Vooruit: socialistisch dagblad

1338 0
04 February 1916
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1916, 04 February. Vooruit: socialistisch dagblad. Seen on 24 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/3f4kk95x7c/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

32 iaar » N. 34 'riis per nwnmer : voor België 3 c&ntiemen, ?oor dea Vreemda § oentiemen Telofoon s Redasti« 247 » Ae!mt»btra% L84& VrSf dan14 FEBBUÀiîn«1lfe^ 10g Mssttcbippij If ET LIOfT Jto9ta«ré«ri p, DE VISCH. L«iteb^r2-0»!*i .. REDACTJE . . ADMINISTRATIE HOOOPOORT. 29. GENT VOORUIT SELGÎE Dfie maassde». . . . . ft. 3.2a Zea aiaandsa ..... fr. 6.59 Een jsar fr. 52.50 M«î afeosnccrS stk a p aile pcslfcare«J«» DEN VREEMDE Os-îa BiaEnd?--?? tfastiykt V&TïGSSJSO). . .... ff. WC& x'Orgam der Be/yische WerkHedetipatiLL — Vèfsêhjjti&uk afk dag$n. aaHwrawiiivsMHttiBBaegiigBMErefliaai^raaBiE^^ agagasK vuxw&m» ELLENDIGE AFTOCHT S! Le Bien Public druipt af, juist als een tond, die slaag van zijn meester heeft gekro-gea, en, met den staart tusschen do achter-6îe pooten, in een hoek kruipt, i fleol prachtig is zulke houding natuurlijk Liet. Zij doet vooral veel afbreuk aan do «prestige)) van zoo'n «groot» blad der kleri-kale partij. Vooral als het door onkele woor-'den uit een artikel aan te halon, afleidin-gen maakt die niet strooken met de beteeke-iiis die de steller er van er aan hecht. Zoo tegt Le Bien Public dat ik in de patroons cieta anders zie dan dieven, en haalt tôt jtaving daarvoor aan hetgeen ik op het ein-à0 van mijn vcorgaand artikel schreef : ' i Het proletariaat mag niet berusten, soo-laug het onder den knoet îigt van eene Meine minderheid die het uitzuigt, uitperst eo BESTEELT ! » I Eerst en vooral, wanneer ik met Le Bien E'ubhc gepolemikeerd heb over klassenstrijd, tn heb ik raij niet geplaatst op PRIVAAT Joch op ECONOMISOH terrein. Een pa-Iroon kan als PRIVA AT PERSOON een coed mensch zijn, — niemand betwist dat ! - doch uit M A ATS C H A P P ELI J K oog-bnnt gezien zijn aile patroons wel degelijk jitbuiters. Zooniet was h un bestaan onmo-plijk. Want zij leven toch maar, en kunnen ranne fortuin enkel vergrooten, door dations, wat z"j aan hunne arbeiders te Jtort itialen op hunne voortbrengst. Wie dàt liet vorstaat mag ook niet erkennen dat lassenstrijd een feit is, en dit heeft Le lien Public wél gedaan ! Wat ik «prachtig» [enoemd heb. i Het blacl dat Set Volk bij zijn verschij-iin broederlijk gegroet heeft, » geeft ten olle weer wat ik denk, daar waar het zegt, ât wanneer ik spraek over klassenstrijd, ik li6t6 anders Je dan mtuuiters langs deu «en en uitgebuitenen langs den anderen ait. Eenvoudig omdat daar gehetl de tli€-imn den klassenstrijd op berust. Go ziet, raarde Bien Public, ws zeggen vrank en lij, wat wij t® zeggen hebben. Spijtig »e-oij dat dit bij u het goval niet is. Het kan est ijn dat nn'i « manier van nchrijven » feU 1 te seer in don sm&ak vait van de sfroons. Doch wij deelen de meening niet: Toutes vérités ne sont pas bonnes à dire», ■a.lle waarheden zijn niet gepast om gc-tgd te worden. — zulke t&ktiek kunt Gï J olgen, doch WIJ, «ocialisten, gaan van de lelling uit : de waarheid mag gezegd wor-ifii.'WIJ «pakken den os bij de horens», WIJ Kgen den vinger op de maatschappelijke rond ! GIJ verdedigt : «javrel, de appel is bt, maar or is toch nog één goed plekje an !> Dat de Gentsche vlasî»brikant«n hunne ferklieden mild, iwr ruild itonnen, goed, ■lies goed : maar toch besta&t er klassen-trijd, toch is de hedendaagsche samen(î)-wing rot, rot tôt in haar diepste grond-jesten.Da patroons hebben te Gent, tôt op den litum van 1 October 1915, 800.000, — acht bal honderd duizend franken — aan ranne werklieden als steun uitgekeerd. Het s eene prachtiga daad, wij bckennen het vol-[sarne. Maar La Lys ALLE EN maakte olk asr HONDERD DUIZENDEN FRAN-winst, GENOMEN op de voort brengst harer îabriekslaven. Ook dààrva gaat niets af. En, Bien Public, bazuint lu nu aan de vier hoeken van de werelc tVooruit schrijft dat de patroons uitbuitei zijn ! » Welnu nog eens : Aile patroons, u MAATSCHAPPELIJK OOGPUNT g, zien, zijn dit! Daar kunnen ZIJ niel aan doen, daar kunnen WIJ niets aa dt>en, dit zijn economische toestanden, dt door den drang der evolutie zullen verdwi nen, dat is al! & Le Bien Public schrijft : « De arbeider uitgeput door den honge is een slechte voortbrenger, zegt Vooruii Dat is waar. Maar Vooruit heeft ook dit wijls gezegd : « de werker uitgeput doo den honger^ is cen prooi van, en geeft zici zonder weerstand, over aan de hebzucht va het kapitalisme. » Waar, ailes waar! Maar het proletariaa tôt het «ui torste» gedreven i3 ook tôt ho «mterstei in staat ! Heeft Vooruit dat co niet geschrevenî 1 ? « Het is oîis een vreugde geweest, verl< den jaar, dat de patroons van de textie! nijverheid, hunne « weerstandskaf.sen » -indien men ze alzoo kan noemen, — golf digd hfbben, ten profijte hunner ïonde werk zijrdo arbeiders. Men weefc dat tel zolfdertijd de soeialistische syndikatei hunne werklooze leden lastig vielen, on hunne fcijdragen voort te betalen, te voordeele van het stakersfonds. » Oef ! 't is er uit... a de aa.p komt uit d mouw ». Neen, Le Bien Public stelt zicl niet als verdediger der patroons aan ! Maa de arbeiders zouden, na den oorlog, zwa! moeten etaan tegenover het patronaat doordat ze ledige kassen zouden hebben. 0 pierlala, sasa ! Arbeiders, zet u zonder ver weor, en begint, eens dezen wereldbram gedaan, ter «g wat ge over dertig jaar be gonnen zijt ! Laat de rechten die ge in dei laatstèn t:jd veroverdet, terng vallen doo uv.'o zwakheid tegenover de patroons ! Bisn Public, het bewust proietariaat be dankt u hartelijk voor den goeden raad diei gij het verstrekt. Uwe christene (1) maa toch vôûr ailes anti-socialistische elavei « bijten daar misschien wel in », maar d klassebewuste arbeiders bedanken u en zu! len uwen raad volgen in... het jaar één ! ! ! En nu de « bouquet », waarmede Le Bie: Public het vuurwerk sluit: • Btoren wij ons niet aan zulke spreek wijze. Zij zetten beter de strafbare krank zinnigheid van de aanstokers van des klassenstrijd vooruit. Zij helpen de men schen van goeden wil, zich los te scheurei van id'ie vaJsche menschenvrienden, die in de tegenwoordige omstandigheden, aai de ongelukkigen niets hebben kunnen aan bieden gedurende achttien maanden, il plaats van opbeuring, het slechte aan wakkeren van den haat. Ik ga daar niet veel op antwoorden. He is eenvoudig prachtig, overheerlijk ! ! Le Bien Piiblic mag gerust de mannei « de bonne volonté » hebben, die zich hebbei afgescheurd of nog zullen afscheuren.. Doch om eens te zien hocveol « aamvinst hij al heeft gemaakt, lexe hij maar den laatstèn bilan van de S. M. VOORUIT eens. < $ $ & Dat de aftocht van Le Bien Public ellen- < ™ dig is, blijkt er uit dat hij niets meer aan- ] '• raakt van de volgende punten: "8 ■ , 11 1. « Het socialisme zal verdwijnen aïs de klassenstrijd ophoudt te bestaan. » Wijl ik , s glad het omgekeerde zegde. n 2. De volgende paragraaf uit mijn arti- \ ( e kel: ^ i- « De patroon heeft er meer belang bij, in , plaats van hunne loonen te verlagen, dat de werklieden hem goed werk leveren. » Waar ik het volgende op antwoordds: « Ms,ar ondanks dit zien we toch dat, niet- j tegenstaande de kleermakers van de stad j over het algemeen beter werk leveren, het r werk der groote confectiehuizen bijna uit- j sluitc-nd naar den buiten gaat. Hetzelfde s ^ gel dt ook voor de sigarpnmjverhoid en nog " voor zoovele andere ! Het « entreprisewerk » ( dat op de meeste werkhuizen is ingevoerd, r t stelt toch ook wel liet zuiverste bewijs daar, T t dat de patroon tea-enwoordig enkel en al- l leen eischt: VEEL VOORTBRENGST 1 VOOR WEINIG LOON. Waarom anders , zijn er wetten op vrouwen- en kinderarbeid . noodigî » ^ 3. Het broederlijk groeten door Lr, Bien . - Public van IIet Volk bij zijn verschijnen. 'T Daar kom ik later wel op t-erug. r 4. De stak; % van Roussel aere, die ik aan- ■ haalde om t. swijzen dat ldassenverzocning . 1 onmogelijk is. ^ 1 6. Daar waar ik schreef: J « Le Bien Public looehent dat de klassen- ' strijd onvermîjdelijk is. Wij zijn het eens! 0 Maar hij zal niet ophouden vôér de hedendaagsche maatschappelijke vorm, dien gij — o, logica! — altoos verdedigt, verdv/enen is ! » Ik ga ophouden, want mijn antwoord wordt'ellenlang, en onze Vooruit moet aan zoovele medewerkers plaats verleenon, dat ik waarlijk eene misdaad tegenover hen zou s plegen zoo ik neg langer de plaats van ons strijdorgaan wilde Lesnoeien cm op den Idetspraat van Le Bien Public 'te antwcor- s den. Maar toch wil ik hem nog één raad s geven vooraleer deze polemiek te sluiten: p Beste jongen, als ps in het vervolg op mijne g artikels niets méér weet te replikeeren, t houdt er dan gerust uw pootjes af, want ge V zult ze er tslkens aan verbranden, geiijk gij t het nu zoo deerlijk deed aan mijn artikel: p Klassenstrijd. i1 En nu... salut en den kost! b Antwerpen, 23-1-1910. Je} Van Sxtergern. ^ 1 Voor is LioÉ0B!?Hsrkli8Én J i iu ûesî-ïiaioton d n Volgens de verordening over het to.eksn- v nen van den Werkloozensteun in de pro- g t vincie Oost-Vlaanderen zijn de landbouw- v* werklieden uitgesloten van dezen steun. t x Sinds eenige maanden wordt deze seLik- 1, i ldng ook toegepast op de landbouwwerklie- 1; den die in Frankrijk gingen arbeiden. d i Men weet dat, om steun ta bekomen, d» (verkman moet kunnen bewijzen dat hij in ie maanden Juni en Juli. 1914 werkzaam s^as in eon nijverhaidsgesticht, voor eenen lijveraar, enz. Vele Franschmans bevinden zich In de mmogelijkheid dergelijk bewijsschrift te everen en àommigsn hebben geen ander jewijs dan da insehrijvingsakte op de mairie /an hunne \erblijfplaata in Frankrijk. Vele werklieden waren in. die maanden )ezig aan het uitdunnen der beetwortels !n worden op hun inschrijvingsbewija ver-neld als landbouwwerkman (ouvrier agri-ole). Deze benaming is voldoende om han -a.n den werklooaensteun te berooven. Wij vinden dezen maatregel onreclit-'aai'dig om tv. ee redenea : 1. Men kan de Fraaschmannen verdeaîen n sfceenfcakkers, aardewerkers en landar->eiders, maar het gebeurt A/el eens dat een elfde persoon tôt twee oî drie kategoriën >ehoort. In Maart vertrekt hij voor het ,ardwerk, dan dunt hij de beetwortels, >ikt den oogst af en keert terug in Oogst, im in September opnieuw te vertrekken iaar de suikerfabrieken. En dergelijk© ?erktnan is dan veel meer eon nijverheids-,rbeider dan een landarbeider. 2. Indien de werkloozenstenn geweigsrd ?ordt aan de landarbeidens, dan ia het om-!r.t do Belgische boerenwerkliedon niet rerkloos zijn, integendeel, maar het tegen-iver^esteld is waar voor de «Fransohman-len ». Om deze beide rtdenen durven wîj hopen !at ook de werkloozensteun zal toegekend rordsn aan al d® eoogezegde «Fransch-aannen», zonder een® enkele uitaondersias!. Rond des Oorlog Ee SjsnaGht z&mrt y© Ludwig Ganghofer bsschrijft in de «Vos-LEche Zeitung» een nacht in Servie : Laugzaam gaat het door de duLsteruis, teeds langzamer. Wù.£i de'wëg'eea tijgt of daalt, moet men de paarden hel-en, hen aan den teugel leiden, den wa-en steuuen, opdat deze niet naar de diep-3 uitglijdt. De paarden, zenuwachtig ge-'Orden door dit voortdurende uitglijden, rillen over Jiet geheele lijf. v^ij zelf trip-elen als kinderen cp onze bevroren zolen. !n teikens wanneer de wagen suit, is men ang, dat hij in de diepte rolt, in de-rivier. Soldaten klimmen op de heilingen om de aar staande huisjes te bereiken of ©rgens p den grond te bivakeeren, waar de zon mgsr heeft geschenen en men verder ver-ijderd is van den ijzigen luchtstroom van e rivier. V. ii kunnen dît niet doen, mogen psar-en en wagens niet in den steek laten. Steeds donkerder wordt d-s nacht, steeds îoeilijker de weg. Twee onzer moesten oortdurend langs den rand van den af-rond loopen, cm den koetsier den weg te. ijzen. Een stoet van gevangenen, twee ot drieduizend1, een ketting vau wande-înde ellende, drie kilometer lang, sluipt mgs ons. Bij een bocht van den weg homL o karavaan stil. Er klinkt- een opgewondea rreschreeuw uit honderden kelen. Over den weg loopti een diepe beek, zonder brug, met ijsgladda heilingen. De gevangenen moeten door het water, zoeken naar steenen en dammen en zoodra er een denkt een pad frovond'en te hebben, schreeuwt bij het den "nderen toa en de zwarte inensehenmas3a\ dringt dan naar deze plek. Ock wij moeten er door. Naar beneden gaat het gemakkelijk en vlug. Maar naar boven niet. De ijskorsfc breekt, de wagen blijfc in de watergeul ste-ken, op de ijshelling vallen de paarden, raken verward in de touwen. En dat allea in de zwarte duisternis. Zonder de Servische gevangenen wareit wij blijven hangen. Twintig, dertig hunner springen bereidwillig in het koude v.-ater, om ons te helpen. Zij trekken de paarden de helling op, tillen den wagen uit het .water en sleepen hem op straat. Tegen negen uur wordt do weg leeg. Wij moeten naast den wagen loopen. Wanneer d^ paarden vallen, dan kunnen wij, uitgeput als we zijn, de dieren niet meer op da been krijgen. Het gaat langzaam tastend voorwaarts, zoo langzaam als slakken krui-pen. De hemel is bewolkt. Do laatste stor ia verdwenon. De nacht is ioo zwart als een doodskleed. Mijn elecfcrische «aklîM». taarn, die ons tôt dnsv«r nog wat hielp, La uitgebrand en d© nieuwe batterijea _war-ken niet. Zij zijn kapot ge gaan door he& schudden in den wagen. Maar wij moeten lichfc hebben. Zonder licht kopon wij piflfc verder. In mijn koîfer heb ik nog ©&n kaars. Terwijl ik in de duisternis met beîde handon in den koffer woel, grijp ik in iets nats en denk, dat er water in geloopen is. • Dooh-als de kaara eindelijk in de i an taarn brandt, zie ik, dat ik zwarte handea hebji gekregen. Ik greep in den inkt... Wij loopen met de laataam voor detf wagen. Hoe lajag sal het nog dnrenî Da glazan van de laataam zijo gebroken en in: den wind, nu se© ischeef brandt, gaat de kaars op als een vuurmaker. Een uur zal; ze niet branden. Wat dan 1 Wij moeten, zoo lang de kaars neg licht geeft, een plaats ontdekken, waar wij blijven kunnen. Zoekend naar een schuur. een gat in den grond, een windstil hoekje, loop ik eon eind van den wagen weg. En daar ligt voor raijn1 voeteîi etn menscl; cp net ijs, qnbe-wegelijk met bevroren kîeeren. Ik versta niet, wati hij kreunt. En omdat ik hem nieà kan optillen, loop ik naar den wagen terug om iets voor hem uit mijn koîfer te haleni ea te verhinderen dat de wagen hem over-rijdt. Toen ik terug kwam, lag ep den weg geen levende meer. En nu ging de kaars uit. r Verschrikkelijk zijn de zwarte nachturen, die nu komen. Nergens een schuilpiaats,-een boschje, waarin men besehutting kan vinden tegen den snerpenden v.-ind. Liets* Niets. Niets. Ailes vol ijs, ailes kaal, nergens een stuk bout om vuur t« maken. Wij moeten voorwaarts. Hier blijven zou geiijk staan met den dood. En terwijl wij verder etappen, al tast&nd, de paarden bij dea teugel houdend, om de paar pas uitglijdend! en vallend, sluipt opnieuw een atoet van! zwarte, wankelende gedaanten langs ons,; halfluid sprekend, woorden, dia ik niet be-grijp, maar die mij niet behagelijk toe-< klinken. Het gevoel van in gevaar te ver«( keeren komt af en tee over ruij, Ik grijp on-< willokeurig naar het foudraal van piijai revolver. Dat zijn toch hongerende menschen, dia Sloed en Bloedkriststlen (Twecdc vervolg) (Slot) Kauwelijkj had een zekere groep geleerden ■i' theorie vooruitgezet, of andersdenken-w beweerden dat die schijnbare verschil-i der krigtaalvormen niet standvast wa-"-i maar zuirer toevallig, te danken aan '^endige invloeden, en dat ze niets te !iken hadden met het vor&chi 1 der diersoor-111 waarran het onderzoohte bloed genomen M. twist bleef bestaan tôt wanneer do 'oefnemingen van Dr Reichert, de vooruit-®tte theorie (de Tersehillen zijn stand-as' en karaiteristiek) op eene voldoende la»ier bewezen hadden. ' Is liet moeielijk, > zal de lezer vragen, '°® zelf die bloedkristallen te verkrijgen ® te onderzoeken î » absolue t niet. Niets is gemakkelijker — Qen maar een gewoon mikroskoop b8- ^en etudentenmikroskoop, die 300 diame-vergroot, cen mikroskopische glasplaat, :,J dekglas, een glazen stafje, eene naald, M water en eene levende rat — dat is vol-opud».^ manier van werken is zeer eenvoudig. ® heeft maar de rat met de naald te iSK»n, e«n druppel bloed opnemen en ei\ op d« glasplaat Isggen ; met het glazen el men8*lt men h«t bloed met een drup-et «n om te eindigen overdekt men r, l0®n met een dekglaasje en plaats ailes er ûet objektief van den mikroskoop. ' een oogienblik wachten verschijnen, , raaf?> dan rapper, de kristallon. In den door de dichtheid der massa, bloedli-chaampjes. Maar zoodra het haenioglobine opgelost is iD het water en dit daarna een wemig verdampt, vormen zich de kristallen heel rap. De rat is misschien het dier wiens bloed het gemakkelijkst krisallen vormt. Voor andere dieren echter moet men eene zckero methode van werken volgen en het bloed moet geweldig opgeschud worden met ether, om de kleurende stof op te lossen, stof waarin de kristallen met meer of min groote moeilijkheid verschijnen, naarmate de ether verdampt. Bloedkristallen van den mensch zijn niet zoo gemakkelijk te verkrijgen als deze van de rat. Dr Reichert volgde een meer ingewikkelde methode van werken in zijn onderzoekingen. De reden daarvan was, dat hij dikwijls slechte eene kleine hoeveelheid bloed krijgen kon en dat hij eene veel grondiger manier van arbeiden noodig had dan de gewone m&thoden. ten einde de kristalvorming^ met grootere snelheid en gemak na te gaan. De methode die hij verkoos was de volgende:.Hij nam bloe'd1, voegde daarbij een weinig ammonium oxalaat orn het stollen te voor-komen, schudde het mengsel heel hard met ether, om het haemoglobine op te lossen en het zoo van de bloedlichaampjes te scheiden waarin het bevat is. De ether werd dan zorgvuldig van de rest van 't bloedmengsel verwijderd ; enkele droppen van dien ether werden op een mikroskopisch glasplaatje gelegd, dan gedekt- met een dekglas en do zoomen daarvan dichtgesloten met canada-balsem.Stilaan verschenen de kristallen, ze werden op papier afgeteekend en gefotogra-fieerd door middel van een mikroskoop-apparaat.« Waarom, i> sal men vragen, < bekwa-men da onderzoekers resoltateu, die z® ljkeae»WÉ heb^n iwlâ# dez kristallen te bewisten en de echte theorie aan te vallen ? » Het antwoord1 is zeer eenvoudig. Verschil-lende stoffen kunnen verschillende « zou-ten » vormen, volgens de elementen waaruit die stofften samengesteld zijn. Bvb. een chloride van kwik (mercure) (1) is « calo-mel », die men gebruikt in de geneeskunde in betrekkelijk groote dozissen, terwijl een ander chloride « corrozief sublimaat s vormt, welk een zeer gevaarlijk en doodelijk vergift is, en alleen gebezigd wordt voor uitwendig gebruik en dan nog in zeer ver-dunda oplossingen. Het is algemeen geweten, dat één der verscbillen tusschen het bloed der slagaders en dit der adors, afhangt van de hoeveelheid zuurstof bevat in het bloed (zie hooger). Het i3 deze relatieve hoeveelheid zuurstof die de kleur van het bloed teweegbrengt, het klaar rood van het slagadersbloed of de purpere kleur van het bloed der aders. _Nu is het gemakkelijk te begrijpen dat het uitzicht van kristallen gevormd door de kleurstof van rood bloed, dat eene overtol-lige hoeveelheid zuurstof inhoudt, verscbillen zal van het uitzicht van kristallen gevormd door de kleurstof van de aders, en dat, als we de twee soorten bloed mengelen, twee variëtieben van kristallen zullen te zien zijn. De echte vorm der kristallen zal men dus verkrijgen met slagadersbloed te onderzoeken, daar dit zich in zijn natuurlijksten toe-stand bevindt, daar dit het bloed is, kort-weg.Weike invloed deze ontdekking heeft op onze kennissen van natuuriijke historié, kan aangetoond worden met twee voorbeelden. In de oude methode der klassifieering in soorten, werd de beer gewoonlijk gerang- (1) Verbinding van oWoor «n krvrUku. schikt in do zelfde familie als de bond, die vos, de wolf. (2) In de nieuwe methode — het onderzoeken der bloedkristallen — plaats men den beer bij de zeeleeuwen en de zeehonden ; en men vindt hoegenaamd geene verwantschap tusschen den beer en den hond, den vos en den wolf. Bij de vogels komt hetzelfde voor. Tôt nu tos is het paarlhoen geklasseerd geworden bij hst huisgevogelte. Door het onderzoek zijner bloedkristallen is echter het paarlhoen, en dit is vast bewezen, nevens den struisvogel geplaatst geworden. In geval van moordonderzoek heeft de ontdekking der bloedkristallen eene zeer groote praktische wa-arde. Dit i? gemakke-lijk te begrijpen. Hara belangrijkheid i3 zeer gewichtig, daar het mogelijk is, met absolute zekerheid, te zeggen, van welk dier het bloed, dat do vlekken vormt op de klee-deren van den verdaehten persoon, afkom-stig is. Tegen weet r dig kan mes ©nketwistbaar. het bloed van lagere dieren herkennen van het bloed der menschen.Soms echter is het niet gemakkelijk, door het gewoon gepraticeerd onderzoek, (3) het bloed van primaten (mensch en hoogere aapsoorten) te onder-schciden. Door het ondersoeken der bloedkristallen is die moeilijkheid weggenomen. Iets dat verbazend schijnt, de kristallen laten toe gemakkelijk het bloed van eenen neger te herkennen van dit eens blanken, en dit met zeer veel juistheid. « En misschien zullen de geleerden, door naùwkeu-rige stud'iën, er eens in gelukken het bloed van Amerikanen, van Chineezen, Germa-nen en Romaanscho st-ammen te onder-scheiden 1 — zegt de Cordova in zijn (2) Zie artikeltje verschenen in Vooruit v66r eeii paar weken. (3) Het in acht nemea van lichamelijke ! eôeensQhapften. geciteerd artikel. De reden waarom men tôt' daar nog niet geraakt ia, — vervolgt hij, ■—* ligt in het feit dat men den tijd nog niet; gehad heeft dit na te speuren. En het iaj best mogelijk da-t men het eens zoover zal brengen, de menschen in hunne individuali-i teit te determineeren, alleen door het bestu-i deeren der bloedkristallen van het individu ! Waarom zou deze individualiteit begrensd worden door dé tastbare deelen van het li-< chaamî (4) Waarom zou die zelfde indivi* dualiteit niet uitgebreid worden tôt de mikroskopische ceilen waarvan de tastbara deelen opgebouwd zijn? En het zou hoegen naamd géén « wonder » zijn, indien de wm tenschap het eens zoover bra^ht, een mensc'n te karakteriseeren door zijne « bloedkristal formule » te geven. Want- daar is geen redeni waarom de wetenschap niet in staat zou ziju te onderscheiden tusschen bloedkristallen van individuën, juist geiijk het reedo mogelijk is de lieden te herkennen door hunna vinger-afdrukkingeh. » Dit ailes schijnt wek « Amerikaansch » ! En nochtans, wat kan er voor de weten-sebappen verdoken blijven? Geen wonderen meer; het geloof daaraan is uit. Eene ontdekking mag nog zoo verbazend zijn, zij ia toch altijd het ontblooten van iets dat reeda bestond en heel natuurlijk is, ik zou bijna zeggen «gewoon»... indieu men het maar vroeger geweten had. Wat nù « Amerikaansch » genoemd wordt» zal binnen een halve eetiw « banaal » geworden zijn. Waarover Rudoiph de Cordova spreekt, zal wel eens werkelijkheid worden; de tijd zal daartoe leiden, we zijn er zekor van, daar we niet twijfelen aan de krachfc' der vvetenschap /. K. L. G. de Vos. (4) Ik voeg "daarbij: en door zijne geesie»-eigenschappen, waaraan de Cordova, waar» , »chiinlyk niet gedacht heeft.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Vooruit: socialistisch dagblad belonging to the category Socialistische pers, published in Gent from 1884 to 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods