De zwarte markt

De zwarte markt

Redactie  his profile picture
Redactie 12 December 2016 752

Voor de oorlog was België al aangewezen op import voor haar voedselvoorziening. Tijdens de oorlog kwam die stil te liggen waardoor de voedselsituatie al snel nijpend werd. Initiatieven zoals het Nationaal Hulp- en Voedingscomité waren een pleister op de wonde maar boden geen volledige oplossing. Voedsel, maar ook bijvoorbeeld brandstoffen voor verwarming, bleven zeer schaars in België.
De bezetter probeerde daarom de bevoorrading van de bevolking doeltreffender te organiseren. In november 1914 voerde ze al een broodrantsoen in waarna veel andere producten volgden. De belangrijkste levensmiddelen en brandstoffen werden dus verdeeld  aan een vaste hoeveelheid per inwoner. De officiële rantsoenen waren echter nauwelijks voldoende om in leven te blijven.

'Rantsoenen', Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad, 8 september 1917, p. 2
De toenemende schaarste deed ook de prijzen stijgen. Dat probeerden de Duitsers onder controle te houden door voor veel producten maximumprijzen vast te stellen. Die remedie loste niets op omdat ze geen antwoord bood op de oorzaak van de prijsstijging: het tekort aan voedsel. Wie het zich kon veroorloven, wilde meer dan de rantsoenen aanboden en dus was de vraag veel hoger dan het aanbod. Heel wat goederen kwamen daardoor niet in de rekken van de officiële winkels maar werden illegaal verkocht op die zwarte markt aan een veelvoud van de prijzen.
Veel lagen van de bevolking waren betrokken bij de zwarte markt. De kopers waren vooral rijke stedelingen, de tussenhandel gebeurde door werkloze arbeiders of de geruïneerde middenklasse. Maar het waren vooral de boeren die flink verdienden aan de zwarte markt. Tussen het begin van de oorlog en augustus 1918 werden de producten op de zwarte markt gemiddeld ruim vijftien maal duurder! De spaarreserves op boerenbanken vertienvoudigden in dezelfde periode. Hoewel de bezetter streng trachtte op te treden tegen alle vormen van zwarte markt, slaagde ze er nooit in die te beteugelen.