Syndikaal mededeelingsblad: van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen

1117 0
04 October 1917
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1917, 04 October. Syndikaal mededeelingsblad: van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen. Seen on 28 March 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/6m3319t67t/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

SYNDIKAAL MEDEDEELINGSBLAD Orgaan van den Àntwerpschen Diamantbewerkers Bond en der Federatie van Vakbonden De recfakiie behoudt zich voor, ingezonden stukken al of niet te plaatsen ■ _J. VERSCHIJNT BIJ GELEGENHE1D Redaktie en Administratie '• Plantijnlei West, 66, Arttwerpen I Een voorbarigen Vrede « Geen voorbarigen vrede » zeggen j sommigen maar immer wanneer "men soms zijne betrachting naar een spoedig einde uitspreken durft. Een machtswoord is dat, niets anders. : En zooals bijna al dergeiijke afbluffers is het ook niet tegen eene gezonde ont-ieding bestand. Want wat is nu eigenlijk een « voor- < barigen vrede ». < Volgens ons kan, voor hen dan die dit 1 vraagstuk als Belg en als Mensch bekij-ken, daarmede niets anders bedoeld wor- den als een vrede welke ons land niet i geheel en al zijne vroegere positie zou < terug bezorgen. En Wie hier nu kan er over oordeelen 1 dat dit bij een spoedig komenden vrede s niet zijn zal ? 1 Niemand natuurlijk ! < Geen enkele immers der zich hier in deze periode ontpopt hebbende groot- < politiekers en strategen, hecft eenig op-recht benul van den werkelijken militai- renen economischen toestand derleidende i oorlogvoerenden. Aan de hand der on- dervinding, der tallooze deerlijk mislukte < voorspellingen, kunnen wij dat gerust i zeggen. Dezen hier die dus een zoo spoedig j mogelijk einde van den vrede betrachten < met de hoop tevens dat dit tegelijkertijd » i een terugkeering tôt de vroegere zelf- i standigheid van ons land zijn zal, kunnen 1 het dus even goed voor hebben als de anderen, de afbluffers. i 1k herhaal, niemand hier zal daar wel i over oordeelen kunnen. i Waar wij echter wel kunnen over oor- i deelen hier, tastbaar aan toonen, aan den 1 lijve gevoelen zelfs, is dat elken dag < langeren duur van den oorlogstoestand 1 voor ons land en zijne bevolking een stap j verder naar het verval beteekend ; naar ! de ruïne voor velen, naar de stoffelijke ; en zedelijke degeneratie voor nog meer- 1 deren. " 1 Daarvoor nu is het niet noodig een < groot-denker te zijn, men hoeft enkel te i zien, te willen zien om dat te weten. Vele duizenden onzer beste arbeiders i toch zijn inaanden reeds tôt den bedel- ! staf gebracht. Hunne spaarcentjes, een ; eigen huisje soms zelfs, verdwenen, in i ellende opgeëten. i Diezelfde ramp heeft de meeste nering- 1 doeners, kleine burgers en ambtenaren I getroffen. Den langdurigen oorlogstoestand ont- i nam hun geheel of gedeeltelijk hunne t broodwinning.Terwijïde onbeschaamde plundering waaraan zij van Wege hunne medeburgers — met de allerchristelijkste boeren voorop — blootstonden, de koop- 1 kracht der hun nog blijvende inkomsten : zoozeer verminderde dat bij velen hun- i ner zelfs de vroegere weelde nu door , schraalhans of den ruwen, knagenden en uitputtenden honger vervangen werd. , Sommigen zullen zeggen : dat is nog j te verhelpen. Voor de meeste echter niet ( meer. Men herbegint niet meer op een zekeren ouderdom en zeker niet als jaren < van ramp, gebrek en vernedering het ( hoofd vergrijsd, den geest verstompt en de energie gedood hebben. Terwijl van zoovelen daarbij nog de hoop hunner ' toekomst ginds verre ergens, waar het 1 kanon steeds rommelt, op een vergeten ( plaats in den grond gestopt is, of hen ( later, verminkt als een lastpost en ( eeuwige herinnering aan de ramp, zal teruggestuurd worden. Dààr kunnen wij hier wèl over oordee- 1 len, omdat wij het zien, aan den lijve < voelen zelfs. ^ r Maar hoe erg ook is dat nietheteèmge, niet het ergste. Onze afsluiting van de buitenwereld sn dat zoo lang reeds, de daaruit voort-vloeiende wertceloosheid, te kort aan levens en verplegingsmiddelcfn teteekend tevens verlies aan werkkracht en routine, /erzwakking en tering, in steeds toerie-inendenzin. Terwijl de langdurige ge-woonte van te krijgen in de plaats van te verdienen, het verplichte verduren der :allooze knevelarijendoor patroons, chefs în der oritelbare gelegenheidsbedienden 1er comiteiten overal, de moraal ver-aagd, vergiftigd. En dat nog is niet ailes. Want zooals met onze bevolking zoo s het ook met het grootste gedeelte >nzer nijverheid gesteld. Een gedeelte der gebouwen is vernie-igd, ontredderd. En langzaam maar jestadig verdwijnt, daar waar de gebou-ven nog onaangetast zijn, den inhoud îr van. En de bevolking dier fabrieken, mijnen ;n havens dan? Een gedeelte onzer beste krachten is reeds en wordt nog immer den oorlogs-god ten offer gebracht. Op een ander, steeds grooter wordend ieel legt de uitputting, voorlooper der ering, de hand op. Daarbij verblijven enwerken een groot gedeelte onzer beste werkkrachten nu in jen vreemde ; drijftdeonduldbare ellende tï nog dagelijks een grooter aantal îa^r het eenige buitenland dat nog van lier uit te bereiken valt. En daar nu de loontoestanden in ons and voor den oorlog doorslecht waren n vergelijking met waar die mensehen iu werkzaam zijn en de hier geblevene iu nog erger, nog schandelijker door îunne zoo vaderlandslievende patroons m medeburgers uitgebuit worden, ver îwijnt langsom meer de kans op eene ^roote terugkomst daarvan natuurlijk ; can men er op rekenen dat de meeste :ich het mooie ?!!? voorbeeld van vader-andsliefde onzer patroons hier zullen ;en nutte maken en blijven waar behan-ieling en betaling hun het voordeeligste s. Wij staan dus, nu reeds met eene ont-•edderde' nijverheid en eene arbeidende 3evolking, door al bovengenoemde oor-:aken en gevolgen in beduidend grootere nate verminderd en verzwakt dan dat n onze nabuurstaten — onze toekoms-ige economische concurrenten toch — îet geval is. Hoe langer deze toestand nu voortdu-en zal hoe grooter die ontreddering, hoe îrger dit verval, hoe moeilijker de herop-•ichting dus. En nu mag men zeggen : « België zal crachtig geholpen worden ». lets wat ik lanneem ook, om reden het wel onnoem-)are schande zou zijn als dat niet gebeu-en moest. Maar er is eene hulp die niet kan ver-eend worden ; de bijzondersteliog wel iurf ik bijna zeggen. Als den oorlog ten einde is en elken itaat zich met koortsige haast en vlijt op le productie zal werpen, zijn rang in len economischen wedloop zal zien te lernemen of nog te verbeteren zelfs.... vat zullen wij dan doen ? Wij met onze mtredderde nijverheidsinstellingen, met >nze gesneuveide, verrninkte, verdwenen )f verzwakte en zieke arbeiders ? Men zal ons helpen ! Goed. Maar kan nen ons onze werkkrachten weergeven lie wij door dat ailes in zooveel grootere nate verloren zijn dan de andere ? Zal men niet eerder trachten ze te houde daar waar ze zijn nu? En zullen de dooi siechte, de ellendige werkvoorwaarde voor en in den oorlog hier dat niet in d hand werken ? Zal die uitbuiterij zicl nu niet wreken gaan op de welvaar van denstaat zelve, doordat onze goed vakmannen schrik zullen hebben om te rug te komen en zich ook aan die uitbui terij over te leveren ? En onze fabrieken, onze malien, onzi havens? Zullen de andere staten wachtei met het in gang zetten der hunne tôt zi hersteld, machienen en grondstoffei opnieuw aangevoerd zijn ? Hebben de schreeuwers over « geei voorbarigen vrede » of tôt het « bitten einde » dat ailes al eens overwogen ' Zich daarbij eens voorgesteld dat dit me elken dag meer oorlogstoestand ontzet tend vlug toeneemt nog ? ik geloof van niet. Dit om reden il aanneem dat wie zijn land liefheefl zekerlijk diens welstand en toekomst grootheid mint en verhoopt, en die nie waagt te slachtofferen aan een gevoe van wrok of haat. Een vrede welke ons onze vroegen zelfstandigheid terugbezorgd kan voo ons Belgen nooit voorbarig zijn. Integen deel elken dag dien hij langer op zicl laat wachten vergroot voor ons de ramp L. V. B. S£akin^2• Van der Elst De sigarenmakers der gekende firma Van de Elst hebben over enkele dagen het werk neer gelegd. De reden was als volgt : Sinds geruimen tijd gaf de firma een sooi duurte-toeslag aan hare werklieden. Nu werd er daar soms een paar sigaren of wa tabak ontvreemd, wat voor gevolg had dat d firma bekend maakte dat zij bij nog voorkome; van zulke gevallen den toeslag zou afnemen. Over een paar weken werd een werkman o heeterdaad betrapt, men vondt zeven sigaren oj hem. Als gevolg daarvan wilde de firma den toe slag van allen afhouden, de werklieden protes teerden natuurlijk, tôt ten slotte de firma van e! toch eene week den toeslag afhield. De sigarenmakers weigerden echter zich daa bij neer te leggen. Eerstens omdat den huidige noodtoestand der werklieden en de gulden positi der firma geen loonsaftrek motiveerde. En verde omdat zij weigerden eene straf voor diefstal doo een man gepleegd, op allen te laten rusten. Iet waartoe zij de firma formeel het recht ontzegd om reden het eene brutaal eigenmachtige handel wijze is, tegen aile zedelijke en rechterlijke be grippen indruischende. Deze zaak had echter een vervolg in de « Hulp comiteiten ». De firma Van der Elst weigerde echter certif caten van werkeloosheid af te leveren, waardoo het de « Hulpcomiteiten » oninogelijk werd, ge zien dezer statuten, hen op steun C in teschrijven Vandaar de noodzakelijkheid eener principieel beslissing daarover in het « Provintiaal Comitei voor Hulp ». De beslissing daar was formeel in het voordee der werklieden. Het Provintiaal Comiteit toch stelde vast : a. dat al wat, onder welke vorm of benamin; ook, den werklieden gegeven wordt in ruil voo verleenden arbeid, loon is ; b. dat eene groep werklieden straffen voor he inisdrijf van enkelingen een onzedelijk en onwet tig iets is ; c. dat den uitermate bloeienden, economischei toestand der firma niet den minsten loonaftrel motiveerde. En gezien de reglementen van het « Nationaa Comiteit voor Hulp en Voeding » formeel verkla ren dat bij het nazien van het loon der arbeider welke het werk neerleggen en een beroep o n steun doen, wel degelijk rekening moetgehouden - worden met den economischen toestand van het n bedrijf waarin zij werkzaam waren, zoo besloot e het « Provinciaai Comiteit » dat de staners der 1 firma Van der Elst het recht hadden op steun C t ingeschreven te worden. 2 Wij denken het wel noodig de aandaaht van aile onze min of meer bij de steunregeling betrok- - ken kameraden op deze zaak en haar besluit te vestigen. ; L. V. B. 1 - - - . Diamantbew. belangen i — ^ 1 ? Over Werktijdl en Lc»onen 1 en nog wat Toen de vorige week op de fabrieken het door c de Besturen der B. J. V. en A. D. B. genomen , besluit bekend gemaakt werd, waarbij de werktijd - voorloopig over de zes werkdagen gelijkelijk werd t verdeeld, verwekte dat eenig tumult. Een deel 1 leden kwamen 's Zarerdags middags naar het » Bondsgebouw protesteeren, een nog grooter deel ; kwam op Maandag rnorgend. r Oogenschijnlijk was de tijdelijke prijsgeving - van de « korte Zaterdag » daartoe de aanleidende 1 oorzaak. Wij echter die onze pappenheimers best kennen, zagen wel onmiddelijk dat de gai over de langdurige en overdreven uitbuiterij, daar ook wel voor een groot gedeelte tusschen was. - En het is nu eenmaal bij de diamantbewerkers v/aar ook eene ingewortelde gewoonte van wan neer hun de gai overloopt er het boeltje bij neer te leggen. Nadat dari ook onzerzijds degelijk uiteengezet r was : dat ons door de Overheid aangezegd was bezuinigingen te doen op kolen en licht ; wij nog eens zouden nazien of eene betere verdeeling van den werktijd mogelijk was en wij daarbij konden bekend maken dat reeds sinds eenigen tijd ge-voercfe onderhandelingen, over loon en boortre-geling, binnen een paar dagen eenig resultaat beloofden op te leveren, werd aan on zen raad « het werk te hervatten » algemeen gevolg gegeven.Toen dan ook Zaterdag voormiddag het bericht dat ik hier volgen laat, op de fabrieken werd medegedeeld was dan ook zoo goed als elk.... ik zal nu niet zeggen « tevreden » maar toch gekal-meerd en met de hoop bezield dat er een begin was gemaakt aan het einde der siechte toestanderi. Ik laat hier nu duidelijkheidshalve het bericht volgen zooals het de leden overgemaakt werd. Antwerpsche Diamantbewerkersbond g Waar de Vakgenooten, e Wij hebben het genoegen U het hiernavolgende - mede te deelen, er op rekenende dat gij allen het - als een eersten plicht zult aanzien voor de regel-matige Mitvoering ervan mede zorg te dragen. Werktijd r Het is volgens ons onmogelijk eene betere _ regeling van den werktijd voor de wintermaanden te treffen. e Deze regeling dwingt — met de huidige koleii-schaareehte — niemand tôt te vroeg opstaan ; de middagschaftijd geeft de huisvrouw de grootst mogelijke vrijheid in het regelen harer maaltijden, wat gezien de beperking der levensmiddelen en de onzekerheid daarvan voor de komende maan-den, van de grootste beteekenis is ; doordat er des morgends niet te vroeg begonnen wordt en des avonds niet te laat gestopt, hebben wij het kleinst mogelijk aantal uren met kunstlicht te werken. Door de Centrale Besturen der Juweliers-Vereeniging, zoowel als der Vereenigde Fa-briekeigenaren en A. D. B. is gezamenlijk den wensch uitgesproken dat aile fabrieken een zelï-I den werktijd draaien zullen ; geene uitzonderin- gen dus meer ! s Zoohaast de omstandigheden zulks toelaten zal 3 de normale werktijd terug ingevoerd worden.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Syndikaal mededeelingsblad: van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen belonging to the category Oorlogspers, published in Antwerpen from 1915 to 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods