De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk

1628 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 24 Fevrier. De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk. Accès à 29 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/tb0xp6wx9f/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Eerste Jaargang, Nr 26. — 24 Februari 1917. Prijs : 10 centiemen. Eerste Jaargang, Nr 26. — 24 Februari 1917. DE EENDRACHT Weekbiad voor het Viaamsche Volk ABONN EMENTSPRIJS : . Een jaar fr. 5.20 Zes maanden .... » 2.60 Drie maanden .... » 1.30 Geene abonnenten worden aarigenomen die niet op voorhaud het bedrag hunner inschrijving laten géworden. BUREELEN; Voor het Generaal Gouvernement : Prinsesstraat, 16, ANTWERPEN. Voor het Etappen- en Operatiegebied : 8, Huurdochterstraat. GENT. Postchekrekening Nr 86. AANKONDIGINGEN : Prijs naar overeenkomst. Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Geerie handschriften worden tçruggezonden. BOEKBESPREKING : Fict toezenden van één bock of schrift gee recht op vermelding ; twee exemplaren, op bespreking. 537 Brussel en de VlaamsoJhp, Rpwpffiîio- « We zouden er over kantien penne-1 twisteri of Brussel voor ons, Vlamingen, » al of niet verloren is of wij Brussel > zullen behouden. Laat enkelen het 1 gelooven om den voortdurenden aan-» groei van buiten, laat anderen het » betwijfelen omdat Brussel jjvôôr ailes » de officieele stad is ; allen tocb zullen 1 we er meê instemmen dat wij veel » kunnen en zullen herwinnen en vooral 3 dat wij er veel voor onzen Vlaam-» schen stam te vrijwaren hebben en te » behouden. » Aldus las ik in nummer 28 van den 6e jaargang (1911) van «Hooger®Leven'>, het degelijke weekbiad voor ontwik-kelde Vlamingen van voor den oorlog, welks slaap. zoo verhopen wij, niet eeuwig zal zijn en in welks stilzwijgen wij ons slechts kunnen troosten sedert het verschijnen van het niet minder degelijke weekbiad waarin ik de eer heb deze regels neer te schrijven. 't Zijn die woorden die mij er loe hebben doen bésluiten, eenige beden-kingen over den taalkundigen toestand te Brussel neer te- schrijven. De Vlamingen hebben steeds volge-houden dat Brussel een overwegend Viaamsche stad is ; de VValen echter vinden er hun genoegen in, Brussel als een hoekje van Parijs af te schilderen. Eén zaak is zeker : onmiddeflijk na de nimmer genoeg te betreuren omwen-teling van 1830 telde de stad Brussel slechts 20.000 Walen. Zoo Brussel dus werkelijk een Waalsche stad geworden is, hebben wij dat — om een euphe-misme te gebruiken — le « danken » aan de talrijke ministeriën en kabinet-ten die elkander sindsdien hebben opge-volgd en die, zooals Onze Pce in « De Eendracht » van 3 Febr. met juist-heid doet opmerken, het allen zonder uitzondering op één enkel punt eens waren, en dit gedurende gansch dien termijn van 84 jaar —, namelijk in zake de knechting (als men aan Ch. Rogier denkt, is het woord uitroeiïng juister) van het Viaamsche Volk. Doch, hoe al deze regeeringen 00k 1 hun best gedaan hebben om van Brussel een klein Parijs te maken (jammer dat het groot Parijs met zooveel minachting neerziet, zooniet op Brussel, dan toch op het Beulemans-Fransch zijner naâ-pers), hoeveel schade zij aan onze zaak te Brussel 00k mogen berokkend hebben, de statistieken zijn er nog steeds om aan te toonen dat men een volk niet -zoo gauw zijn taal ontfutselt en dat onze toekomstige regeering nog velej jaren taaien arbeid zal te verrichten hebben om het zoover te brengen, dit laatste, in de veronderstelling dat de Flamin-ganten zich na den oorlog even koest zullen houden als de overgroote meer-derheid dat was voor den oorlog en even hoofsch zullen blijven omgaan met lien die hun het bestaanrecht durven ontzeggen, Die jongste statistieken bewijzen dat Brussel vast en zeker een Viaamsche stad is. Al schijnt Brussel uiterlijk Fransch te zijn, hij die in de huisge-zinnen zelf zijn ervaringen wij opdoen, zal spoedig overtuigd zijn dat het uit-zinnig is op de taalkaarten van België 53b Brussel voor te stellen als een olievlek of als een Fransch eiland in de Neder-landsche zeefl)- Slechts de volgende categorieën van menschen spreken uisluitend Fransch te Brussel : Ferstens. de overgroote meer-derheid der staatsbeambten (dat weten we sinds de onthullingen van Didas-kalos en andere, en ondervinden we dagelijks aan den lijve) die er, dank aan onzen centraliseerenden bestuurs-vorm, krioelen als mieren in een mie-rennest ; Tweedens, de in- en uitheemsche kapitalisten ; Eindelijk, de renteniers die te Brussel hun lui leventje komen slijten en slechts in ééne zaak aktief optreden, namelijk in de verfransching van al wat Vlaamsch is. Denk die menschen uit Brussel, en onze hoofdstad met geheel hare bevol-king is kern-Vlaamsch. Nu is er maar ééne zaak die mij verwondering inboezemt : dat de flamin-ganten, die op zoovelerlei gebied kranig en kiachtig optredcn, nog niet méér hun ne werkkracht hebben samengetrok-ken op de verdere vervlaamsching — of liever hervlaamsching —onzer hoofdstad. Immers, van hoeveel belang het al dan niet Vlaamsch-zijn der hoofdstad met hare 600.000 inwoners is, behoeft wel geen nader betoog. Daarenboven, nu er zooveel over de politieke zelfstandig-heid van Vlaanderen en Wallonie, wordt gesproken, nu zoowel Wallinganten als FWminganten zich hiervoor hebben uit-gesproken en nu wij met recht mogen verwachten dat door de aanstaande vredesonderbandelingen althans de gema-tigd-separatistische verzuchtingen van twee velkeren niet langer tôt het rijk der pia vota zullen blijven behooren ; nù vooral is het van het grootste gewicht dat Brussel zoo mogelijk zuiverVlaamsch worde of ten minste overwegend Vlaamsch blijve, opdat deze stad niet voor het vrije Vlaanderen verloren ga door bij Wallonië aangegecht te worden of — wat waarschijnlijker is — als een soort onzijdig gebied — laatste schuilplaats der tweetaligneid — ingericht te worden, wat onvermijdelijk vroeg of laat tôt de algeheele verfransching van Brussel zou leiden. Aan het werk dus, Vlamingen, gij vooral, koene Viaamsche strijders van Brussel. Dat iedereen zijn steen bijbren-ge tôt heropbeuring der oer-vlaamsche stad Brussel. Dat iedereen in zijn be-trekkingen met de hoofdstad zich angst-vallig gedrage volgens zijn Vlaamschen landaard ; dat ieder Vlaming te Brussel overal en altijd Nederlandsch — be-schaafd algemeen Nederlandsch —«bezi-ge, 00k en vooral in 't openbaar ; dat iedereen het gebruik dezer taal van van aile staats- en stadsbeambten eische ; dat elke Vlaming van Brussel de Viaamsche vereenigingen, de in 't Nederlandsch gehouden voordrachten. schouwburg-vertooningen en ontwikkeïingsavonden ondèrsteune, dat iedereen, ten minste geldelijk en moreel, de Brusselsche Nederlandsche Pers, vooral de Vlaamsch gezinde, onders'teune ; dat priesters, lee-raars en onderwijzers het volk in zijn (H Aldus o. a. «Flemmings Kartei, kaart van het Generaal Gouvernement \an België ,Zie Dus» Gen. Anz il) Maart 1916.) 1 98!) Nederlandsche taal onderwijzen en ont-wikkelen ; dat aile Vlaamschgèzrnde vereenigingen van Brussel zich een soort centraal bestuur verkiezen en van tijd tôt tijd gezamenlijk vergaderen. om te beraadslagen over -de krachtdadigste middelen tôt Vervlaamsching der hoofdstad ; dat Jelkeen, Brusselaar of niet, in zijn betrékkingen met de Brusselsche handelslui 't eenig indrukmakend grond-beginsel toepasse : « Geen Vlaamsch, geen centen » : dat allen een waakzaam 00g houden op de stipte toepassing der met zooveel moeite verworven taalwetien, vooral op de toepassing der schoolwet van 1914, die in zoo weinige Brusselsche scholen tôt haar recht komt, uitgezonderd aïs zij den Vlamingen nadeelig is. Brusselsche Vlamingen, aan 't werk C 1 dus : dat elk uwer zich Vlaming toone in handel en wandel en na zichzelf zuiver hervlaamscht te hebben, mede-werke tôt hervlaamsching der ons ont-rukte en in hare tweeslachtigheid kvvij-nende stad Brussel. Nascli' ift. In de « Gazet van Brussel », 1917, nr 35, behandelt Scheldeman de hoofdstad kwestie en wil Mechelen als hoofdstad-van het toekomstige politiek-onafhan-kelijke Vlaanderen aangewezen zien. Wij deelen geenszins zijn denkwijze en komen op voor Brussel om de volgende redenen : 1. Brussel kan als hoofdstad histo-rische rechten laten gelden en bezit in overvloed de noodige paleizen en regeeringsgebouwen (toegegeven door Scheldeman). 2. Brussel mist nationaal karakter (toegegeven door Scheldeman) : een reden om te Brussel de regeeftng van Vlaanderen te doen zetelen om door den invloed dier Viaamsche regeering Brussel meer en meer voor ons te herwinnen. 3. Zoo wij Brussel als hoofdstad be-oogen, mogen wij waarschijnlijk reke-nen op den steun van vele Brusselaars zoo niet wat aangaat de doordrijving der bestuurlijke scheiding, ten minste wat betreft, de bestuurlijke ' scheiding eenmaal beslist zijnde, het voegen van Brussel bij Vlaanderen (daar Brussel in geval het bij Wallonië zou behooren, niet zou kurfnen verhopen hoofdstad van dit landgedeelte te worden MOSA. " Niets van den Duitsch' ! „ en bonzend viel op de tafel een vuist-slag die glazen .en borden . rammelen deed. Wij bezagen elkander verbaasd en verschrikt. Ootn Jaak die zoo ruw uiting gaf aan zijn gevoel. is de zachtste en meest vredelievende mensch ter wereld. Hij vermijdt allen twist, aile geschil en staat dan 00k goed met iedereen. Hij heeft daarbij geen reden hoegenaatnd om, zelfs Çin deze harde tijden, droeviger of tnoedeloozer gestemd te zijn dan iemand anders. Zonen of naaste bloedver-wanten van hem staan niet aan het front. De oorlog. die zocveler broodwinning heeft te niet gedaan, heeft hem — hij is varkensbeenhouwer in 't groot en in 't klein aardige winsten opgelevnd. 1 54ir~ Koitom hij is zoo gelukkig... als men onder de huidige omstandighen zijn kan. Wij verwachtten zijn uitval te minder daar hij geen woord had meégesproken in ons onderhoud over de vervlaamschte Hoogeschool van Gent en de bestuurlijke scheiding waarover wij het dien avond hadden. Maar de ledendier plots losbarstende verontwaardiging begrepen wij toch da-delijk alien... Oom Jaak, moet ge weten, is — of althans was vôôr den oorlog — een vurige flamingant. Niet dat hij recht-streeks zoo hçel veel tôt herstel van het recht der Vlamingen heelt bijge-dragen. Maar — hij was lid van het Davids/onds, vvoonde al de voordrachten bij door het *\Algemeen Ne-derlandsch Verbotid » of door de Ka. Iholicke Viaamsche Hoogeschooluitbrei-ding ingericht en liet nooit na elk jaar op il .luli bij de Gulden Sporen-betoo-gingmet gliinmenden zwarlen hoed en een zwart-geel sti ikje in 't kiv>opsgat van zijn zondagsche jas, kranig en geesldriftig in den optocht mee te marcheéren. Hij maakte — om het met één woord te zeggen — deel uit van die talrijke schaar dilettanten van het Flamin^antisme die — voor den oorfog — zoo gewillig. (l'ZJoor Vlaanderen steeds ons goed en bloed » verklaarden veil te hebben... Voor zulk slag menschen nu zijn de tijden moeilijk... Herbergpraters die, rond de biertafel, het hooge woord voeren, kwezels welke haar opinie in de gelieime anti-Vlaamsche schotschrif-ten putten die men haar in de hand stopt, zwakkelingen, die door vrees-aanjaging verlamd, voor hun Viaamsche overtuiging niet durven uitkomen, her-senloozen die met de groote kudde mêedraven, vallen nu als één man op de « actieve » Vlaamschgezinden. Dit met te meer « brio » daar de actieven zich niet verweren kunnen : bij elke poging om te antwoorden wordt hun de mond gestopt met den uitroep : « niet redeneeren ! het woord is niet vrij ! ') Geen wonder dus dat Oom Jaak, die in het diepste van zijn hart de actieven goedkeurt maar om last te vermijden geen kleur bekennen durft, zoo gemelijk werd nu hij die vervelende Viaamsche quaestie in zijn gezin hoorde behandelen en met een vuistslag een einde aan het gesprek zocht te maken. Maar hij had zonder zijn jongste dochter gerekend. Deze een aardige meid van vooraan in de twintig, met een guitig-verstandig snoetje, die van de oud-studentinnenveieeniging « Klimop » lid en beslist ii actief Vlaamschgezind » is, liet zich zoo maar niet van haar stuk brengen. —- c Maar, Vader, « zei ze, Niets van den Duitsch, Denkt gij er aan ( Als ge die leus aanneemt en er naar han-delt, dan is aile leven onmogelijk zoo-lang de Duitschers hier blijven. Dan mag» onze Frans, die beambte op "t Ministerie is, zijn wedde niet meer op-strijken. Dan moeten de ambtenaars den duurretoeslag weigeren die hun wordt 541 toegestaan. Dan mogen de menschen, wier huis door de beschieting werd verwoest, de hulpgelden niet aannemen die de Bezettende Macht hun voor het heropbouwen hunner eigendommen be-schikbaar stelt. Dan mogen wij nooit geen gebruik meer maken van de spoor-wegen of geen brieven meer met den post verzenden. Dan is hel ons niet meer toegelaten aardappelen bij onze groentenvrouwen te halen of brood van onzen bakker te koopen. Het zijn immers de Duitschers die de ambtenaars bez.ildigen, die aile gelden uitbetalen, die meester zijn van spoorwegen en posterijen, die de aardappelen bij de boeren opeischen en de bezorging er-van aan de bevolking regelen, die aan het « Nationaal Comiteit voor Hulp en Voeding » de noodige toelatingen tôt invoer en mede de middelen tôt ver- | voer der eetwaren verstrekken... » . — « Wel aile mijn dagen ! » viel haar Oom Jaak driftig in de rede ; en hij kruiste de armen op de borst zoo on-geveer als een worstelaar die den aanval van zijn tegenstander afwacht. « Dat » geld, die treinen, die aardappelen, » die vervoermiddelen zijn van ons, van » ons en van ons alleen !! Als zij er » ons een weinig van teruggeven — » dan do n zij niets anders dan « res-» titutie i van wat ons recht-ma-tig toe-» hoort !!! » En zegevierend zag hij rond, overtuigd van het verpletterende van zijne redeneering. — k Ja, maar Vader! zoo kwam nu zijn oudste zoon, —die reeds drie examens voor dokier had afgelegd en nu bijna drie jaar werkloos was omdat zijn vader hem uit menschelijk opzicht, niet naar de Viaamsche Hoogeschool van Gent dorst laten gaan, — tusschen beide : « Ja maar, de Hoogeschool van Gent hoort ons, Vlamingen 00k rechtmatig toe, ons recht op een Vlaamsch Bestuur en een Vlaamsch onderwijs kan ons 00k niemand betwisten ! Als de Bezettende Macht ons die toestaat dan schenkt zij ons niets anders terug dan wat ons toekomt. Mogen wij uit de handen van des Duitschers de aardappelen en het brood aanvaarden die voor het voedsel van het lichaam noodig zijn, dan mogen wij roch evcngoed, zonder maar in 't minst te kort te komen aan de liefde tôt het Vaderland, uit hunne handen 00k het Toedzame gees-tesbrood van hooger onderwijs in eigen taal en — « Hoor eens ! » zoo viel hem Oom Jaak vertoornd in de rede, « Gijlie zijt allemaal snotapen die beter zoudet doen uw' vader niet tegen te spreken. Ik.... en zijn vuist balde zich îeeds om het door-slaande van zijn « redeneering # door een tweeden forschen bons op de tafel meer kracht nog bij te zetten... Maar er werd aan de deur geklopt en deze ging open, Het was Mina de meid. Zij kwam vragen » of Mijnheer as-t-hem-blieft niet even in den winkel komen kon. De cBurschem van Ritmeester » X was daar om de huur te betalen van » het kwartier dat de Ritmeester in het » huis van Mijnheer in de Ystiaat be-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Antwerpen du 1916 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes