De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk

2153 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 28 Septembre. De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk. Accès à 19 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/707wm15c8k/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Derde Jaargang, Nr 3g. — 28 September 1918. Prijs : 10 centiemen. Derde Jaargang, Nr 3g. — 28 September DE EENDRACHT Prijs per Jaargang fr. 5.20 » » drie maanden » i.3o Postchekrekening Nr 86. Weekblad voor het Vlaamsche Voik Radaktie en Bureel : Lange Nieuwstraat, 108, ANTWERPEN. DE NIEUWE KOERS De Unionistisch gezinde activisten hebben zich dus georganiseerd, evenals vroeger de Jong-Vlamingen. Komt deze organisatie ter goeder ure ? Ik meen ja. Organisatie beteekent macht en macht hebben wij noodig tôt verwezenlijking van ons Vlaamsch programma. De Jotig-Vlaamsche arganisatie is eene werkelijke macht geweest in onze oor-logsbeweging, want zij heeft tôt voor korten tijd onze beweging geleid en de minder radikaal doordenkende activisten op sleeptouw genomen, terwijl deze laatsten zelf als schaduwen gevoigd werden door de passieve Vlaamschge-zinden.Jong-Vlaanderen heeft dus groot werk verricht in de Vlaamsche zelfstandigheids-beweging en ik, die meermaals hare strekkingen bekampt heb, laat niet na haar mijne hulde te betuigen. Geen enkel Vlaamschgezinde zal in geweten de uitspraak beamen die ((Vrij België» van week tôt week verkondigt, dat het activisme — onder hetwelk het blad zeer dubbelzinnig enkel de meest radikale strooming verstaat — de Vlaamsche beweging zou hebben ten gronde gericht en haar niets dan ondiensten hebben bewezen. De opstellers van «Vrij België» gelooven dit zelf niet, maar zij schrijven dit neer omdat hun toestand hen ver-> piicht le scnipperéh en omdat schipperen hen een tweede natuur is geworden. Als toekomstideaal zal de Jong-Vlaam-sche gedachte sympatiek blijven, als politieke beweging is Jong-Vlaanderen op den achtergrond geraakt. Wel omdat de politiek de leer is van het mo-gelijke en het Jong-Vlaamsche ideaal niet meer past in het raam van de mogelijke oplossingen van het interna-tionaal zoo zeer omstreden Belgisch vraagstuk. De wind die langen tijd de zeilen der Jong-Vlamingen spande, is nu gaan blazen in die der Unionisten. Zoolang de eersten de meest integrale Vlaamsche oplossing voorstonden, waren de tweeden minimalisten, onzuivere activisten, half-slachtigen die voor konsekwent door-denken terugdeinsden, omdat zij bevreesd waren met België te breken of omdat zij het spook van Havere voor hunne verbeelding zagen grijnzen, berekenaars, die zich een slag om d«n arm wilden houden... meer andere onwelwillende beoordeelingen, die ons van meer radikale zijde gewerden, laat ik achterwege. Valt eenmaal het Jong-Vlaamsch programma als ondoorvoerbaar weg, dan wordt liet Unionisme het zuiver integraal Vlaamsch streven. Van minimalisten worden zij meteen maximalisten. Hiermede kan dan ineens een groote opruimirig geschieden onder de verschil-lende stroomingen in het activisme. De vroegere maximaliîten moeten 00k in de veranderde politieke omstandig-heden het maximaal Vlaamsch programma aankleven en dus Unionisten worden. Dit kunnen zij zonder afstand te doen van hun toekomstidealen, die in den grond dezelfde zijn als die der meeste unionisten. Het Groot-Nederlandsch ideaal. Zulke houding is loutere aan-passing en valt niet als eene capitulatie of nederlaag te beschouwen. Moesten enkele Jong-Vlamingen wei-geren dien stap te doen, hoewel de noodwendigheid daartoe hen klaar zou blijken, dan zouden zij enkel het bewijs leveren dat zij andere belangen dan de zuivere Vlaamsche in het oog hadden. Moesten enkele Unionisten geen toe-nadering willen lot hunne Vlaamsche strijdgenooten, op grond van de over-weging dat hunne vroegere houding en uitlatingen hen in de oogen van het volk gekompromitteerd hebben dan zouden zij door hunne weigerachtige houding de ontwikkeling van onzen strijd voor Vlaanderen's zelfstandigheid ontzenuwen. Eveneens zouden zij een hinderpaal vormen voor de intrede van vele passieven in de aktieve beweging. * * * Het georganiseerd Unionisme staat voor eene zware en gewichtige taak. Niet enkel moeten de verkregenVlaamsche her-vormingen gehandhaafd, bovendien moeten deze uitgebreid, beter gegrondvest en in onaantastbare wettelijke vormen vastgelegd worden. Het Vlaamsche vraagstuk moet worden voorbereid voor de vredeskonferentie en het Vlaamsche volk voor een Vlaamschen vrede. Daartoe jjioort staatsmansbeleid en staatsmacht. Deze laatste moet ons het bewust gemaakte Vlaamsche volk schen-ken, want Vlaanderen's zelfstandigheid zal vooral de zaak van het Vlaamsche volk zelf zijn. Als voorname werkzaamheid van de unionistische organisatie komt dus op het voorplan : de Vlaamsche beweging, die nog immer slechts door eene ont-wikkelde minderheid van het Vlaamsche volk gevoeld en aangekleefd wordt, ver-algemeenen en in a! de lagen van het Vlaamsche volk doen doordringen, zoo-als de Vlaamsche frontpartij de meer-derheid in het Yzerleger gewonnen heeft. Vlaanderen's zelfstandigheid moet de ba-sis worden van elk politiek programma in Vlaanderen : evenals bij vroegere kie-zingen de antithese katholiek of anti-klerikaal gesteld werd, moeten de vol-' gende verkiezingen gaan vôôr of tegen Vlaanderen. En daar minstens 90 ten honderd van onze bevolking nog onver-basterd en innigi Vlaamschvoelend ge-bleven is, zal het van het beleid onzer voormannen en van de doelmatigheid onzer propaganda zelf afhangen of het zoozeer verblinde en bedrogen Vlaamsche volk aan onze zijde zal komen of niet. Want al heeft het aktivisme vroeger wel eens ingedruischt tegen het volksgemoed, ons huidig programma kan geheel het Vlaamsche volk winnen. ♦ * * De nieuwe koers, die het aktivisme is ingegaan, moet sterker en overtuigend te voorschijn treden. De Raad van Vlaanderen, voor een belangrijk deel samengesteld uit amb-tenaars die in geen wetgevend lichaam te huis hooren, beantwoordt niet meer aan de huidige oriënteering van het aktivisme. Nieuwe verkiezingen voor den winter zijn wenschelijk. Deze moeten op zoo breed mogelijken grondslag plaats hebben en van nu af voorbereid worden. De kommissie van gevolmachtigden van den R. v. VI. is afgetreden. De Kommissie beroepen om eene beraad-slagende medewerking te verleenen aan de wetgeving voor Vlaanderen, dus niet bekleed met eenige uitvoerende macht en geene erkende voeling houdende met de Vlaamsclje ministeriën, was eene manke instelling die tôt een bestendig konflikt moest voeren. Een nieuw organism, bekleed met zooveel uitvoerende macht als met den staat van bezetting vereenigbaar is, moet de leiding nemen, én van de Vlaamsche ministeriën, én van de Vlaamsche beweging. Een begin van Vlaamsche regeering dus, die dan ook in voile vrijheid eene zuivere Vlaamsche politiek moet voeren en gesteund moet worden door het geheele eendrachtige Vlaamsche leger. 573 De Vlaamsche propaganda moet ter dege worden heringericht. De officiëele propagandabureelen zijn over het alge-meen niet op de hoogte hunner taak (uitzonderingen niet te na gesproken). Hier geheel bureaukratisch ingericht, zonder eenige bezieling noch idealisme, elders demagogisch werkende en min-dergeschikte elementen op het podium verheffende, kunnen zij veelal aan onze beweging de noodige stuwkracht niet geven. Eene geheele herinrichting en herom-werking van den Vlaamschen strijd op breederen grondslag blijkt dus noodig. En wanneer aile hands aan dek komen en de politiek van de daad krachtdadig wordt ingeluid, dan betwijfel ik niet dat Vlaanderen zich zelf wel redden kan. W1LFRIED. Onze Vlaamsche Hoageschool. STUDENT EN PATRIOTARD. De geweldige stormloop tegen de Vlaamsche Hoogeschool vermocht deze toch niet te sloopen. Hoogleeraars lieten zich benoemen, al is het jammer dat vele Vlamingen steeds weigerachtig ble-ven en al zijn niet aile vakken bezet. Er kwamen studenten, er werd gewerkt, gearbeid, uitgegeven. De examens waren ernstig. Nieuwe sch len werden opge-richt voor Handel-, Tuin-, Land- en Mijnbouw enz. Er was leven en hoop. Een studiejaar ging voorbij, een tweede ging ten einde. De studenten uit het eerste jaar keerden bijna allen het tweede terug al is nu Gent in het Etappengebied en in vollen oorlog geen luilekkerland waar de kippen gebraden in den mond der studenten vallen. De wetenschappelijke bedrijvigheid der hoogleeraren is zeer normaal geweest en mag wel de vergelijking door. staan met de vroegere. Indien ze niet nog meer leverden is dit toe te schrijven aan andere dringende werkzaamheden. Het getal Studenten steeg van 138 tôt boven 400. Werkelijk voor de eerste studenten die naar Gent kwamen voel ik steeds bewondering. Wat al tegen-stand hadden zij niet te overwinnen ! Hoe werden zij en hunne ouders be-zocht door voorname heeren die plots voor die lieden een ongewone vriend-schap, een hartelijke zorg voelden. Men zou zich bijna in verkiezingstijd ge-waand hebben. Hoe hadden die jongens te stiijden tegen hun geest, hun hart, tegen kommer, zorg en tranen van opgezweepte beangstigde ouders, voog-den, priesters, oomen, suikertantjes. Hoe zagen zij achter zich vele deuren toe-slaan van onderwijsgestichten, waar zij vroeger geprezen en gevierd, gelauwerd en gekroond werden. Hoe werden zij beurtelings gevleid en bedreigd. Hoe liepen zij de eerste dagen vereenzaamd in de groote stad, geschuwd en geme-den als onreim n. Die eerste studenten te Gent zijn uit den stam der echte blauwvoeten, broe-ders van de door Rodenbach bezongen studenten te Warschau. * Gij die meent dat te Gent alleen studenten zijn' die schrik hebben voor opeischingen, kent onze studenten niet en verspreidt alleen goedkoopen laster. Wel kwamen er in de zwarte dagen der opeischingen van-vrees-rillende Fians-kiljonszoontjes smeekend aankloppen opdat hun toch en plaatsje zou ver-gund worden in die verradersburcht, in de Duitsche Hoogeschool. Wanneer zij in regel waren moesten zij natuurlijk aanvaard worden. Maar hun getal zinkt in het niet wanneer men het vergelijkt met datgene van hen die van hart met ons zijn maar niet durven noch mogen f)74 komen omdat vader beambte is bij de rechtbank, of de gemeente, of den Boe-renbond... of in een bepaald fabriek, of omdat de geldmiddelen in deze benarde tijden schaarsch zijn en zij, als ze naar de Hoogeschool niet komen, ergens eene betrekking zullen verkrij-gen, omdat het heen- en weenijden onmogelijk is. Wat de kracht en de?i wil tôt verdrukking belreft moeten \eer vele Franschge\inden en ook menig passivist niet onderdoen voor de leelijkste der dwingelanden. Allen niet waar, geachte toehoorders, kent gij den patriotard. Hiermede bedoel ik niet die brave eenvoudigen die nog voortleven in den roes der eerste Augustusdagen 1914, en steeds vooit gelooven in de onbevlekte eer van het Belgisch vaderland, die in den Koning vergoden den vader en in de Koningin de moeder van het land, die drie-kleurtjes strikken om heiligenbeelden en dwepen met onze soldaten ; grootmoe-dertjes, wier kleinzoon aan den Yzer staat, bloedverwanten van onschuldige slachtoffers uit de eerste oorlogsdagen, bakvischjes, Johanna d'Arc dragend als borstspeld, vrouwtjes die nog Frankrijk voor de oudste dochter der kerk houden, verzamelaarsters van vaderlandsche sermonen, geheime schriften, ballon-briefjes. Zooveel zuiverheid, zooveel heiligheid huisden in hutten en bur-gerswoningen dat eerbied alleen past voor die ongekrenkte gevoelens en het niet kiesch is de maagdelijkheid der bloemperken aldaar met lompen voet te vertrappen of het fijne rag der toover-droomen uiteen te trekken. De patriotard is de Tartuffe, de Fari-zeër der vaderlandsliefde. Zijn vaderland is het oord waar zijn brandkast staat, vol vreemde actiën en aandeelen; het land waar hij, neergevlijd in zijn mollig rijtuig, rijdt op de effen banen, midden akkers, waar de landbouwers zweeten die hem hunne pachten betalen; het land waar klokken luiden voor Te Deum waarop hij zal vertoonen de zwaarte van zijne borst vol eerekruisen, ridderorden, herinneringsmedaille's i de man die zijn vaderland bemint, niet gelijk het kind zijne moeder, de ver-loofde haren bruidegom, de muzikant zijne vedel, de priester zijn altaar, maar gelijk de boer zijne koe, gelijk de been-houwer het slachthuis, lijk Caesar het amphitheater waar de stervens gereeden voor hem nederbogen. Vereerder van den Staat, omdat deze hem welstand, macht, aanzien verschaft voelt hij niets voor het volk, voor zijn ziel, zooals die zich uit in zijn klankrijke oprechte taal. Hij haat den Duitscher zoolang hij hem niet noodig heeft, maar kruipt voor hem wanneer er voordee-len aan verbonden zijn. Hij vermaledijdt de opeischingen, maar slaat zijn pachten op en woekert. verwenscht de censuur, maar broodrooft al wie aktivistenbladen leest ; zingt lofliederen voor de vrijheid maar zet huurders uit, die Vlaamsche vergaderingen toestaan, droomt van er bij te zijn als de Flaminganten aan het volk prijsgegeven worden en zal daarvoor wel eenige dier marken geven welke hij aan de bedelende moeder en het schreiende kind ontzegt. Aristophanes, Ibsen, Multatuli, Ver-meylen, Van Deyssel, Schaepman zouden hem moeten beeldhouwen in zijne starre leelijkheid, in zijne dolle bespot-telijkheid, in zijne grijnzende hatelijk-heid, al de woorden \ an ons machtigste Nederlandsch moeten samen snoeren tôt geeselroeden voor zijn waggelend vleesch-lillend lichaam, vat-van-vet om zijn beschimmelde ziele. Dat hij stikke in zijn haat, stikke in zijn slijm, stikke in zijn wijn. Hâter van de jeugd, hâter van de liefde, van het leven, van den 5td dageraad, van de opengaande bloemen, van den wangenblos, van ten hemel starende oogen, van vranke kinderzielen, van volken dronken van herwordings koorts. Adderengebroedsel. Gepleisterd graf. Wolf in schapenvacht. Koopman in den tempel. Versjacheraar van edelste ge^ voelens. Bezoedelaar van de reinste woorden. Rups op groen blad. Raaf van de kerktorens. God zij dank dat hij tegen ons is. Zulke menschen tôt vijanden en tegen-standets te hebben kan ons stoffelijk leven wel hinderen — een olifant trapt vele bloemen plat — maar schenkt het zuiverste genot aan de ziel. Dat onder den invloed van de forsche tegenkanting van aile zijden in som-mige zielen wel eens verbittering sloop welke zich uitte in heftige misschien wel onbedachte woorden, zal alleen hij overdreven euvel opnemen die geen hart heeft, en de jeugd niet verstaat. Overdreven strenge eischen worden jjesteld door zoovelen die vergeten wat het studentenvolkvroegerzooal uitrichtte. Onze jongens zouden altijd moeten wijs, matig, fatsoenlijk zijn, zich laten hoonen zonder verzet, zich laten beleedigen door haantjesdragende uitdagers. Onze studenten zijn menschen, jonge menschen, Heeren, op wie nog altijd de schildering uit Ernest Staas past, en die al de gebreken hebben. welke de jeugd steeds had en nog steeds hebben zal, geene engelen. Waren de vroegere studenten dat wellicht te Leuven, te Gent, om het even waar ? waren toen geene geregelde veçhtpartijen, politieke opstooten, walgelijke dranlc- en bras-partijen ? Ailes was er ook niet idyllisch rein. Driften doorstormden ook daar de jeugd. Wij gunnen maar vragen eerlijke beoordeeling voor hem en onze instellingen, sluiten niet het oog voor tekoitkomingen leemten, ieelijke kanten. Maar zien ook hoe het elders was. Dit zij gezegd voor hen die van Flaminganten het bovenmenschelijke verlangen en zoo mild zijn voor de fouten der anderen. Ik wil hiermede onze studenten niet volkomen vrij pleiten. Zij zouden best streven naar volmaaktheid om door hun gedrag den scherpsten laster te ontwapenen. Dat door de schuld van de ant-i-Vlaamsche houding van België esn van de Belgische dweepers onze stuaenten duidelijk hebben gevoeld dat er tegen-spraak bestaat tusschen een zich-voluit-levend Vlaamsch Volk en den Belgischen Centralisatiestaat van vroeger, wiei vooit-zetting door zeer velen gewenscht wordt met nog zeer scherper onder de knie houden van Vlaanderen en dat ze, zooals jongelingen steeds doen, onbe-schroomd de uiterste gevolgtrekkingen afleiden is in eersten aanleg te wijten aan den Belgischen Staat die geen recht gaf ten gepasten tijde en nu daarvan de straf draagt, welke zij verdient « aile zonde wreekt zich op aarde a. Moesten er thans geene pangermanen, Jong-Vlamingen, orangisteri onder de studenten zijn, dan zou dat zeer won-der moeten voorkomen. Die waren er vroeger toch ook, zooals blijkt uit het boek van Tony Bergmann.. Het vroeger 't Zal wel gaan b.v. was van bij den aanvang af steeds orangistisch. Doch is er te Gent plaats ook voor hen die nog op het eerste standpunt staan en volkomen trouw wenschen te blijven aan den Staat België. Het dient verklaard dat het doceeren of studeeren te Gent niet noodzakelijk medebrengt dat men toetreedt tôt ailes wat naderhand door activisten werd verricht. Dat de jeugd anders schrijft dan een legitimist op zijn Metternich's en niet altijd de pillen verguld welke zij aan

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Antwerpen du 1916 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes