De Belgische standaard

1026 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 18 Mai. De Belgische standaard. Accès à 29 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/qf8jd4qt4g/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

lBtd Jaar. — N° 60 Vijf centiemen het nummer Dinsdag 18 en Woe'nsdag 19 Mei 1915. De Belgische Standaard Door Taal en Folie rbor 0-od en Ha&rd en Land < DE 8EL6I50HE STAHOAARD » varsehijnt 4 maaf te wsek. Abonnemcntsprijs voor 50 nummers bij vooruitbetaling. Voor de soldaten : 3,50 fr. Voor de niet-scîfiaten — in 't land 3.50 fr. ; Indien 't land 4.50 fr. Indien meer exemplaire» van elk nummer zvorden gevraagd, wordt de abonnements prijs minder. ,yra»wwm-,TiT'*,iin"iVT r «i—»■•■wf iw noeaas* ..«vu* xi Oestuux-cdlox- : ILDEFONS PEETERS. ! VASTE OP8TELLERS : M. E. BELPAIRE, L. DUYKErS, Victor VANGRAWBERE.N, | Bertrand VAN OER SCHELDEN, luul FILLiAERT. S * tvv». -IV-. *■ -:«uAomr«B» --awMsuœ'ai» Voor aile mededeeliiigcn zich wenden tôt : Villa MA COQUILLE, Zeedijk DE P AU H E. Aankondigingeh : 0.25 % de regel. — Reklamen : 0.4.0 fr. de rege'.. \ Vluchtelingen : 3 inlasschingen van 2 regels, 0.50 fr. Volksfierheid. vi 1 VI. In de hoeve, tegen Schoore, links ; de baan, waren duitsche mitraljeuzen • binnengeraakt,ondersteund door de Hun- j nenkompagnien die Schoorbakkebrug ; moesten ranvallen. Maar zonder dralen ! had ons geschut het éérst en geweldig aangevallen; onze jongens maaiden de Hunnen weg en schoten de hoeve in brand. De reuzenbalken van dor hout waren aan 't laaien, verlichtend als oor-logfakkels de bane in den donkeren nacht ; en het gloeide en het knetterde bij iederen zoevenden windadem, bij iedere vuurspattende instorting. Aan Schoorbakkebrug stonden Major Lheureux, een raan door de soldaten be-mind, en Luitenant Devlo van Ieperen, . die te Hauthem tôt 7 ure s'avonds met een handvol jongens stand hield en, te allen kante door de Duitschers omringd, ; met zijne jongens binst den nacht door- 1 brak. Een kerel ! Rond de brug lag het land en het wa- \ ter zwart. Toch onderscheidde het 00g ] wondere gedaanten. Schimmen zweefden voorzichtig over ; het water. en gleden stillangs de Yzer-boorden. Een a'rm, eenhoofd, een gebuk-te rug teekenden plots scherp af op den : vuurgloed der hoeve en versmolten on- j middelijk m.t de aardklompen weer,on- j gr.jpbaar.Een paar honderd meters voor de brug lag de eerste lijn. Hier rezen en bukten en bogen de schimmen,' stilzwij-gend, om den vetten poldergrond om te werken tôt nieuwe schietgrac'nten. Van tijd tôt tïjd maanden de geweerschoten 5 van den vijand de al te roekelooze j! schimmen tôt voorzichtigheid> Die 3 schimmen, 't waren onze jongens, onze jongens die hadden gevochten te Hauthem, te Sempst, te Hofstade, te Duffel, aan de Nethe, die voor de verpletterende overmacht den aitocht van Antwerpen hadden doorgemaakt, overal heerlijk ge-streden, en nu aan den Yzer, met dezelf-de hardnekkigheid, in dezelfde bewust-heid van hunne heiiigste rechten, den her-nieuwden strijd aangingen tegen de vreemde dwingelandij. De lucht van de Grocningerstreek had hun nog sterkere bezieling geschonken ! Den gèheelen nacht reutelden ons ; over 't hoofd, in aanhoudende z'waârtril- ! lende daveringen, vlagen en vlagen bel- • gische «schuifelaars.» Z\j kwaraen aan-gerend. van tegen Ramskapelle, van j Boitshoucke, van Pervyse, van Stuy- | vekenskerke en vlogen in ge-pande bo-gen naar Tervate brug, waar zij ia weer, lich tende vlammen ontploflen. Men wist dat op Tervate de drukking der overwel-digers het hevigst was ; men wist dat zij in hunne waanzinnige heerschzucht «moesten» doorbreken en dat, waar \ duiz«nde van hunne lijken hun geene stevige brug zoud.nvorme;,er nog andere | duizenden bij moesten.. De lijken hoop-ten op en de Hunnen braken niet door. Een paar weken later vond men in de ; papieren van een gesneuvelden duit- | schen officier: dat die nacht voor hem de , schrikkelijkste was geweest van geheel j den oorlog ; dat esn gansch legerkorps ' in eene wilde dooreenstrooming van aile regimenten, in een zee van vuur en spat-tend ijzer den dood had gevonden. ' 't Was de welverdiende straf voor hun heerschzuchtigen volkswaan en eene eerste belooning voor oijtze hervordende voksfierheid ! * * Voor Ramskapelle waren de beemden geworden tôt eene klotsende watervlak- , : te, doorzaaid van puinhoopen en boven-I drijven vlottend vee. Meeuwen en kraai- | ! en speelden in den wind en op de lijken ; en op den pikdraad, en keken dat ailes j zoo zonderling aan ! | De Duitschers waren teruggeslagen ; tôt tegen Schoorbakkebru ;. De water-i vlakte vormde eene vesting voôr onze loopgrachten, die nu langs de statie van Ramskapelle en achter den ijzeren weg van Diksmuide liepen. Een duizend meters over den ijzeren weg kwamen de weien weer in 't drooge en een 500 meters verder waren wij in de loopgrachten, pas door de Duitschers verlaten. De talrijke diepe voren om en in deze loopgrachten door onze obussen in den grond geslagen duidden aan hoe juist en hoe krachtdadig ont geschut . gewerkt had. Het laten liggen van aller-lei voorwerpen, het achterlaten van ge-: kwetsten en dooden waren klaarblijken-■ de bewijzen dat de Hunnen niet achter-j uitgeweken, maar gevlucht waren. Op i een der gesneuvelde Duitschers vonden | wij, benevens gestolen voorwerpen,eene } reeks fotographien waarop men den gesneuvelde erkende, in prachtkleedij op ! oorlog vertrekkend, en nevens hem al zijne reiskoffers open ten toon gesteld. Volkswaan ! Heerschzucht ! Hij had er , voorzeker nooit aan gedacht. aan zijne j groote reis. I Bij de dalende avondschernering kwamen wij in het dorp weer. Te midden de puinen, nevens den wankelenden toren en de doorschoten kerkgewelven, nevens omgedolven graven, prijkte op een mast : stevig in den grond gehaakt; onze drie-3 kleur,zinnebeeld der nationale eendracht \ in den strijd tegen uitheemsche dwinge-I landij. Zij sprak niet van hoogmoed, zij sprak niet van heerschzucht ; zij sprak | de taie van eenvoudige maarkoene volks-lierheid, en in het laatste plekje van West-Vlaanderen en op de laatste puinen sprak zij de taie van het volk « dat niet en kan vergaan ». ARBAD. Italie en de oorlog. We hadden wel gelijk te zeggen dat er in deze «middeliandsc'ne Iaars» aile verrassingen zaten. Maar de laatste die er uit gevallen is, was voorzien. ) Het ministerie heeft zaterdag zijn ontslag I den Itonirig aangeboden. I Na de laatste dubbelzinnigehandelingen van ! den gewezen minister Giolitti, - klaarblijkelijk ! ondersteund door von Bulow, - mocliten we ons aan iets ergs verwachten. | Salandra, trad gezamenlijk met heel 't mini-i sterie af, omdat zoo hij verklaarde : «er geen eenheid «enosg bestond om 't land te geleiden» Met den slag, stond heel Italie in repen roer. Giolitti werd uitgefloten en opstootjes grepen in de biizonderste steden plaats. De stemming van 't volk wilde, wat eenige andersgezinde partijhoofden niet begeerden. Ditzal erdenke lijk veel toe bijgedràgen hebben om den Ko-ning in zijn eindbeslissing te staven. \ Na verschiliige personaliteiten te hebben ge-raadpleegd, heeft hij het ontslag van 't miui-l sterie Salandra geweigerd. ? Salandra, komt versterkt uit dezen crisis van j één dag. \ Heel die historié heeft natuurlijk de we-; reld in beroering gebracht. Wat angst langt« ] den kant der bondgenooten, jubeling langs ] duitsche zijde. Nu ailes weerom in zijn plooien i schynt, jubelen de bondgenooten en zitten de i duitschers te zweeten. ; Ik weet niet, als gij even zijt aïs ik, maar i 't begint mij erg te vervelen, gedurig te lezen : j «Italie zal bijspringen.» Is dit niet wat overdreven ? Toonen we door 1 deze handelwijze niet, dat we we'.lichf te veel met de anderen inzitten ? Het isonbetwistbaardat Duitschlands handelwijze aile neutralen van zich heeft afge-weerd. Laat de neutralen hun eigen zaakjes klaren. In feite zijn zij allen handelaars geworden; en 't zou misschien beter zijn den schijn niet te hebben ons met «zaakjes» op te hou-den als we de «eer.. van de wereld» te verdedi-. gen hebben. Nog over de " Lusitania ! De Cunard Compagnie geeft volgende lijst van de reizigers die in de ramp omgekomen zijn : Nationaliieit 1* Klas 2" Klas 3e Klas Engelschen 179 521 204 Amerikanen 106 65 I7 Grieken 3 3 Zweed 1 Me^icanen" 1 1 Zwitser 1 Russen 3 60 Belgen 1 Hollanders 3 Franschen 5 Italianen 1 Onbekend 2 leren 39 Schotten I3 ; PerziSrs 2I j Noorwegers 4 f Ziehier nu de gemoedsstemming door deze monsterdaad bij de neutralen teweeg gebracht : Holland. — De kapitein van den duitschen underzeeôr, die dit werk heeft volbracht, mag er met fierheid op neerzien. Is het zoo niet, Satan ? (De Tijd) Italie. — De verontweerdiging stijgt, naar-mate men de koelbloedigheid inziet, waar-mede de Lusitania is tôt zinken gebracht. Aile dagbladen wijden lange artikels om Duitschlands handelwijze te veroordeelen. Spanje. — Nooit hebben wij in de geschie-denis van de zeeschuimerij zulke gruwelda-den zien gebeuren. Duitscnland heeft, tôt zelf de uiterste grens van de barbaarschheid en de wreedbeid, overschreden. Wij hopen dat de menschheid op zulke gruweldaden niet onverschillig zal neerzien. (Libéral) Zweden. — Een kreet van verontweerdiging en afschrik is in de beschaafde wereld opgestegen bij 't vernemen van het in den grond boren van de Lusitania, alleenlyk omdat het schip de engeiscne viag voerde. Dit is een onvergeeflijke misdaad tegenover de menschheid. (Nya Dagligt Allehanda). Noorwegen. — De uitzinnige, dolle handelwijze van de duitsche onderzeeërs heeft nu wellicht het toppunt bereikt. De geheele wereld, beoordeeld met afschrik en gruw dit gebeuren. (Aftenpost) —»o«— Snoode daad - De torpeedering van de Lusitania is snoodheid en smaad. Bij dezen toi aan den alschuwelijken oorlog betaald, moet het eindigen. Ik kan geen instemming met Duitschland hebben. (M. Kroger, een welge-Itend Duitsch bankier uit Cincinnati.) — De tijd is nabij dat de gansche wereld-beschaving, moet tusschenkomen om zulke barbaarschheid te doen ophouden. (M. Franklin Alter, Duitscher.) —»o«— Fransch oordeel. — Het Germaansche volk, uitzinnig van hoovaardigheid, slaaf van het militarisme, is zoo laag gevallen dat het geen gerechtvaardigde plaats meer innemen ian onder de beschaafde volkeren. (Alf. Capus) —»o«— Be Keizer. — De Keizer heeft Admiraal von Tii"pitz in gehoor ontvangen en hem ge-iukgewenscht. Hij deed de vlaggen wappe-ren, en gaf een dag verlof aan de schoolkin-deren.— Na het zinken van de Titanic telegra-pheerde hij naar de White Star Line: « Diep bewogen bij het vc.rnemen der schrikkelijke ramp die uwe scheepvaartlinie heeft getroffen, zend iku mijneoprechte deel-neming, alsook aan al degenen die in deze ; ramp tamilieleden en vrienden hebben verlo-ren. » Zoo stelt deze dubbekinnige huichelaar zich zelf in zijn waar daglicht. Duitsche opinië. — "Onze tegenstrevers zullen eindelijk inzien dat het leven van een Duitsch soldaat ons nauwer aan 't harte ligt dan de Lusitania met al de reizigers. Wij vernietigen, zonder eenig bezwaar, ailes wat het bestaan een onzer soldaten, in den weg kan staan. (Dagblad llPosV' van Berlyn.) H^aatste 1 lerichten. t BeSglsch Iront. — Rond Dikmuidf hebben wij al onze terreinwin-sten gehandhaafd. Ten Noorden Yper hebben wij een merkelijk voordeel behaald met:, >' het veroveren van verschiliige loopgrachten, vôôr Het Sas. Wij hebben het deel van Steenstraete ten westen /van het kanaal geîegen, alsook de brug over het kanaal ingenomen. Wij hebben ongeveer 50 krijgsgevan-genen gemaakt en 3 mitraljeuzen. Fransçh front. — Ten Noorden Arras, ontwikkelen de feiten, niet-tegenstaande een slecht weder, zich normaal. Wij gingen 500 .meters vooruit in de richting van de suikerfâbriek van Souchez en overrompel-den de troepen langs den noordsrkant gelegen. Tegenaanvallen op Loretten werden afgeweerd. Wij veroveren nog verschiliige huizengroepen in Neuville. Ten Noord-Westen Pont-à-Mousson, in de vlakte bij het Priesterbosch namen we 50 duitschers gevangen. | Wij dulden geen dwingelandij ! Aan een Vriend, Gisteren hoorde ik dof-weg uit solda-] tenmond : Den oorlog, zie, den oorlog | ben ik 'toch zoo beu ! En ik las in I zijne matte oogen zulk eene moedeloos-heid, en in zijne armen bespeurde ik zulk | eene trillende zenuwschokkende geneigd-| heid om zijn geweer ver van hem weg te \ gooien, dat ik er van sidderde. \ En toch kende ik dien jeugdigen man } voorheen als een moedig soldaat. Ne?Ten ! maand, och ja ! 't is lang niet waai, beste, om al tijd maar zondef nieuws te blijven over uwe brave vrouw en uwe lieve kleinen ? En toch, vriend, nu , meer dan ooit moet ge uw vaderland hel- ; j pen. Waarom ? Zie, de Duitschers zitten vast, overal, zoo vast als een paal in den grond. Vooruit gaan kunnen zij niet m^er. En stand zullen wij bouden ! Maar vooral, — en dat wordt voor ons een hoofdplicht — wij moeten ons wrelcen, wij moeten kost wat ost de macht van den dwingeland vernietigen. Op die weerwraa'j, — zij weze volledig, onver-; biddelijk — hebben wij, Belgen, 't meest recht, omdat de dwingeland vooral ons I vrije volkswezen hoonde en blijft hoonen ! trots aile recht ; omdat hij ons overwel-' digd Vaderland onze ouders, zusters, broeders, vrouwen en kinderen wreed lijden doet. Onze leuze klinkt : « WIJ dulden GEEN dwipgel&ndij.» Vooruit de zonen van 't vrije België ! Wij rusten niet zoolang één dwingeland onzen va-dergrond betreedt. Hij weze wie hij wil, j wij dulden hem niet ! | Onze akkers hebben ze doorwoeld en doorwroet ; maar, met de uitgedolven en tôt verschansingen opgeworpen aarde onzer velden zullen wij welhaast de lijken ) onzer lage dwingelanden in hunne door hen zelf gegraafde groeven over-dekken.Dienlaatsten dienst zullen wij hen ' bewijzen, maar geen bloemen zullan hun ' graf versieren. Dan zal ons volk jubelen, het blijlied zal vveergalmen over veld en steê, de beiaard zal spelen en het Vaderland zal verrijzen in heerlijkheid, omdat de vrijheid eindelijk weer zegepraalt over de dwingelandij. Ons Vaderland dult geen dwingeland op zijn bodem,dan in 't graf. E. V. M. ( Omwenteling in Portugal. Bev,ichten melden dat de oproer in Portugal losgebroken is. De opstand zou van van Lisbonne, Porto en Coimbra uiturakn. Erge wanorders grepen plaats tusschen de manschappen van de vl >ot. De commandant van den ki uiser « Va? co de G - ' ma» zou vernioord zijn. Verschiliige ka-non^choten zoudert op de h >ofdsiad afge- 1 î vuurd zijn. Geen treinen loopen nog over 1 de amis, en aile telegraphische verbinding | is afgesnoden. Hat volk wil de huidige voorzitter der Republiek vervangen d^or den demokraat Allons Costa. H :t leger blijft nochtans het bestuurge-trouw.', Waarom ? (Vervolg). Keizer Willem en zijn kroon- of cîown-prins, de schuld van dezen oorlog on de schouders leggen, is een uiterst probaat middéltje om de niét-redeneerende, niet onî-wikkelde volksmassa op te zwepen en te doen opvlammen in een wilden, razenden haat tegen de grooten dezer wereld, of --om.het geijkte woord te gebruiken — tegen de kapitalisten, de erfelijke, eeuwige vijan-den van het proletariaat.... Het is echter louter bedrog. Hi ruit leide men nu niet af dat ik Wil-he!m II wil wit wasschen als een pasgeboren lain. Wel negn ! Al^ hoofd van het Duitsche volk is de verantwoordelijkheid van den keizer zeer groot. Hij is tut slot van rekening, toch de eind-oorzaak van den oorlog. Als ik op hem druk, spoken nnj de woorden van den priester, die me catechismusles gaf, steeds voor den geest : « Er zijn zonden die moettyk kunnen vergeven worden. », en ik kan me licht voorstellen hoe schrikkelijk zijn stervens-stonde zijn zal, wanneer millioenen stemmen van grijsaards, mannen, jongelingen, kinderen, vrouwen, verloofden en meisjes hem zullen toeroepen : Indien gij het gewild hadt, zouden onze zonen, echtgenooten, ouders, broeders en bruidegoms niet gestorven zijn, bebloed en verminkt, op het naakte, trille slagveld ! Zonder uw beslissend «jawoord» zou, trots uw kroonprins, trots uw kanse-lier, trots uw militaire kliek, trots uw philo-sophen, philologen en professoren, trots heel uw dom, schaapachtig Duitsch volk, de oorlog toch niet uitgebroken zijn, want feite-lijk waart gij de heer en de meester, de autocraat van heel het Duitsche Rijk ! » Kij .en we, over Willem heen, wat verder ! en hôoger en stellen wij vrij en vrank de vraag : « Wie draagt er de schuld van den oorlog van 1914-1915 ?..» Volmonds, onbewimpeld spreek ik het oordeel uit : Heel het Duitsche volk van heden, inzonderheid echter zij die de leiding vau dat volk in handen hebben, met andere woorden : de intellectueele hoogere standen, die de essentie zeli van^jet volk uitmaken. Het door den hoogmoed tôt gevoelloos-heid verharde Duitsche volk der twintigsta eeuw, dat volk van ijzer en staal, de wan-vrucht van 't humanisne, protestantisme, matérialisme en rationalisme, heel het Duitsche volk ja stel ik verantwoorde-lijk voor de barbaarsche onmenschelijkheid, voor de « wetenschappelijke » wreedheid, waarmede deze titanische volkerenkrijg gevoerd wordt. Dat volk, ver >ersoonlijkl door zijn aanzienlijken en oniwi ckelden, en is, (zooals Juffrouw Belpain het zoo juist deed opmerken in een a>-tikel in « De Bel-gische Standaard») geen kristelijk volk meer, doch een heidensch, voor wie de grondves-ting, de kalksteen der zedelijkheid niet het rec it is, gesteund op God zelf, doch de brutale macht van den sterkste, 't zij enkeling,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De Belgische standaard appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à De Panne du 1915 au 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes