De gazet van Leuven: weekblad voor het arrondissement Leuven

844 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 29 Juillet. De gazet van Leuven: weekblad voor het arrondissement Leuven. Accès à 23 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/nk3610wq7c/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Tweede Jaargang, nr 30. Prijs per nummer : 5 centiem. Zondag\ 29 Juli 1917. De gazet van Leven ABONNEMENTSPRIJS : Per jaar .... 2,50 fr. Voor 6 maanden . . 1,25 fr. Voor 3 maanden . . 0,65 fr. ALLE BRIEFWISSELINGaTE ZENDEN : Naamsche Vest, 41, HEVERLEE (Leuven) Postcheok-rekening Nr 242 Elke medewerker blijft verantwoordelijk voor zijn opstel. Ongc+eeke.r4e Jbrieven of bijdragen worden niet in aanmerking genomen. Handschriften worden niet teruggegeven. AANKONDIGINGEN : Naar overeenkomst. BOEKBESPREKING : Het inzenden van'één exemplaar geeft recht op vermelding ; twee . exemplaren op bespreking. volksbeweging. Aan de werklieden. Het bestaan der Vlaamsche activische bewe-ging kan niet meer weg gecijferd worden, dat staat vast. In breede kringen heeft zij rond zich gegrepen en ontelbaar reeds zijn zij die trots ailes zich rond onze wakkere voormannen hebben geschaard. Doch dit is niet voldoende : een ware Volksbeweging moet zij worden, waaraan meê doen niet enkel wat intellek-tueelen, letterkundigen, studenten of andere licht te beroeren personen, maar wel iedereen, zoo werkman als patroon, zoo land-man als stedeling, zoo arme als rijke. Waarom ? Wel, omdat onze Vlaamsche activische Beweging zich ten doel heeft gesteld de stoffeiijke opbeuring van ons volk te be-werken. Met de stoffeiijke nederdrukking ver-dwijnt dan tegelijkertijd ons zedelijk verval en onze minderwaardigheid. En wie heeft daar geen belang bij ? Wien kan dit programma onverschillig laten ? U, werkman, die heden (ik spreek van vôôr den oorlog) hoeft te zwoegen en te slaven van 's morgens vroeg tôt 's avonds laat voor een hongerloon, voor een korst droog brood ? Want, helaas, België is gekend om zijn lage loonen en zijn large werkdagen ! En in den schoot van België, spant daar Vlaanderen niet de kroon onder dit opzicht ? Kent U in gansch Europa één enkel volk dat zoozeer achteruit is gebleven op den weg des vooruitgangs ? En wat is daar de oorzaak van ? Komt dit misschien uit een bekrompenheid van geest die ons, Viamingen, zou kenmerken ? Neen, duizendmaal neen, want daarvoor spreekt ons het verleden borg, toen wij aan de spits ston-den der beschaving. Doch uit de moedwillige verwaarloozing'spruit dit voort, uit de stelsel-matige achteruitstelling en doodworgerij, door onze eigene regeering, vanaf '30 hardnekkig tegen onzen vlaamschen stam doorgedreven. Niets werd ontzien als het maar in staat scheen iets bij te dragen om Vlaanderen nadeel aan te brengen, zelfs niet eens de welvaart van België. Inderdaad, hoe wilt gij dat een Iichaam gezond blijve en gedije als men de grootste helft der ledematen verminkt en in hun vlucht naar vooruitgang en ontwikkeling tegenhoudt? Ook de gevolgen hebben niet op zich doen wachten. Inderdaad, werklieden hebt gij ook het niet aan den lijve ondervonden? Op welken sport der ontwikkeling en des welvaarts be-vindt gij U ? 't Grove, niet waar, 't gemeene, 't slafelijke zwoegen en wroeten tegen ellendig lage hon-gerloonen is U weggelegd. En hoe kan het anders ? De patroon betaalt zijn werkvolk toch in evenredigheid van den prijs, dien hij zelf ontvangt voor het geleverde werk. Welnu staat die prijs niet rechtstreeks in verhouding met de hoedanigheid der te verkoopen waar ? Zoodus hoe ontwikkelder een werkman is, hoe behendiger in zijn vak, hoe fijner werk hij leveren kan en zal en hoe hooger loon hij dus ontvangt. Doch waar zijn nu in Vlaanderen de vakscholen, die ons goed geschoolde en degelijk onderlegde werkkrachten leveren zouden ? En waar er zijn, welke hunner zijn toegankelijk ook voor onze volksjongens, voor UT Vlaamsche werklieden, voor uw kin-deren ? Onze schoone moedertaal acht men er te gemeen, en zij moet de plaats ruimen voor een uitheemsche. Doch niet eenieder is in staat zijn zoon, eerst eenige jaren zijn broek te gaan laten verslijten op de banken eener middelbare school om er wat fransch te leeren. En dan, Vlaamsche jongens, als uw middelen het toelaten, als gij eenige holle woorden, eenige klinkende phrasen uit de taal van « chez nous » bezit, maar als prijs U hebt laten verbasteren, uw gemoed hebt laten verstompen en vermuilezelen, als gij dan op de vakscholen komt zonder eenig diepgewor-teld begrip noch in 't fransch, waar gij slechts een dun vernislaagje van hebt, noch in 'tNederlandsch dat men U heeft trachten te ont- rukken ot zelî te doen haten, zegt mij aan tocn hoe het rfiogelijk zou wezen met vrucht het vakonderwijs te volgen en mannen te worden op wier bevoegdheid het vaderland mag tellen. Halfslachtigen heeft men van U gemaakt, minderwaardigen, de eerste en grootste oor-zaken van de verachtering van België. Doch, als gij dan, ter wille van schier bovenmensche-lijke krachtinspanningen, er U toch boven op werkt, ziet dan eens wat kostbaar verlies van tijd, wat al nutteloos gedane moeite, tegen dat gij, zooals onze medeburgers de Walen, met uw moedertaal alleen, overal terecht kondet komen, ook en vooral in de vakschool. En hoeveel degelijker zou dat onderwijs niet wezen in onze eigene taal, waar elk woordje begrepen wordt, waar elk begrip aanstonds klaar en duidelijk tôt ons gemoed, tôt onzen geest spreekt! Ja, Vlaamsche werklieden, zulk onderwijs in 't geliefde Nederlandsch, moest van U, van uw kinderen ware vakmannen maken, be-kwaam om te wedijveren tegen de besten van welk land ook ter wereld, om de plaats in te nemen dier duizende en nogmaals duizende vreemdelingen, die hier te lande de best be-taalde postjes komen bekleeden, terwijl ons, arme Vlaamsche jongens, niets overblijft dan ons te gaan afbeulen voor hongerloonen in 't verre Walenland,of in 't vreemde Frankrijk ! Wat anderen te laag, te gemeen vinden, dat is ons, Viamingen, weggelegd ! Welk een onaf-zienbaren schuldenlast tegenover onzen vlaamschen stam heeft onze eigene Beîgische regeering zich op de schouders geladen ! Maar aan ailes komt, God zij dank een einde. Het zooiang met een misprijzend gebaar afge-schopte, verkrachte volk is, in onze dappere voormannen, opgesprongen en eischt nu rechtvaardigheid en vergelding. Tusschen de ontwikkelde volkeren moeten wij onzen rang hernemen, niet schuchter ergens aan 't staartje, tusschen de bijloopers, maar vrank en vrij aan 't hoofd der naties, zooals weleer toen wij uitschitterden als de bakermat der westersche beschaving. Het eenige middel daartoe is, , onze moedertaal, het zooiang versmade Nederlandsch, herstellen als eenige ambtelijke taal in Vlaanderen, waarvoor de eenige zekere waarborg is de volledige bestuurlijke scheiding van België. Dan, bestuurd van hoog tôt laag door mannen bezield met liefde voor ons Vlaanderen, goed voorzien van scholen op aile gebied, die open zullen staan ook voor onze volkskinderen, waarvan nu zooveel uit-stekende talenten zich nooit kunnen openbaren maar begraven worden ergens in de kool-mijnen of steengroeven, zal de welstand weldra opnieuw zijn intrede doen in ons Vaderland, met in zijn sleep fierheid, stambewustzijn en levensvreugde. Dan, wanneer ons moeder Vlaanderen in den kring harer kinderen, hoogtij zal vieren, .... Zal de beiaard spelen Van al uw torentransen : Dan zal de grijsheid kweelen : Dan zal de jonkheid dansen. FR. L. Kleine Kroniik ** Aan aile Viamingen, die van goeden wil zijn. Dit klinke als eon oproep in uw ooren, Viamingen, die Vlaanderen wilt maken tôt een heerlijk huis, waarin iedereen weldra, naar verdienste, aan tafel zal zitten en drinken den zoo-moeizaam-be-komen wijn. In dit uur van kommer weze de strijd bateloos ; het hart kloppe slechts voor Moeder-Vlaanderen en de laatste droppel bloed, die ons voedt, worde geofferd op 't altaar voor Vlaanderens schoone toekomst. Laat het uit wezen met ons dagelijksch gekibbel, met praatjes over kleinigheden — en laat ons ver-geten de vroegere zelfzuchtige partijtwisten, die ons geliefd Vlaanderen zoo ver ten grave voerden; laat ons eendrachtig, als goede Viamingen, die slechts Vlaanderens verlossing tôt spoedige en duurzame oplossing begeeren, de handen in mal-kaar leggen en sluiten den band, die Vlaanderens krgne weze, al zijn er dan ook nog zooveel bloemen in van allerlei slag ! Aan aile viamingen, die van goeaen wu zijn, deze woorden. Is. Van Beugem. Rechtvaardigheid in Le Havre. We knippen letterlijk uit " Le Peuple Belge „ van Parijs 3 Juni 1917. " Er zijn soldaten die hun trein moeten betalen en andere die kosteloos mogen reizen, is dat nu wederom een nieuwe regeling 1 Waarom altijd die twee maten en gewichten ? Op den duur zal ons leger daardoor nog beroemd worden „... We knippen verder : " Reeds meermaals heeft men in het leger geklaagd dat het verschil tusschen soldaten en officieren onder aile opzichten te groot is, zoo van voeding als anders. Zoo meldt men dat op Woensdag 24 dezer, tusschen Gravelines en Saint-Omer, terwijl daaromtrent vele soldaten ferm aan 't werken waren, een zeven- en twintigtal officieren koersvertooningev te paard aan 't geven waren voor een tiental dames. De oorlog heeft dus nog geen minste verandering in de afstootende gewoonten van onze aristocratieke officierenwereld gebracht ; 't zijn nog immer de poppen van voorheen ! " Verder wordt van uit een ander plaats geklaagd, dat er jongens reeds meer dan elf maanden wachten naar een verlofbewijs, terwijl lieve vriendjes er zelfs tôt twee per maand krijgen. „ We vinden het heel mooi van " Le Peuple Belge „ tegen die wantoestanden te velde te trekken. maar wat ons vreemd voorkomt, is toch dat " Le Peuple Belge „ bij ailes ziende blind is, waar het andere niet min erge toestanden betreft, namelik waar het rechtstreeks gaat om het Vlaamsche volk, waaruit toch het leger in verpletterende meerderheid is s amen gesteld i ttev'>""ï3£*,âil rcx a^hil ? Kras !... In de ministeriëele kantoren van HH. Van de Vyvere en Berryer zouden " circulaires „ ontdekt zijn, dagteekenend van Juni 1914, en waarin de mogelijkheid wordt vooropgezet van de bezetticg van ons grondgebied door een vijandelijke wapen-macht. De ministers raden voor dit geval de grootste kalmte aan, en gebieden al hun ambtenaars op hun post te blijven, om 's lands zaken niet te ontredderen ! Dit r >ndschrijven werpt een zonderling licht op de " heldendaden „ der thans ontslagnemende ambtenaars, die nochtans niet verzuimden vooraf hun op pensioenstelling aan te vragen om gezond-heidsredenen...De ontslagnemende ambtenaars zijn dus opstan-delingen en hebben aile recht op pensioenverbeurd! Een bewijs ontdekt. Steeds bewijzen worden er ontdekt in de archie-ven der vroegere ministeries. Nu is er weer een dokument gevonden, waaruit glashelder blijkt dat de toenmaals beloofde Universiteit te Gent er eene volstrekt tivee-talige zou geweest zijn... Wij hebben er nooit aan getwijfeld dat sinjeur Brocqueville ons bedonderen wilde, als hij te Turnhout zoo dubbelzinnig " ja „ knikte, maar niet " sprak „. Nu kan — zwart op wit — bewezen worden dat de Gentsche Hoogeschool, die hij ons toebedacht niet degene was, noch is. die ivij begeeren. Hij be-houde wat hij ons bestemde : wij behouden wat wij hebben ! LETTERKUNDIG HOEKJE. De « Landverraders >. Naar Vlaanderen trekken ze terug, De « landverrâers » ! Zij schieten 't volk niet in den rug, Als Franschelaars. Ze gaan — aïs mannen uit één stuk — In 't voile licht. Ze gaan niet zoeken naar geluk : — Ze doen hun plicht. Ze trekken naar hun Vlaandren weer : Ze zien den nood. Ze vragen lint noch kruis van eer, Maar : - Vlaandren groot !... En spuwt naar hen, uit viezen mond, Het onverstand, De Leeuwenvlag, op vrijen grond, Wordt toch geplant !... In Vlaandren Vlaamsch !.. En nù of nôôit : Alom, vôôraan : Den Leeuw op gouden veld ontplooid ! Of... ondergaan ! De Leeuwenvlag in elke woon !... In woord en daad Ons Vlaandren groot, ons Vlaandren schoon!... Dat 's landverraad ! ! ! JEF HINDERDAEL. IL. I U V V W I 5 lUL/UI IL. Tf uurv Waar is Suske uit Vlaanderen n n ? Lezer, weet ge hoe ik hem gevonden heb ? Want Suske leeft ongelukkiglijk nog. Ginder ver, ergens in een hospitaal, ligt hij onbe-wegelijk, mager en bleek tengevolge eener heelkundige operatie die hij voor drie maanden ondergaan heeft. Suske ligt daar zoo hulpeloos als een kind ; men heeft hem het linkerbeen en den rechterarm afgeschoten. Menschen hebben dat gedaan, arme Suskens uit een ander land die ook naar vrede smachten. Nu ligt hij daar, met droeve, weenensmoede oogen voor zich uit te staren, denkend aan zijn verbrijzeld geluk en aan de groote Smart die zijn thuiskomst baren zal. Arm Suske, ween nu niet, ailes zal wel op zijn plooi komen ? Kom, wees moedig. Hoe stokt zijn stem in zijn keel als hij met treurig verwonderde oogen den onbekenden aanstaart : « 't Is niet voor mij, meneer, maar mijn kinderkens ? » Zijn vrouw en zijn kinderkens ; dagen, we-ken, maanden reeds ligt hij daar onbewegelijk en denkt aan hen. Lange dagen, lange nachten en altijd alleen. Zouden ze weten ginder in het hutteken, dat vaderke zoo ver van huis alleen in 't hospitaal ligt en dat er in zijn hart zooveel droefheid is om hen ? Vervlogen geluk ! Ik zie hoe Suske denkt aan zijn hutteken en zijn hofken, aan zijn kinderkens die er speelden voor de deur, en aan moederke die het kleinste droeg met oogen die straalden van geluk. Ik zie hoe hij denkt aan zijn eigen sterke jeugd die hij zijn huisge-zin wettig schuldig was en die nu voor altijd verloren is. Arm Suske, hij had niet meer, hij vroeg niet meer en men heeft het hem ailes ontnomen. Hoe heeft hij geleden toen hij bang en toch zoo plichtgetrouw, geweer in de vuist, het gevaar te gemoed stormde. Hoe zwoegde zijn borst als er stormloop geblazen werd en hij vooruit moest, vooruit door vuur en vlam, met in zijn hart het beeld van heel zijn geluk op aarde : vrouw en kind. Hoe heeft hij geleden toen hij vechten moest tegen onbekenden die zonen waren en vaders, en die hij, het medelijdend, zachtmoedig Suske van Vlaanderen, dooden moest. God spaar hem ! Hij is zoo goed en hij is er zoo noodig ! Toch is het gebeurd. Nu ligt hij daar, geen mensch meer en ook geen lijk. Zijn Iichaam is gebrekkig, zijn ziel is geknakt. Arm Suske, hoe lang moet ge nog leven ! Hoeveel tranen zult ge nog storten alleen en verlaten, met al dat wee in uw arm, eenvoudig buitenjongenshart ! Wat zal er nog geweend worden in uwe hut, als ge er zult terugkomen hulpeloozer dan de kinderkens die er wachten op uwen steun ! Oorlogswee ! Er zijn menschen (diplomaten noemt men ze) die voor een ordelintje of twee het eenig geluk van zooveel duizend Suskens van Vlaanderen veil hebben. >.•*•.••••••••••• Lieve lezers, zoo heb ik Suske teruggevon-den en de aanblik van een zoo diepe smart heeft me aile reislust benomen. Bij u wil ik zijn, bij u in Vlaanderen ; bij u waar ik zeggen mag wat ik denk en wat ik voel ; gij luistert naar mij en gij begrijpt me ; bij u is mijne plaats, er zijn misschien nog Suskens in Vlaanderen te rorlHûti 1RO Gedachten. Waar gij beleedigd en gekrenkt wordt, daar moet uwe goedneid aanvangen. Ook de zwaarste ondankbaarheid geeft geen recht om zich aan de plichten der liefde te onttrekken. Een gezag, dat zijn macht als redenen doet gelden, is als een blinde chauffeur op een auto vol menschen. Er zijn luie menschen, die zoo lang van geluk droomen, tôt ze het hebben ... verslapen.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De gazet van Leuven: weekblad voor het arrondissement Leuven appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Leuven du 1916 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes