Verminkt en op de dool

Verminkt en op de dool

Redactie  his profile picture
Redactie 23 April 2017 736

Het industriële karakter van de Eerste Wereldoorlog veroorzaakte een ongezien aantal gewonden. Dat maakte een effectieve medische organisatie noodzakelijk. Heel wat gewonde soldaten kwamen om voor ze een veldhospitaal bereikten. Anderen werden na verzorging weer naar het front gestuurd. Een derde groep gewonden bleek niet meer geschikt voor militaire dienst. Ze waren een of meerdere ledematen verloren of raakten blind door rondslingerend shrapnel.
De vraag was wat er met die soldaten moest gebeuren. Tijdens de eerste oorlogsmaanden kregen de Belgische verminkte soldaten ‘verlof met soldij’. Naast die financiële vergoeding werden ze grotendeels aan hun lot overgelaten. Naar huis terugkeren was meestal geen optie, het grootste deel van België was in Duitse handen. Sommigen vonden opvang in een medisch verzorgingscentrum in Nederland of gingen, als hun kwetsuur het toeliet, aan de slag in een Britse (munitie)fabriek. Velen zwierven doelloos rond. Tot in de meer zuidelijke Franse badsteden maakten de Belgische verminkten de menselijke tol van de oorlog erg zichtbaar. Hun aanwezigheid deed de oorlogsmoraal van de lokale bevolking dan ook weinig goed. Dat begrepen ook de legeroversten die de nood van een meer structurele oplossing gingen inzien. Misschien waren de oorlogsinvaliden te snel afgeschreven voor militaire dienst? Sommigen konden nog uniformen herstellen of grachten graven.
Verder dacht de legerleiding vooruit. Ook in België betekende de oorlog een aderlating aan inzetbare krachten. Na de oorlog zou iedere hulp welkom zijn bij de heropbouw van steden en het bewerken van het land. Vanuit die filosofie ontstonden gespecialiseerde opvangcentra. In veelal Franse ‘heropvoedingstehuizen’ kregen de verminkte soldaten een prothese aangemeten en volgden ze er een aangepast lessenpakket. De mannen schoolden zich om tot landbouwers, bouwvakkers of tuiniers. Het waren zij die het naoorlogse land opnieuw moesten doen herrijzen. Van militair overbodig werden ze de hoop voor de toekomst.

Engelse landgoederen ingericht tot hospitaal voor gewonde soldaten (De oorlog in beeld, 01/04/1918, p. 8)