De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk

1463 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 24 Août. De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk. Accès à 28 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/xg9f47jn2g/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

r v 1 %*#•, ■Hg^Hj BH| jyE|faJ m$m. 'S^-^r'"^ ïlirt5S$0 S W |jj| Hf 11^ |l|j *rr pr&sf„d.n- fr;l.io Weekblad voor het Vlaamsche Volk l..,. ?^S»rpek. Postchekrekenmg Nr 86. * GROOT NEDERLAND In de oniangs verschenen brochure van Mr. W. J. L. van Es, over de « Groot-Nederlandsche Gedachte »; wordt de noodzakelijkheid bepleit eener krachtige wisselwerkîng tusschen de verschillende onderdeelen van den Nederlandschen stam. Dit streven is een reactie op de toestanden zooals die in Holland en België ontstaan zijn tengevolge van de valsche staatstheoriën der 19e eeuw, waardoor volksdeelen werden gescheiden, die beboorden vereenigd, en andere, die met elkaar slechts een zeer beterogeen verband hadden, in hetzelfde staatsver-band werden ingelijfd. Het alom in Europa ontwaakte nationaliteitsgevoel, der in verdrukking gekomen volken, heeft 00k de Groot-Nederlandsche gedachte doen groeien. Om vruchtbaar te zijn, moet deze beweging wortelen in de werkelijkheid, en beantwoorden aan de behoeften en neigingen der volken, op ««er onderiinge betrekkingen ze haar invloed wil doen gelden. Nu is het een-maal een feit, dat het noodzakelijk kul-tuurverband tusschen Noord- en Zuid-Nederland vaak geheel ontbreekt. De Eransche en Belgische overheersching in Vlaanderen is er ondanks aile moeite nict in gaslaagd het Vlaamsch-nationaal zelfbewustzijn te vernietigen; elke poging daartoe heeft steeds eene krachtige reactie uitgelokt, maar men had het den Vla-mingen toch diets kunnen maken, dat ze eigenlijk geen Nederlanders zijn, ter-wijl Hollanders zich den naam « Neder-lander » wilden toe eigenen en van h un ne broeders in het Zuiden a Belgen » maak-ten. Mr. van Es. is zoo vrijmoedig dit te erkennen. Er moeten dus ethnogra-fische, historische en kuUureelefaktors in het spel zijn, die behalve bindendook scheidend hebben gewerkt. In hetglashel-dere betoog van Mr. v. Es worden enkele daarvan in hunne werking nagega-an. En vooreerst het ethnografisch clement. Dit heeft bindend gewerkt. In het vroeger door Kelten bewoonde gebied van Noord-Gallië, waarin echter vôôr den Romeinschen tijd reeds de Germaan-sche stammen der Batavieren, Friezen, Kanenefaten, Taxandriërs en Tubantiërs gevestigd waren, was de Romeinsche invloed slechts in de zuidelijke helft doorgedrongen. In het Noorden vestigden zich echter, in de dagen der volksver-huizing, de specifiek Germaanscbe stammen der Franken en Saksers. In deze losten zich de schaarse resten der oude landbewoners geheel op, terwijl er 00k vermenging plaats had met de langs de kust wonende Friezen. (Behalve in de eigenïijke provincie Friesland, waar de Friezen grootendeel's onvermengdbleven). Franken, Saksers en Friezen zijn de bestanddeelen van den Nederlandschen stam. Uit de vermenging dezer drie is het Nederlandsche volk geboren. Het frankiscb element is verreweg overwe-gend : Holland en Vlaanderen zijn bijna uitsluitend frankisch. Saksers treft men slechts aan op de veengronden in Over-ijssel, Drenthe en Groningen, en in sommige gedeelten der Kempen en der West-Vlaamsche « Moeren s. De Nederlandsche taal is dan 00k in hare woor-den en klankenuitspraak voortgesproten uitjeen in Zuid-Holland gesproken frankisch dialekt. Ethnografisch rust dus de Groot-Nederlandsche Gedachte of stevige grondslagen. Historische en kultureele faktofenjwer-ken doorgaans samen. In dien zin, dat de eerste, vaak de richting van de laatste bepalen en omgekeerd. Het histo-risch verloop der dingen is voor het Nederlande volk afwisselend bindend en scheidend geweest. Driemaal zijn. Holland en Vlaanderen in één staatsverband vereenigd geweest. Onder Karel den Groote, toen wij deel uitmaakten van het reusachtige Germaan-sche keizerrijk, dat deze in aile opzichten hoog beschaafde vorst op de puinen van het oude Rome had opgericht. Onder Karel V die in den Burgondischen kreits van het Duitsche Keizerrijk voor het eerst de Nederlandsche staatsgedachte verwezenlijkté ; onder koning Willem I in het kortstondig bestaan van het koninkrijk der Vereenigde Nederlanden. Telkens is er na eene korte tijdspanne van grootheid, eene inzinking gevolgd, welke aanleiding gaf tôt langdurige schei-ding. De willekeurige splitsing na Karel den Groote, waarbij Vlaanderen bij Fràrikrijk, het overige Nederland bij het Oost-Germaansche Rijk (het latere Duitschland) werd ingelijfd, kon geen stand houden. De Germaansche psyché van Vlaanderen dreel het steeds in op-stand tegen zijne Fransche meesters en bevorderde levendige betrekkingen met andereDietsche stamverwanten. De staats-idee was trbuwens nog te weinig ont-wikkeld om het volksleven tebeheerschen: de Nederlanden vormden zeventien zeli-standige staatjes, die slechts een los verband hielden met elkaar en met de grootere staatsomschrijvingen waartoe ze behoorden. Kuliureel bleef de Nederlandsche stam intact. Keizer Karel V heeft den Nederlandschen staat geslicht, waarbij Vlaanderen was hereenigd. Hij beging echter de fout de meest verschillende rassen in dien staat op te nemen. Heterogene. elemen-ten als Dietschers en Walen. Duitschers en Franschen maakten dé politieke kreatie van Karel V onvatbaar voor een langdurig bestaan. Toen scheiding intrad geschiedde deze niet zuiver. De troebelen der Hervorming en de politiek van Filips II verhinderden het : aanzienlijke groepen van het Nederlandsche volk werden van elkaar gescheurd. De invloed der toenmaals ingetreden kultureele scheiding laat zich 00k thans nog gelden op de betrekkingen tusschen Noord-en Zuid Nederland. Van het Groot Nederlandsch stand-punt beschouwd \ij>i er in de geschie-denis van Vlaanderen en Holland geen ramp\aliger gebeurlenissen dan de in 1579 begonnen, in i585 met den val van Antwerpen voltrokken splitsing. Want nu waren de vrije en Spaansche Nederlanden bewoond door bevolkingen, die ondanks hunne onderling stamver-wantschap volstrekt geene kultureele betrekkingen met elkaar onderhielden. Beidestreken kregen eene eigen karakte-ristieke struktuur, hunne ontwikkeling geschiedde voortaan langs afzonderlijke wegen, of liever, Holland groeide in beschaving en welvaart, kwam tijdelijk aan de spits der Europeesche naties en nam aan aile geestesbewegingen van zijnen tijd een werkzaam aandeel,. Vlaanderen verstarde meer en meer in zichzelf, aile volks- en kultuurleven ging er te loor ; weldra had zijn naam voor Europa geene andere beteekenis meer dan die van een merkwaardige oudhedenmuseum. Daardoor is het mogelijk geworden te beweren dât Hollanders en Vlamingen, twee volken zijn. die weliswaar ongeveer dezelfde taal spreken, maar verder volstrekt niets met elkaar gemeens hebben. De scheiding in i83o ware ondenkbaar geweest zonder die van 1579. Dit zijn de hinderpalen die de' vervvezenlijking van de Groot-Nederlandsche gedachte in den weg staan. Daarmee moet opruiming worden gehouden. Om het in elkaar groeien der twee Ëuropees.che loten van 473 ~ den Nederlandschen stam te bevorderen, moet op den invloed van het historisch verleden en de huidige politieke ver-houdingen gereageenl worden. Dit is slechts mogelijk waaneer het bindend karakter der etbnograt^sche stamverwant-schap ten voile tôt zijn recht komt, wat door ontwikkeling van het kultureel eenheidsgevoel moet worden verwezen-lijkt. Het is dus eene Ji ingende vereischte dat de Vlamingen piijsgeven de laatste resten van bekrompen partikularism en door volkomen vernederlandsching van het volksleven in al zijne uitingen ein-delijk gaan deelnemc-n aan het Euro-peesch kultuurleven, waarvan ze zoo langen tijd vreernd zijn gebleven. Het wordt tijd dat men in Holland belang ga stellen in Vlaamsche kunst en Vlaamsch leven. Een streven in Uie richting teekent zich af, in de voorli fde der Vlamingen voor wetenschappelijL' voorlichting door Nederlandsche standard werken, en de waardeering waarmefie in Holland de boeken der beste riioderne Vlaamsche schrijvers worden gclezen. In het licht van d e gegevens kunnen wezen en doel van de Groot Nederlandsche Gedachte geformuleerd worden : De Groot-Nederlan sche Gedachte gaat uit van het feit der hestaande stam- en taalgemeenschap tussihen Vlaanderen en Holland. Ze staat in verband met het alom ontwaakte nationaliteitsf evoelen en verkon-digt dat in het sta.'.' m '^d'g leven, volks-en stambelangen de staatsbelangen moeten beheerschen. Ze is een reactie tegen den, door valsche staatsbegrippen geschapen toe-stand, waardoor Vlaanderen van het Noorden werd gescheiden en ingelijfd in een staat, die aile uitingen van eigen Vlaamsch leven onderdrukte en belem-merde.Ze streeft naar eene zoodanige wissel-werking tusschen Noord- en Zuid-Neder-land, dat de staatsgrenzen, de « willekeurige lijnen op Gods aardbodem » aile feitelijke beteekenis verliezen. Ze houdt rekening met de bestaande kultuurverschiHen tusschen beide bestand-deelep van den Nederlandschen stam en juicbt aile pogingen toe om den ontbindende invloed van die kultuurverschiHen te neutraliseeren en geleidelijk geheel op te heffen. Het is haar een primordiale eisch dat de toestanden in Vlaanderen zoo heringericht worden, dat de ontplôoïng der geestelijke gaven van het Vlaamsche volk onder aile omstan-digheden gewaarborgd worde en steunt daarom de Vlaamsche federalistische politiek en het pogen der Gentsche Hoogeschool in Vlaanderen een nationale kultuurkern te stichten. In het bewustzijn dat*de Groot-Nederlandsche Gedachte, in ons volk vele ingesluimerde krachten in gisting zal doen komen, en de samenwerking met Noord-Nederland ons kultuurleven zal verzuimen en verrijken sluiten we ons met geestdrift aan bij de beginselen door Mr. van Es in zijne brochure geformuleerd. SYBRAND. • a. M» - 1 HWTmvd..- 9e viaamsofie ToeKomslpoiitieR I. BELGIË. Bij de laatste politieke internationalege-beurtenissen in verband met de Vlaamsche beweging heeft menigeen gevreesd de Vlaamsche pers en deVlaamsche openbare meening weer eens een draaitoer van belang te zien maken zooals dit het geval geweest is bij de uitroeping van Vlaan-deren's zelfstandigheidswil. Wel is men plots onder de voeten weer den echten bo dem der werkelijkheid gaan voelen, maar onze pers vooral bceft ditmaal niet zoo 474 'n hoofddraainis gekregen, als vroeger wel eens gebeurde. Een bewijs te meer, dat, zooals iemand het laatst uitdrukte, onze beweging « kwalitatief » heel sterk vooruitgegaan is, m. a. w. dat de Vlamingen zich beter beginnen in te leven in de politieke stroomingen die de we-reld beroeren. Ikvind het echter eenergerlijk verschijn-seldatde groote massaaktivisten nog steeds zoo weinig interesse voelt voor wat over de toekomst van de Vlaamsche beweging wordt gezegd of geschreven. Veel akti-visten hebben zelfs geen benul van de houding der Duitsche politici tegenover de Vlaamsche politiek. Velen meenen dat hoe bepaald en gewichtig de verklarin-gen van een Rijkskanselier 00k luiden op dit oogenblik, ze dan toch 00k niet bindend zijn voor de toekomst, een zeker ge-deeltemeentdatde annexionisten deVlaamsche kwestie gaat oplossen, terwijl ande-ren er zich in schikken dat deze terug tôt haar uitgangspunt van vôor den oorlog gaat herleid worden : d.i. binnen de bevoegdheid van het Belgisch Staats-komiteitje, maar dat we thans daarvan zooveel niet meer te vreezen hebben omdat we met eigen krachten het wel zoover zullen krijgen dat we de frans-kiljonsche bedreiging verstikken, de oude Belgische regeering naar de maan zen-den, en de « nationale zelfstandigheid» (?) van profess. H. Delbruçk tôt echte zelfstandigheid uitwerken. Misschien komt in onzen modernen tijd weer eens die oude spreuk « in medio virtus « daarbij te pas. Bij de beschouw^yigen over den hui-digen stand van de waarde der Vlaamsche politiek hoeft men eerst een blik achteruit te werpen. Hoe men het 00k keere of draaie de Vlaamsche politiek krijgt slechts waarde door hare verhou-ding tôt het heele complex van het Belgische vraagstuk. Men zal zich herin-neren dat de houding van den Rijkskanselier von Belbman Hollweg inzake Belgisch probleem de volgende was : « Door den inval in België komt Duitschland in een onrecht-positie. tEvenvvel : door de bedreiging vanwege de Kn-tenle verkeert Duitschland in cen staat van noodweer. Wat België aangedaan wordt, zal weer goed gemaakt worden». Deze houding werd door G. Bernhardt zelf als een houding van steliig recht verdedigd, en als een daad welke door het volkenrecht als niet straibaar wordt beschouwd. (Deze stelling werd nogmaals verdedigd in de e Vossische Zeitung, nr 208 van 29-7-18) Een heelen tijd bleef de Belgische kwestie op den achtergrond. Na de vredesboodschap van den Keizer, de , vredesnota van Z. H. d«» Paus, het voor- I uitstellen der Flamen-polstik, en de vredesbesprekingen- op afstand, is het heele Belgische probleem echter weer vooruitgekomen en geleidelijk werd het nader omlijnd door de leidende politici van Duitschland. Rijkskanselier en staats-secrelaris verklaren : u Het Belgische vraagstuk vormt geen hinderpaal voor den vrede . Intusschen gaan de debat-teri in Duitschland} hun gang met een Zuiderschen hartstocht, de vredesreso-lutie wordt gestemd, de meerderheids-partij woidt versterkt en er wordt ver-klaard dat « Duitschland er niet aan denkt, België, onder welken vorm 00k, te behouden (25 Februari -24 Juni). Dan komen we tôt de laatste verklaringen voor het heengaan van von Kuhlmann, de laatste uitgesproken meening van deze was, dat de Belgische kwestie in verband met heel het vredesprobleem moest blijven. Von Kuhlmann ging heen, en von Hintze kwam. De Al-Duitschers schenen zoo opgetogen over het heengaan van von Kuhlmann, dat men in Duitschland begon te vreezen dat zijn 475 opvolger de man was van de (.Vaterlands-partei». De meerderheidpartijen hadden er iets van hun invloed bij ingeboet. Langs aile kanten werd er geijverd om van den rijkskanselier een verklaring uit te lokken over het al- of niet ver-anderen der Duitsche politiek en over België. In de zitting van de Hoofdcom-missie van den Rijksdag op 11 Juli spreekt de rijkskanselier dan indefdaad over België, meer bepaald over de « waarborgen » welke Duitschland ver-eenigbaar achtte met zijn belangen, voor een herstel van de integriteit van België. Feitelijk kwamen deze waarborgen daarop neer dat België terug niemands land moest worden, en op handelsge-bied in goede betrekkingen moest leven met Duitschland.' Politieke kwesties moesten 00k in verstandhouding met België geregeld worden. 's Anderendaags 12 Juli was het nogmaals zitting van de Hoofd-Commissie te Berlij.n (de zitting waarin de oorlogs-credieten moesten gestemd worden), en de rijkskanselier achtte het noodig zijne houding tegenover België nog nader aan te vullen. Hij verklaarde dan : « Wij zijn niet van plan België in een 4.f anderen vorm te behouden. Wij wen schen, gelijk ik reeds, gezegd heb, dat het na den oorlog verrezen België als een zelfstandig staatswezen aan geen mogendheid als vazaal onderworpen zal zijn en met ons in goede, vriendschap-pelijke betrekkingen zal leven ». Aanvankelijk waren deze uiterst-ge-wichtige verklaringen bestemd om ge-heim te blijven. Daaruit hebben later dan 00k bladen van recbts-groepen de onjuiste gevolgtrekking opgemaakt dat de verklaringen eenigzins uitsluitend bestemd waren voor het binnenland (o. a. Deutsche Tages\eitung, nr 354 van 13-7-18). Links-groepen achtten de verklaringen echter van zoo'n gewicht voor hunne politiek en voor Duitschland dat op een of andere wijze de verklaringen van 12 Juli openbaar gemaakt werden. De Rijksleiding achtte het dan oôk noodig den waren tekst verder wereld-kundig te maken. Daarop eischt dan de uiierst misnoegde rechterzijde 00k de publicatie van de verklaringen nopens de Waarborgen, zooals deze uitgesproken werden in de vorige zitting van 11 Juli. Dit althans is de uillegging welke aan het geval gegeven wordt door bladen als de I agliche Rundschau (Al-Duitsch) (nr. 355 van 11-7-1 S) en geestverwanten. De korte spanning in de Duitsche politieke wereld was begonnen met de vrees : <> Von Kuhlman-krisis is kanseliers-krisis » en eindigde met de ietwat parodoxale bevestiging « val van von Kulhmann en versterking van de stelling van den rijkskanselier ». De wereld had een vaste verklaring van Duitschland's regeerings-standpunt nopens België. vlaanderen kon nuchtere gevolgtrekkingen maken. Onder de Duitsche afgevaardigden scheen Trimborn het meest optimistisch en riep uit « dat het hem bijzonder verheugde eindelijk het lang verwachte klare woord over België gehoord te hebben ». H. v. Hen-delrand had nog wat meer bepaaldheid gewenscht maar was toch zeer bevie-digd en vereenigde zich met de woor-den van den vroegerc-n Centrum-leider Spahn. : « Wij willen België niet annex-eeren, maar wenschen dat Duitschland op militair, politiek en handelsgebied de overhand houde in België ». (De houding van den huidigen Centrum-leider, afgev. Groeber, was nog ietwat tege-moetkomender tegenover de Entente1. Stresemann uitte enkele bedenkingen tegen het feit dat het Belgisch probleem nu eenigzins uit het verband -gerukt was van het gansche complex der wereldvTedes-problemen maar heette toch Derde Jaargang, Nr 34. 2,4 Augustus 1918. Prijs : 10 cent^emen. Derde Jaargang, Nr 34. — 24 Augustus r^iS

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Antwerpen du 1916 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes