Syndikaal mededeelingsblad: van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen

812 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1918, 22 June. Syndikaal mededeelingsblad: van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen. Seen on 24 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/hd7np1x938/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

SYNDIKAAL MEDEDEELINGSBLAD Orgaan van den Antwerpschen Diamantbewerkers Bond en der Federatie van Vakbonden De redaktie behoudî zich voor, ingezonden stukken al of niet te plaatsen VERSCHIJNT BU GELEGENHEID i Redaktie en Administratie : Plantijnlei West, 66, Antwerpen Kan het brood beter zijn ? Naar aanleiding van het hoofdartikel in ons vorig nummer ontvingen wij het hiervolgende schrijven. Berchem, 13 Juni 1918 Den Heer Opsteller van het Mededeelingsblad der Diamantbewerkers Antwerpen Geachte Heer, Toevallig is mlj uw mededeelingsblad van 2 Juni 1.1. in handPn gevallen en ben verwonderd over de eenzijdigheid uwer opmerkingen. Wetende dat U altijd en oprecht de belangen van uw vak verdedigt zoo ben ik zeker dat gij aan anderen ook de verdediging van hun belangen zult laten behartigen en mijn antwoord op > - uw artikel « Kan het brood beter zijn » niet wei-geren zult Met in een volgend nummer in te las-Bchen.Men mag ons uitschelden voor dief en nog meer maar wij vragen ook onze grieven bekend te maken, meer niet. Dat er sommige bakkers zijn die knoeien dat beken ik. Maar hoe komt het ? Vraagt wat men ons laat verdienen en gij zult de oorzaak daarvan weten. Dat men het hard zwoegen der bakkers betaalt zooals het behoord en dat iicht gekuoei zal spoedig ophouden. Ik zeg lichtgeknoei want erg kan het niet sijn of het is weldra geweten. Om nu bakker te zijn moet men veel spaarceriten hebben of knoeien anders kan men somwijlen de onkosten nog niet dekken. De bakkers strijden voor hun bestaan met het zoolang mogelijk vol te houden om na de wereld-ramp hun broodwinning als vroeger voort te kunnen zetten. Er zijn er helaas al veel totaal ge-ruineerd.De schuld van het slecht brood wordt den bakker verweten, dat is meestal een valsche beschul-diging, tracht te weten te komen wat voor graan of mengelmoes er te malen wordt gegeven om er brood van te bereiden en het zal U ook onmoge-lijk zijn er iets goed van te maken. Wat het bakken in regie betreft, dat zal het brood ook niet beter maken en dat kunt gij nu reeds ondervinden. Het bijrantsoen brood wordt in de stad in regie gebakken is dat nn beter ? Volgens wat ik hoor en zie is het ailes behalve smakelijker dan het brood door de bakkers gele-verd, en kan daar ook niet geknoeid worden ? En nu de zelfbakkers. Ik kan bewijzen dat er al vele terug bij de bakkers komen en als zij openhartig willen spreken, dan zullen zij U ook wel zeggen dat zij met het zelfde meel niets beter kunnen maken. Voordeelig is het voor hen die nog veel geld bezitten. Zij moeten toch bijbakken dan doen zij de grove zemelen van het komiteits-meel er uit en mengen dat meel met goede tarwe. Dan is natuurlijk hun brood beter en voedzamer doch het is niet toereikend voor de arme drom-mels.Nu om te eindigen moet gij ook niet bang zijn dat de bakkers kapitalisten zullen worden of hun kunnen verrijken ten koste van de bevolking. Neemt inlichtingen indien U wilt en dan zult gij verbaasd zijn wat moeite zij bijna allen hebben om de twee eindjes aan elkander te brengen. Ik dank U bij voorbaat voor de opname en bied U intusschen, Geachte Heer Opsteller, mijne wel-gemeende groeten van hoogachting. FRANS SNOECK 322, Boomgaardstraat Berchem-Antwerpen Als er nog een onzer lezers moest getwijfeld hebben dat er door de bakkers over 't algemeen geknoeid wordt, dan zal dien laatsten sprankel van twijfel nu wel "erdwenen zijn. Want waarlijk, deze bakker, welke moedig de handschoen voor zijne kollega's opneemt, begint toch zelve met ruiterlijk te bekennen dat hetgene we schreven volkomen juist is : dat er geknoeid wordt; de bevolking dus het slachtoffer is; dat dan ook ontegenzeglijk het huidige systeeni van broodverschaffing eene mislukking is en moet veranderd worden. Dat immers was zoo ongeveer de kern van ons betoog. En dit juist wordt nu volmondig door een bakker, door iemand wien het weten kan dus toegegeven. Of het geknoei nu licht of zwaar zijn zal valt natuurlijk niet te bespreken. De meest juiste veiondersteliing zal wel zijn dat dit van den eene tôt den andere zal afwisselen volgens het min of meer rekbare van het geweten. Maar er wordt geknoeid ! En dit ten koste onzer reeds zo& erbarmelijk gevoede bevolking ! Dat staat vast ! Daarover nog verder spreken is dus vrijwel overbodig. Wij zullen nu eens zien wat er van de verdediging dezer, volgens ons onverdedigbare doen-vvljze rechtblijft. Den heer Snoeck spant zich in om eene eenigs-zins aanneemkare reden voor dit geknoei op te geven... om deze laakbare doenwijze der bakkers min of meer te vergoelijken. Dat gaat echter niet. Het kan niet gaan, om de eenvoudige reden dat zulk een doenwijze, in een tijd als deze, ten koste eener reeds zoo lang als zwaar beproefde bevolking, gewoonweg niet te verdedigen is. Zelfs blijkt het, in het kader van zijti schrijven, wel eenigzins naief waar die heer tracht aan te toonen: dat het vaisch is wanneer men de leden van het waardige bakkersgild de schuld geeft dat het brood zoo slecht is. Nu zal wel niemand denken noch beweren dat die schuld bij de bakkers alleen zit. Elkeen weet toch dat de tijdsomstandigheden het overgroote deel van die schuld op zich te nemen hebben. Maar de bakkers maken ons het zoo klelne brood-rantsoen nog slechter door uit het al niet te goede meel nog een deel van het weinige goede dat er in is uit te haleri. Dat wordt door de heer Snoeck erkent. Met welke erkenning hij dus zelve toch al toegeeft : dat de bakkers, voor een deel, er wel degelijk schuld aan hebben dat het brood zoo slecht is. Iets wat trouwens reeds meermaals en nuweerbij een der grootste bakkers bewezen is. Deze laatste dreef zelfs de hebzucht zoo verre van den koek van het arme schoolkind te bestelen. Dat is toch geen licht geknoei ? En dat nu sommigen der zelf-bakkers teleurge-steld zullen geweest zijn in den beginne, zal ik niettrachten te betwisten. Eerstens toch is de bloem immers al van geene prima kwaliteit. En daarbij komt dan dat, wanneer men zijne bloem koopt, men er natuurlijk niet onmiddelijk, op den koop toe, de noodige vaardigheid bij krijgt om die in een smakelijk brood om te zetten. Die dingen moet men leeren. Bu leeren kost moeite en tijd. En nu zijn er spij-tig genoeg, maar onbetwistbaar, een deel ma-dammekens, wien het nog al langdurige stevige kneden van het deeg, met zijn gevolgen, niet erg meevalt en die liever een praatje gaan maken over de... grootedieven van het Komiteit ; den intieme vriend der nicht van de meid, van den vriend van hunnen gebuur en zoo nog meer van die geestver-heffende dingen. En die daarom hunnen echt-vriend maar inprenten dat het niet gaat. Alhoe-wel het toch een verduiveld moeilijk ding zijn moet een nog slechter brood te bakken dan wij het den laatsten tijd soms van de bakkers t'huis-besteld kregen. Dat men echter, met wat moeite, een beter brood hebben kan dan hetgene ver weg de mees-te bakkers bezorgen, daarvan kan ik de verzeke-ring geven. Evenals dat men iets meer heeft. En dat spreekt toch van zelve om reden men de bloem krijgt zonder dat zij des bakkere schuim-spaan gepasseerd is. De bakkers knoeien enkel omdat men hen te slecht betaald, zegt de heer Snoeck. Dat gaat als verontschuldiging heelemaal niet op. Als de bakkers te slecht betaald worden — iets waarover wij niet kunnen oordeelen — dan moeten zij meer vragen aan het « Proviciaal Komiteit ». En dan zal elk rechtschapen mensch hen in hunnen elsch steunen. Dat is echter eene kwestie tussehen de bakkers en het komiteit. Daar heeft de bevolking niets in te zien nog te vertellen. Als de bakkers dus, om die reden, onze bevolking een deel — en wel het beste — van het haar toekomende, reeds te kleine rantsoen ontnemen, om geen erger woord te gebruiken, dan doen doodgewoon eene gemeene streek. Zoo iets in den aard van dezen die, tegen eenen groote niet dur-vende optreden, hunnen moed en durf dan maar eens ten toon spreiden tegen eenen kleinen. Onze meening is dat de eigeniijke reden de « hebzucht is. En dat of er al of niet meer betaald wordt, de bakkers ons toch zullen blijven paloe-teren.De « witte bloem » brengt vreeselijk veel geld op. Zelfs voor elk gewoon, bruin brood, dat men nevens den trog kan laten glijden, strijkt men eenige franken op nu. Vandaar de woekerzucht de markenkoorts. En daartegen moet onze bevolking beschermd worden, vermits zij het nu niet zelve kan. De scherpe, harde kontroolmaatregelen zelfs, hebben maar gedeeltelijk gehoipen, de bevolking slechts voor den ergsten woeker en knoei behoed. Geheel voldoende zijn zij echter niet; kunnen zij nooit zijn met dit steisel. Enkel het « in regie » bakken kan de goede, de beste oplossing brengen. En wat'men daar nu ook tegen in te brengen heeft. Zeker is al vast dat met dit steisel al zeker niet kan « gezift » worden en ook niemand er dan eenig belang bij heeft om het brood niet goed te laten uitbakken. De twee grootste kwalen worden er dus mee verholpen. Dat kan niet betwist worden. De taak van het « Uitvoerend Bureel » van het « Provinciaal Hulpcomiteit » dat in deze te be-slissen heeft is dus zoo eenvoudig als duidelijk omschreven. Tegenover de belangen van een paar honderd bakkers staari die van honderdduizenden burgers, voor weiker voeding het brood wel de bijzonderste factor is. Dit groote, belang overheerscht ailes, daarte-genover vervallen aile andere belangen ; verzin-ken aile argumenten in het niet. De volksvoeding beteekend de toekomst van ons volk, van ons land. En waar dat in 't spel ' komt moet al het andere zwijgen. Men heeft tôt hiertoe niet teruggedeinsd voor scherpe controol maatregelen tegenover de knoeiende, woekerende bakkers, dat men, nu die nog niet voldoende hielpen, dan maar tôt den uiterste overga. Ons broodrantsoen is niet groot genoeg, de kwaliteit niet zoo hoog om er nog iets aan den woekerhandel van af te staan. L. V. B. Het " Zuiver Katholieke Stand-punt " der "Christene Vakbonden" In « Ons Volk » van 28 Mei, vinden wij een hoofdartikel, ter verdediging tegen hetgene wij in ons nummer van 23 Maart aangaande de wer-king en doel der « Christene Vakbonden » aan-toonden.Het is een redelijk verward stuk, vol groote, voor de meeste arheiders wel onbegrijpelijke woorden ; wier eenig nut zijn kan den lezers te toonen dat den schrijver een deel boeken doorge-wêrkt heeft. Waarvan den slechten kant echter is, dat er eene leelijke streep door de duidelijk-heid van het betoog gehaald wordt ; de zoeken-den naar licht, naar begrip onder de lezers van « Ons Volk » er eerder nog meer door in verwar-ring gebracht worden kunnen. Een anderen leelijken kant van bedoeld artikel is het gezochte persoonlijke er in. De schrijver er van — welke mijn persoontje over eenigen tijd, zelfs nog al een woord van lof toezwaaide voor mijne, volgens hem, breede manier van polemiceeren, beschikt blijkbaar, niette-genstaande zijne hooge geleerdheid, niet in het minst over die — door hem zoo gewaardeerde — jovialiteit om zelve ook zoo eerie vriendschappe-lijke polemiek te voeren. Een polemiek die voor eenig doel heeft de argumenten duidelijk en be-grijpelijk den lezers voor te brengen ; hen aldus het zelve oordeelen zoo gemakkelijk mogelijk te maken. Wij zullen dien heer op dien door hem inge-slagen, verkeerden weg maar niet volgen. In persoonlijkheden, in kleingeestigheden vervallen toch is wel het gemakkelijkst, wanneer men met iemand een meeningverschil heeft, maar den leelijken kant er van is dat eerstens de polemiek in eene onvruchtbare en voor ernstige men-schen ongenietbare ruziemakerij oritaard. Terwijl dan verder het hoofddoel : « duidelijk vooropstel-len wat men wil bereiken » op den achtergrond geschoveiî wordt, met het ongelukkig gevolg : dat de werklieden, bij het optreden voor hunne on-middelijke belangen, In sarschillende kampen verdeeld blijven. En aan dat laatste willen wij juist een einde maken. Onze bedoeling ia immers enkel en uitsluitend : de werklieden te overhalen, te overtuigen dat zij enkel eene beteekenisvolle en duurzame verbete-ringin hunne toestanden, in hunne loonen, werk-tijd, behandeling door den patroon enz. zullen kunnen bekomen als zij zich tôt eene stevige, flink aaneengesloten massa organiseeren. Elk voSgens den aard van het bedrijf waarin hij zijn bestaan winnen moet. Ik onderlijn dit laatste om reden dit eigenlijk het hier betwiste punt is. Dat is de zaak waar het hier omheen draait en waar wij ons, noch door schimpen of schelden, noch door wat ook laten van afleiden. Den heer opsteller van « Ons Volk » mag dus de zaak aanpakken zooals hij wilt ; kan op zijwegeltjes springen zooveel hij maar wilt.... wij blijven bij de *aak. Dit om de eenvoudige reden wij met zijne persoonlijkheid, met zijn wijze om zijn blad op de stellen, dat alleen of met anderer medewerking te willen doen en al derge lijke dingen.,.. dat wij daarmede absoluut niets te maken hebben. Dat is zijne zaak zooals de op- stelling van ons blad de onze is. * * * t Dat een werkman zich moet organiseeren om zijne positie degelijk en blijvend te verbeteren; dat een ongeorganiseerd werkman immer aan de willekeur van den patroon overgeleverd is en blijft... daarover is « Ons Volk » het met on# eens. Dat vereenvoudlgt de kwestie dus al bedui-dend.De eigeniijke twistvraag, ontdaan van aile bij-komstigheden blijft dus: Hoe moet men zich organiseeren ? Moet men een <Vakbond» vormen volgens den godsdienst dien de werklieden aankleven; volgens de politieke partiJ waarvan zij deelmaken ; of volgens het bedrijf waarin zij het bnstaan voor zich en het gezln moeten verdienen ? De opsteitèr van « Ons Volk » zegt : volgens godsdienst en politiek. Wij zeggen : « volgens het bedrijf waarin wij ons brood verdienen moeten en waarin de verbe-tering moet gebracht worden. En nu wij eens netjes en duidelijk de belang-rijke zaak waar het hier om gaat naar haar eigenlijk uitgangspunt teruggeleid en omschreven hebben, zullen wij ook eens beginnen met aan te toonen : a) Waarom het, op basis van het geloof en der politiek, welke een arbeider aankleeft, onmo-gelijk is een machtige, het geheele bedrijf beheer-schende « Vakbond » te vormen. b) Hoe dit wel en alleen zelfs mogelijk is op grondslag van het « bedrijf » waarin men werk-zaam is. (Wordt vervolgd) L. V. B. Diamantbewerkersbelangen De verhooging der loonen. — 25 "/<• Door het Bestuur der Juweliers-Vereeniging werd het hiervolgende schrijven aan zijne leden verzonden : Waarde Heeren, Wij hebben de eer U te berichten dat in Algemeene Vergadering van Zondag 16 Juni 1. I. overeengekomen werd het besluit der « Algemeene Federatie van Vakbonden» een duurtetoeslag van 25°!» op de huidige loonen bepalende, aan te nemen. Een Gemengde Commissie zal zetelen ten bureele N° 1, Diamantclub, op Zaterdag 22 dezer, van 3 1/2 tôt 6 1/2 T. U., en Zondag van 10 1/2 tôt 1 1/2 T. U., om onderzoek daar te stellen betretîende mogelijk hieruit voortspruitende be-zwaren.Ontvang, Waarde Heeren, de uitdrukking onzer welgemeende groeten. ZATERDAG xz Juni 1918 3d* JAARGANG n' a6

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Syndikaal mededeelingsblad: van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen belonging to the category Oorlogspers, published in Antwerpen from 1915 to 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods