Vooruit: socialistisch dagblad

935 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1915, 14 June. Vooruit: socialistisch dagblad. Seen on 25 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/ht2g73893g/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

VOORUIT in ?t lancâ van (Vervol"' en slot) Zoo droomde ik te Berneau. 't Ligt tusschen zijn boomen, zelfs in den wlnter, een juweel in zijn schrijn. Dit schrijn ga-al pas open bij den overgang van de Berwijn-brug, waar de kabbeling u rechts en links begroet, als met een toontinteling van een klokkenspel en stemmetjes van schuwe kindmeisjes. Nu is Lente in 't dorp. De Berwijn is dartel. Ze bezit meer bekoorlijkheid, omdat ze getooid is met bloemen en geboord met jong groen. In haar schoot draagt ze ver-siering van verkwikt gras en van sappig bloeisel. Haar water is helder, haar schoot ;>reed. Ze la-cht tegen de boomen en hagen van haar oevers, babbelt wel eens rachtjes en stoot, met een streeiend golfje, kabbe-lend tegen steen en zode vastgegroeid in haar bedding. Wat schijnt ze jong, treffend bezadigd en bescheiden in haar prachtig rijk! Zij blijft beneden helderrein voort-leven.De deinende, dalende, dan weer klim-mende heuvelenhoogte schraagt de groote boerderijen en de kleinere woningen, de kerk, de pastorij, de gemeenteschoo], enkele mooie burgershuizen. Ailes massieve bouw uit rocden baksteen, met arduinen ven-sters- en deurramen. Elders ook heele ge-bouwen uit groevesteen, ter plaatse uit den echoot der heuvelen langs een diepen fut opgehaald, of los gekapt van de rots, 't la een voordeel voor de bevolking, wanneer de aarde, waarop ze verkiest te wonen, steen baart om huizen te reehten. Die hui-zen passen voor de plaatsen, sehijnen daar als uit den grond gerezen, naar boven ge-groeid en één met het landschap. Aïs rr ts zijn al die woningen sterk. Veel zijn ecu-wenoud, behouden uit het verleden, stom-melijk de gesehiedenis openbarend van men. schen en daden, lang vergaan en vergeten, raadsels schijnend voor den vragenden vreemdeling. die voor 't eerst dezen grond betreedt. Hun weten en leer verkondigen jij uit hun oude poorten en deuren, hun lang verjaarde vensterramen, hun rotskleur Juin glad getrapte stoep, hun verouderden Vorm en tr'ant, hun heele bonkigheid. De oorlogswoede heeft ze wel, daar waar re tro£, doodelijk gekwetst, doch dood zijn ze niet. Ze hebben nog meestal hun vroe-geren vorm, want hun binnen- en buiten-wanden hebben weerstand geboden aan het volkerengeweld. Hun sieraden zijn enkel vernietigd. Ze staan nu verarmoed, ledig, doch het lichaam, als een verslagen vesting, de gewricliten, ailes wat rif en bindsel is, oergezond gebleven, zal weer opgroeien en mogelijk mooier dan ooit leven bij het lied en de jonge vreugd van de Berwijn, bij de ppwekking van de nog ongesehonden woningen, bij de bede van de kerk, van den mor-genroep van de ^lokken in den steeds op-waarts wijzenden dorpstoren. Die hoop doet inimers leven. Ze sterkt de menschen, die reeds een sterk oog naar de toekomst richten, aarde loshakken voor nieuwe baksteenen en nog hun steengroeve hebben met wijd en diep open put, waaruit ongerept nieuw zal worden tôt stand ge-bsacht.In de kleinmaand, toen we de zon zoo prachtig zagen slapen gaan, om den volgen-den dag vroeger op te kunnen staan en den dag 's avonds langer uit het donker te hou-den, betraden we Bernau's grond en treu-righeid met benepen gemoed. We zagén enkel niets daa verwonde gebouwen en eenige geslotea huizen, waaruit geen groet, geen blik tôt ons kwam. Een sprakelooze, haast havelooze man weidde een magere koe langs een boerderij. Verder stonden twee mannen, blijkbaar schuw op onren voorbijgang, ons zijdelings aan te staren. Ze zegden geen woord. Ze niaakten zelfs geen groefcend gebaar. We voelden ons een ongewenschte indringeling te iijn, een vreemde heer, gekomen wie weet waarvoor. We hadden den moed niet om zelf een groet uit te spreken, zoodat ons wezen wel voor de twee donkere gedaanten een raadsel moest blijven. We maakten alzoo een treu-rigen dorpstocht, aïs iemand die over ec î "kerkhof gaat, om te zoeken naar bekende en geliefde dooden, tusschen veel onbeken-de graven. Bij ons lentebezœk was ailes verbazend veranderd. 't Was heiligdag. Het lof was pas uit. Een klok daarboven tampte nog als inleiding tôt een weesgegroet. Veel menschen kwamen uit de kerk. Woningen wa-ren open. Lieden waren buiten. Jongelin-gen en meisjes keuvelden blijde of riepen elkander in plaatselijk Waalsch vriendelijk-heid toe. Het oud weduwmoedertje, die enkele maanden vroeger *"oo rouwmoedig uitlegde hoe ze ook allea verloren had en thans in een gehuurd huisje herberg en winkeltje hield, verklaarde beslist dat weer ailes te recht zou komen, haar geheel ge-doen, en hoe ze nu, zonder vrees, met de solda'ten kon leven. Ze glimlachte. Er v a in haar aangenaam en gezond leven. Za zou nog werken en winnen. De oorlog zou wel eens ophouden. Hoe langer hij duurt, hoe dichter komt men bij het einde. Zij ook. door den storm over de grens geelagen, zij wist niet juist lioe, was ook teruggekeerd naar het aantrekkend dorp, waar het toch steeds zoo goed was. Ze had wel kort v<56r den oorlog hivftr man iW@-z©t (Visé) verloren, doch even na haar terugkomst had zij een jongen man gekrcgen : haar dochter was getrouwd. Een frischjonge vrouw, zoo bevallig met rouw gesluierd en in haar zondtigsgewaad uit de kerk ko-mend. Zv/arte oogen, zwart Laar, een echt Waalsch wezen, een volbloed Gallisch-Romeinsche. Een knappe jonge en wakkere man, in 't Fransch vlug bàj de tong, cen verteller naar wensch, met een sterk, zeer toelichtend geheugen. Een dergelijke we-duwmoeder bij zoo'n jong pas gehuwd paar, hoop en troost te zamen, liefde uit drie harten, een heilige familie, maakt later een uitstap tôt aangenaamste herinnering. Berneau heeft een uitgestrektheid van 360hectaren. De gemeente telde 463 inv/o-ners, waarvan er thans weer 170 samen zijn. Nijverheid is er niet, enkel land-bouw. De bodem is zoo vruchtbaar dat men er de suikerbeet kan telen. De helft van het grondgebied is weiland of boomgaard. Een enkel eigenaar, ver van de plants wonend. door de meeste mer lien zelfs nooit gezien, bezit er 100 hectaren. Een andere eigenaar, woonaehtig ia Luik, niet veel meer dan b ijnaam gekend, bezit 40 hectaren. Twee lanctbouwers benuttigen zelf hun eigendom, gemiddeld zoowat 15 hectaren. Er zijn geen groote boerderijen. De grootste bocr verbouwt niet meer dan 30 hectaren. Twee en twintig iandbouwers hebben gemiddeld 10 hectaren in ploeg. Deze menschen zijn verplichï met eigen volk hun werk te (loen. Landbouwarbeidex-s zijn zeldzaam. Ze gaan liever in de nijverheid van Luik en omstreken werken en worden door ma-chienen op het veld ver-vangen.De bewoners schatten hun akkeropper-vlakte in roeden van 4.14 aren. De koop-waarde van den verbouwden grond is gemiddeld 150 frank ; die van boomgaard is 300 frank. De pachtprijs is 6 tôt 7 frank de roede voor akker, 12 tôt 18 frank de roede voor grasland en boomgaard. Door hoogen en onderkruipen ^ntstaat er hier," zooals elders, hevige mededinging naar grond. Deze wordt vooral bot gevierd op de opun-bare verpachtingen of wanneer, door sterf-te of anderszins, paehtgronden vrij komen. Waar twee vreemdelingen reeds de zeven achttienden van de geheele gemeente in bezit hebben; waar de helft van de geheele akkeroppervlakte in ha-nden is van vier 'menschen, en alzoo bijna ailes moet gehuurd worden, begrijpt men licht hoe cen niets bezittende bevolking, moet worstelen om door eigen arbeid zijn grondeigenaars te voeden, zichzelf met familie daarna, be-lastingen en onkosten van verbouweu te be. talen. De eigenaar van de honderd hectaren stiïjkt jaaiiijks twee en twintig dui-zend vijf.honderd frank op aan landhuur, zij het gemiddeld bijna vijftig frank voor elk van de vierhonderd drie en zestig inwoners. Een kleine bevolking, als Berneau, leeft reeds nu, door volgehouden inspanning in zichtbaren en mooien welstand. Wat zou die toestand van geluk en tevredenheid ver-hoogen, zoo eens ailes in 't bezit van l.et eigenlijk werkend volk moest komen ! Zij, die thans het gansch jaar, dag en nacht arbeiden, zouden dan ruimer gele-genheid tôt uitspanning hebben, uitgebrei-der en hooger denken, hooger leven tôt stand brengen, met meer vrijheid, meer zelfstandigheid, sterker persoonlijk wezen. Geest- en lijfskracht, thans voor een ruim deel verslaafd, in dienstbaarheid bij den grondeigenaar, zouden in gunstiger om-standigheden, los van vrees en achterdocht, meer wetend worden. Onbekende en nieuwe toestanden van geluk zouden o-tstaan. De dorpelijke menschheid zou een hemel-vaart doen. Berneau heeft een gemengde gemeente-school, met een gemiddelde bijwoning van 60 leerlingen. Te veel voor één onderwijzer. Dit getal maakt geen 15 ten honderd van de bevolking uit, zooals gewoonlijk van 6 tôt 12 jaar wordt berekend, doch een ruim gietal leerlingen bezoeken de scholen van Wezet. In dergelijke kleine volksplantingen kan ook soms de politieke strijd hevig en aan-houdend zijn. Hier is dit niet het geval. De strijd is bij elke verkiezing tusschen dezen, die willen in den gemeenteraad zijn en dezen, die er willen inblijven. Hij duurt één dag. Thans wordt de gansche bevolking door de noodeommissie voorzien. 't Zal een mooie dag zijn, wanneer Berneau zal ontwaken en de onmondigheid van beden door de verrijzenis bespraakte wer-kelijkheid zal worden. Wie ooit een schoone maget zag, Den eersten blijden vryheidsdag... Stcven Boersen. EKTîARE. — In het artikel van gister is in den 5e alinéa, 2e kolom, een regel ver-loopen die het lezen ervan onverstaan-baar maakt. Men leze het slot aïs volgt: « ... Die zoon komt zoo plots binnenge-sprongen met het driftig voornemen zijn moeder nog wat af te zetten, wat te folte-ren, aan 't hart, op die plek waar moeders het geluk des hemels en de pijnen der hel kunnen voeleu-.- B estait die zoon? » le Hulp- en ïoedfogs-Gomiteitenjan Belgie Wij hebben reeds tôt vervelens toe de sa-menstelling der Provintiale, Régionale en lokale Comiteiten voor Hulp en Voeding be-knibbeld.Bitter weinig verandering — bijna geene — is daar aan gekomen. Nochtans dachten wij, bij het vormen t':r Comiteiten voor den Werkloozensteun op wat meer rechtvaardigheid, onpartijdigheid en Menschelijkheid te mogen hopen. Inderdaad, de misbruiken op don buiten waren z66 groot, hetgeen gebeurde was i afkeurenswaardig, onze kritieken waren zij gegrond, dat het Nationaal Comiteit zich verplicht gevoeld heeft eene circulaire rond te sturen, wijzende op de verkeerdheden in dit opzicht reeds gedaan en aandringende opdat daar een. einde 2'ou aan gebracht worden • (Wij bedoelen de circulaire door onzen vriend Nichels van Aalst, in «Yooruit» van 28 Mei gepubliceerd.) Hewel, daar vagen de heeren Comiteits-leden van den Buiten bijna overal nunno polevieën aan. Zij laten circulaire... circulaire, en doen ongestoord hunne vuile partijpraktijken voort. Niet alleen voorwat de samenstelling dier comiteiten aangaat ig het bij hen «'TSIL-LEKE MIJN WILLEKEN ». Maar ook voor het NALEVEN der reglementen, — waar-aan zij zich ta gedragen hebben — en ook voor wat de uitkeering en de manier van uitkeering van den onderstand aangaat, De heeren leden der Buiten-Comiteiten willen malgré bongré de liefdadige rrca-schen... de «gevers» zijn doch met een r.n-ders eenten ! Zij willen daar nu en misschien NA den oorlog politieke munt uit si aan. Die Mijnheeren kennen hunne macht op den Buiten en willen zich door niemand laten reglementeeren. Zij willen zch die macht ondanks ailes blijven toeeigenen, en volkomen Heer en Meester blijven. Voor niets ter wereld deiz-en zij terug en zij maken misbruik van hunne over-macht.Moesten wij aile feiten kenbaar maken in Voor uit, ons blad zou dagelijks met supplément mogen verschijnen. Het ia een algemeen gekend feit dat de vrijzinnige arme menschen op den buiten, verschikkelijk lijden en uiterst partijdig be-handeld worden. * £ # Is deze abnormale toestand reeds uit-gelekt en tôt in Amerika bekend gewor-den 1 Wij weten het niet, doch wij hebben aile redenen om het te geloven. Inderdaad, in Vooruit van zondag 6 Juni 1.1. kon men lezen : Amerika en de vertcgenwoordiging der werkîieden in de Belgisehe Voedings-eomiteitenNew-York, 4-6-15. In verschillige Amerikaansche bladen wordt de hoop uitgedrukt dat de werkîieden overal zullen vertegenwoordigd zijn in de voedingscommissies en andere komiteiten afhangende van de «Amerikaansche Hulp» aan België. Na den oorlog, zeggen die bladen verder, zal er moeten onderzocht worden in hoeverre zulks nageleefd werd. Wij hebben dit met genoegen zien verschijnen en zullen, roo het moet, er ons van weten te bedienen. Die Amerikaansche bladen hebben over-schot van gelijk aan te dringen op de ver-tegenwoordiging der werkîieden in die comiteiten.Is het niet zonderling dat al die comiteiten in handen moeten zijn van burgers en rijke menschen, en het de bezittende stand is die moet beslissen hoc de werkende klas moet leven in deze droeve tijden, en WAT zij van noode heeft om het te doen 1 Waar haalt de bezittende klasse de pre-tentie alleen het verstand en de kennis daartoe te hebben ? Hoe zouden rij beter weten dan de werkîieden zelf, hoe de werkîieden moeten en kunnen leven, zoowel in normale tijd als nu in deze oorlogsperiode'î Wat zou de bezittende klas wel zeggen, moesten de werkîieden nu op hunne beurt de les gaan spellen aan de rijke menschen om hen te dikteeren HOE zij NU te leven hebben, tôt hoeverre zij moeten verzaken aan hunne genoegens, grillen, uitgaven, enz. ? Wat zouden die heeren vertellen moesten de werkîieden beweren beter te weten als zij zelf, wat een rijke mensch nu in dezen tijd van noode heeft? _ Zij zouden op zijn minst antwoorden : SC3I0ENMAKER, BLIJFT BIJ UWEN LEEST! Welnu, ook op onze beurt zeggen wij, als het spreekwoord : Elk in zijn vak! Dat men niet afkome met de bewering, dat men schrik zou moeten hebben dat er te veel zou verbruikt worden, dat de werk lieden niet zuinig genoeg zouden zijn in cil : comiteiten. Dat men ons dat voor de voeten niei werpe, want, het is algemeen geweten d vele rijke menschen — en daaronder ook be-grepen mannen van Comiteiten, die moeten beslissen, wat en hoeveel een arm huishou-den mag ondersteund worden, di ehet inko-men durven vaststellen dat een huishouc^.. mag hebben om onderstand te genieten, — dat velen dier heeren van bij het b^gin van den oorlog voor zich zelf gezorgd hebben voor bloem, vleesch, ingelegde eetwaren en zij hoegenaamd niet zullen te kort komen of zich zelf op rantsoen moeten stellen. Dat men om de liefde Gods ophoude te beweren dat het juist en alleen diegenen MOETEN zijn ie genoeg hebben aan ailes, die te oordeelen hebben over den nood en de behoeften van een werkersgezin. Dat men niet make dat ne werkîieden met meer en meer recht zeggen, doelende op die comiteitsleden : «Dat zijn de mannen van 't buiksken vol en warme voeten !j> Wat betreft de zuinigheid der werkîieden, deze moeten over het algemeen geheel Lun leven zuinig zijn, zelfs zonder oorlog. Wat zouden zij het nu niet kunnen in de Hulp- en V oedingscomiteit. Wij zijn volledig t'akkoord met de be-doelde Amerikaansche bladen en edschen nu, gesteund door hen, nog meer dan vroeger : Reehtvaardige Evenredige Ver-tegenwoordiging in aile Comiteiten. Wij zijn zoo veeleischend niet, wij vragen niet of zoeken niet te doen, wat onze heerschende klas gedaan heeft, dat wil zeggen, ailes alleen te doen. Wij zijn niet zooals zij in deze kwestie, de Jan's pakt het alî Neen, de toestand in deze periode is een algemeene toestand en daarom moet ELKE KLAS, de Middenstand zoowel als de be-ïitende en werkende klas, zitting hebben in ALLE comiteiten. Wij hebben nu genoeg gewaarschuwd en verwittigd, en... wie niet hooren wil moet voelen Dat de comiteiten, die niet voldaan hebben aan de BEVELEN van het Nationaal Comiteit, aan het logiek der rechtvaardigheid en onpartijdigheid, a-an de wenschen der Amerikaansche natie de verantwoorde-lijkheden dragen die volgen kunnen. (Vervolgt.) A. V. Se onzijdigfaelti van iKitserland De zwitsersche Bondsraad komt na laat-ste lezing eene wet aan te nemen volgens dewelke strenge straffen kunnen uitgespro-ken worden tegen allen die de onzijdigheid des lands in gevaar brengen. Straffen zullen kunnen uitgesproken wor- den : tegen de inrichters van stoeteu, tegen de dragers van zinnebeelden der ooe-logvoerende landen, tegen personen die be-leedigingen uitsprèken tegen vreemde légers of overheden, tegen rersonen die be-toogingen houden ten gunste van eene oor-logvoerende natie, enz. Het is de Bondsraad die zal te beschik-ken hebben over het insteilen van de ver-volgingen, maar het zullen de krijgsge-rechtshoven zijn die zullen moeten oordeelen over elk geval afzonderlijk. Men ziet daaraan dat het zwitserscà gouvernement doortastende maatregels neemt om te voorkomen dat het in den oorlog meegesleept worde door de onvoorzichtig-heid of de overdrevenheid van zijne eigen politiekers. Er dient hier bij overigens vastgesteld ta worden dat Zwitserland heelemaal ingeslo-ten ligt tusschen de oorlogvoerende landen en dat het veel redenen heeft om zeer voor-zichtig te zijn. Voor wat dezen uitgezonderden toestaad aangaat, mogen wij hier wel den volgendan1 zin aanhalen uit de redevoering die bij heK openen van den nationalen Raad uitgesproken werd door voorzitter Bonjour: « De zwitsersche bevolking drukt er alî gemeen hare da-nkbaarheid over uit dat zij niet meegesleept is in de oorlogsramp. Zij is in de eerste plaats vol dankbaarheid voor al degenen die persoonlijk gewerkt hebben voor het behoud van den vrede en het behoud van ons leger. » De liefdadige menschlievendheid van het democratisch Zwitserland, alsmede Je zorgen waarmede hot zich gelast heeft om de duitsche en italiaansche belangen in handen te nemen, zijn er waarborgen voor dat zijne onzijdigheid door allen zal ge-eerbiedigd en verdedigd worden. » Met eene bewonderenswaardige eens-gezindheid heeft het zwitsersch volk zich aangesteld om de lasten van den europee-schen oorlog binnen zijne grenzen op te nemen, en daarover mogen wij zoo fier ai a gelukkig zijn, want het heeft daardoor be-wezen hoe het zijne regeering waardeerfc, na haar al de gevraagde middels te hebbea ter hand geste! d die zij noodia- had om de nationale onzijdigheid te verdedigen. » Het aannemen der nieuwe veiligheidcs-wet zal ovor het buitenland een bevrijs te meer zijn dat de heele zwitserpche bevolking goed bewust is van den bestaandeu toestand, dat zij het volkomen eene is en dat aij in staat is tôt aile orrfferiiigen m zoowel hare onafhankelijkheid als hare onzijdigheid te verdedigen tegen gelijk welk gevaar1 » Naar uit Nederland gemeld wordt zal fia zwitsersche regeering even doortastende maatregels nemen om te beletten dat er koopwaren, die voor haar bestemd zijn,aan de grenzen worden tegen gehouden, en ook om te beletten dat opkoopers of sehache-raars de prijzen tôt eene abnormale hoogte1 doen stijgen. «pi | | tarooeesens liorloq I W >111 1 '.'W11 T" .1 ■■ 1 ff ■ 1 luaaMMUL C. M In Wesî-VIaanâaren m m 'tNoorden m FranKrijk Dlftciiele teieirans : USi SEaiis©Sa@ lâ3*©Ea Groot Hoofdkwartler, 12 îunl 1915. Westelijk oorîogsterrein : Vijandelijke aanvalien in de Duinen, noord-ooslelijk van Nieuwpoort en bij Manneuens-veere, op dea oostkant der Lorettohoogte en tegen Souchez werden afgeslagen. In den handgemeenstrijd noordelijk Ecurie (Doolhof), brachten de Franschen gister twee maalfiische krachten voor den aanval bij. Des ondanks werd de vijand des namiddags volkomen uit onze stellingen geworpen, Een 's avonds in gezetten nieuwen aanval der Franschen werd door ons infanterievuur gebroken, De terugvluchtende vijand leed zeer gewich-tige veriiezen. Bij Serre (Zuid-Oostelijk Hébuterne) zijn wij met onze rugwaartsche stellingen weder voor-«itgegaan.Oostelijli oorîogsterrein t Aan de Dubissa, in de nabijbeid van Zoginie en Botygola, mislukten russische aanvalien. Noordelijk Praschnusch vielen onze troepen aan, bestormden eene russische stelling, namen i5o gevangenen, eenige machiengeweren en mijnwerper. Aan de Ramka, halfweg Balimow-Sochaczem, braken wij in de vijandelijke stelling in. Omtreni 5oo Russen werden gevangen. Zuidoostelijk oorîogsterrein : Oostelijk Przemysl is de toestand onveranderd Het lecer van eeneraal von Linsingen heeft den van het noorden tegen haren vleugel uit-gaanden vijand aangevallen ; Zurawno, dat voor den opmarsch der russische krachten eergister ontruimd werd, is weder genomen en de vijand in de bruggenhoofden bij Mlyniska (noord-westelijk van Zurawno en Zydaczow, teruggewor-pen. Vijandelijke aanvalien bij Haliez en op Stanislau weraen afgewezen. Opperste Legerbestuiir. USf Fs»£êsiset39 bs'oaa PARUS, 11 Juni. (Havas) : Eene mede-deeling van het front verhaalt de verove-ring van het vooruitspringende gedeelte vaa het front bij Quennevières, eene si ike stelling. Een stelseimaùge besebieting had den 6 de bijkomstige verdedigi-jr;swerken verwoest en nadat de beschieting hervat was verliet da infanterie haar loopgraven. De aanval werd gedaan door vier bataljons zouaven, tirailleurs en Bretagners. Ondanks de beschieting rukten de Duitsche compagnieën voorwaarts, maar het vuur van de 75 m. m. kanonnen decimeerae hen en joeg hen uiteen. De zouaven gin^on over de loopgraaf heen en stormden t en ra-vijn in. De vijand, die eerst slechts met zijn artillerie geantwoord had, zond zijn res°r-ven af. Nieuwe Pruissische ve-'^'-rkiDgen rukten met auto's uit Roye aan en dsden 's nachts acht-maal een aanval, die teikena afgeslagen werd. Een hernieuwde poging om n den morgen van den 7 in de loopgra-van binnen te dringen is verhinderd. PARIJS, 11 Juni. (Havas.) Officieel be-richt van hedenmiddag 3 uur : In den sector ten N. van Atrecht duurt het hevige artilleriegévecht dag en nacht voort. In het laatste etmaal hebben de Duit-schers aanvalien gedaan op de suikerraffii naderij bij Souchez, die aile zijn afgesltV gen. De Franschen zijn ook op het noordelijk*

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Vooruit: socialistisch dagblad belonging to the category Socialistische pers, published in Gent from 1884 to 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods