Syndikaal mededeelingsblad: van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen

573 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1918, 13 August. Syndikaal mededeelingsblad: van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen. Seen on 19 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/gh9b56dx7f/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Orgaan van den Antwerpschen Diamantbewerkers Bond en der Federatie van Vakbonden De redaktie behoudt zich voor, ingezondcn stukken al of niet te plaatsen VERSCH1JNT B1J GELEGENHEID Redaktie en Admiriistratie : Plantijnlei West, 66, Antwerpen Rond een Arbeiderscongres Over een paar weken hield het Nederlandsch Verbond van (Moderne) Vakvereenigingen — het N.V.V. — zijn gewoon jaarlijksch congres in het « Concertgebouw » te Amsterdam. Het is niet om een uitleg over zijne werkzaam-heden te geven dat ik dit hier aanhaal. Hoe op-wekkend-bemoedigend zulk eene bijeenkomst, van zoo'n keur flinke, kranige, beslagen kerels ook inwerkt, hoe hoopvol ons het relaas van het enorme door hen bereikte ook stemde... onze plaatsruimte laat ons niet toe over dergelijke zaken in bijzonderheden te treden. Wanneer ik hier van dit congres spreek is het dan ook enkel om de spéciale gebeurtenissen op dit congres en daar om heen. Zooals gewoonlijk had het Bestuur van het N.V.V. ook over de grenzen heen zijne uitnoodi-gingen gestuurd ; de verschillende nationale vak-centralen uitgenoodigd een of meerdere vertegen-woordigers te zenden, welke als gast de bespre-kingen zouden bijwonen. Dat dit nu maar zoo glad niet zoo afloopen, gezien den oorlogstoestand ook nog met zich brengt dat men, zonder officieele toelating, zich niet verplaatsen kan, was te begrijpen. De meeste uitgenoodigden waren dan ook niet in staat bijtijds de pas-moeilijkheden te overwin-nen. En zoo kwam het dat alleen daar als gast tegenwoordig waren : Sassenbach der Duitsche Vakbondcentrale ; Mertens en Solau der Belgi-sche Syndikale Commissie en Jamar en Luys voor den « Bond van Belgische Arbeiders in Ne-derland ». Hier dient nog bij gevoegd te worden dat ondergeteekende zich, voor andere zaken, t»evallig in Holland bevond, zeodra het bestuur van het N. V. V. dit vernam insgelijks uitgenoodigd werd en dan ook onmiddelljk aan die uit-noodiging gevolg gaf. Het congre» was openbaar en de meest ern-itige bladen hadden er hunne vertegenwoor-digers.Nauwelijks was nu, door de verslagen in die bladen, bekend dat onder de gasten niet alleen Belgen maar ook een Duitsch vakvereenigings-leider waren of pardaf daar kwam het « Belgisch Dagblad » en dit op zijne gewone manier, los. Wanneer ik spreek van de « gewone manier » van het B. D. dan bedoel ik daarmee die manier van doen, van schrijven, van critiek maken, die wij immer en angstvallig uit ons blad weeren : de manie dan van bekladden, verdacht maken, van persoonlijke eer en naam bezwadderen, dergenen met dewelker zienswijzen en opvattingen men het niet eens is. Wij eenvoudige werklieden gaan immer van den stelregel uit: dat men het met iemands zienswijze levensbeschouwingen, enz. totaal en beslist on-eens zijn kan, het recht heeft dat af te breken, maar als mensch den plicht den persoon te eer-biedigen.De menschen met « opvoeding » van het B. D. enz. hebben het daarin echter nog zoo ver niet gebracht. Is dat nu doordat zij, niettegenstaande hunne opvoeding dan, niets kleurrijks, niets gees-tigs voortbrengen kunnen en om toch gelezen te worden aan de slechtste gevoelsnaar der men-•chen tokkelen moeten...'? Enfin! Het B. D. kwam dan, zooals ik, dien dat blad en zijn leiding ken, mijnç; Brusselsche vrienden bij voorbaat verwittigd had, los... en dat op zijne gewone manier natuurlijk. Dit blad dan vertelde aan zijn lezers : dat de Belgen in kwestie met een Duitscher ge-fuifd (gebanketteerd) hadden ; dat zij met Duit-»che passen naar Holland waren gekomen en zoo nog meer dergelijke, schromelijke dingen. En om dat ailes begrijpelijker te maken, en des te beter den gezochten invloed op de gemoederen te ver-krijgen, werd er ook nog bijgevoegd dat Jan Oudegeest, de nu onlangs tôt kamerlid verkozen Voorzitter van het N. V. V., een pre-Duitseh-••ciaal-demokraat i». Om nu te begrijpen wat volgt moeten onze lezers weten dat het B. D. en zijn hoofdredakteur Leonce du Cattillon, de vroegere Christen demo-kraat, het eerste paar oorlogsjaren onder de leiding stonden van doigter Terwagne; dat Tgr-wagne later verklaard heeft niets meer in de leiding van dit blad te zien te hebben, maar dat in Holland zoo goed als niemand dit laatste geloo-ven wil. Jan Oudegeest vond dat geklets nu toch wat al te bar en kondigde dan ook, bij het openen van den derden congresdag, aan dat hij een paar woorden te zeggen had over « eene gemeenheid » van het « Belgisch Dagblad » en daarop vooral de aandacht wenschte te vestigen van de aldaar tegenwoordige vertegenwoordigers der ernstige pers. Om zoo objectief mogelijk te blijven zal ik nu hier het hierop betrekking hebbende deel van Oudegeest rede laten volgen zooals het versche-nen is in « Het Volk » ; « Algemeen Handels-blad » ; « Telegraaf » enz. enz. Spr. wees er vervolgens op, dat in ons land een Belgisch persorgaan verschljnt, dat niet oplioudt te snljden in eigen vleesch. Het is het « Belgisch Dagblad », dat, inplaats van te zoeken naar eenheid. al zijn best doet een onzaligen strijd tusschen de Belgen hier te lande aan te blazeri. Dat blad scrijft een buitengewone gemeenheid over ons kongres. In mijn openingsreds heb ik medegedeeld, dat hier af-gevaardigden aanwezig zijn van de Belgische en Duitsche vakbeweginjr. Ik voegde er aan toe, dat het zuiver toeval was dat zij niet naast elkaar aan de bestuurstafel zaten, want dat zij den avond van te voren met ons samen waren geweest. Daaruit trok ik de konklusie, dat in de internationale vakbewe-ging de vijandschap niet zoo groot is, als bij de regeeringen. Naar aanleiding van die woorden begint het « Belgisch Dagblad » mij uit te maken voor " pro-Duitscher » (gelach). Vervolgens wordt gezegd, dat Solau, het Brusselsch gemeenteraadslid, de sekreta-ris van de Syndikale kommissie Mertens en de leider van den Antwerpschen Diamantbewerkersbond Van Berckelaer hierbeen zijn gekomen op Duitsche passen. Ja, hoe zouden zij andere hier kunnen komen j België is door de Duitschers bezet, wie er uit moet, kan dat alloen doen met een Duitschen pas. Dat wordt geschreven door den zich noemenden socialist Terwagne, die te laf was om in België te blijven en daar voor zijn volk zijn plicht te doen. (f<uid applaus). Had hij nog een greintje gevoel van plicht gehad, dan was hij in 1914 niet smadelijk weggeviucht, (Algeheele instemming). Nu schrijft hij, dat de Belgische gedelegeerden met de Duitschers hebben "gefuifd». Stem men. — Schande ! Oudegeest. — Ik stel er prijs op, te rerklaren, dat die fuit bestond uit... Stemmen. — toch niet op in. Jan Van Zutphen. — Laat dat "Belgisch Dagblad» naar den bliksem loopen. (Applaus). Oudegeest. — Neen, ik kan daar niet over zwijgen Want als straks Solau. Msrtens en Van Berckelaer, in hun land terug komen, worden zij met zoo'n be-richt vervolgd. Ik stel er dus prijs op te verklaren, dat die "fuif» bestoud uit een rustig gesprek onder een kopje koffie op het terras van een kafee. Voorts wordt gezegd, dat Belgen niet mogen sa-mengaan onder één parapluie met lieden die verant-woordelijk zijn v&or de deportaties der Belgen naar Duitschland. Wij hebben vanmorgen van Sassenbach gehoord, dat zijn vakbeweging ailes gedaan heeft om de deportatie* tegen te gaan. Ten slotte geeft de sclirijver te kennen alsof hier geageerd is tegen de Belgische geinterneerden, ja dat zij als on'derkruipers zijn uitgemaakt. (Veront-waardiging) Hier is juist het voile vereenigings- en ïtakingsrecht voor de Belgische geinterneerden op-geëischt, opdat zij niet gedwongen zouden kunnen worden onderkruipers te worden. (Stemmen precies) Ik meende dat woord van protest te moeten spre-ken tegen den gemecnen smaad die het " Belgisch Dagblad» ons aandoet. (Luid applaus). In antwoord op die afstraffing door Oudegeest verscheen den volgenden dag een brief van dok-ter Terwagne in de pers waarin de schrijver be-weerde in d® redaktie van het B. D. niets te zien te hebben, maar waarin ten slotte toch werd uit-gevaren tegen dezen die « met Duitsche passen » naar Holland kwamen enz. enz. Tegelijkertijd schreef du Cattillon in het B. D. « Een Belg die zich respecteert vraagt geen pas aan den vijand van zijn land ». « De Belgische Socialist » (« Le Socialist Belge ») het tweetalige blad onzer Vlaamsche en Waalsche, in Holland geinterneerde of werkende kameraden, vraagt daarop : « waarom die heeren dat niet zegden toe* Monseigneur's Mercier en Heylen, toen de vrouwen van Belgische ministers enz. enz. met Duitsche passen naar Holland gingen ? ». * Middelerwijl Terwagne, geholpen door den katholieken duCatttillon, zijne vroegere vrienden — welke zich zelfs nog niet eens met zijne persoonlijke twisten in Holland bemoeid hadden — om hnnne deelnameaan dit congres, op eene un-faire wijze trachte verdacht te maken, verscheen in een Hollandsch blad o. a. het hiervolgende : « Naar wij vernemen worden in Amsterdam en Scheveningen de partikuliere vredesondei'bandelin-gen tusschen Duitscheen Engelsche finantiers voort-gezet. Zooals wij reeds eerder bericht hebben, loopen deze besprekingen in hoofdzaak over Rusland en de gemeenschappelijke Duitsche en Engelsche belangen bij Rusland ». De Contreleur 20-7-18 Ook daarover werd in het B. D. met geen woord gerept. Blijkbaar vindtmen het daar heel gewoon dat groote heeren, rijke menschen; dat dezen wier onleschbaren gouddorst, ontembare heerschzucht de eigenlijke aanleiding tôt dezen gruwelijken, bloedigen strijd waren, dat die bij een komen om hunne zoete winstjes, ook voor de toekomst te verzekeren. De sociaal-democratische volksvertegenwoor-diger voor Antwerpen, dokter Terwagne, is het dus blijkbaar, met zijn katholieken confrater Ducattillon en heel het groot-kapitalisme dat — door zijn drijven naar immer meer goud — immer de eigenlijke oorzaak der oorlogen was, eens dat wél Duitsche, Oostenrijksche, Engelsche en Fransche diplomaten, finantiers enz. binst de oorlogstoestand samen mogen beraadslagen of konkelen, zoowel over vredesvoorwaarden als speciaal kapitalistische belangen. Dat de arbei-dende klasse dat die echter lijdzaam moeten toe-zien. Dat dier roi enkel bestaat in vechten en hongerlijden tôt... eene of andere groep zijne uitzonderlijk plutocratische, heerschzuchtige oog-merken bereikt heeft. Terwagne is het dus eens met de reactionaire, met de huidige inzichten aller regeeringen : dat een arbeider niet dezelfde rechten heeft, niet evenveel medezeggenschap — zelfs niet in de zaken waar hij voor hongeren en sterven moet — als een rijke, als een finantier. Terwagne denkt dus, predikt dus : dat den oorlog welke begonnen werd door imperialistische regeeringen, tegen den zin van het nog niet machtig genoege socialisme — dat dien oorlog ook door die reactionaire regeeringen alleen be-eindigd moet worden, op gevaar van, zooals het steeds was, weer nieuwe kiemen te laten voor hernieuwde oorlogen. Terwagne gelooft daar klaarblijkelijk aan, be-toogd het bij deze gelegenheid weer : dat het ar-beidende volk geene menschenrechten heeft als het bezittende ; dat het voortbrengende, zwoe-gende- nu vechtende en in massa stervende volk, onder voogdij staat van het handvol bezitters, voor wien het zijne schatten won. Terwagne moet dat weten natuurlijk. Wij zul-len hem daarom niet schelden noch verdacht maken, zooals hij het ons en anderen deed, welke het niet eens met hem waren. Men kan ten slotte de zienswijze die hij er nu op nahoudt — zooals elke andere trouwens — âankleven en toch een eerlijk man zijn. Het eene sluit het andere niet uit. Men kan echter niet die zienswijze, zulke denk-beelden koesteren en voorop zetten en... sociaal-democraat zijn. Dat bestaat niet. Sociaal-democratie beteekend vooral : weg met geweldl Weg met den oorlog! de beslissing aan het gezond verstand, aan de rede; het eenige zin-tuig toch wat het onderscheid tusschen mensch en dier vormt; zonder hetwelk den mensch blijkbaar nog erger dan het beest wordt. De sociaal-democratie heeft den oorlog niet kunnen verhinderen. Dat doet echter aan het mooie onzer leer niet het minste af. De burgerre-geeringen waren de macht en maakten er gebruik van om het geweld te ontketenen. Het zou echter wel afbreuk doen aan het grootsche van het socialisme, der démocratie, wanneer niet vandaar uit elke gelegenheid aan-gegrepen werd welke er min of meer toe leiden kan dat, in de plaatsvan troebelen,diplomatischen woordenrommel, degelijk en scherp omschreven werd, in het openbaar, wat men wil, waarom die tienduizenden dagelijksch sneuvelen en verhon-geren moeten. Het zou onze gevoelens, onze taak verlooche-nen zijn, wanneer niet door elk onzer gedaan werd wat mogelijk is om te verhinderen dat die gruwelijke, onmenschelijke slacht- en vernielings-woede geen dag langer duurde dan strikt nood-zakelijk is. Of denken Terwagne en anderen soms dat het nog geen tijd is. Het vorige jaar reeds werden door België's [oningin, op Allerzielen, dertig duizend rouw-kransen op de graven aan den Yzer neegelegd. Dertig duizend onzer die de hoop, den trots, den steun waren hunner oude menschen, vrouwen en kinderen. Wat zal het aantal nu zijn ? En volgens een bericht van de Rheinisch-Westfalische Ztg. dat wij in de N. R. C. vinden, heeft de Duitsche legerleiding, alleen achter haar front, de zorg voor het volgend aantal graven van enkel vijanden : 13,812 Britsche ; 292,533 Rus-sische ; 90,611 Fransche en 27,691 Roemeensche. Dit zijn enkel de graven van vijanden, van een deel vijanden van de Centrale Staten. Men gruwt als men denkt aan wat het volledige cijfer aller gesneuvelden, aller verminkten ons zeggen zal. En men zou, met die nooit gekende, immer nog groeiende ramp voor zich, moeten zwijgen, zich stil houden, de ziellooze, nimmer voldane groot-kapitalisten laten konkelen ; het zeggingsrecht, de beslissing geheel en al overlaten aan diezelfde hartelooze, achterlijke diplomaten welke Europa, de geheele wereld in dien nog steeds bodem-loozen moordkuil wierpen. Wij denken daar anders over. Wij erkennen de voogdij niet der machtigen met hunne bekrompen geesten, welke die ontzaglijke ramp over de menschheid brachten. L. V. B. EE.NE DAGORDE De gemtngde vergadering der Federatie van l/akbonden en Partij in hare zitting van 4 Oogst 1918 vernemende het weigeren der zeelieden onzen partijgenoot Camiel Huys-mans te vervoeren, zoodoende dezen intirnationalen secre-taris in feite belettende zijne werking ten voordeele van een zoo spoedig mogelijken, eervollen vrede met aile ter zijner beschikking staande middelen te volvoeren, prote-steert tegen de hande/wijze dezer zeelieden, verklaart zich t'akkoord met de werking van Camiel Huysmans, besluit deze verklaring openbaar te maken en gaat over tôt de dagord». Antwerpen, 4 Augustus 1918 ! Diamantbewerkersbelangen Erkende Feesidagen Wij vestigen er de aandacht onzer leden op, dat DONDERDAQ 15 AUGUSTUS (Hemelvaart-dag) behoort tôt de van over jaren reeds door onze nijverheid erkende feestdagen, dat dus op dien dag niet gewerkt wordt. Aan de heeren Fabrikanten en Fabriekeigenaars verzoeken wij om zooals gewoonlijk ons in deze met hunne gewone welwillendheid ter zijde te staan. Voor den A. D. B. L. Van Berckelaer, voorzitter De Diamantclub Wij waren enkele dagen terug in de gelegenheid de heropbouwingswerken der Diamantclub te bewonderen. Zooals men weet kreeg de Diamantclub het vorige jaar haar deel van den vliegeraanval welke onze stad toen zoo vreeselijk teisterde : eene brok van ongeveer vijf en dertig meters lengte, werd uit het reusachtige gebouw, tôt den grond toe, weggeslagen en vergruisd. Hoe zwaar de ramp ook neer kwam, hoe ver-bijsterend ook den eersten indruk inwerkte, het Bestuur der Club herkreeg spoedig zijne werk-kracht en doorzicht. Tusschentijdige werken werden onmiddelijk uitgevoerd, waardoor de leden niet verplicht werden zich, al was het dan maar tijdelijk, in andere gebouwen te vestigen. Na enkele dagen toch was men reeds weer in de gelegenheid, zij het dan in een miniatuur-zaaltje, de dagelijksche gewone bijeenkomsten te houden. En middelerwijl, nu in de eerste behoeften voorzien was, werd een grootsch plan uitgewerkt en uitgevoerd. Het woord « bewonderen » is dan ook niet te hoog aangeslagen. Het geldt de geestkracht en vooruitzicht van het Bestuur evenzeer, als het mooie geheel dai de reusachtige benedenzaal nu reeds beloofd weer te zullen aanbieden, wanneer de laatste hand aan de nu reeds in groote lijnen voltooide heropbouwingswerken zal gelegd zijn. Het Bestuur der Diamantclub heeft zich niet moedeloos bij de puinhoopen neergezet, maar ge-zorgd klaar te zijn tegen komende dagen. Mocht voor onze geheele nijverheid zulk eene doenwijze als een soort symbool gelden. Zooals de oude Club, zoo werd ook onze han-del en nijverheid hier gedeeltelijk neergesmakt. Maar eene ramp, hoe erg ook, beteekent niets als de geestkracht blijft. Na wat korter of wat lange-ren tijd komt dan de menschelijke energie toch weer ailes te boven. L. V. B. DE TOEKOMST ONZER DIAMANTNIJVERHEID Een onzer goede vrienden, welke daar ter plaatse verblijft en voor wiens vertrouwbaarheid wij gerust borg staan, zend ons nog eenige nadere inlichtingen betreftende het hardnekkige pogen tôt inburgeren onzer diamantnij^erheid in Enge-land.De uitverkoren plaats is Brighton, eene zee-badplaatsaan de zuidkust van Engeland — Graaf-schap Sussex — welke zich op eene zeer korte tijdsruimte van een onooglijk visschersdorp tôt eene stad van ongeveer 125.000 inwoners uitge-breid heeft en in rechtstreeksche verbinding staat met Londen. Op de aldaar opgerichte « vaksehool » werkten omstreeksch einde Mei een tiental zoogezegde leermeesters. De leider daarvan is blijkbaar de Hollander Marc Snijders, welke hier in Antwerpen destijds met een personneei bij Max Torn werkzaam was. Verders zijn daar Tielemans en Deman, vroegere leerlingkweekers bij den heer J. Krijn ; een zekere Rens, en Van Daal, deze laatste gewezen boodschapper ; en Louis Van der Paal, wel de ergste van allen en voor dewelke ons vroeger bondsraadslid B. Mendes, welke daar nu dezelfde functie waarneemt in de organisatie, nu al bijna in het gevang kwam. Buiten voornoemden, waaraan wel niet veel zal te doen zijn om ze van hun vuil werkje af te houden, waren einde Mei nog aan het werk daar: P. Darden, Em. Dijckers en J. Rouland ; welke echter hun woord gegeven hadden dit vieze werkje te laten steken. Ter wij 1 Ed. Peumen het reeds opgegeven had. Als schijvenschnurders werken er een zekere Mathijssen en Callier. Ailes bijeen genomen loopt de vaksehool voor gemutiieerde Engelsche soldaten echter klaarblijkelijk tôt hiertoe opgeen rolletjes. Zeker niet voor wat de leermeesters betreft. Iets wat daarbij dan nog niet veel kans heeft op beterschap, om reden al dezen welke zich daar als leermeester DINSDAG i3 Augustus 1918 4"' JAAFGANG r.r z

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Syndikaal mededeelingsblad: van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen belonging to the category Oorlogspers, published in Antwerpen from 1915 to 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods