De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk

931 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 26 Janvrier. De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk. Accès à 19 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/599z030t3r/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

■perde Jaargang. Nr 4. 26 Januari 1918. Prijs : 10 cen.îiemen. Derde Jaargang, Nr 4. — 26 Januari i§i8. DE EENDRACHT ! rijs per Jaargang fr. 5.20 a » drie maanden » i.3o Weekblad voor het Vlaamsche VoHc Redaktie en Bureel : Prinsesstraat, 16, ANTWERPEN. VLAANDEREN'S ZEIFSTANDIGHBID IBRUSSEL 19 Januari. (Centraal aamsch Persbureau). Overeen-mstig de doeleinden aangegeven zijn eerste manifest, een jaar leden verschenen, heeft de Raad n Vlaanderen, in zijn alge-eene vergadering van §2 Decem-r 1917, plechtig en éénparig aanderen's volledige zelfstan-gheid besloten. [ngevolge dezè verklaring legt : Raad van Vlaanderen het andaat neer, hem door den laanischen Landdag van 4. Fe-ruari 19 U7 toevertrouwd, en zal ch aan een nieuwe verkiezing iderwerpen, die het Vlaams«he )lk gelegenheid moet verschaf-n, zijn wil nopens dit besluit in den Raad uit te drukken. De Commissie van gevolmachtigden : » Voorzitter : Prof. D'. P. TACK. gemeen Secretaris : A. BRUS. ritenlandsche Zaken : Prof. Ml A. T. M. JONCKX. nnenlandsche Zaken : Prof. Mr. K. HEYNDERICKX M»fbouw en Openbare Werken : Prof. T. VERNIEUWE. SVetenschappen en Kunsten : Prof. Dr. J. DE DECKER. lusticie : M''. F. HEUVELMANS. 'inanciën L. MEERT. s'ijverhcid en Arbeid : Dr. K; VERHEES. S'ationaal Verweer : Dr. Aug. BORMS. Posterijen, Telegrafen en Zeewezen : Prof. F. BRULEZ. Het Bureau van den Raad van Vlaanderen : De Secretarissen : J. VAN DEN BROECK en Prof. Mr Alfons-Rosa VAN ROY. Voorzitter : Prof. Dr W. DE VREEZE. De Ondervoorzitters : Dr R. DE CLERCQ. en Prof. Dr J. DE KEERSMAECKER. Kwestor : L. MASFRANCKS. * * * ivlet de dag van 22 December 1917 begon een nieuw tijdvak in cle geschiedenis van het Vlaamsche voile : Zelfstandig Vlaanderen ! Na Pofen, na Lithauen, Fin-land, Oekranië, nu 00k Vlaanderen.Wie het wezen der Vlaamsche beweging en hare historische ontwikkeling kent, wist dat het komen moest, en de leiders van het Vlaamsche volk, die de Raad van Vlaanderen vormen, waren beneden hun taak gebleven, had-den zij het gunstig oogenblik niet benuttigd om de politieke zelfstan-digheid van Vlaanderen uit te roepen. Hulde en dank aan de 76 leden van den Raad van Vlaanderen, die, in voile onafhanke-lijkheid en met het fiere bewust-zijn van hun plicht tegenover hun volk, onze politieke zelfstandig-heid hebben gesticht. Dat het Vlaamsche volk, zich thans waardig toone een vrij volk te herworden en, in eendracht sterk, met krachtigen wil door politieke zelfstandigheid zijn kultureele en ekonomische grootheid bewerke. Leve \elfstandig Vlaanderen ! De Eendracht. frwtsr tfan der Meulenfcnds. JNSCHRIJVING looi- de zorgen van het woekblad ,,De Eendracht". le LIJSST — 26-1-18 A'eekbiad «De Eendracht». 23.00 iVaar blijft de protestatie van Zijne Emi-nentie ti-gen den wil der Entente om den j Paus aile vredeswerking onmogelijk te maken ? Een onderpastoor. 2 5o Jit Thienen. De Raad van Zeven met kenspreuk « Spreek wat waar is ». 8.75 Jit Cumptich. 5.00 )pdat de noodkreet uit Cézembre 00k in 't Hageiand verstaan worde G 25 )p at Klupke daar ginder 00k degelijk Vlaamsch prop igandawerk vtrrichte, 1.23 -it Halle-Boyenhoven. • 2.5o fteg met Hymans ! die het bewind van het land schijnt in handen te nemen en in de Kamer van Voîksvertegen-ivoordigers voor een Vlaamsche Hooge-scliool maar één woord kende : < la flamandisation, jamais! > St-Genesiu,>-Rhodç. ' 2.30- tondgehaald op een avondfeesîje ^an den tooneelkring « Voor Taal en Kunst » te Rumpst, uit hu'de aan den Vlaim-schen strijder en lijder van Cézembre.. 7.30 fr. 6 i.o5 N.-B. De giften zijn dus voortaan enkel te tonen op de Postchekrekening van het week-ilad « De Eendracht», met dringend verzoek chter er per bnef of postka'irt onmiddellijk tennis van te geven aan het bureel van dit 'lad, voor kontrool en ten einde misvers'and ' verwâiriug te voorkomen, ^ — tt»- -t-tmr? DE BETEEKENIS. Het communiqué dat op 19 dezer van le Raad van Vla'anderen uitging, heeft tellig niet het gebrek te veelzeggend 'f te bombastisch te zijn. Zoo beknopt n zoo eenvoudig mogelijk wordt daarin et Vlaamsche Volk kond gedaan dat e R. v. VI. in zijne voortaan historische iiting van 22 Decetnber 1917 plechtig n bij eenparigheid van stemmen de s'fstandigheid van Vlaanderen besloot. * . . Welke beteekenis is nu aan het woord zelfstandigheid te hephten? Wildit zeggen: de staat Vlaanderen ? De lezers van « De Eendracht » die zich de artikels herinneren die ik in de laatste weken schreef betrekkelijk de politieke zelfstandigheid, weten welk de zin is van het woord Staat of Staatswezen. De Staat Vlaanderen kan worden opgevat als "Soevereine Staat, geheel los van Wallonie, met volledige uitschakeling van het begrip België. Maar de Staat Vlaanderen kan 00k in een vrijwillige of door de vredeskonferentie opgelegde statenverbinding treden met Wallonie, onder de gemeenschappelijke naam België en onder één kroon (in casu Koning Albrecht) ; die verbindmg kan enger of wijder worden gemaakt naar gelang meer of minder belangen gemeenschappelijk beheerd worden. Dit ailes is de toekomst voorbehouden. Op dit oogenblik zegt de uitroeping van Vlaanderen's zelfstandigheid mets meer dan dat Vlaanderen voortaan een staat zal vormen naar binnen, met eigen wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht, onafgezieri de vraag of deze staat naar buiten optreden zal als geheel Soe-verein en onafhankelijk, ofwel <jn een statenverbinding met Wallonie, onder de gemeenschappelijke benaming van België, zal vastgelegd worden. Beide oplossingen vinden principiëele aarîhangers in de R. v. VI. ; de eerste oplossing is het essentiëel programma-punf van de Jong-VJamingen; de tweede wordt hoofdzakelijk voorgestaan door de andere groepen. Door vertegenwoordi-gers van de tweede richting is dan 00k bij de stemmingen uitdrukkelijk bépaald geworden dat de uitroeping onzer zelfT standigheid niet mocht uitgelegd worden in Jong-Vlaamschen zin, als zou dit de staat Vlaanderen los van België en de vervallenverklaring van ons vorstenbuis beduiden. In die omstandigheden meenen wij dat aile Vlamingen de uitroeping onzer ! , zelfstandigheid kunneh en moelen bijtre-| den. Vlaanderen's loi:■ is aan den afloop ] van den ô.oriog verUonden, zeer zeker, maar in laatsten irtn - g^zal het van den eendrachtigen, wil • :in het .Vlaaiïische ; Volk afhangen of wy de 00 dit oogenblik verworven zeîfs'thndigheid ztillen I behoaJen. WiLFRIED. flaamschg'ozindlieid, een Gewetenszaak. m Thans knnnen we gerust den negatieven kant onzer beschouwingeii apnvangen «m nogmaals , tôt lezelfde slotsoni. \e komen, namelijk dat ; een bev?Liste Vlatmng in geweten moef meedoen aan Vlaamsche wei Tng, zij deze nu 00k in breeden zîn opgenomen. Wie Ledegancks ■ Dne Zustersteden » gele-I zen en alzijdig bestudeei'd heeft, zal wellicht in de volgende regelen weinig of geen nieuws vinden. Wat we daar in « Gejit > te hooren krijgen, kan gereedelijk aldus sainengevat worden: Geen rijker kroon. dan eigen*hoon; 't gezond verstand en de ondervinding leeren ons dat een volk - hier 't Vlaamsche volk --onder de heerschappij van vreemde beschaving, zijn ondergang te gemoet loopt ; doordien het zijn eigen aard verzwakt, bederft het zijn heele wezen en ziet aldus af van de beste "bron van stoffelijken en zedelijken voor?poed. " Kortom met den dichter : « Want die geen onheil ziet in laffe baslaardij Is veil voor vlek en schand', en' rijp voor [slavernij. » Rovenstaande atelling geldt allient voor ieder volk en voor elken vreemden invloed, den ! eigen aard vijandig. Wat ons betreft, valt hier alleen de Fransche beschaving met haar zal-venden (?) invloed te beschouwen. Zonder vrees 1 van ernstige tegenspraak mag en moet ieder. ' bevoegde erkennen dat de Fransche invloed ons VMaamsch volksvvezen erg aantast, zoowel in zijn geestelijke als ir^ zijn godsdienstige j uitingen. Dat Fransche en Vkiamsche geaardheid van huis uit wïjd uiteenloopen behoeft wel geen groot bewijs, gezien het iedereen bekend is hoe scherp de tegenstelling altijd geblaven is tussehen de Latijnsche en d«_ Germaansche beschaving. Wij, Vlamingen van den blonden Germaanschen stam, mît onzen zin naar wer-kelijkheid en ernst, steken erg- af bij 't licht-zinnig'e Zuiden, dat zich veelal aan bloote vormen en uiterlijkheden hecht. Daarbij komt dan dat de Fransche beschaving door da tijden heen doorgaans zich van ons afvvijkend zoo niet ons tegenstrijdig heeft ontwikkeling, zoodat daardoor beide volkeren, de Franschen en de Vlamingen, nooit een ware sympathie voor elkaar konden opvatten. Nu dat was maar best 00k in 't belang vooral der Vlamingen, want anders ware reeds lang ■ ons Vlaanderen door de ôpslorpingsliefde der Franschen van de kaart verdwenen. Dat zulks voor ons een groote ramp zou beteekenen blijkt alleen uit het feit dat het Frankrijk vàn thans ons katholieke Vlaamsche volk niet veel deugdelijks zou kunnen aanbieden. Wat is er, in Vlaamsch opzicht, geworden van Fransch VlaaudÉren anders dan een streek van ver-achtering en onvruchtbare vermuilezeling ? En wat den godsdienst en de zeden betreft, God spare ons van den verschroeiendeft lucht uit de «ville-lumière»! Zei niet onze kranige voorvechter Dr juliaan Delbeke zaliger, in voile kamer dat « de Fransche beschaving het voertuig is van het zedenbederf ? » Waarlijk ons Vlaanderen, hoe ruw en verachterd het 00k totnogtoe was, heeft onzen Zuiderbuur luttel weinig te benijden in opzicht van beschaving. Voor aile ontwikkelde Vlamingen geldt het schier als een axiorna dat « civilisation latine » het onfeilbare etiket is voor zedelooze ware, waarvoor men zich dus heeft in aclit te nemen. Nogmaals achten wij ons dus in geweten verplicht tôt werkzame Vlaamschgezindheid, zoo wij, als Vlamingen en als CJaristenen, den.verderflijken vloed der latijnsche beschaving willen te keer gaan E« zeggen dat dnze stiefmoederlijke regeèring, van af i83o met welg'evallen heeft nedergezien op ellce uiting van Fransche beschaving in ons eigen land; meer nog dat zij die stelselmatig en geweten-loos heeft gesteund en helpen verspreiden zoodat zij broeinesten van Fransche beschaving — als de Fransche Gentsche hoogeschool — tôt in :t hart van Vlaanderen wist te hand-liaven, spijts het herhaald protest van aile denkende Vlamingen. En als een verwaten Maeterlinck de wereld verkondigde dat de Vlaamsche dutsen hun bloed vergoten aan de Yzer terwille der Latijnsche beschaving, dan nog moesten wij het maar slikken ! Al wat in Vlaanderen macht en aanzien lieeft schijnt koud en ongevoelig aan de stem van 't Vlaamsch geweten en zou zelfs ons, plichtbewuste Vlamingen, thans meer nog dan vroeger het zwijgen willen opleggen uit naam — God ver-geve 't hun — eener huichelachtige vaderlands-liefde, waarin Vlaanderennatuurlijkniet mèetelt! Neen ! spijts den Godsvrede — die in 't ander kamp nooit bestond, — meenen wij steeds een daadwerkelijke liefde voor Vlaanderen te moe-ten koesteren en ailes te moeten weeren wat eenigszins den Franschen invloed bevordert. Die gewetenszaak aldus theoretisch gestaafd zijnde zal ieder Vlaming moeten inzien dat het hier een zedelijke vraag geldt, die ons dagelijksch leven moet-bezielen. Vooral tegenover ons volk, dat niet altijd zijn echte wel-doeners erkennen kan, hebben wij, ontwikkelden, een zware plicht te ver"vullen van voorlichting en dit zoowel uit welbegrepen naastenliefde als uit maatschappelijk gevoelen.' Merken wij hierbij op dat werkdadige Vlaamschgezindheid als gewetenszaak tevens een levensvraag is voor ons volk en boven : • ~ ^ " ~ 34 aile tijdsomstandigheden staat. Dionvolgens mag zij, in hoofd^aak, 00k thans niet over 't hoofd gezien worden. Oprechte liefde tôt Vlaanderen vergt steeds daden, alhoewel deze naar gelang der personen en der omstandigheden kunnen verschillen ; maar daden vergt zij ontegensprekelijk, gezien de mogelijkheid^ daartoe gegeven wordt. Geen vrees voor nrs verstand bij eigen volk, geen overdreven zorg voor stoffelijke voordeelen of andere beschou-wingen mogen ons, standv'.amingen, tegen-houden. Immers een echte Vlaming' zal, zelfs niet om een mogelijke overwinning der lieve bondgenooten, een enkel oogenblik laten zijn Vlaanderen te beiTiinnen 00k met daden. Vlaanderen blijft ons meer lief en heeft meer recht op onze trouw to.tterdood dan eenig ander land op de wereld. LEGlO. •C»7ic -jases: i Bitooiiag irais laïa. Ulerelei ¥80f M ISliMÉ. De boetstraffelijkç rechtbank van Antwcrpen heeft uitspraak gedaan in het procès ingespan-nen tegeyn de betoogers die op 16 September 1.1. Kard. Mercier uitjouwden v<56r de St-.loriskerk. De vijf beschuldigden werden met ongewone strei>gheid gesiraft, n. m. ieder met 3 maanden gevang en 26 frank boete, onvoorwaardelijk alhoewel geen van. hen vroeger veroordeeld was geworden. Wij hebben ons destijds onthouden melding te màken van dit voorval, omdat wij het de moeite niet waard achtten ons 't zij in goed-'t zij in afkeurenden zin uit te laten over het feit dat eenige jonge lieden door roepen en fluiten hunne gevoelens gelucht hebben. Wij hebben b.v. de « XXme Siècle » van voor den oorlog niet willen navolgen, die de 5oo Leuvensche"katholieke studenten goedkeurde, die opzettelijk van Leuven naar Mechelen reisden om er onder de vensters van het aarts-biss«hoppelijk paleis « A bas le Cardinal te roepen. Maar dit waren toen geen aktivisten en de Kardinaal, in plaats van ze aan het gerecht over te leveren, gewaardigde zich ze toe te spreken, tôt kalmte aan te manen en hunne grieven te aanhoorens Nu heeft het gerecht uitspraak gedaan, eene uitspraak die door politieke hartstochten ingege-ven werd en daarom diep te betreuren is. Het houdt geen stuk te beweren dat Kard. Mercier gesmaad werd als priester in de uit-oefening zijner bediening. De godsdienstige oefening' had plaats in de kerk, niet op de straat, en de alomaanwezige bende « Vive le Cardinal ». roepers, die de betooging waren begonnen, hadden evenmin de ernst en de waardigheid van de godsdienstige plechtigheid op het 00g. Wanneer tegen de Kardinaal betoogd is geworden dan werd hij niet in zijne hoeda-nigheid van priester en bisschop getroffe»-, • maar als politiek man, die misbruik maakt van zijn geestelijk gezag om — Waalsch bisschop van een Vlaamsch bisdom — zijne geestelijken en geloovigen in hùnne innigste vaderlandsche gevoelens te grieven en te onder-driftken.f Vooral na het willeke.urig optreden van-het Helgisch gerecht, is het te vreezer. dat zulke beto.ogingen zich in de toekomst nog meer zullen voordoen. KRONIJK uit l*l!i'S>i;i. Alfred N. Delamiois. Ik heb no'oit de gelegenheid gehad, ievers een uitgebreid opstel over Delaunois te schrijven, Daar heeft niemand lets aan verloren, wel te verstaan. Maar toch is de tentoonstelling van dezen schilder in de Snej ersgalerij, inij een voor-wendsel en de opene plaats in de l'.endracht mij eene prachtige gelegenheid om het nu eens te doen. Is er overigens, gesch kter plaats te vinden, om een hulde te brengen aan dezen bij u tstek godsdienst'gen kunstenaar en vol-bloed Vlaming die Delaunois is, dan in het blad der Katholieke flaminganten. Delaunois is nu zonder twijfel de grootste godsd enstige en my>t eke schildei Hij is" een der ze dzame kunstenaars die katholiek voek-n en dat gevoel gaaf weergeven. Dat is hij in al z'n werken. Zoowel m de landschappen, de portretten als in de kerkinterieurs en de kap :1-hoekjes. Want laat voorop zijn aangemerkt, dat met het onderwerp godsdienstig ol profaan is, maai wel het gevoel waarmee het geschil-derd wi.rd, en dat er in ligt uitgedrukt. Dat 'n mandonna of 11 autaar met heel ongods-dienstige ziel kan gçschilderd • wordei^ terwijl e^n "boom een luchtlapje of een veldbarm met een diep-heilig gevoe! en innige my. ticiteit ' kunnen afgebeeUl zijn. Dat gevoel, bij Delaunois is er niet opper- v vlakkig, het is er als ingedrenkt, ingebrand, dat katholiek zijn en voelen is de quintessence zeif van het heel werk. Gee-i enke: kunstenaar heeft zqo hevig, zoo zuiver en zoo spor.taan eerlïjk dat w nderbare, heilige gevoel van Gods" aanwezigheid gegeven. Het onzichtbare trilt er voor ons en de wondere" occulte machten. Dat Keeft in het licht, dat leeft in de kleûren, dat ligt in de vormen, dat hangt i-n de lucht. Bezie z'n Sint Peeterskerk en de kapellen Z'n ziel heeft zich doordrongen van de innige kalmte en de sehoone praclit van die heilige -oningen. Hij heeft ze ons gegeven als de avond aan 't gebeuren is, de beuken, de gewelven en bogen zijn volgepropt van scha-duwen en reuken levers tussehen de pijlers ziet men den bleeken doodstrijd van e~n was-kaars. Dan zijn die ouwe, ouwe kerken zoo vol van eene zalvende, rust en en een gezegende geheimzinnigneid. -Dat is het uur dat de bei-ligen roeren in de nissen, dat de steenen spreken en de stoelen zuchten. Of hij geeft ons het koor vol wemelend goud van kazuivels, en blauw van wierook. De zon breekt glprieus door de ramen, valt gezift, als ■z . 35 geidealiceerd, in breede talken, door het kerk-schip. Dan hoort ge den storm van de orgel-tonen in de tr oml der gloria's. Neem z'n Begijnhoven. Daar heeft men de ka'mte en het vrêdigc leven. De lucht is gemaakt van gebeden en w'ees gegroeten. Het begijiitje leeiV er h <ar simp^l en heilig leventje. Neem de kloosters, die a s burcht 11 staan van geloof en rede d-8 geestes en des harten ttgen de wereld en den -, uivel; Dèlauno:s is waarlijk een groote psycholoog d< r dingen, Hij kent liet karakter aer dingen, hij is tôt daar doorgedrongen Maar hij geeft 00k z'n eigen geve len, z'n eigen wezen aan al.es rond hem. Hij doet de stiite spreken, hij beziet de natuur als een irenschengezicht, de aarde heefi een ziel en de elementen zijn als hartstochten. Nog strenger is hij nogthans in menschelijke zielkunde Z'n momkkengalerij is een wonder van scher.pzinnigheid en kunst. Ik denk op Verhaerens' Môin'es lk heb den Moines doux gezien, en de Mo ne fanatique, de Moine guerrier en de Moine pacifique. Maar Delaunois ziet ze naïever en kristelijker. Hij heeft bespied, net eerbied en ontzag, de ernstige geslotenheid dier dunne lippen, de bleeke hoekigheid van die asketengezichten en de breede voorhook'en waar zooveel droomen zijn ingemuurd Hij ziet ze gedrapeerd in den rijkdom dei weel ierige p!oo;en en dat is uiterst dekoratief. In de boeren en kinder portretten veropçn-baart zich eene andere zijde van z'n rijk talent. In enkele trekken geeft hij ons karakter, atavisme van een heel ras Z'n landschappen hield ik voor 't laatst. Ze zijn niet het min goed Het zijn brokken van het monastiek land rond Leuven. De velden liggen in li^uvelen vet omgeploegd. Hier en daar boon en in trossen naast een dtepen veldweg. Daar is een vastheid in die ronde vormen va gloeiingen en barmen. al was het zoo gescha-pen. Dat is nog middeleeuv.-achtig Zoo was 'het na den zondvloed. Dat is de aarde die Gods wonderen vertelt De geest van Ruysbroeck en van de monnikken en heihgen waart er nog. Als een fatum hangen de u:hten en wolken over dat fatale eeuwige land In Delaunois doeken. stormen ze als Walkurische gedrochten titanische gewelden die ailes voortzweepen zoodat de huizekens als beven en de trotsche boom-n bukken. Aïs men dat ^iet voelt men z ch klein, mierig. En dat juist w'1 Dekunois ons geven, We zijn niets. God is overmachtig. Z'n landen zijn 'ls uit den bijbel, land van " profeten. Maar hij heeft er 00k waar het zoo kalm is als een vijver. Daar zingt een blijdschap van leven in. een vreugde van bestaan, een dank om God die 't al gaf. Zijn boomen moeten opgemerkt worden Is het omdat hun kruinen vol schaduwen hangen, of omdat ze uit den schoot der aarde komen uit de onzichtbare kiem, ik weet niet, maar, er zit een wonder in die boomen,. ze zijn wezens die leven en ademen en vele dingen weten. Zijn metier is danig psrsoonHjk en verscheiden. Er wordt op gezwoegd met een wil en een vastberadenheicl die verbnzen in deze tijden van halfbakkenheid D kwijls is z'n techniek grof, wild, is het kloek, gezond, barbaarseh, dan weer fijn-tintig zacht en zoet. Om mode qf fantasie geeft zulke kunst niet. Die staat buiten en boven aile mode en grillen. Die zal blijven voor goed als zijnde het geniaal werk van een echte Vla-imsch-katholiek kunstenaar, van een gevoelig dichter, een scherp zielkundige en een krachtige en formidabele techniekkenner. A. F. ry~. : ' ■ - ■*■<- • - -.—a:. ■■ ni Een Activistisch l^Ichtje. Beste Neef, Den eersten Zondag der Kerstmisvacantie kom ik naar Ko^elaer. Lief Neef je jk ben van u niet benauwd ! On^e laatste onderhandeling heeft mij tien voet dieper in mij» vlaamsche koppigheid geworteld ! Ik voel mij foo sterk als de Heilige Çatharina voor de philosofen van Alexandrie.! Een hartelijk kusje, indien gij 't nog wilt, van un> 'Vlaamsch activistisch^ nichtje. Emma. lozef vrong het fijne briefje tussehen zijn vingeren. — Lief Nichtje! sprak hij ; waar naar toe ! Zullen wij nog een soepeetje hebben gelijk verleden keer bij mijnheer Pastoor ! Wat heeft het daar gestoven ! Wat hebben fr « Madame la Chateleine et son fils Karlo » en in hun naam al de fransche haantjes van gekregen ! Nichtje, ik bewonder u Bijna ! Afgebrokeh heeft ze met « Le Chateau » en zijnen franschen tralala ! « Comment en' un plomb vil l'or pur s'est-il changé ? » zegde « Monsieur Karlo » kort daarna aan M. Pastoor ! En nu komt ze ! Jos, op uw hoede ! Straks maakt ze van u nog een activist of... een duitscher ! Daar zit het lieve paar in 't pronkkamertje, bij het vuur. Emma praat getrouwvol, haar schellebellestemmeke heeft îets vastberaden, haar oogjes staren kalm trots op Jos, die onder een rotsvaste zekerheid iets beteuterd verbergt. — Zeg, Jos, ik zal het u maar vlak af zeggen; overtuiging genoeg, maar gij durfj; niet ! — Zij had de snaar geraakt ! Jos sprong recht. Wat ! Ik en durf niet ! Emma, zoo ik denk, handel ik ! Duitsch denk ik niet en duitsch zal fk no'oit handelen ! — Bedaar u Jos, en de lieve deerne duwde heel liefjes, den wat vergramde jongeling op zijn stoel, dus, ging ze voort, de gedachten zijn nog niet helder ? — Hemelfiei, sprak Jos. weer kalm geworden, heeft dat vrouwvolkje pretentie ! Zonne klare gedachten willen ophelderen, met eenige beuzelarijen gevischt uit a De Eendracht », « De Gazet van Brussel » en andere duitsch-gçzinde"kranten ! Nichtje lief wat ik u op aile wijzen gezegd heb, blijft : « Het is de gepaste tijd niet ! » En daar begon de lieve meid, die voor regente

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Antwerpen du 1916 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes