Antwerpen boven: orgaan der Groeningerwachten van Antwerpen en omstreken

826 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 01 Septembre. Antwerpen boven: orgaan der Groeningerwachten van Antwerpen en omstreken. Accès à 28 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/zw18k7602d/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Orgaan der GROENINGERWAGHTEN van Antwerpen en Omstreken. a ronnembntsPRIJS : Men schrijft in op het Bureei van't Blad, alsook bij de Leden Aai kondjgi* gen .vol gens overeenkomsc Voor Antwerpen en onmiddellijke omgeving fr. 1 25 per jaar der Groeningerwacht, o. a.: Belegstraat, 4&, Antwerpen (Zuid); Bureel en Opstelraad : Ongefe< kende stukken worden niet opgenomen. Voor binnenland (ul^enomen Oosl-^en ^ ^ ^ Reuzenstraat, 28, Borgerhout, en Bredabaan, 207, Merxem. Hoj van Keunen,. Carno'plaats, 3g Borgerhout. Al wat du blad betreft moet op ons buteel Voor Post- en West-Vlaanderen bijzondere voorwaarden. Elke inzender is verantwoordelijk voor hetgeen hij schrijft. besteld woulen. AAN HET VLAAMSCHE VOLK HYMNE AAN DEN TÖREN. Ons eeuw bevroedt Uw schoonheid niet Noch weet, o Tören ! — Hoogopfonteinend lied, En halm en mei van steen ! o Bloei van rankend loof! — Dat gij uit krachtige daad Van liefde zijt geboren, En uit het blij geweld Van bloesemend geloof ! Gij spant een kroon, Driemaal een kroon, Om slankheid uwer lenden, Tiaar der stad ! Een kroon van leed, Laag en verdoken; Een kroon van strijd Tot glorie reeds ontploken; En op het hoogst, ontloken, Een kroon van zegepraal ! De vroeger eeuwen kenden Heel uw bediedenis En taal. Wij, d'ontleerden, wenden Nog eens ons oogen op naar u, Naar u ! Die boven 's werelds deemsternis Beurt in 't azuur Een eeuwig ideaal. Drie krönen Epos van drie tijden : j Van lijden, strijden en verblijden; c Drie krönen Naar ze klimmen weidscher steeds, Zij gorden Uw bart dat zingt of schreit, Uw kloppend hart van brons, o Schoone ziel van Vlaanderen, Steen geworden ! Gij werdt en waart En bleeft Bezielend wonen onder ons. Stoer staat uw felle Halletoren, Verglommen, prevelend Brugge; Fier rijst uw Drakenstang, o Droef-verbasterd Gent ! Maar al uw leeke trotschheid, al Uw oude praal verstuggen, Bij deze blij de, Deze immerjonge schoonheids-Lent! o Tören, bloei van heiligheid, Van kristelijken roem ! Op aard de zichtbre stengel Van d'onzicbtbre bloem, Die voor Gods troon Haar kelk gaat openvouwen, Met wierook van 't gebed Dat torens durfde bouwen. Raf Verhulst. Die prachtige uitboezeming van Raf Verhulst kwam ons onlangs zeer toevallig ter kennis : we hoorden het machtig gedicht in eenvriendenkring uitgalmen en het trof ons zöö diep door zijn zui-vere, echt lyrische schoonheid, dat we niet kon-nen nalaten het dadelijk af te schrijven, om er onze lezers ook van te läten genieten. A. B. Aan het Vlaamsche Volk Op het oogenblik dat er over de gansche wereld onder de menschen een reusachtige strijd wordt uitgevochten, is het onze plicht de stem te ver-heffen voor de ho gste belangen van ons Vlaam äche volk, dat een der eersten in den kamp werd jesleurd, en thans nog gebukt ligt onder het wee /an het woeste geweld. Niet de macht der wapenen, noch het toevalder jebeurtenissen zijn bij machte te beslissen over let lot van Vlaanderen. Wat ook de uitslag weze /an dezen oorlog op staatkundig gebied, zorgen moeten wij, als getrouwe zonen van ons land, opdat onze innerlijke volkskracht gaaf en gezond, uit den strijd en het lijden gelouterd, verrijze en ons de t^ekomst van onzen stam waarborge. Hoe paradoxaal het voor velen ook zal klinken, blijft het desniettemin vaststaan, dat Vlaanderen's lot in handen ligt der Vlamingen zelve. Zal ons volk, dat door zijn taaiheid sinds eeuwen beroemd en door het vele lijden gehard werd, blij ven vooitbestaan en uitgaan tot een nieuw leven? Zullen onze menschen uit liefde voor het beproefde Vlaanderen de zedelijke krachten aanwenden om het volk in'zijn innerlijk wezen te herscheppen? Valsche profeten verkondigen over den lande dat het nu geen tijd is om te spreken over Vlaam-schen strijd; zij zeggen dat er dient gezwegen te worden, omdat onze broedeis aan het front hun bloed vergieten, en er zijn lichtgeloovigen en onwetenden die in lafhartige berusting en in sehuldige toestemnnn^ läten het onkruid woeke-ren! Maar wij die ons herte en ons geweten raadplegen, weten, dat deze dagen voor het Vlaamsche volk vol beteekenis zijn; wij zitten nu meer dan een jaar midden in den bangen strijd en denken aan de hooge belangen die voor vaderland, moedertaal en stambelang op het spel staan. Deze nu gebieden ons de stem te verheffen, opdat nieuw leven en kracht opgewekt worden. Welhoe, men zou de wapens wegwerpen wan-neer het allés van strijd getuigt, vooral wanneer die wapens de kluisters verbreken moeten die ons innerlijk wezen verslaven? Het ware onzin, i want eensgezindheid zelve vergt stambewustzijn, en de liefde tot ons volk — en zij is onze kracht — geleidt ons om allén er op te wijzen dat wij staan vooi den wederopbouw, de versiering, de wiiding van Vlaanderen tot eene volledige iier-lfcvmg. Zwaar is de taak, want ons arm volk staat alleen en verlaten; het moet uit eigen wezen ophalen het ideaal, en steunen op de hulpvaar-digheid van levenwekkende en fier-voelende Vlaamsche zielen. Andere volkeren worden door den adel en de leidende stånden gerugsteund en geholpen in allés wat hu i in den strijd om het bestaan kan voordeelig zijn : wij hebben nooit -änders gekend dan tegenwerking, hoon en smaad, spot en verraad, vooral vanwege bastaards die in hun overmoed spuwden op de massa, die goed-zakkig en onbewusthen rijkmieken hoogmoedig. En gij, Vlamingen, die het lijden van uw volk hebt gevoeld; gij die bekend zijt met de schreeu-wende onrechtvaardigheden die bestaan terwille van Vlaanderen's onbeholpenheid; gij die getui-gen zijt geweest van de achterlijkheid van uw eigen ras, omdat het verstoken bleef van alle geestesvoedsel en niet opvliegen kon, noch mocht, naar ruime, breede, luchtige hemelen, om er het licht der zon te genieten, die noch tans over alle volkeren der aarde hare warme strålen zendt; —• gij allén die uw volk liefhebt, uw vaderland bemint en de belangen van uw volksbestaan op prijs stelt, zult gij weigeren in de ure des ge^ vaars, de hand te reiken ? Arm Vlaanderen ! riep verleden jaar Pater Stracke uit, « niet arm omdat het zoo verassche-poesterd werd, maar omdat het zich zoo ver asschepoesteren liet. Arm Vlaamderen, en waar-aan ? Arm aan doorzicht en karakter, aan een-dracht, aan bewustzijn en fierheid », maar >, rijk aan zelfverachting, omdat het zijn geschiedenis niet kent; aan naäperij, aan allerblindste voor-oordeel, omdat het zijne taal niet kent; rijk aan sleur, slenter, vadsige baatzucht; rijk aan schande; rijk aan armoe, ziekte en dood ». Hij besluit dan met te zeggen dat hij Vlaanderen zal blijven arm noemen : « tot dat alle onrechtvaardigheid geheel is hersteH, en alle rechtsmogelijkheid geheel is verwezenlijkt. Ik zal het arm noemen, zoolang er Vlamingen zijn uit de burgerstanden, die in de kleinste rechtsverkrachting berusten,en niet voe-len, dat zij een gestolen adelnaam dragen; zoolang er zijn die niet alle liefdesplichten beseffen, en, de dringendste althans, niet grootmoedig vervullen ». Thans staan duizenden der onzen met de wapenen in de vuist aan het Hoedige front, door vriend en vijand bewonderd om hunne dapper-heid; aan ons de plicht ervoor te zorgen dal wij op dezen plechtigen stond gehoor geven aan de dringende noodzakelijkheid, om ook onzer-zijds een vaderland te vormen met volledig taal-recht en met zelfbewuste en stamtrotsche Vlamingen.Indien een groot deel van het volk in Vlaande ren ruw blijft en niet op het peil van kennis en beschavmg staat waar het komen moet, indien de stamfierheid, die een hoofdbestanddeel vormt in de levensvatbaaiheid van een volk, zelfs in deze historische dagen niet steviger in de breinen geankerd wordt, dan is het de schuld van de beschaafden onder dat volk, die de stem der Liefde versmoorden wanneer zij het aansporen moesten in het behoud der zelfstandigheid, en leeren bevroeden het groot belang der eigendom-melijkheid.Als het gevaar dreigt en de nood dringend is, begaat men eene lafheid met te zwijgen over het Stambewustzijn, dat de levenskiem der volkeren is. Jozef Van Wetteren. Gentil Antheunis. 1840—1907. Over hem schrijft Het Vlaamsche Nieuw in zijn Letterkundigen Prijskamp : Gentil Theodoor Antheunis, schoonzoon van Hendrik Conscience, is geboren te Oudenaarde, öp g September 1840, en overleden te Brussel, den 5n Augusti 1907. Van 1859-fio: leeraar in't College van zijne geboortestad. 1861 : leeraar in't College te Dendermonde. Studeerde aan de Hoogeschool te Gent, pro-moveerde in 1866, werd vrederechter te Oost-Rozebeke 1868, Thourout, Halle, Brussel. Willem de Mol coinponeerde muziek op zijne liederen : Ik ken een lied, Lentelied, Droeve tijden, 1875: Uit het hart, 1877 : Liederkrans uit Hoffmann v. Fallers-leben's : Loverkens, 1879 : Leven, lieven en zingen. Rooses zei van zijne verzen : « Rein als het kindergemoed, speelsch als de kinderaard, een-voudig als de kindertaal » . Zijn lied Mijn Vlaanderen heb ik hartelijk lief (woorden van Theofiel Coopman), is heel Vlaanderen door geliefd en wordt in dorp en stad ge-zongen zonder dat men den naam van den vänder kent : het is de zachtmoedige, ernstige en fijnbesnaarde, de « gentiele » Antheunis ! —I T + Victor de la Montagne. De bladen hebben ons de treurige mare ge-bracht van het overlijden van den Vlaamschen dichter, welke op 19" Augustus in ballingschap ontsliep. Hij stierf immers in den Håvre, in Frankrijk, waarheen hij als ambtenaar bij het Ministerie van Rechtswezen de regeering gevolgd was. Victor de la Montagne is een kind van Antwerpen. dat hem in 1854 zag geboren worden. «A1 heeft hij weinig geschreven — twee bundels ; 3de jaargang, Nummer 9. Prijs : 5 Centiemen. September-nummer igi5.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Antwerpen boven: orgaan der Groeningerwachten van Antwerpen en omstreken appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Antwerpen du 1915 au 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes