De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk

1643 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 06 Janvrier. De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk. Accès à 18 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/qj77s7kp7q/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Eerste Jaargang, Nr 19. — 6 Januari 1917. Prijs : 10 centiemen. Eerste Jaafgang, Nr ig. — 6 Januari 1917. DE EENDRACHT Weekblad voor het Vlaamsche Volk "■ammmm ABONNEMENTSPRIJS : BUREELEN ; AANKONDIGINGEN : Een jaar fr. 5.20 Voor het Çeneraal Gouvernement : Prijs naar overeenkomst. Zes maanden .... » 2.60 Prinsesstraat, 16, ANTWERPEN. Ongeteekende stukken worden niet opgenomen-. Drie maanden .... » 1.30 Voor het Etappen- en Operatiegebied : Geene handschriften worden teruggezonden. Geene abonnenten worden aangenomen die niet op voorhand 8- Huurdochterstraat, GENT. BOEKBESPREKING : Het toezenden van één boek of schrift geeft het bedrag hunner inschrijving laten geworden. Postchekrekening N1 86. recht op vermelding ; twee exemplaren, op bespreking. Nieuwjaar - Pasvijf maanden oud is « Een-iracht », en toch heeft zij al heel wat beleefd. En het heeft zijn nut in, te dezer gelegenheid eens aan te halen hoe en waarom «Eendracht»ontstond, en den weg na te gaan dien zij af. legde en dien zij, met Gods hulp, tôt het einde toe te bewandelen hoopt. De Vlaamsche Beweging tijdens denoorlog kreeg laatstleden Twee-den Pinxterdag, door de vergade-ring van gezaghebbende vertegen-woordigers van verschillende be-lijdenis en richting te Brussel, in het « Vlaamsch Huis », een heel ander voorkomen. Reeds iang vôôr dien dag was de werk mg volop aan den gang. Zoohaast zij vernomen hadden dat men het op hun bestaan gemunt had en dat men dezen oorlog te baat wi}de nemen om het Vlaamsch uit te vagen, hadden de Vlamingen zich in de weer gesteld. Doch tôt dan toe tastte men nog eenigzins in het onzekere en wist men niet op wien men staat maken kon noch hoe men in 't algemeen de vervlaamsching, tijdens den oorlog en door toedoen van de Bezetting, bejegenen zou. De vervlaamsching der Hooge-school te Gent was tegen October aangekondigd geworden. En de gewezen hoogstudenten waren natuurlijk aangeduid om dit |vraagstuk te behandelen. De Katholieke Vlaamsche Oud-Hoogstudentenkringen waren ge-polst geworden en de ieverigste en best geziene hunner mannen werden uitgenoodigd, evenals niet Katholieke uitgestudeerden door pet Alg. Ned. Verbond verzocht werden, denzelfden morgend afzonderlijk te vergaden. Dit afzonderlijk vergaderen, vôôr de algemeene samenkomst des namiddags, leverde het voor-deel op dat men beiderzijds veel vrijer, veel openhartiger over huis-houdelijke aangelegenheden, over ' verhoudingen tôt geloofs- en par-tijgenooten zou kunnen spreken. En daaraan had de vergadering grootendeels hare kracht en hare waarde te danken. Wij mogen verzekeren dat men niet met overijling te werk is ge-gaan en dat men aile opwerpin-gen en beschouwingen van op-Portuniteit grondig onderzocht heeft, zoo in voorbereidende be-raadslagingen als ter zitting zelve, Waar rijp overwogen, diep inge- studeerde ontwerpen voorgedra-gen en verwerkt werden. Er werd besloten de vervlaamsching te aanvaarden en eenen Hoogeschoolbond te stichten. Twee vertoogen zouden ter on-derteekening aangeboden worden: een algemeen en een voor Katho-lieken alleen. Door dit afzonderlijk optreden zou het bewezen worden dat de Katholieken, in plaats van zich te onthouden, in zake de Gentsche Hoogeschool, de voorhand namen en het leeuwenaandeel in de wer-king voor hen opeischten. Dit sloeg voor goed den bodem in van de hoop diergenen die op verdeeldheid onderde Vlamingen rekenden. Men hield er aan dat het algemeen Manifest ende Dagorder der Kath. VI. O. H. Studenten, met de lijsten der onderteekenaars, gelijktijdig in het eerste nummer van Eendracht verschijnen zouden.'t Was een zinnebeeld van ka-meraadschap, een onderpand van gulle samenwerking, het afzweren van aile tweedracht onder ons. Het vertrouwen blijven verdie-nen dat toen in haar gesteld werd, is Eendracht's eenigste eerzucht. Wij weten dat wij de meening deelen van vele gezaghebbende Vlamingen van de meest uiteen-loopende richting, 00k van de-zulke die niet als onze partijge-nooten te boek staan. Wij weten 00k dat dit gedeelte der Geestelijk-heid hetwelk vôôr den oorlog met ons was, met ons medegaan blijft. Wij weten dat wij de gedachten vertolken van kringen die door geen ander blad te bereiken zijn. Steeds werd er de meeste waar-de op gelegd dat die kringen vooral hunne meening tôt uiting zouden laten komen en dat zij uitvoerige en grondige bescheiden ter bcoordeeling en ter verbrei-ding voorgelegd zouden krijgen. Alzoo werd ervoor gezorgd dat Eendracht het stenographisch ver-slag over de eerste groote vergadering in het Atheneum mede-deelde,met de studie van Professor Van Roy, evenals zij de volledige redevoering opnam van Pofes-sor Dosfel op de Studentenver-gadering in dezelfde zaal. Nog werd door Eendracht ge-drukt : de eerste volledige tekst der redevoeringen die bij de ope-ning der Hoogeschool werden ait-gesproken.Ook liet Mer Henderickx zij ne studie over de geldigheid der di-ploma's in Eendracht verschijnen. ayy Het blad bekwarr documentaire waarde en moest daardoor mis-schien verspreiding in breeder kring inboeten, om een beperkter omgeving te bedienen. Voorzeker maakt Eendracht geen aanspraak op het monopo-lium van zekere cliënteel, doch zij heeft nu eenmaal de naam de tolk te zijn van bezadigde intellectueele middens. Dien toestand wil zij te baat nemen om de zaak te dienen, Fortiter in re, suaviter in modo, krachtig metterdaad, bezadigd in den vorm, is hare leus en daar wil zij naar leven. Dat is,meent zij,de toon dien de meeste harer lezers verkiezen. Is het er slechter om ? Met het stichten van den Hoogeschoolbond was het ijs gebroken. Mannen van naam, die eene aan-zienlijke maatschappelijke plaats bekleedden, verklaarden plechtig de huidige vervlaamsching der Hoogeschool te aanvaarden en hunne medewerking daartoe te verleenen. Die verklaring was eene onwe-derroepelijke daad. Wie dezen stap deed kon niet meer terug, hij moest tôt het uiterste toe gaan, of liever : met dien éenen stap had hij gansch den weg reeds afge-legd. Wantde vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool was de eerste vervlaamschingsmaatregel die grondig, afdoende, onver-mengd, onontduikbaar was. En de wijze waarop die vervlaamsching tôt stand kwam was : rui-terlijk heenstappen over al de be-denkingen die de Vlaamschhaters opperen zouden. Tegen den Hoogeschoolbond vooral, tegen de professoren en tegen de studenten vierde de haat zich bot. Een zee van smaad en laster, een storm van bedreiging en broodroof, trof ze pal als rotsen. Dat zal niemand verwonderen. Want hoe kalmer men een besluit neemt, hoe aandachtiger men er de gevolgen van overlegt, hoe vas-ter men er bij blijft ; en zulks was hier het geval. En dat wilden wij doen uitschij-nen om het groot belang aan te wijzen dat er ligt in eene nauwe samenwerking van de intellectueele middens met de algmeenheid derthansieverende Flaminganten. In zake Vervlaamsching der Hoogeschool, hebben de intellec-tueelen getoond wat zij waardzijn. Aan radicalisme heeft het, mee-nen wij, hunnerzijds,niets te wen- ) 4U0 schen overgelaten, al was hun doen en spreken steeds deftig en bedaard. Welnu, veel gewichtiger nog dan de Vervlaamsching der Hoogeschool is de Vervlaamsching van het Bestuur. Reeds hebben Verordeningen der Bezetting de Wet van 1878 be-krachtigd en is het Onderwijsmi-nisterie gesplitst. Andere Ministe-ries komen aan de beurt. Doch, dat werk moet voltooid en voor altijd bevestigd worden. Ons komt het voor dat verant-woordelijke mannen, die hun proefstuk geleverd hebben en die doorzicht met krachtdadigheid pa-ren, nogmaals dienen gehoord te worden. Doch, hoeven wij daarop aan te dringen ? Hetvolste vertrouwen genieten zij en de uiterste vooruitstrevers zullen, achten wij, na beraadsla ging, een besluit aannemen dat gansch hunne instemming mede-draagt, een dat de vervlaamsching van het Bestuur even afdoende regelt als die van de Hoogeschool. Daartoe wenschen wij het onze bij te dragen, het welgelukken dier onderneming is onze wensch voor het a.s. jaar. Ons Economisch Herstel Het is onze bedoeling in de volgende nummers van « De Eendracht » eene reeks artikelen te wijden aan dit onderwerp dat ons zoozeer moet bekommeren. De oorlog heeft den economischen toestand van ons land geheel terneer-gedrukt en de openbare besturen zoowel als de bijzonderen staan nu voor de ernstige taak ieder in de voile maat ziiner kracht-en op het hem aangewezen terrein het stoffelijk herstel van ons land en onze bevolking te bewerken. Geen verstandig mensch zal zoozeer opgaan in de hoop dat een der oorlogs-voerende partijen tôt volledige schade-loosstelling voor de door België geleden schade zal verplichi worden, dat hij er in-tusschentijd maar op aan zal leven, in de verwachting dat de vroegere welwaart van zelf zal terugkeeren. Wat er ook gebeuren moge, wij zullen het hard te verantwoorden hebben, alvorens de spo-ren van den oorlog zullen uitgewischt zijn. Te meer, het volstaat niet de puinen eenvoudig op te ruimen en ons ecomisch gebouw naar het vroegere plan herop te bouwen. Het kan niet genoeg herzegd wsrden : de vroegere economische toestand van België was ver van schitterend en in Vlaamsch België was hij effenaf ellendig. Wat wij in deze aangelegenheden van offiiciëele zijde te slikken kregen, was meestal grootspraak over vooruitgang, « essor ecomique » en « expansion mondiale t, bestamd om den 4U1 waren neteligen toestand te verbergen ja soms om als kiespropaganda voor de aan 't roer zijnde regeering te dienen. Wie nuchter aan het vergelijken ging werd al dadelijk den officiëelen bluf gewaar. Ons doel mag dus niet zijn : terugkeer tôt den vroegeren toestand, den « status quo ante », maar wij moeten ons volk eene eervolle plaats doen innemen in de rei der kultuurvolkeren en zijne stoffe-lijke welwaart doen groeien naar ver-houding tôt zijn arbeidsvermogen en tôt de verstandelijke krachten die het in zich kan ontwikkelen. In die richting en het grootsche doel steeds voor oogen, moet eene innige samenwerking van volk en staat tôt stand worden gebracht. De Staat moet al het mogelijke doen om aan enkeling en vereeniging de breed-ste mogelijkheden voor de ontplooiïng hunner werkkrachten open te zetten. Hij kan enkel zijne hooge zending vervullen wanneer hij met volledige kennis van zaken ingrijpen wil op elk gebied, met geene andere bedoelingen dan de vooruitgang van het volk. Het moet hem ernst zijn zich los te maken van aile politiek gehaspel en behartiging van kiesbelangen; zoo is het klaar dat wij van de Wetgeving wat anders vragen dan eenige mondstop-pers, die wel een massa onnoozelaars blij maken, maar die geen enkel werkelooze van de straat zal helpen. Ook moet de Staat geheel onafhanke-lijk zijn van binnen- en buitenlandsche in-vloeden die zijne vreedzame economische werking kunnen in den weg staan. En daar het afdoende bewezen is dat de taal-kwestie in België den vooruitgang van een groot deel der bevolking hindert, m. a. w. daar de achteruitstelling van het Vlaamsche volk op gebied van wetgeving, bestuur en onderwijs, oorzaak is van zijne stoffelijke en kultureele achterstallig-heid en verval, zoo is het klaar dat het eerste voorafgaandelijke werk van den Staat moet zijn : de volledige oplossing van het Vlaamsche vraagstuk : de Staat mag zich door geen andere beweegreden laten leiden dan het volledig rechtsherstel en de voile heropbeuring van het Vlaamsche volk. De hoogdringendheid om, tenaanzien van ons economisch herstel, tôt de oplossing van onzen taalstrijd te komen is de reden waarom het goede dat de bezettende macht tôt stand brengt ons welkom is en waarom wij gaarne ons Vlaamsche reeht door het Vredeskongres zouden gewaar-borgd zien. * * * Ons stoffelijk verval geraken wij enkel te boven door eene volledige herziening en aanpassing van al de lactoren die invloed uitoefenen, 't zij in goeden, 't zij in kwa-ken zin, op onze economische verhoudingen. Maar om dit volledig en doelmatig te kunnen, is eerst en vooral noodig eene grondige kennis van de wetten die ons economisch leven beheerschen. De vluch-tige beschouwingen die wij ons voorstellen hier neer te schrijven, zullen den lezer doen inzien hoe wijdomvattend de stof is. Grondige studie en uitwerking van de on-telbare vraagstukken die zich zullen voor. doen is het werk dat aile verstandige krachten van het land onder elkander te verdeelen hebben. Om de stof stelselmatig te overzien kunnen wij niet beter dan de gebruikelijke indeeling van de desbetreffende weten-schap, de staats- of volkshuishoudkunde

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Antwerpen du 1916 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes