken en nieuwsbladen een groot aantal papiermakers, lettergieters en machien-bouwers.In eene spinnerij doet eene spil nu het werk waartoe vroeger eens een. talrijk personeel noodig was ; doch de lage prijs van wollen en katoenen stoffen, laat aan iedereen toe zich er mede te kleeden ; en daar het verbruik onophoudelijk ver-meerdert, moet de voortbrengst aangroei-en en dit heeft een grooter getal werklieden voor gevolg. Evenzoo gebruiken de ijzerenwegen meer armen dan toen de ouderwetsche groote rijtuigen overal stilhielden. Men vergete het niet : het dalen van den prijs stelt de koopwaren in het bereik var een grooter aantal verbruikers, en de vermeerdering der vraag sleept welhaast eene vermeerdering van werklieden na zich. Men vergelijkt dikwijls de samenleving met een bieënkorf met zijne gulzige en ledige hommels, die men zou moeten vernielen en uitwerpen, Doch er is niet alleenlijk lichamelijke arbeid ; geestesarbeid bestaat 00k en heeft zijne rechten. De werkman voert het stoffelijk werk uit ; de ingenieur, de geleerde, de fabriek-bestuurder doen nuttige opzoekingen of oefenen een onmisbaar toezicht uit. Hunne studiën scheppen den handenarbeid, ver-menigvuldigen en vergemakkelijken hem. De geneesheer, die de openbare gezond-heid bewaakt, de magistraat die orde doet heerschen, de leeraar die de jeugdige geesten ontwikkelt, zijn zoovele arbeiders die rijkdom en welvaart rond zich ver-spreiden.Ieder werk i= eerbiedwaardig, onder welken vorm 't zich 00k vertoone, indien het eerlijk en nuttig is. uit Liefhebberij Dat een tegenstander u beschimpt, dat hij uit afgunst op uw werk, u een scheldnaam naar het hoofd smijt, dat hij uw arbeid kleineert en als gepruts betitelt, ach, dat laat u betrekkelijk koud en daarom zegt ge maar : dat raakt mij niet. Maar wat gij wel voelt, al kunt gij soms doen of gij het met een schouderophalen van u afschudt : als zij het zeggen, die u moeten steunen. Als zij het zeggen, die uit laksheid en luiheid en onverschilligheid al het werk voor u laten liggen ; Als die menschen, die tijd en gelegen heid en vermogens, die ze hebben, als ongebruikte talenten in den grond stoppen, en u — terwijl gij arbeidt voor de goede zaak, — nog smadelijk toevoegen, of wat nog eerder gebeurt, achter uw rug van > u zeggen : « Ach, die menschen hebben daar nu eenmaal liefhebberij in ». , • Ja, liefhebberij. Dat is een etiket, dat L | de luiheid plakt op jongen ijver en geest | driftig begonnen en voort gezetten arbeid. - ! Liefhebberij. Alsof het altijd zoo een r plezier was, veigadering op vergadering L bij te wonen, op huisbezoek te gaan, ; artikelen te schrijven, verslagen te maken, > altijd maar ploeteren, juist voor diezelfde t lui, die hun hand nog niet uit hun broek- I zakken halen om een stootje te geven t aan den wagen van het sociaal werk, die 1 gij met zooveel moeite tegen de biug ; opduwt. r | Liefhebberij. Alsof onze propagands t en ons werk op een lijn te stellen is met hel ) verzamelen van prentbriefkaarten er J postzegels, met biljarten, footballen en figuurzagen. Liefhebberij. Alsof het doel en de beweeg-reden van onze actie niet hooger ligt dan ons zelf, alsof het niet gaat « om Christus' Koningschap op elk gebied ». En toch, ja, liefhebberij. Althars in dien eenen zin, dat wij, wat wij doen, verrichten, omdat wij liefhebben God en onzen naaste. Omdat wij het meenen, als wij tôt God biddend, zeggen dat wij van Hem houden. Omdat wij weten dat liefde offers vraagt. Omdat wij begrijpen, dat het dwaas-heid, zoo riet erger is, altijd maar tegen Onzen Lieven Heer te zeggen : « Ja, Heer, ik bemin U bovenal en mijn naaste gelijk mij zelven, maar Heer, het hemd is nader dan de rok. Ik moet eerst voor mij zelf zorgen en later, als ik veel tijd en veel geld heb, dan zal ik wel eens zien, of ik 00k nog wat voor een ander doen kan ». Ja, liefhebberij. Want die Hem liefheeft, « Die, medelijden had met de schare », moet 00k het hart vol dragen van liefde tôt het volk, dat Jezus niet kent, dat Jezus niet liefheeft. Ja, liefhebberij. Laat men het vrij zoo noemen. Ons werken voor God en ons volk, het is de liefhebberij van onzen Koning zelf, het is de dwaasheid des Kruises. R. VLAG. DE ZEE Ik reisde eens, schrijft Alban Stolz, honderd uren ver naar een vreemd land en een verre stad. Midden door die stad loopt een lange straat met hooge huizen, en ailes ziet er ernstig en oud uit. Aan het einde der stad is eene poort en achter die poort een steenen dijk. Nu had ik reeds te voren vernomen, dat aan de andere zijde juist beneden de dijk de zee lag. Ik had echter in mijn geheele leven de zee nog niet gezien, en toch reeds zooveel en groots gelezen, gehoord, gedroomd van de oeroude, machtige wereldzee. En — daar lag ze in eens onder mij — de zee. Wat is zij groot en vol majesteit, zoodat men zou willen neervallen om haar te aan-bidden, als men niet wist dat er een Grootere is, Die haar geschapen heeft. Mer meent dat zij leeft, dat zij de ziel der aarde is of haar hersenen. Hoe komen daar de hooge golven aanrollen in groote heerlijkheid alsof zij den oever wilden bestormen, en zij storten weder terug in den onmetelijken schoot der donkere zee. En het 00g ziet nergens een einde. Gelijk de eeuwigheid, spreidt zich het water oneindig uit en eindelijk smelten hemel en water in elkaar, en het 00g erkent niet meer, waar hemel en waar water is. Toen ik de zee zag, oveiviel mij een hevige ontroering, alsof hare golven tôt diep in mijn ziel met groot geweld waren doorgedrongen. En gelijk de zee uit on-metelijke diepte naar sneeuwwit schuim naar den hemel opzweepte, als wilde zij duizend armen naar hem opheffen, zoo deed 00k mij ne ziel : zij begon God te loven en te prijzen. Gij, zee, zijt wel groot en verheven en wondervol en uwe heerlijkheid en uw bruisen loven dag en nacht den Scheppei en Zijne majesteit. — gelijk eene groote harp, een door God geschapen orgel vooi den hoogen tempel der natuur, — maai mijne ziel is nog grooter en dieper er wondervoller dan gij, want zij kent Den-gene, die beiden, zee en ziel, geschaper heeft, en zij, de ziel, duurt eeuwig er altijd, gelijk God zelf, — Daarom moet d< menschelijke ziel eene harp zijn en gelijl een heilig orgelspel God loven en prijzei in gedachten, woorden en werken. WILLY. Bedorven kinderen zijn altijd die vai de geburen. De bioscoop en de jeugd Over het groote gevaar dat in de bioscoop de jeugd bedreigt, schrijft de Duitsche geleerde Dr. Karl Brunner, o.m. het volgende : In heel de kultuurgeschiedenis is geen enkel verschijnsel aan te wijzen, dat 00k maar in de verste verte met de bioscoop kan vergeleken worden, wat betreft zijn geweldige, diep-ingrijpende werking op de massa's en vooral op de jeugd. Geweten-loos viert het meest krasse egoïsme zijn triomfen over elke ideale wereldbeschou-wing, over smaak en fatsoen, over zede-lijkheid,rechtsorde en zorg voor volks-welvaart. Het meest wordt bedreigd de zoo licht ontvlambare half-rijpe jeugd. De dramatische en realistische scènes vormen de kern van de gewone bioscoopvoor-stellingen. En hier openbaart zich vooral de afschuwelijke speculatie op de voor-liefde der menschen voor het ruwe, het afzichtelijke, het sentimenteele, het zenuw-schokkende. Ailes wat een Sherlock Holmes aan ijselijke afschuwelijkheden in dikke romans en tooneelvoorstellingen van meerdere uren te zamen flanst,wordt door directe aanschouwing in 10 of 15 minuten over onzen geest uitgestort. Steeds vermeerderen zich de ervaringen dat jeugdige misdadigers voor den rechter getuigen, dat het plan voor hun misdaad in de bioscoop is opgekomen en dat zij 00k daar geleerd hebben, hoe het uit te voeren. In hooge mate verwerpelijk en van een vergiftige inwerking op het kinder-gemoed zijn de voorstellingen van aile denkbare vormen van zelfmoord. De indrukken zijn bij een ontvankelijk jeugdig gemoed onverwoestbaar. De pers brengt mededeelingen, dat menschen in de bioscoop geleerd hebben, hoe zij zich zelf uit de werelld moeten helpen. En al_|is de aanblik van zulke tooneelen nietde oorzaak dat een mensch zich om het leven brengt, toch kan bij overprikkelde hersens de voorheen onbewuste drang door het aanschouwde zich in een daad omzetten. Het is onbetwistbaar dat de ziel, van een fantasie-vol jeugdig persoon, die in de donkere ruimte eener bioscoop met koort-sige spanning aile verschrikkingen van een drama meeleeft, voor een diepe, blijvende suggestie uiterst vatbaar is. De onwerkelijkheid der voorstelling, wordt niet gevoeld, de kritiek zwijgt, de op-merkzaamheid is in hoogste spanning gebracht en zoo is het geen wonder, dat de indrukken, die op zulke oogenblikken in de ziel ingegrift worden, een diepen en onuitwischbaren invloed uitoefenen ». Tôt zoo ver een niet Katholiek-schrijver in een niet-Katholiek blad. Waar 00k van die zijde in den laatsten tijd zoo krachtig tegen de bioscoop-ont-aarding wordt opgetreden, klimt des te meer onze plicht om vooral de jeugd tegen de heillooze gevaren die haar bedreigen, te beveiligen. Om de ziel van het kind moeten aile maatregelen om het bioscoop-kwaad te keeren, ten krachtigste worden gesteund en bevorderd. Jan ZWETSLOOT. POLDER & KEMPEN ANTWERPEN Te paard gestorven. — M. Maurice Ortmans, bankier, wonende Mechel-schesteenweg, deed Zondag een toer-ken te paard. Op de Kielschevest viel hij plotselings van zijn paard, en was t dood ! ; Bedriegerijen in de Bank. — Bij - nader onderzoek heeft men een tekort L ontdekt van ruim 300.000 fr. in de boeken van den bediende der Banque d'Anvers, die te Hoboken zelfmoord pleegde. Een andere bediende der bank, ze-1 kere S.., 40 jaar oud, werd 00k aangehou-den, doch weer in vrijheid gesteld.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Polder en Kempen: wekelijksch nieuws- en aankondigingsblad belonging to the category Katholieke pers, published in Brasschaat from 1905 to 1942.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Subjects

Periods