Belgisch dagblad

1992 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1916, 02 Juillet. Belgisch dagblad. Accès à 28 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/bg2h708v7s/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

le Jaargaug- ZONDAG S eu. MAA1VDAO 3 J ULI 1916. No. abonnementen. j>er 3 maandea voor Hollaaà I 2.50 franco per post. Losso aummers: Voor Holland 5 cent roor Buitenlaad 7Vs cent. Den Haag. Prinsegracht _ 69, ïelef. Red. ' Adm. 7433. BELGISCH DAGBLAD Bestuurders : Dr. TERWAGNE — CH. HERBIET. BUREAUX OPEN VAN 9 TOT 12 URE EN VAN 2 TOT 4 URE Hoofdredacteur : L. DU CASTILLON. AD V SB T E N TIE If ? yan 1—5 regels f 1.60; èlkf regel meer f 0.80; Reclamea 1—5 regela f 2.50; elke regel meer f 0.50. tondon ; Dixon House Lloyd< Avenue E C. DE DRANG MACH OSTEN Het Duitsch impérialisme lieeft zich in dezen oorlog vereenzelvigd met het pangermanisme. Dit impérialisme is echter yooral ontstaan uit de industrieele ont-wikkeling ;en vooral uit de ijzer- en etaalindùslrie. In geen land -îieeft die nijverheid een grooter vlucht genomen dan in Duitsch-land.Andere industriën, zooala de cliemie, waren gevolgd. Duitscliland moest afzetgebied vinden. Daar liet er geen vond, moest het vreezen in zijn stocks te yerstikken. Verlies van kapitaal, verla-ging der ioonen, werkloosheid, ontevre-denheid en ten slotte een revolutie zou-den er de gevolgen van geweest zijn. Duitschland zocht dus naar koloniën. Te laat. De wereld was verdeeld. Het Duitsch impérialisme moest zich te vreden stellen met stukken en brok-ken, die Engeland en Frankrijk ter zijde hadden gelaten. Daarom richtte Duitschland de oogen op het Otfcomaansche Oos-ten.«De eerste stap was keizer Willems reis naar Jerusalem en Konstantinopel. Zijn doel was Frankrijk, Engeland en Rusland, die reeds muzelmansche landen bezaten, te verdringen. Zijn heerschzucht was de beschermer van het Turksche rijk te worden. Abdul Hamid werd zonder ,veel moeite gewonnen door het plan der spoorwegen, die snel zijne troepen naar het door hem gehate Armenië zouden brengen, alsrnede naar de grenzen, die door Engeland en Rusland waren be-droigd.De Deutsche Bank ondersteunde 's kei-zers politiek. Duitschland verlangde Klein Azio tôt Bagdad. Dit rijk land wilde het uit ba ten en van daar het' oogenblik af-wachten om Engeland in Indië aan te vallen. Dit reusachtig plan kon zonder Oos-tenrijk-Hongarije niet verwezenlijkt worden.De Donaumonarchie streefde naar Sa-loniki als uitweg. Beider zich aanpas- sende belangen brachten de twee kèizer-rijken te samen. De stronkelsteen was niet Turkije rnaar Servië. Tegen dat land was de inlijving van Bosnie en Herze-gowina gericht, alsook het Konink-r ij k Bulgarije en de teruggaaf van het sandjak Novi-Bazar aan de Porte. De Serviërs, die bij Frankrijk en Engeland geen steun vonden, omdat zij in Marokko en in Egypte compensaties hadden verkregen, moesten zwijgen. Waar is het, dat de band van vriend-schap tusschen Duitschland en Rusland alsdan werd verbroken. De in 1912 gesloten bond der Balkan-volkeren was echter^ eene hindernis voor beide keiz.errijken. Die landen bemachtigden toen bijna aile Turkscho provinciën in Europa. Die blok bedreigde de Orient-plannen der Centralen. Toen werd, de Koburger van Sofia voor hen gewonnen. Eigenlijk was de nederlaag der Bulgaren in 1913 deze van Duitschland en Oostenrij}*:. Het verdrag van Boekarest bracht mede de gebieds-uitbreiding der Serviërs, Montenegrijnen en Grieken, in het Sandjak en in Mace-donië, het afsnijden van Oostenrijk van Saloniki en de bijtreding van Roemenië tôt den Balkanbond. Tevergeefs vorderde Frans Joseph zijn bondgenoot op om zich tegen het verdrag van Boekarest te verzetten, zelfs gewaf>enderhand en zonder de gevolgen te berekenen. Hij vond echter tegenstand te Berlijn, te Boekarest en te Rome. Welnu, de oorlog van 1914 is niets anders dan een wraakneming voor de mislukking van 1913. Die oorlog is het werk van Wosnen en Berlijn. Hier wilde men naar Bagdad en daar naar Saloniki oprukken. Zoo is gebleken dat het Oosten de kruittoren van Europa is geweest mi er eene ontploffing verwekt heeît waarvan het arme België vôôral het slachtoffer is geworden. DE THEST^HU Opnieuw is de strijd rond Verdun op-gevlamd. Aan den linker oever der Maas kwamen de Duitschers naar het bosch .van Avocourt en ten O. van heuvel 304. De aanvallen werden afgeslagen' en de Duitschers moesten wijken, hoewel zij' zich meester gemaakt hadden van een Fran-sche schans ten O. van heuvel 304. De Franschen hebben het heroverd. Ook bij Nieuwpoort hebben de Duitschers een aanval gericht op de Fran-sche stelling langs den weg Nieuwpoort-Lombaertzijde. De Duitschers werden uit de genomen loopgraven verdreverr. De Britten gaan voort de Dui tsche loopgraven te verkenneû en er binnem te dringen om er gevangenea te nemen. Aan het Oostelijk front gaat het steeds bar voor de Oostenrijikers. Ten N.W. van Kuty. moesten de Oos-tenrijkers ten [Westen en ten Zuid-Westen van Kolomea wijken, zoodat deze stad in Russisch bezit is. De Russen begin-aen de Oostenrijkers en Duitschers, die aan de. Strypa staan, in de tiank en den rug te bedreigen. . Het Italiaànsch offensief wordt krach-hg voortgezet, hoewel de vijand zich ver-sterkt.Onze dappere bondgenooterï vorderenook op den Karst, waar ziii 400 gevangenen: fflaakten. In den sector Selz en Monfalcone ver-meesterden zij verscheidene hoogten bij "onfalcone en namen 660 gevangenen. iUcaiaa, de tweede heilige stad van i rauië is thans ook in de handen van «en _ groot-serif. i Stippen wij nog aan. de hongeroproe-^u m het graanrijke Roemenië, waar 0 soeialisten een anti-Russischo de-+K?.ri e, ^elden ; de vervolgicig der ka-. 6 Maronieten in Syrie; de prij's-L„In^.v®û Declaratie van Londen; trwi?™!8 ? maatregelen van Zwitserland r,® f . Entente; een zeegevecht in de Oostzee ea la de Golf van Triëst. Ûubbe^innîge faesias^d in S^iekenlaisdl» tef Keleidp ^endellî1gen, officieren onder jndant van bSi?n°°r' V°n Schweinits' ad" te Athenft , scar yan Pruisen, zijn den weg Vau ^p^.omen- Ziî waren langs Albanie. Zii flrrP^118 Sekomen, dus door zakken en koflerq y-26,^ yerzegelde reis-ne aan juist wanneei-1 d61^?® \6 Athe' ta had doen overhinri- Lntente llare no-de hooHspioa^Z fifï, îfof. Karo, Die professer ° , , Vert™kt' gestuurd om oudlieidsk^- Gnekenlan(i gen aan den OlympusbtT^t °Pzoekin" Q De opposUie zSt t%e6rktgînn6û- September doen verda-en gen tot De koning heeft het "besluit va-n ' blisati0 op i Juii geteekend AUeen ^°" Jelft der klas 1913 blijft onder df^6 De koning was de eerste om de reePA. hPrl!riaan te< zetten de nota der mogfnî neden aan te nemen. Een woordje over een zoo-genaamd interview. Onlangs hebben we hier gezegd dat het persgesprek van onzen vriend, het Gentsche Kamerlid/ Arthur Biuysse, in L'I ndépendance Belge er geen was. Elk journalist zal instemmen dat geen interview bestaat als het over eenige woorden loopt, die het eerste het beste heerschap ontfutselt door "enkele Vragen te stellen aan iemand die piano speelt en wanneer die iemand den lastigen bezoe-ker wandelen zendt zeggend dat men zijne meening in een tijdschrift kan vinden. Anderzijds, wat den grond der zaak betreft, hebben wij onzen vriend willen waarschuwen tegen een valstrik waarin men hem wilde doen loopen. Het is in-derdaad waar dat de correspondent van een door onze nationale regeering ge-disqualificeerden journalist van Geneve, die zich tôt den heer Buysse heeft ge-wend, geen ander doel had dan in het openbaar door een sympathieken man te doen bespreken eene vraag die aile rede-lijke Belgen moeten ter zijde schuiven. Dit is de meening van onzen Vriend en ook de onze. Onze vriend, het Kamerlid César Van Damme is er niet in geloopen. In deze kleine zaak en in het geval van de Vlaamsche Stem waarvan onze vriend Arthur Buysse zich de treu-rige herinneringen zal willen opfrisschen, hebben trouwelooze mannen zijn goed hart willen misbruiken. Gelukkiglijk is de pers daar om die visschers in troebel water te ontmaske-ren.Onze politieke mannen denken er niet altijd aan dat zij door voetangels zijn omringd vboral in deze beroerde tijden. Het is een reden te meer om op de qui vive te wezen. ELLENDELBNGEN. Met behulp van Duitsche handen, • Druipend nog van 't Vlaamsche bloed; Graven zij verraderskutîen Onder meen'gen Vlaamschen voet. Met behulp van Duitsche vingers. Als 't volk stijf houdt wil en kracht Halen z'onder Vlaand'ren's puinen Oude koeien uit de gracht. Met behulp van Duitsche marken, In een would be Vlaamsche krant, Als onz' helden er voor sterven, I,af belasteren zij hun land. Met behulp van Duitsche koorden. Wurgen, mochten zij, het dood. Stellen hoogeschoolgeschenken Bovèn knechtschap, hongersnood. Doch hun pangermaansche stemmen Prediken in een woestijn. , En 't gezond verstand der Vlamen Blijft verschoond van hun venijn. CHARGES MOZAN. Links en licchts. Nog een pluimpje voor de Beigen. In de Kôlnische Volkszeitung lezen wij het volgende : „Onder opzieht van liegen zijn zij (Belgen) onze meesters." Iloe langer, hoe deftiger! Wjj nemeu dit komplimentje aan, alleeq omdat het van Duitsche zijde koint. De onbevoordeelde burgers weten wat geloof daar mag aan ge-hecht Worden. Het eenige dat wij hier aan toevoegen willen is : ,,Gaat voort' in uwe boosheid en ledigt den beker tôt op den bodem!" Onze vliegeniers. Onze vliegeniers hebben zich onder-sclieiden. Aan de dagorde van het leger werd gesteld kapiiein Léo Gérard, ingénieur, ondervoorzitter van den Aereclub van België. Hem werd ook het oorlogs-kruis toegekend. De heer Gérard was 59 jaar toen de oorlog uitbrak en hij yrij-willig dienst nam, Hij is tweemaal ge-'vond geweest. Hij voert bevel over eene sectie van lachtschepen aan het front. Twee andere vliegeniers bekwamen ook het oorlogskruis met vermelding aan de dagorde: de luitenant observator O. Van Huysse en de adjudant observator Jan De Mol, zoon van wijlen burgemeester van Brussel, Emile De Mot. Een „agent provocateur". De ,,Residentiebode" neomt ons artikeitej over betrefîende de misplaats'.e ho.ud:ng yan een zoogenaamden Belg, dis yerleden week gemeend neeft zich -met de biunenlandsche politiek van dit gastvrijië îand te moeten bemneien. Bedoeld persoon heeft ons .een antwoord gestuurd, dat een beàentenis is en grave foeschiirpingen bevat- Wij houden er aan to zeggen dat het heerschap .een Oosten-rijker is, d.i. een onderdaan ,van een natie die in oorlog is met België en die in het Oostenrijksch leger moet dienen. Nu wij het ' maske r hebben opgelicht, zullen onze landgenooten w*eten wat hun plicht is ten aanzien van „agents provocateurs", die aan de Nederlanders willen doen gelooven dat Belgen ongevraagd 0n pnkiesch in humie zaken tusschenkomen. Naar huis. I^auchlan MacLean Watt, de bekende dichter - geestelijke van Edinburg - zendt aan de Scotsman een belangwekkenden brief omtrent zijn wedervaren aan het front. Hij zegt daarin: „Jidst een week geleden zat ik in een tent, waarïn gewonden lagen, naast het bed van een knappen jongen Schotschen soldaat, neergeveld in den bloei van zijn jeugd, maar toch nog vol hoop. De gedachten aan zijîie lieven thuis beurde hem altijd op. De jongen lag te praten over wat er mor-gen gebeuren zou. Hij zou naar huis gaan. Zijn moeder en het meisje dat het leven met hem deelen zou - weerzien - aan niets anders dacht hij. Zijn gezicht blonk terwijl hij fluis-terde: „Ik ga gauw naar huis." Dan zou ailes weer goed zijn. Wat zou dat een heerlijk welkom zijn en wat zouden zij afbabbelen in de mooie lange zomeravonden. Maar dienzelfden nacht nog aanvaardde hij de eeuwige reis. Twee dagen later hebben wij hem begra-ven. Den eersten doedelzakspeler van een beroemd regiment Hooglanders hadden wij laten overkomen. En toen het dappere li-chaam omlaag gelaten werd en een groep gebronsde mannen, allen de „Kilt" dragend om het graf heen stond, speelde hij de oude klacht om de smart van ons volk: „L,ochaber no more." Het schijnt dat de honger nijpt. Uit geloofwaar'dige bron komt er ons ter oore, dat in Duitschland de hand gelegd wordt —door wie, weten wij natuurlijk niet— op eetwaren, welke bestenid zijn voor onze krij gsgevangenen. Al onze slachtoffers—zoo militaire als burgerlijke gevangenen— hebben het zeer erg te verduren. Allen vragen zij naar brood, nog brood, veel brood. De Duitsche militaire overheid drijft de edelmoedigheid ? ? ? zoo verre, dat zij aan de familideden toelaat een maal per maand eenige mondbehoeften te laten toekomen. Welke teleurstelling ! Bij het ontvangen der innig verwachte toe-zending bestatigen zij 'tot hunne groote ver-wondering, dat brood en aile andere voor-name mondbehoeften spoorloos verdwenen zijn. De toestand in Duitschland moet wel erg zijn: de honger en ellende moeten bitter nij-pen om zijnen toevlucht te neçien, tôt het wegkapen van eetwaren die gestuurd worden naar menschen die meestal zonder reden van hunne vrijheid zijn beroofd geworden en die daar in de Duitschte gevangenissen en de ongezonde kampen wegkwijnen en vergaan. Heeft het Duitsch goedje dan toch geen geweten en is dat Pruisisch militair gedoe totaal onbewust van zijne verantwoordelijk-heid?"&Sef dapper einde van gfenei*aai Verser*. Hoe de Canadeesche generaal Mercer te Hooge (Zillebeke) sneuvelde, leert ons een Duitsch blad. Een generaal (Mercer) en verscheidene officieren, die weigerden zich over te geven, werden gedùod. De generaal trok zijn sabel en wanneer een sergeant hem verzoeht zich over te geven, kapte hy hem in het gelaat, waarop een soldaat den veldoverste met de bajonet doorstak terwijl de Canadeesche held als een razende vocht. In welke verhouding staat de Duitsche administratie tegenover de Belgen in het bezette België? Vierde Vervolg en slot. - De bevestigingen, die de Duitsche gouverneur in België mededeelt nopens den land-bouw, vallen onder dezelfde opmerkingen. Al de vooruitgang, die er op dit domeinheeft plaats gehad, dient het belang der Duitschers, welke ruimschoots voordeel trekken uit de produkten van ons land. Al diegenen, die den wezenlijken toestand van het bezette België kennen, zullen zeggen dat de Duitsche gouverneur nog al durît, wanneer hij zegt: „Ik heb altijd geëischt, dat de requisities in die mate werden gedaan, _dat de Belgische veestapel er niet zou door lijden." 't Is misschien daarom, dat de neutrale landen de Belgen hebben moeten ondersteu-nen én dat ten dage de vraag naar vee immer toeneemt. De houding van den gouverneur dwingt bewondering af, wanneer hij spreekt over de paarden. Duister liever: „Insgelijks is kweek van paarden behouden geworden van aile gevaar, derwijze dat er voldoende hengsten en merries overblijven voor den paardenkweek in de toekomst. Destatistiek van het loopende jaar toont aan, dat de veestapel 49 % vermeerderd is in vergelijking met het vorige jaar." De gouverneur beeldt zich in, dat men reeds vergeten heeft dat onze schoonste hengsten naar Duitschland zijn verzonden en dat er talrijke verkoopingen van Belgische paarden hebben plaats gehad in zekere Duitsche steden. De heer von Bissing ten andere doet eene bekentenis, wanneer hij zegt: „er blijven voldoende hengsten." Zonder twijfel zou men de Duitschers nog moeten bedanken, omdat zij niet ailes hebben weggevoerd. Niemand zal zich laten mis-leiden door de vergelijking van onzen veestapel van 1916 met dien van 1915. De vergelijking, die zij hadden moeten doorvoeren, zou moeten loopen hebben over de jaren 1916/1915 in 't zicht van 1913. Generaal von Bissing heeft het ook nood-zakelijk geoordeeld te spreken over e<me kiesche kwestie: de prostitutie. Ziehier hoe hij zich daar over uitlaat: „De "staat der openbare zedelijkheid in vele deelen van België was erger dan in menig kwartier der groote moderne steden. Wij leggen er ons op toe deze besmetting te bestrijden, die besloten ligt in deze kwaal. Wij hebben ontdekt, dat de noodigste in-strumenten, zooals''de microscopen, niet te vinden waren en wij zijn genoodzaakt geweest ze van Duitschland te laten komen." De Duitsche gouverneur neemt het effect voor de oorzaak. Indien zekere spéciale ziekten in België meer verspreid zijn geworden sedert den oorlog, dan is zulks niet toe te schrijven aan de Belgen, maar ligt besloten in het feit, dat deze besmettingen in ons land . door andere zijn ingevoerd. In de kleine gemeenten, waar deze ziekten weleens onbekend waren, hebben er zich, sinds de Duitschers er verbleven hebben, talrijke "gevallen voorgedaan. En de Duitschers altijd even praktisch, doen daar de Belgische gemeenten 4 fr. per dag voor onderhoud der vrouwen betalen, die zij naar de hospitalen sturen. Wij kennen een klein dorp, dat tôt nu toe 4000 fr. heeft moeten betalen, niets dan voor verezorging van vrouwen, aangetast door de Duitschers. Maar wat waarlijk ongehoord is, is de gouverneur von Bissing klachten te hooren opperen tegen het gebrek aan microscopen in België Al het onderwijsmateriaal van de hoogeschool van Buik, miscroscopen, enz, is weggenomen en naar Duitschland verzonden In de hoogeschool van Brussel heeft men zich bevredigd met voor 30.000 fr. omhulsels in platina uit het labôratorium te stelen. Te Beuven zijn al de werken onzer geleer-den alsook de instrumenten vernietigd geworden door de ongelooflijke misdaad, door een ieder voldoende gekend. De heer von Bissing weet, dat de academi-sche overheden van de hoogeschool van I/uik in het antwoord op de vraag om de lessen aan de hoogeschool te hernemen deden gel-den, buiten de beschouwingen vanpatrio-tischen aard, het feit, dat het onderwijsmateriaal door de Duitschers was benuttigd. Wanneer hij deze feiten kent, is het toch wel ongehoord nu te komen verklaren, dat hij miscroscopen van Duitschland heeft laten toesturen. Best te begrijpen bij deze bestatigingen dat generaal von Bissing gelijk had te zeggen! „Het werk van Duitschland in België is nog niet herkend geworden door de Bel- ° Het werk der Duitschers in België is maar al te wel geken'd door de Belgen en door gansch de wereld. Ongetwijfeld om dat allen te doen vergeten, om de misdaad de schen-clitig; van België's neutraliteit te verduiken, om de nagedachtenis der gruweldaden in ons land begaan te verdonkeremanen, dat men nu zijne toevlucht neemt tôt aile soorten van mededeelingen en interview's, die men ten dage verspreidt in gansch de wereld. Den heer von Bissing heeft gezegd, dat de ' Duitschers beschuldigd ' worden van vele zaken, die sterk overdreven of beter gezegd absoluut- valsch zijn." Waarom hebben de Duitschers dan altijd een onpartijdig onderzoek geweigerd, gevraagt door de Belgische regeering, door Brieï uit Parijs, (Van socialistische zijde),. 25 Juni 1916, - Belgische soeialisten In F r a n k r ij k. Onder den titel L'U n io n, hejbben dl naar Frankijrk uitgeweken socialiste^ eene vereeniging gesticht die te Parijs haar algemeene vergadering hield. Vôr< schillige volksvertegenwoordigers efl mondatarissen waren tegenwoordig. Volgende dagorde werd gestepkl ; „De Belgische sociali.sten bevestigen opnieuw, dat zij in overeenstemming mé( de resoluties der internationale socialisé tische congressen strekkende tôt het eer< biedigen der nationalitten, vast besloten zijn met .aile krachten bij te dragen toi den strijd voor de beyrijding yan het Belgische grondgebied;; Verklaren zich te verzetten tegen elk vredesverdrag dat niet de volstrekte poli-j tieke, economische en militaire onafhan-J kelijkheid yan België zou erkennen; al te keuren aile drijven naar aanhechtingj yan vreemd grondgebied;; protest aan tq teekenen tegen de annexatie-propaganda, die gevoerd wordt door zekere personen1 zonder mandaat; Achten het voor den samenhang vap; het leger en om het enthousiasme leven-: dig te houden ten bate der nationale om afhankelijkheid noodig dat de regeering aan aile soldaten de eerbiediging liunnel politieke' en filosofische opinies yerzekerj en hun waarborgt hunne rechten en eena schadeVergoeding voor geleden sebade;, Vragen te dien einde: lo. de eerbiediging der gewetensvrijheid in den school van het ieger; 2o. de yerdediging der. soldaten voor de krijgsraden; Bot. de on- * middellijke stichting eener nationale kaK ten doel. hebbende met rechtschapenheici en waardigheid eene rente of yergoedinâj uit te keeren aan de weduwçn en weé-der soldaten, aan de militairen ontslagea wegens yerminking, verwonding of ziekta alsook aan de vrouwen en kinderen det soldaten in actieven dienst. Deze Veirgaô' ding moet voldoende zijn om de belang* hebbenden in staat te stellen te leye®. De nieuwe kanonnen Van 4<J cM. De Parijzenaars werden dezêr dagen aangenaam verrast door het voorbijtreki ken van batterijen, nieuwe kanonnen vaH 40 cift Deze waren aan onbescheâdteml blikken onttrokken door omslagen in zeil^ doek. Reeds zijen dergelijke zware stukkeq op het front aan^ekomen. Echter de meeâ-; te worden in reserve gehouden voor open raties Van lateren datum. De nieuwe Fransche 40ers overtreffeq de Duitsche 42ers in draagkracht, snollél bediening en gemak Van verplaatsing, terv wijl de projectielen een hooger ontplofi fingskracht ontwikkelen. Deze nieuwe uitvinding werd ten uib yoer gebracht door de kanonnengieterijeri van Le Creusot. Een nieuw Belgisch "blad. De Belgische soeialisten, vertoevend in Frankrijk, hebben, op hunne laatst te Parijs gehouden Vergadering, besloten een| tweetalig blad uit te geveir.' Als titel werd aangenomen Le Peuple Belge —. Het Belgische Volk. Voor de Fransche redactie worden genoemd: V.j Volckaert; vaor de Vlaamsche: Ckr. Malhman en De Jong. De arbêidsmarkt te Roua an. Door de ziorgen van het Btureel tei verde_diging van den arbeict der Belgen in den vreemd e, dat zijn zetel heeft te Londen, werden eenige maanden hier een aanzienlijk ge« tal dokwerlcers te Rouaan aan den arbeid gezet. Dezen laatsten tijd is er minder vraag naar arbeidskracht in het Koorden. Aanwervers van het bureel zijn op reis vertrokken naar havens yan Nor> mandië en Bretanje om daar voor de Belgische dokwerkers w'erk te yinden. Louis de Brouckere in het Z u i d e n. Louis de Brouckerq, gewezen directeur! van het dagblad Le Peuple, uit Brussel, heeft verleden week Parijs verlaten Voor de Zuider-departementen, alwaar hij op verzoek. van verschillende werkers-vereenigingen, eene reeks Voordrachten houdt over het aandeel yan België in den oorlog. ^ L_I1_.JJ.IJ ■!, ■■■■■I ■ ■lllllll IIIHI— ■ Il n Belgisch legerliericlit- 28 Juni. Rust aan het Belgisch front. Kardinaal Mercier, door den Grootmeesteï der Belgische vrijmetselarij ? Duitschland schrikt voor de waarheid. t Generaal von Bissing heeft noodig geoordeeld deze Duitsche ophelderingen ? ? ? ta veropenbaren waarschijnlijk om zijn geweten wat gerust te stellen. Het moet wel zijn, dat het geweten voor hem niet dezelfda beteekenis heeft als voor een ander. Dr. TERWAGNE Kflttierlid van Bel^i

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Belgisch dagblad appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à 's-Gravenhage du 1915 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Sujets

Périodes