Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk

553 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 22 Septembre. Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk. Accès à 28 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/jm23b5z190/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Vierde jaargang Nr 44. Frijs 6 centiemen. Gent, 22 September 1918. HOOFDREDACTIE : VROU WEN SECRET ARIAAT MET MEDEWEsklNG VAN HET ALGEHEEN SECRET ARI AAT EN HET WERK DEE VOLKSBIBLIOTHEKEN « <DE STRAAL ». ALLERLEI ■ Beheer : H PEPERSTRAAT, 17. ■ —00»— ABONNEMENTEN: V PER JAAR fr. 3,25 V ZES MAANDEN . . » 1,60 ■ DR1J MAANDEN . a » 1,00 '1 Weekblad woop ons Vlaamsche lfolk. INHOUD ; Kerkelijke gewaden. — Mater Dolorosa. — Zwervers. — Vroolijkheid in het Huisgezin. — De Bloementeelt în België.— Een wilde Vlaamsche Jongen.—'t Eindend de Dreef (Ie vervolg). — Luim. — Voordrachten en Lessen. Kerkelijke gewaden. 11. De Kazuifel, het opperkleed van den dienst-doenden priester, herinnert den purperen spotmantel, waarmede men den Zaligmaker bekleedde ; de kolom, op het vorenste gedeelte afgebeeld spreekt ons van de geeselpaal ; het kruis, van achter afgebeeld, van het kruis door Christus gedragen. Oorspronkelijk was de kazuifel een wijde mantel, welke tôt aan de hielen daalde en ge-heel het lichaam omhulde. Boven was eene opening om het hoofd laten door te komen. Zoodra de priester de handeti omhoog wilde heffen of den knie buigen moest deze ma*tel opgeheven werden. Van daar het nog be-Ttaande gebruik, den kazuifel des priesters door de dienaars op te heffen, bij de wieroo-king en de consecratie. In de tiende eeuw begon men den vorm te wijzigen ; de mantel werd verkort om langs beide zijden open te maken; zoo kwam men tôt den huidigen kazuifel. « Ontvang het priesterkleed, waardoor de liefde wordt begrepen » zoo spreekt de Bisschop tôt den wijdeling. In die woorden ligtde beteekenis van ditgewaad besloten : gelijk de kazuifel al de andere gewaden bedekt, 200 00k moet de liefde gansch het leven van den priester beheerschen : lietde tôt God en totden evenmensch; gelijk de H. Bonaventura zegt : « heeft de priester zich geheel aan den naaste te wijden, wijl hij geheel aan den jekruiste behoort ». Ook is de kazuifel het zinnebeeld van het kruis van Christus, dat de priester met voile overgeving, ja met heilige vreugde aanvaarden moet : zijn liefde-ideaal getrouw te blijven is dikwijls voor hem een kruis, een last en juk; maar de onwankelbare hoop en het vast be-trouwen op Gods hulp steunen hem steeds en leiden hem ter zege. Met die gevoelens bezield, bidt de priester bij het opnemen van het ge-waad : « Heer, die gezegd hebt : Mijn juk is zoet en mijn last is licht, doe mij dit op zulke wijze dragen dat ik uwe genade verwerven moge. » De bonnet, het hoofddeksel des priesters. Dit gebruik is uit het gewone leven tôt kerkelijke kleeding aangenomen. De priester draagt het als hij naar het altaar gaat en er van terugkomt, als hij predikt, biecht hoort, ook bij den koor-gang, processiën en ommegangen, indien het Allerheiligste Sacrament niet uitgesteld of gedragen wordt. Bij de plechtige Missen dragen de diaken en de subdiaken, gelijk de priester, den amiet, den cingel en den manipel ; de diaken draagt eene stool, doch niet gelijk de priester, maar over den linker schouder, ten teeken dat hij slechts helper is bij het toedienen der Sacra-menten. Beiden dragen het kleed der levieten, de dalmatiek; zoo genaamd omdat het voor de eerste maal in Dalmatie gebruikt werd. De stof en de kleur zijn dezelfde als van den' kazuivel, de snede is echter eenigszins ver-schillend. De zinnebeeldige beteekenis van de dalmatiek ligt besloten in de woorden welke de bisschop bij de wijding der levieten sprak : « De Heer versiere u met het kleed der Kerk en der vreugde en het gewaad der gerechtig-heid omhulle u steeds » ; dit tôt den diaken ; tôt den onderdiaken zegt hij : « De Heer omgeve u met het gewaad der armoede en het kleed der vreugde. » De beteekenis van het buitenkleed is dus dat zij die het dragen steeds in heilige vreugde den dienst van God zouden verrichten. Buiten de H. Mis, b.v. bij Vespers, Lof, processie enz. worden door deji priester ook nog gebruikt eene superplie of koorkleed of ook nog rocket genaamd, die eigenlijk eene korte albe en in beteekenis aan deze gelijk is, en soms een breeden mantel of koorkap, die ongeveer hetzelfde als de kazuifel beduidt. Bij de plechtige pontificale Mis draagt de Bisschop, buiten de gewaden des priesters nog : 1 ) de sandalen, lage schoenen met bor-duurwerk versierd. Zij herinneren den Bisschop een godvruchtigen wandel te leiden en ijverig het Evangelie te verkondigen gelijk de H. Paulus schrijft : « Wees aan de voeten geschoeid met de bereidwilligheid voor het Evangelie der vrede. » 2) De handschoenen, welke aanduiden dat de Bisschop zijne handen van aile onrecht en van aile bevlekking rein be-waren zal. 3) Den ring, door welken aan den Bisschop herinnerd wordt dat hij de bruidegom zijner Kerk is, voor welke hij ook desnoods zijn leven moet ten beste geven, gelijk Christus het gedaan heeft. 4) Het borstkruis, uit edel metaal en waarin relikwieën der heiligen gevoegd zijn. Het herinnert den Bisschop het lijden des Zaligmakers en zegt hem dat hij een gekrui-sigd leven leiden moet, wil hij een ware leer-ling des Zaligmakers en een herder naar Gods hart zijn. 5) Den mijter, het teeken der waar-digheid van den geestelijken veldheer : hij is voor den Bisschop de zegenrijke helm des heils en zal hem herinneren de vijanden der Kerk en der zielen kloekmoedig te bekampen. De twee spitsvormige deelen van den mijter beduiden het Oude en het Nieuwe Testament, in de welke de Bisschop onderricht moet zijn. 6) Den staf, het teeken van het herdersambt van den Bisschop. De Bisschop is de opperste herder der hem toevertrouwde kudde en daar-om voert hij den herdersstaf; « gelijk den Koning den scepter gegeven is, zoo ook werd den Bisschop den staf geschonken als teeken zijner herderlijke zorgen ». (Kard. Bona.) Door zijne leering zal de Bisschop de zwak-geloovigen aanmoedigen, de dwalenden tôt boete leiden, de boozen uit de gemeenschap verwijderen : « Spreek en vermaan, maar wijs terecht met aile macht ». zoo schrijft de H. Paalus. De staf is meestal met goud en edelgesteenten versierd : daardoor wordt den Bisschop herinnerd dat hij zijn hart met aile deagden versieren moet, opdat zijn herdersambt rijken zegen zou mogen verwerven. Het weze bemerkt dat de Bisschop onder den kazuifel odk de dalmatiek draagt : dit be-teekent da.t hij al de onderscheidingen van het priesterschap in zich vereenigt en in volkomen I m&te al de wijdingen bezit welke hij aan 1 andere mededeelt. ' Hoe schooa en hoe beduidensvol is al het- 1 geen wij over de kerkelijke gewaden schreven J en hoe treffet!d blijkt hieruit de wijsheid der I Kerk die zulke heerlijke instelling geschapen I heeft. Gebruikt het brooze, kortstondige leven 1 niet om elkaar te haten. " Mater Dolorosa. O God, gij weet mijn hert, 't en bleef u nooit gedoken ; gij weet wat ik gedacht, gewild heb en gesproken ; gij zijt, van kindsbeen af, mijn hope en mijn bestaan : vergeeft, heb ik u ooit ondankbaar iets misdaan ! En nu, dat ik zoo diep ben van de dood geslegen, mijn blomken afgeplukt... gekist en uit gedregen, o God, aanhoort mij, en in al uw goedheid groot verlost mijn herte, dat benauwd is tôt der dood. Gij laagt eens in den Hof, en zweettet, op de steenen, van angst, uw dierbaar bloed : ' ach ziet mij zitten weenen, alleen in huis ! Mijn huis, dat ijdel is, beroofd van leven, vier en vonke, en ailes uitgedoofd ! Staat op, Gij, Heere, en vat mijn' handen! Stelpt de bronnen mijns weenens, die bijna zijn uit- en afgeronnen ; laat volgen mij met U, met U ten kruise gaaa, en, droeve moeder, naast uw' droeve Moeder staan ! G. Gezelle.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à Gent du 1914 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes