Vlaamsch-Belgisch Verbond

668 0
01 July 1918
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1918, 01 July. Vlaamsch-Belgisch Verbond. Seen on 19 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/0v89g5ht6b/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

| No. 5 JULI 1918 [ Vlaamsch-Belgisch Verbond Redactie en Administratie : 't Lanthuys, Laren (N.-H.) IaHOUD : Groemnghe. — Getuigen! — Ministerieele verklaringen. — Ekonomische weder-opbouvv. — De indeeiing van het Belgische leger: IV. Omgang tusschen meerderen en minderen. — Een motie van liet Hoofdbestuur. — Hoe ver stam wij thans? — Vergoedingen voor buisvesting .— De Blauwyoet (gedicht) — Viering van den Gul-densporendag. — Het werk der afdeelingen.' — Kern. Gro«ninghe. Het was vôôr den oorlog vanwege de vijanden der Vlaamsche Beweging een dikwijls herhaalde beschuldiging dat wij, Vlaamschgezinden, met onze herdenking van den Slag der Gulden Sporen haat-zaaiers waren,. haatzaaiers tegen Frankrijk. Wij hadden wel op plechtige wijze te getuigen, dat er in ons feest van 11 Juli volstrekt niets uit-dagends of krenkends lag voor het hedendaagsche Fransche volk, dat wij integendeel de Fransche letterkunde, de Fransche wetenschap, de Fransche beschaving hoogachtten en waardeerden, niets hielp. De Franskiljons stelden ons nu eenmaal voor als XXjeeuwsche klauwaarts, die bij 't ge-schreeuw van „Schild en vrij" met dreigende Goe-dendags den Franschen te lijf wilden, en van ofîi-oToele Belgische zij de gunde men aan de Vlamin-gen dit nationaliteitsversterkend hoogtij niet. En nochtans zonder dien roemrijken Slag der Gulden Sporen ware België er nooit geweest. Lees de ge-schiedenis van België van den bekenden hooglee-raar Henri Pirenne, een Waal nochtans, en gij zult zien dat de overwinning der Vlaamsche we-vers te Groeninghe de mogelijkheid heeft gescha-pen van het ontstaan van den Bourgondischen Staat, wa'aruit België en Nederland zijn voortge-komen.Wel ging het pleit van dwang en vrijhëid in 1302 in de eerste plaats om het demokratisch beginsel : gemeente tegen centraliseerend koningschap, am-bacht tegen ridderwezen, volk tegen aristokratie, op politiek gebied werkte de overwinning van Ylaanderen na. Maar was het noodig dat ailes te herdenken? Ja, zoolang Vlaanderen Vlaamsch wil blijven, dui-zendmaal ja, zoolang~-sien in en buiten Vlaanderen menschen vindt, die Vlaanderen aan de verfran-sching willen prijsgeven. Vieren de Franschen den 14en Juli niet, zullen wij later den IJzerslag niet vieren als het hoogtij van onze vaderlandsliefde? Voorwaar, de 11 Juli-viering was en blijft voor de Vlamingen de grond-slag van hunne vaderlandsliefde ! Indien uit de sol-datenborsten aan den IJzer telkenmale de „Vlaam-sche Leeuw" en „Grc^ninghe" weerklinken, is dit niet zonder beteekenis, en wee diegenen, die er den zin van miskennen of streelend den Leeuw willen slaan: „Het Vlaamsche Heir staat immer pal!" Getuigen ! Het toetreden als lid tôt het Vlaamsch-Belgisch Verbond is een daad van vaderlandsliefde. Want daardoor bevestigt men den vastbesloten en be-wusten wil van het volk om zijn nationalen plicht, zoo trouw en zoo gewetensvol mogelijk, te vol-brengen. Daarom wil het Vlaamsche volk zichzelf zijn, zonder eenig voorbehoud en zonder bestendi-ging van een ziekelijke verfransching. Geen enkel volk, geen enkele nationaliteit is twéetalig. In België is het Waalsche volk eentalig; ook voor het Vlaamsche volk kan van tweetalig-heid geen spraak zijn. Deze eentaligheid van Wal-lonië heeft men nooit als een bedreiging voor het veilig voortbestaan van België beschouwd. En terecht.Waarom dan een verfranscht, een ver-deeld, een tweeslachtig Vlaanderen, een Vlaanderen met twee zielen, een Vlaanderen waar de irïtellektu-eelen vervreemd zijn van de volksklasse? Het leven van een volk gaat boven en vôôr ailes. Het verlangt dat elk voorrecht van geboorte of rang en stand voor zijn gave ontplooiïng zal wijken. De demokratische gedacRte, die over de geheele wereld zegeviert, eischt voor den mindere en den zwakkere het on-scllendfcaaJ ie\fens|echt op. Daarom ook is de ver-vlaainse+iTOShyan Vlaanderen niet alleen de bevesti-ging van( eeh nïk^uurrecht, maar de dringende eisch vatf-cfe £<dachte. 'Vie zich daartegen ver- zet, gja^t-^iri 'tege« de werten van het bestaan en «éh^aft _zichj onej-éV het zW. rte vaandel der reaktie. VoÇ>r déftiujkel -is,' misschien nog een plaatsje open in ,êep ^ àpïtëfè/ Pruisis. he Junkervereeniging, nraàr miS?iij^^H(ieuv\ e wcreldorde, die aile volke-renk en tftte rrne'iKchen hoopvol verbeiden. Të^nsteiwers pogen de Vlaamsche beweging vo»r te stalleni als: een streven dat tegen den Bel-giAhei str at i îgaat. Deze voorstelling is valsch en in fetri; i n- ît ç i wferkelijke feiten. Zij is daarenbo-vel st lats ;evc arlijk. IwJt ïeef Het fr"-,]:'iljonisme vpo België gedaan? Welke zijn de resultaten van tachtig jaar stelselmatige verfransching? Geen andere dan verbastering; dat is: minderwaardigheid, achteruitgang in zedelijke en stoffelijke welvàart, ontaarding. Het franskiljonis-me heeft aan België geen enkelen dienst bewezen ; integendeel de grootst mogelijke afbreuk aan zijn hechte bestaansmogelijkheid berokkend. Een Frans-kiljon is een slecht vaderlander; want vaderlandsliefde beteekent voor den Vlaming niets 'anders dan Vlaming te zijn — wat anders toch? vragen wij ons tevergeefs af — en in het Belgisch staats-verband dient hij daarvan te getuigen. Walen en Vlamingen zijn beiden Belgen: ongetwijfeld ; maar waarom heeft dit woord voor beide nationaliteiten een andere beteekenis; waarom zijn de Walen met hun eentalige kultuur, goede Belgen, terwijl de Vlamingen — volgens een kleine kaste — eerst iets anders moeten worden, dan hetgeen zij zijn, om de wapens van België in hun schild te mogen voe-ren? Het is onrechtvaardig en door niets te wet-tigen.Dat de verfransching het bestaan van België on-dermijnt, is een onloochenbaar feit. Het „deutsch-freundliche" aktivisme — dat wijzelf zoo ondub-bel'zinnig als krachtdadig verwerpen — is als reaktie uit de wandaden van het franskiljonisme'ontstaan. Nietj omdat er een Vlaamsche beweging bestaat — die, om België's heil en bloei opkomt voor het recht der haren — is er een aktivisme. Maar wel omdat het franskiljonisme het doelbewust erop heeft aan-gelegd de Vlamingen in de armen van den vijand te werpen. Het wil het Vlaamsche volk — het voor-naamste bestanddeel- van België — vernietigen. Men kan hier duidelijk de uiting van een onge-hoorde perversiteit zien. Eenerzijds tracht het franskiljonisme zich voor te doen als had het de vaderlandsliefde in pacht, terwijl het anderzijds, onder dit bedrieglijk mom, de Vlamingen van België poogt te vervreemden. Tôt heil van.... Prui-sen ! Elke franskiljon is een bondgenoot van Tir-pitz. Dat men ons het tegendeel bewijze ! Daarop is er slechts één .enkel antwoord mogelijk en wel datgene wat wij allen door ons lidmaatschap hebben gegeven. Dât is gezonde vaderlandsliefde; daann ligt het bewijs van onze zuivere toewijûmg aan het vaderland. Laat ons daarom flink en moedig getuigenis af-leggen van ons geloof en van onze trouw. Getuigen wij ; laat ons, klaar en duidelijk, ten aanhoore van allen, zeggen: „In Vlaanderen Vlaamsch en leve België !" Ministerieele Verklaringen. De „Nieuwe Rotterdamsche Courant" publieeer-de in het nummer van 3 Mei 1.1. een onderhoud van haar partikulieren korrespondent te Havre met den heer Helleputte. Daarin deed de minister van Landbouw en Openbare Werken uitko-men dat hij het aktivisme met aile kracht bestrijdt, en elke poging van de hand wijst, of zij van Waalsche of Vlaamsche zijdê komt, om in België her-vormingen tôt stand te brengen met behulp van den vijand. „Het talenvraagstuk behoort tôt de bin-nenlandscbe politiek. Het staat aan ons Belgen om het zelf op 'te lossen". De minister verklaarde de absolute overtuiging te hebben „dat wij het op een duurzame wijze zullen oplossen". De oplossing bestaat ,,in de verwe-zenlijking van een volkomen rechtelijke en feite-lijke gelijkheid, tusschen onze twee nationale groe-pen, Walen en Vlamingen, zoowel als tusschen de taal dezer groepen. De Vlaamsche en Waalsche De-volkingen mbeten elk met haar taal een eigen gezag op intellektueel gebied, alsmede in haar materieele ontwikkeling verkrijgen. In elk der beide taalge-bieden moet de moreele eenheid der sociale klas-sen dooç een gemeenschap van taal worden verze-kerd en elke taalgroep moet in ons openbaar leven dezelfde vrijhëid en denzelfden eerbied gen'e-ten".Dit program van nationale eenheid is gemak-kelijk te verwezenlijken. Het zal elken Belg in staat stellen om zijn krachten en zijn maximum aan kennis aan de grootheid van het Iand te wij-den.Nieuw noch persoonlijk is dit program.Het is het-zelfde als hetgene in het bekend protest der voor-aanstaande Vlamingen en der voornaamste ver-eenigingen uit het bezet gebied tegen het aktivisme werd geformuleerd. „Ik vind het weer in het eerste nummer van Januari 1918 van het Vlaamsch-Bel-gisch Verbond, orgaan van de vereeniging van dien naam, welke in Nederland door Van Cauwelaert en Hoste is opgericht. Deze overeenstemming is niet verwonderlijk, daar het program van den oorsprong der Vlaamsche beweging zelf dateert." Ten slotte zegde minister Helleputte dat hij zulks lang vôôr den oorlog en gedurende zijn loopbaan heeft verdedigd en sprak zijn overtuiging uit dat ,,indien het vroeger had gezegevierd, het land veel oneenigheid gespaard zou zijn gebleven". Tn „Vrij België" van 3 Mei 1.1. vestigde de heer Frans van Cauwelaert de aandacht op ,,Le livre du soldat belge" (Uitgave van Berger-Levrault, Nancy-Paris), een frontboekje waarin de heer Poullet, minister van Kunsten en Wetenschappen, eveneens over de Vlaamsche beweging handelt. De heer Van Cauwelaert verklaart dat 's ministère be-schouwingen op hem een aangenamen indruk hebben gemaakt. „Gewis, ook minister Poullet doet een beroep op eendracht. Zijn artikel is zelfs getiteld: „Laten wij vereenigd blijven. Geen onverzoenlijke taalverdeeldheden !" maar door zijn voorzichtige formuleeringen heen, teekent zich de overtuiging af van1 iemand, die na zakelijk onderzoek tôt het besluit is gekomen dat de grondbeginselen der

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Vlaamsch-Belgisch Verbond belonging to the category Oorlogspers, published in 's-Gravenhage from 1918 to undefined.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods