De dageraad: Belgisch weekblad, voorloopig te Londen

1411 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 27 Juillet. De dageraad: Belgisch weekblad, voorloopig te Londen. Accès à 19 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/1j9765bg4m/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

1«t« Jaargang Nr 7 1 PENNY Registered at the G. P. 0. as a Newspaper Zaterdag, 27 Juli 1918 DE DAGERAAD BELGISCH WEEKBLAD, VOORLOOPIG TE LONDEN AANKONDIGINGEN Per regel ... 1 sh. Groote volgens overeenkomst BEHEER EN OPSTELRAAD : 28, VICTORIA STREET, S.W.1 Telefoon : Victoria 7099 ABONNEMENTEN Een jaar . 6 sh. Buitenland 10 sh. Zes maanden 3/6 „ 6 sh. Drie maanden 2/6 „ 4/6 BOLCHEVISME IN ENGELAND cpn waarschuwinsr voor Bel&fië Toen een onzer vrienden tegenover ons i partij koos voor Kamiel Huysmans " een goede vaderlander, wier inzichten miskend werden " vroegen wij hem welke dan toch de inzichten waren van den algemeenen schrijver van de " Internationale" den vriend van Troels tra en Scheideman, waartoe hij heen wilde met, gedurende deze treurige gebeurtenissen, liever met Duitsche Internationalisten te onderhandelen dan zich te scharen bij het gros der socialistische partij, bij Destrée Hubin, Francq, Terwagne, Louis Pie-rarcl enz. Waarom Kamiel Huysmans in zijn blad, in Holland verschijnende, had geschreven of het schrijven geduld van woorden als deze : "dat de werklieden in alle landen hun gereedschap neerleggen en dan hebben wij den Vrede." En toen ook, voor getuigen, werd verklaard, dat Huysmans het met Schei-deman er over eens was om in Duitschland een algemeene werkstaking te verwekker. — Intusschen worden, door hem en zijn half dozijn engelsche " kameraden in Engeland algemeen repetitie gehouden voerden wij aan. — Wacht maar ! Heb geduld, ge zult wel zien ! Wij hebben geen geduld gehaden hebben gezien. Wij hebben gezien, dat de stakingen in Engeland nooit zco talrijk waren. Wij hebben gezien, dat voor een ja j of een neen, heekler ploeger» het we. k stillegden. Wij hebben gezien, dat, nu den Duitsch aan de Marne in het nauw gebracht wordt, nu dat duizende dappere Engelsche jongens hun leven opofferden voor Recht en Vrijheid, de leiders van de werklieden-partij in Engeland door een bende " neo-bolcheviki" overrompeld aan het woord der Syndikaat vertegenwoordigers te kort gekomen, en den vijand alzoo in de hand gespeeld wordt. Verre van ons, ons in Engelands huishoudelijke zaken te willen bemoeien. Maar het geldt hier niet alleen Engeland. Het lot van ons dierbaar Vaderland, het leven onzer kinderen hangt er van af. .In die omstandigheden is het ons eenen heiligen plicht een woord van protest te laten hooren tegenover die ontaarde Belgen die den Klassenstrijd stellen voor den Strijd, den strijd op leven of dood dien wij door den heersch-zuchtigen Duitsch onderstaan. Minister Vander Velde is in Rusland geweest, in Italië, een beetje overal. Nu ware zijn plaats, als voorzitter der " Internationale " in de streken waar staking broeit en reeds losbrak, niet om den klassenstijd aan te moedigen die zoo nauw aan het hart ligt van zijn algemeenen schrijver, maar om vrede en eendracht te bepleiten. Om aan die verdoolde werklieden toe te roepen: " Wat ? Gij spreekt van staken op het oogenblik dat uwe Engelsche broeders ginds aan het front worstelen en zwoegen om die Vrijheid en dit Recht dat enkel en alleen door Duitschland wordt met de voeten getrapt. Gij spreekt van staken ? Uwe grieven, zij wezen algeheel gegrond of niet, zij mogen zoo gewettigd zijn, kunnen niet vergeleken worden met het bestaan uwer duizenden broeders die ginds strijden voor u. Ja, strijden voor u, en in uwe plaats. Terwijl gij, wekelijks ruimschoots het bestaan uwer familie verzekeren kunt, terwijl gij verre van alle gevaar verkeert, het gevaar van verminkt te worden, of met blindheid geslagen, of gedood, weigert gij door uw ongelooflijke handelwijze, de muni-ties te bewerken, waarvoor ge goed betaald wordt, en waarop de soldaten wachten als de hongerige op brood, om ze, voor soldatensolde en ten koste van hun leven den vijand te sturen. Gij spreekt van staken, nu, door het samen-werkenvan al de maatschappelijke standen de abominabelste autocratie gaat neergeveld worden ? Ik spreek u in naam der duizende Belgische socialisten, die ginds, met uwe broeders worstelen, hun landje verdedigden tot den dood en die nu van alles ontbloot zijn. Ik spreek u in naam van de broederlijkheid die ons allen vereenigd. Om der wille van onze heilige zaak zult gij niet staken. Gij zult niet staken zonder verraad te plegen tegenover de uwen en de onze." Met meer welsprekendheid, met meei gloed zouden VanderVelde en Huysmans dit aan de leiders der staking kunnen zeggen. Maar... dan zouden ze socialisten zijn die het lot van hun werkbroeders en van hun land stellen boven het bestaan van de " Internationale " van Marx. Flor. Burton. ♦ Onze iaffa wijand Oostenrijk Als tegenwoordig gesproken of geschrever wordt over " den vijand bedoelt men bijn? algemeen Duitschland. Zeker, de Hun is onze aartsvijand en hij geeft ons ook de hardste noten te kraken. Wie beproeft de gruweldaden, de inzichten of de kuituur der Duitschets schoon te praten, verricht laak- en strafbaar werk. Wie durft pennen, dat " de vredelieven. de (! ? !) autocraat, die het eerste schot loste, daarom niet zedelijk verantwoordelijk is voor den oorlog " — is aan den rand van het verraad en dient in 't oog gehouden, zoowel als het blad, dat zoo 'n verdachte proza opneemt. Maar toch schijnt menigen vergeten te hebben, dat wij buiten Duitschland nog een anderen vijand tellen en dat Oostenrijk in ons land GEMOORD, wezenlijk gemoord heeft. De euveldaden van den eenen vijand mogen zoo min vergeten w-orden, als die van den an deren. Daarom willen wij herinneren. «• * * De eerste donderslag ratelde. Keizer Frans. Jozef, in een manifest tot zijn volk,verklaarde, " dat hij altoos rechtzinnig voorstaander was geweest van de vrede, dat hij al gedaan hat wat hij kon om vrede te behouden, maar dal de Goddelijke voorzienigheid er anders over had beschikt." De oorlog aan 't kleine Servie was verklaard. Later bleek afdoende, dat die " Goddelijke voorzienigheid " niemand anders was dan het Pruisisch militarisme en de geldwolven der Centralen ; dat de oude eedverbreker van Wee-nen vólkernen t' akkoord was met zijn spitsbroeder van Berlijn ; dat de oorlog moest ontbranden, omdat hij gewild was door " een bende schurken in de Middenrijken " — zooals Heer Schroeder, hoofdopsteller van De Telegraaf, het zoo kranig uitdrukte. 4 Augustus... De Hunnen overstroomen ons land ,nadat hun schandig ultimatum met ver. ontwaardiging en vaderlandsche geestdrift was afgewezen. Maar van Oostenrijk kwam geen officieel bescheiden : wij bleven dus met dit land op vredesvoet. Een Belgisch officier, die bij den val van Namen krijggevangen genomen werd, doch ontsnapte, vertelde ons persoonlijk, toen hij in de eerste dagen van September te Antwerpen was wedergekeerd dat Duitsche officieren, in zijn tegenwoordigheid, hun verwondering betuigden over de uitwerking der mortieren, waarmede de forten van Namen beschoten waren. Onze zegsman besloot er uit, dat dia Duitsche officieren onbekend waren van de kracht hunner eigen oorlogstuigen. Later werd dit zonderling feit opgeklaard : het waren Oostenrijksche batterijen, die on'' beoorloogden, toen wij nog op vredesvoet ve.' keerden met het land van den meineedigen Keizer Frans-Jozef, den willigen vazal van Willem den Bloeddorstige! Immers de Oostenrijksche overste Albert Langen heeft in het Weensch dagblad Neue Freie Press verhaald, dat hij op 16 Augustus met zijn batterijen van motor-mortieren over onze grenzen kwam, nabij Verviers. Op 21 Augustus trok hij aan op Namen en den 23en had hij de vesting van Cognelié vernield. En men neme wel in aandlacht, dat slechts op 28 Augustus Oostenrijk-Hongarie aan Bel-gie den oorlog verklaarde. Tot dien datum was graaf Clary steeds de Oostenrijksche gezant bij ons Hof. Oostenrijk heeft dus wezenlijk in ons land GEMOORD ; want hoe kan oorlogvoeren zonder oorlogsverklaring anders gebrandmerkt worden? In zake van schending onzer onzijdigheid kenmerkt de handelwijze van Oostenrijk zich zelfs nog' door meer gewetenloosheid dan die van zijn bondgenoot. Als op Duitschland's schatkist zal geklopt worden om milliarden oorlogskosten aan Bel-gie te betalen, mag Oostenrijk dut niet vergeten worden. Beide landiyi staan op één rang : beiden zijn " de vijand ". L. Clauwaert. AAN HET FRANSCH FRONT Een observatie-ballon wordt in gereedheid gebracht ONS VADERLANDSCH FEEST LONDEN In ''Gentral Hall", Westminste Zaterdagnamiddag, 20 Juli, was de groo feestzaal Central Hall door 'en overtalrij Helgisch publiek bezet Vó s': • aankomst d> overheden woei reeds een adem van geestdri door de zaal; het krijgssucces der laatste d; gen was er zeker niet vreemd aan. Op de eerste zetels waren : Hare K. en 1 Hoogheid Prinses Napoleon, Mevrouw c Hertogin d'Ursel, Lady Balfour en Mevrou de barones Moncheur. In de zaal talrijke Be gische soldaten. Z. E. Baron Moncheur, minister van Be gie te Londen, zetelde voor, met M. Balfou Engelsche Staatssecretaris voor Buitenlani sche Zaken aan zijn rechter- en Heer Cartc de Wiart, Belgische minister van Justitie, aa zijn linkerzijde. Achter hen een paar dozij getitelde en bekende personen, die wij lief niet zullen opsommen, om 't gevaar te on gaan er te vergeten. * * * Z. E. BARON MONCHEUR opende c feestzitting met een korte redevoering, waari hij hulde bracht aan het Engelsch leger, d; zijde aan zijde strijdt met de Belgische troi pen, aangevoerd door den Vorst, wiens naar onvergankelijk zal zijn in de wereldgeschiedi nis. Wij, Belgen, gaat spreker voort, zijn eve vastberaden en trouw als den eersten dag; w blijven vereenigd in lief en leed met onze bonc genooten, tot de eindoverwinning behaald i: Vorige jaren hadden wij de groote eer IV Asquith en M. Llovd George als feestredi naars te begroeten. Deze maal zal het woor gevoerd worden door M. Balfour, die reec zoo menig maal, in het Britsch Parlemen België's onaantastbare rechten verdedigdi Van innige dankbaarheid doordrongen verzoe ik Z. E. den Staatssecretaris voor Buitenlant sche Zaken het woord te nemen. * * * M. BALFOUR. — Plaatsruimte ontbreek om een uitgebreid relaas te geven van de red* die zeker de ronde zal doen in de wereld per; Slechts hier en daar een greep, betrek hebben op Belgie of op de wereldpolitiek. Voor vier jaar werd Belgie onverhoeds ovei vallen. Sedert is het uitgehongerd, gemartel en tot slavernij gedoemd door een vijand zor der geweten. En toch is het Belgisch volt in al zijn lijden, nooit verhevener geweest da nu ! De gruweldaden,door de Duitschers in en t< genover Belgie bedreven, zullen nooit verge ten worden Duitschland zal er nooit in gelul, ken ze te doen vergeten. Duitschland heeft gezegd, dat de oorlog ni« lang meer zal duren, dat de vrede aanstaand is. Ik heb geen geloof in 'n Duitsche beloofte ook niet in deze! Wij weten, wat eene Duii sche belofte waard is. Zij hebben ze steeds o de meest cynieke wijze geschonden. Von Hertling heeft gezegd, dat Belgi slechts als "een pand " dient vastgehouden t worden. Wat beteekent die taal? Belgie wer aangevallen uit veroveringszucht; het wer van al zijn rechten en vrijheden beroofd en 1< digde den lijdenskelk tot den bodem. En n uitgemergeld te zijn, wil men het nog al "een pand " houden. Naamlooze laagheid ! Het Belgisch volk en zijn Koning hebbe onschatbare diensten bewezen aan Engelan en aan de wereld. De wereld zal het eeuwi dankbaar blijven 1 HEER BARON MONCHEUR dankte M. Balfour voor zijn edele woorden,die weerklank |* zullen vinden in elk Belgisch hart. Die woorden zullen onzen moed stalen, nu de berich-te ten van 't Front zoo gunstig zijn. De voor-zitter stelt vervolgens den heer Carton de 'r Wiart, ministre van Justicie voor. * * * MINISTER CARTON DE WIART sprak eerst in de Fransche taal. Spreker begon met [e een geestdriftige hulde aan de vorstenhuizen N van Engeland en Belgie, aan den grooten j_ Staatsman M. Balfour, aan 't Britsch gouvernement en Parlement, aan 't Engelsche 1_ volk, aan dat der " Dominions " en Kolo-r niën. j' Ontzaglijk groot is Engeland's taak; op n menigvuldige slagvelden strijden zijn solda-n ten. Al de vrije natiën en Belgie in de eerste n plaats — groeten u met een bewondering en ,t een dankbaarheid, die blijven zullen. t_ De Belgische natie zal gelouterd uit den strijd komen. Sedert 4 Augustus 1914 heeft heei het volk maar één hart en één Wil, het e vormt slechts één man, die op 4 Augustus het n ordewoord kreeg : Weerstand bieden 1 En se-lt dert biedt die man weerstand tegen inval, moorderij, brandstichting, plundering, honger, n bannelingschap, veroordeelingen, wegvoeringen, doodvonnissen,bestuurlijke scheiding,laster, verraad, leugen... Zoo 'n volk kan niet n vergaan! ij Sedert 4 Augustus zijn wij geen stap afge-I weken van de baan, die wij toen insloegen. Duitschland's valsche beschuldigingen houden geen steek. De Duitsche regeeringshoofden maakten zich slechts belachelijk, door hun j pogen om Belgie te belasteren. s Met een handvol medeplichtigen — en welke medeplichtigen! — heeft Duitschland be-proefd van het taalvraagstuk een kwestie van k nationaliteiten te maken en Vlaanderen van [_ Walenland te scheiden, tot eigen bate. In den Reichstag werd die handelwijze, en die van den Raad van Vlaanderen, geschandvlekt door t Haase. En nu komt von Hertling van " een pand spreken. Von Hertling, leeraar in recht; von Hert-j ling, katholiek, gij kunt geen " pand " van ons nemen, daar wij u geen schuld hebben ! Maar Belgie zal herleven! Onder den j schepter van zijn Koning; door de krachtdadigheid en de eendracht zijner kinderen, die door den oorlog geleerd en gelouterd zijn ; door ^ den beloofden steun der groote bondgenooten, zal Belgie heropstaan, schooner en glorievoller dan ooit! Belgie wacht en strijdt, onwankelbaar in zijn vertrouwen op zijn recht. De Belgen uit 't bezette land roepen het ons toe : " Wij wil-t len geen vrede dan deze, die ons de onafhan-e kelijkheid aanbrengt en de overwinning van de rechtvaardigheid." » * * p Hoogachtbare Heeren Ministers, Waarde Landgenooten, e Het is niet zonder een zekeren schroom, e dat ik U heden in het vlaam'sch toespreek, d Ik had de gelegenheid niet in het vlaamsch d opgeleid te worden. Nochtans zult gij •- mij toelaten het te beproeven in deze ver-a g'adering, en vraag ik uw welwillende s aandacht en Verontschuldiging, indien mijn taal U niet zeer nauwkeurig voorkomt, n Het spreekwoord zegt immers : Wie doet wat d hij kan, Is een eerlijk man ! g W'ijl ik de eer heb te spreken in naam van de Belgische Regeering, houd ik er aan eens te meer te verklaren, dat onze beide nationale talen recht hebben op een gelijke eerbiediging en een gelijke genegenheid van wege ons allen. Tusschen deze twee talen, die altijd naast elkaar in onze aloude vorstendommen alsook in ons onafhankelijk België zusterlijk zijde -tan ...jMc Jti-Mjv.ii geïtéftï, Iv&ii- ci ..wed strijd zijn. Elke onzer beide landstalen moet zich kunnen ontwikkelen volgens haar eigen geest en aanleg in het kader der Belgische nationaliteit. Zooals een dubbele bron somtijds een machtigen stroom kan voeden, zoo moet elk het ha,re bijdragen tot de oorspronkelijkheid en de steriite van deze historische nationaliteit. Het is voor de vierde maal dat wij, Belgen, in ballingschap dit feest vieren van den 2isten Juli, dat van de troonbeklimming van ons vorstenhuis. Heden nog, gelijk voor vier jaar verrijst voor onze oogen de Belgische Natie als eene moeder van Weeën, die het hart doorboord heeft door alle smarten. Maar zij richt het hoofd op, vlekkeloos en hoog en legt het wapen, niet neer uit de hand. Zij verplet misprijzend onder haar voe den hoogmoed, het verraad en de leugens. Zij weet dat zij mag vertrouwen op al haar kinderen en dat het uur der Rechtvaardigheid naders. Heel de wereld weet wat ons Vaderland te verduren heeft. Heel de wereld weet ook met welk edelen moed ons land weerstand heeft geboden aan de vijanden, die eer en recht versmadend, zijn grongebied hebben go-schonden. Heel de wereld weet met welke dapp.rheid ons klein leger, dat vroeger bijna onbekend was, dagelijks zijn plicht vervult onder de leiding von onzen roemrijken Koning Albert. Voorzeker is de bewondering van alle eerlijke lieden voor ons een reden van fierheid en een eerste zegepraal. Doch reeds wordt het door niemand meer betwijfeld, dat deze eerste zegepraal weldra voltrokken zal worden door de volledige over winning, die ons samen met de geheele onaf hankelijkheid tegenover allen, ons ook de rechtvaardige vergoeding zal aanbrenger., voor al hetgeen wij geleden hebben. Een volledige overwinning! Ik zeg volledige, omdat België meer dan eenig ander land, redenen heeft om ze volledig te willen : Niet om iemand te vernietigen, maar integendeel, opdat elk volk, hoe klein ook, kunne leven in volle vrijheid. Volledig, opdat het Recht voortaan de betrekkingen tusschen de staten regele :—volk dig, omdat de aardrijkskundige ligging van België alleen van zijn sterkte een voorwaarde maakt van zijn eigen welstand en een waarborg van het toekomend heil van Europa. Deze volledige zegepraal zullen wij behalen. Het is een zaak van volharding, van wijsheid, en van eendracht in den strijd. Iedereen heeft daarin zijn taak te vervullen, de burgers zoowel als de soldaten, de vrou wen zooals als de matinen, deze die zich achter het front bevinden zoowel als dezen van het ■strijdend leger! Het strijdend leger is de witgekamde golf, die woedend op het strand neerploft. Achtei haar is de oceaan van de nationale volkskracht, waaraan zij haar rhytmus ontleent en waaruit zij haar sterkte put Dank aan God, dank aan onze soldaten, dank aan onze vrienden der verbonden Landen en vooral aan het edele en standvastige Engeland, naar ook dank aan onze eigene pogingen, zullen wij onze steden en dorpen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De dageraad: Belgisch weekblad, voorloopig te Londen appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Londen du 1918 au 1922.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Sujets

Périodes