De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk

1370 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 10 Mars. De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk. Accès à 19 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/js9h41md6j/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

I Eerste Jaargan^ g, Nr 28. — 10 Maart 1917. Prijs : 10 centiemen. Eerste Jaargang, Nr 28. — 10 Maart 1917. Weekblad voor lie! Vlaamsche Volk ABONNEMENTSPRIJS : Een jaar fr. 5.20 Zes maanden .... » 2.60 Drie maanden .... » 1.30 Geene abonnenten worden aangenomen die niet op voorhand ;t bedrag hunner insehrijving laten geworden. BUREELEN; Voor het Generaal Gouvernement : Prinsesstraat, 16, ANTWERPEN. Voor het Etappen- en Operatiegebied : 8, Huurdochterstrfc :t, GENT. Postchekrekening Nr 8G. AANKOND1GINGEN : Prijs naar overeenkomst. Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Geene handschriften worden teruggezonden. boekbespreking : Het toezenden van één boek of schrift geeft echt op vermelding ; twee exemplaren, op bespreking. IVLAANDREN TWEETALIG ? I « Zuid-Nederlamd was van af de mid-■deleeuwen eene tweetalige streek vrijwel lin den zelfden aard als nu nog »; dat lis eene stelling die meermaals vooruit-Igezet wordt — o. a. door hh. profes- ■ soren Kurth en Pirenne — en waarop ■men grondvest wat men « het historisch ■recht der Fransche taal in Vlaandren» ■ noemt. • ■ Die stelling en dat historisch recht ■ wierden al menigmaal tegengesproken en ■wel 0. a. in de wekelijksche kronijken ■ van Joost (Handelsblad van Antwerpen) ■ en in eene b&langrijke brochuur van ' BDr D. A. Stracke S. J. met titcl : ■ Was Vlaandren altijd tweetalig als nu ?(i) • ■Pater stracke toont ons den adel en de ■hoogere standen van vroeger luisterend . ■ naar de tooneelvoorstellingen in de lezui- - ■ tencollegies, negtnmaal op tien in het ■ Niderlandsch gegeven, en naar de ser-Hmonen der Paters, in het Nederlandsch ■ predikende, in heel hunne Dietsche pro-Mrincie. met inbegrip van Fransch Vlaan-■Jren, tôt Cassel en Duinkerken totv--I VVij hebben eens willen onderzoeken ■hoe het er toeging, onder oogpunt van ■taalgebruik in de rechterlijke wereld van ■vroegere eeuweri ; daar 00k was mis-■schien wel eene bewijsreden te vinden ■ tegen de stelling Kurth-Pirenne en Cie. ■ Een volledig overzicht onzer oude wet-■boeken^de Costuymen van Vlaanderen ., H en de Placcaerten. 't was een dor sta-■tistiekwerk, maar 't kon ons niet af- - ■schrikken, en 't loonde wel onze moeite, ■ met ons klaar te bewijzen dat de rech- - ■terlijke wereld van Oud-Vlaandren door - Ben door Vlaamsch was. De «costuymen» vooreerst. Men weet ■ dat eeuwenlang wij hier geene andere Ugeschreven wet hadden dan het Romein- . Hsche recht. De legum omnium mater, ■zooals men dit recht noemde was wel - H niet overheerschend in wetgeving en ■rechtspraak maar het gebruikelijk recht ■dagelijks toegepast was niet geboekt. ■ Het bleef lang ongeschreven, en de ken-Bnis ervan leefde enkel voort in de over- . ■levering. Later moesten op bevel der ■graven, de hoofdcolieges der verschillige ■steden, landen en casselarijen elk hun Bsigen gebruikelijk recht in geschrift stel-De geschriflen wierden verzameld ■onder den naam van » costumen van ■ Waendren » en 't is aldus dat zij ons 1. Htakend zijn. De b#ste uitgaaf derzelfde ■ m. i. de f° van 1664. Welnu neem l. Bdie in hand en dadelijk blijkt het u dat [- Bonze oude vierscharen, heel Vlaandren ■ door, zoo ter stede als ter dorpe. uit-). siuitelijk de Vlaamsche taal gebruikten. 1. Het is immers niet aannemelijk dat zi] 1. de « codificatie » vao hun recht in eene andere dan hunnu dagelijks gebruikte taal zouden geschreven hebben. De wnige Fransche teksten zijn die van eenige casselaryen en steden van Fransch Vlaandren en van de zoogenaamde «con 1. cessions Carolines » van eenige groote steden. Doch dan dient daarbij opge-s- Derkt dat zelfs in Fransch-Vlaanderen. °f wat wij althans nu zoo noemen, dt 1. streken van Cassel. Belle en St Winocx-^erghen ook nog Vlaamsch recht spraken: e. van den anderen kant dat de «conces sions Carolines 0 uitgingen van der n- Keizcr, niet van de vierscharen en da< (!) In den boekhandel Veritas, Courtin. Kip M°rp, Antwerpen. ri. I 07S hun Fransche tekst dus niets bewijst tegen onze stelling : in heel Vlaandren was de gebruikelijke rechtspraak Vlaamsch. Wat nu de Placcaerten betreft, dôôr-bladert men de 15 groote 4" deelen der volledige uitgaaf dezer decreten dan is de eerste indruk dat die stukken wel voor een tweetalig land bestemd waren ; 't is eene bonté mengeling van ailes dooreen, 2320 documenten waarvan 1250 Vlaamsche, 1021 Fransche, 30 in beide talen, 17 Latijnsche en 2 Spaansche. Maar bemerken wij vooreerst dat er geene spraak kan geweest zijn van twee-taligheid, zooals wij dat nu verstaan, 't is te zeggen uitgaaf der tpksten in twee talen, de eene neven de andere, zooals in de laatste jaren, in ons Staatsblad, bijvoorbeeld. .Zulk vertalingstelsel moet doen veronderstellen dat een deel der bevolking deze, een ander deel geene taal alleen machtig is ol doorgaans ge-gebruikt. Van onze oude placcaerten zijn er op de 2320 maar 30 m twee talen uitgegeven, waaruit te besluiten dat rechtsgeleerden en alwie met die teksten moesten orngaan, wel de twee talen evengelijk machtig waren : de wet-gever de eene of de andere onverschillig-lijk gebruikende — En zoo blijkt het dadelijk dat ons volk tweetalig was doch in den zin van : de twee taies gelijk machtig. Dat blijkt nog eens te meer als men wil nagaan welke stukken vooral in het Vlaamsch, welke andere vooral in het Fransch wierden opgesteld. — Wij laten eerst terzijde de eenige Latijnsche, 't zijn verordeningen uitgaande van de geeste-lijke overheid, wier gebruikelijke taal die was der kerk ; of vredestractaten ge-sloten tusschen verschillige mogendheden in de taal der hoogergeleerden ,de Latijnsche wereldtaal — Wij laten verder ook on-verlet ruim twee honderd stukken die geene eigenlijke decreten zijn, doch enkel toezendingsbrieven, verklaringcn over in voegetreden van keizerlijke voorschriften, of herinneringen aan dezelfde enz. Dan blijven er te onderzoeken 1160 Vlaamsche en 915 Fransche stukken. Verreweg het grootste deel dezer placcaerten zijn piinselijke verordeningen, een zeker aantal toch, een honderdtal onge-veer, gaan uit van'den Raad van Vlaandren, ons opperste plaatselijk gerechtshof, of zijn tractaten tusschen onze steden gesloten onder den naam van «Haiise-brieven ». De eerste regelen meestal t de maniéré van procederen voor het Hof » of onderrichten over de toepassing van Keizerlijke decreten, de tweede handelen meest over het burger- of pooterschaf in onze Vlaamsche gemeenten. Welnu aile deze stukken, één enkel uitgezonderd zijn in het Vlaamsch opgesteld ; zoodai wij mogen vaststeller dat onze plaatse-lijke besturen en rechtbanken uitsluitelijk de moedertaal gebruikten, ja, dat ook ons hoogste gerechtshof dit deed, of dat ter minste de Vlaamsche taal uitsluitelijk hare ambtelijke taal was. de taal harei verordeningen. De Raad van Vlaanderer stelde dus wel op prijs het groote « privilégié » onzer voorvaders uitsluitelijk ir eigen taal •> berecht » te worden. Meermaals verklaarde de Raad het uitdruk kelijk in vonnissen en decreten. Om ei i terloops maar één voorbeeld van aan t( 1 halen : in een geding- tusschen de steder Aalst en Geeraardsbergen eenerzijds. er Audensurde anderzijds, in 1407, ver | OT.) klaarde de Raad uitdrukkelijk « dat men gheenen walschen mandemente obedijeren en soude » ('). Onze prinsen die nochtans op hunne inhuldiging de oude privilegien des lands bezworen en namelijk art. 8 der Blijde Inkomsten. luidende : Item dat aile brieven, opene ende gesl tene, die men voortane in onzen raede van onzen weghen verleenen ende uytseynden sal, het waer voor ons cf ter versuecke van der partyen, expedie-en ende uit-seynden sal in sulcke taele als men spreeckt ter plaetsen, daer die gheson- den sullen worden» (2) — onze prinsen integendeel schijnen onverschilliglijk de eene of de andere » taal te hebben gebruikt voor hunne <> placcacten o « ordonn. ntiën » enz. De eene of de andere, lef wel, niet de eene en de andere. nooit een stuk in twee talen, zooals in ons modem ge-bruik. Zij wisten dus wel dat onze magistraten, onze Vlaamsche ambtenaars, ofschoon zij zich bij Bestuur en Ge-recht uitsluitelijk van hunne eigene taal bedienden. ook de Frantche taal mach-ug waren. Men bedenke ôverigens dat vele dezer ordonnantiën niet alleen rot het Vlaamschsprekende gèdeelte van hunne Staten gericht waren, maar in 't algemeen tôt aile hunne, ook Waalsch-sprekende onderdanen. Het vvare eens na te gaan — iets waar wij nu vooi het oogenblik geene ge-legenheid toe hebben — of in 3e Placcaerten verzamelingen van Waalsche stre-ken, als bijvoorbeeld Henegouwen en Namen ook Vlaamsche teksten voor-komen zonder vertaling bij, even als onvenaalde Fransche teksten in de Placcaerten van Vlaandren. Ware het zoo dan zouden wij moeten denken dat aile Belgische ambtenaren tweetalig — of 't ware misschien beter gezegd tweetalen-kundig — waren. Vele prinselijke bevelen waren immers van algemeene toepassing voor aile onze graalschappen hertogdommen, enz. en derhalve tôt aile gericht : zoodat men die tevens in de Placcaerten van Vlaandren en in die van Brabant lezen kan, en ik vermoed ook wel in de wetboeken van andere streken. Men vindt nog dik-wijls in die uitgaven, of in afzonder-lijken druk ; « Tafels van'concordantie i 1 een soort bladwijzers, aanduidende waar I een zelfde t. placcaert» én in de Vlaamsche ! én in de Brabantsche verzameling te vinden is. Ailes samengenomen, zegden wij hoo-ger. komen er in de Placcaertenverza-meling 1160 Vlaamsche, 915 Fransche stukken v'oor die den naam van wet of bestuurlijke verordening zouden mogen dragen. Men zou die kunnen onder-scheiden in wetten en verordeningen van algemeen belang. Volgens onze rangschikking behooren 1489 tôt de eerste, 586 tî)t de tweede reeks. — Van de 1489 stukken van algemeen belang zijner 889 in Vlaamsche 600 in Fransche tekst uitgegeven, van de 586 van bij-zonder of plaatselijk belang integendeel, wat wel eenigzins wonder voorkomt — ' 315 in Fransche en matr 271 in Vlaamsche tekst. Groote verscheidenheid voor wat het taalgebruik betreft ten opzichte van i) zie Willeras Belgisch Muzeum 2 hoekd. bl. 292. C21 Anselmi Codex Belgicus II. bl 86 — ' Recueil des représentations 1787 vol I. bl. 60. o'J den inhoud : opmei kelijk is het dat uitsluitelijk Vlaamsch ziin aile verordeningen rakende den transport (het Vlaamsche belastingstelsel) de scheepvaart en de visscherij, de wegenis, de dijken en polders, de openbare gezondheid en — wat misschien zonderlinger voorkomt, als zijnde die decreten tôt Verschillige taalstreken gericht — brieven over de « mutuele vriendschap tusschen onze landen van herwaerts over » Uitsluitelijk in Franschen tekst komen enkel vôôr de « concessions Carolines » der groote steden. Al het overige wordt onverschilliglijk in eene of andere taa behandeld als zijn : het belastingstelsel op in- en uitvoer. het muntstelsel. de legerverordeningen, de hoogeschool van Leuven enz. enz. ook al wat de « proceduren » voor den Raad van Vlaandren betreft, ofschoon deze Raad, zooals wij hooger deden uitschijnen, uitsluiteiijk de Vlaamsche taal gebruikte. Vooraleer een besluit uit deze studie op ons oud Recht te trekken, moeten wij, in het voorbijg-ian, eene opwerping tegenspreken welke meermaals,doch meest door met zulke zaken weinig bekende personen, wordt vôorgebracht. Mag men, vragen zij, die oude Vlaamsche Rechts-taal wel Vlaamsch noemen ? er komen zooveel Fransche als Vlaamsche woorden in vôor.; de bastaardwoorden krioelen er in. — Bastaardwoorden ja, doch geene Fransche, of dan toch zoo weinig da het onbeduidend is. Latijnsche ja, door onze rechtsgeleerde die hun on erwijs in | het Latijn genoten en die zelfde Latijnsche | woorden zoowel in het Fransch als in het Vlaamsch spreken gebruikten, zoo-I danig dat de eene zoowel als de andere taal mocht onzuiver genoemd worden, doorgaans zelfs de Vlaamsche min dan de Fransche. wijl onze Vlaamsche rechtsgeleerden meestal nog neven het vreemde woord ook een zuiver Nederlandsch ge. bruikten, die aaneenkoppelendc met de verbinding a of te 1. Uit dit ailes nu besluiten wij kort en klaar : de gebruikelijke taal onzer oude rechtsgeleerden in Vlaandren was wel hunne eigene Vlaamsche taal. Dr jur. T. De Decker. ! Een Eerloosheid. Plaatsgebrek heett ons tôt heden verhinderd te handelen over een feit dat schier ongemerkt is voor-bijgegaan, alhoewel het in andere tijden een zoo hevige opschud-ding zou hebben verwekt dat bij velen het woord « eerloosheid » te zacht zou hebben geschenen om het te bestempeten. Wij bedoelen de uitgave door Maurice des Ombiaux van zijn werk « Fastes militaires belges ». Bleef hier in het bezette gebied de « slechte daad » van dien zon-derlingen vaderlander welke des Ombiaux heet, schier onbekend, in Engeland heeft zij van wege het orgaan van Volksvertegen-woordiger Van de Perre, « Stem uit België », een protest uitgeiokt dat ieder rechtgeaarde, wij 5«1 zeggen niet V'iaamschgezinde, noch Vlaming maar — Belg be-amen zal : Men zou den schrijver al eerst kunnen verwijten, schrijft « De Stem uit België dat hij de « Vlaamsche » geschic-denis ter zijde gelaten heeft, dan wanneer hij van « Fastes militaiies Belges » sprak. Maar wij jjzijn gewoon mannen als des Ombiaux te zien handelen alsof zij heel België kenden. Maar om erger dingen ben ik bitter gesternd. Dat eerste deel met zijn hoofdkapittel : « Au service de la première république », is voor een ruim part de ophemeling van de Sansculotten en van, naar de meening onzer Vlaamsche en Kempische voorouders en ja, ook Waalsche, dat deel der bevolking dat in den tijd der Fransche revolutie de horden der Koning-mooders vergrooten ging. Niemand is er mfeer gehaat, — uit geheel de geschiedenis, — in Vlaanderen, in het arme Klein Brabant en vooral in onze Kempen, — dan die beruchte p Hommes Nus » en hunne Sansculotsche'!,aanvoedei's. En dan maakt het boek den lof van Jardon, den beul der Brigands, aan wie het door de Republiek toevertrouwd was I onze Boeren, als Brigands, uit te roeien; die gezworen had onze Jongens uit te moorden te Diest ; die ook niet zonder schuld schijnt aan het in brand steken van Herentals. Waarom dat nu «en Belgische held wordt ? Omdat hij te Verviers geboren was. Zoo waren er ook \\ alen tusschen die Sansculotten. Wat weten wij goed en wat zijn wij gelukkig te weten, dat er geen enkele Kempenaar bij was 1 Onze Kempische dorpen hebben haast elk hun gedenkteeken van den Boeren-krijg. In de lijsten der Jongens, in 1798 op Van Dvck gevonden — en nu bewaard te Parijs — komen de familienamen voor van drie op de vier van de Kempische jongens die nu aan de IJzer staan. Zoo menigen hunner hebben hunne familie-namçn op de martelaarslijsten van Meche-len. van Herentals, van Hasselt ! Op ons Vlaamsch tooneel in de Kempen is er) geen bekender en geen gehater fîguur dan Jardon. August Snieders in « Onze Boeren a noeft den beul onzer grooivaders, den kerkeschender, den priesterjager en vrouwenonteerder, een roem toegeme-ten, waarvan eene herziene geschiedenis hem nog niet gezuiverd heeft. En nu komt men ons als helden op-disschen, wat daar stond : c Au service de la première République . Onze voorouders kunnen zich bedrogen hebben, maar die Republiek nam hun priesters mee naar La Rochelle en Cayenne — het Vlaamsche martelaarsboek is lijvig,— schond hun kerken en heihgdommen (de diefstal van het Ostensorium van Ton-gerloo, terug afgevochten door den aan-voeder der Brigands onzen Emmanuel Van Ganzen, «faste militaire campinoise», is kgendair in de Kempen), en fusilleerde degenen die « pro aris et focis » vochten. En onze voorouders, — Maurice des Ombiaux kan vinden dat zij zich bedrogen — vonden dat, dat verkeerd was van de Republiek, zooals er ten andere ook heel veel in Frankrijk dachten ! En die mannen van de Republiek tegen hun landgenooten uiigezonden, worden nu c fastes militaires belges » !

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Antwerpen du 1916 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes