JO 87" JAAR ksiïtt.g 12 e» Mnnisg 13 December 191S N' 295 DE DEGENTENAAR-DELANDWACHT DE ELEINE PATRIOT Bureèïen fe Gettt ar 16 S£eîelv©s4 X~Z&M - — ■ Officils Diitidvt bericliten. BEKEHDHÀK1K80!. • De klo»Sterbroeders Fracs De Roy eto/lQgMi Srtibrecht, evenals de koetsiei' Pieter (iegraiWi Se Wetteren hebben, in feçenstny1 rrist net A. O. K. hevel vam 3-5, drij pastduiven levend verd«ken gehouden en niet afgelevcrd. Da overfredi*# is onontdekt get»levea dflor het ieit, «at de gemeente Wetteren inhet St-Barbara-Icleester, ia wier brouwerlj de duiVen verstokcu jvarea, geene opzoekingen naar duivea liuett ^ Op bevel van het opperkommando van net Sgc, werd derhalve aan de gemeente Wetteraa ■i straf eene dwangboete opgelegd ter haogtc van twee duizend mark. Dit brengt ter openbare kennis. De overste van het Burgerlijk beheeï : von KEUDELL, Regeeringsraad. De diamantslijper Willem De Keyzsr, te iottf gem, heeft in tegenstrijd met het A. O. K. besluit van 3-5, 26 postduiven op zijnen bakover le rend overgehouden, , De overtreding bleef onontdekt door fret feit fiât de gemeente geene huiszoekingen bij hem heefr vooreenomen. Bij besluit van het opperkommando van het ïeger, werd de gemeente Zottegera als stra! eeae dwangboete opgelegd ter hoogtc van twee Suiz8nd"mark. Dit breagt ter openbare kennis De overste van het burgerlijk beheer, vôn KEUDELL, Regeeringsraad. Gait, 9 Deceraber 1915. Bericht aan delezefs Heden verschijnt uw blad op zes bladzijden. De prijs, met het bijvoegsel, felijft t\i©e eejïiieiiîen. £9 Duitsche Eijksdag, Algemseno ^srgaderla^ van dan 9 Beoembsr. De zitting werd geopend om 10 ure. Aan de ministersbank waren aanwezig Dr von Bethmann Hollweg, Dr Deibrûck von TirpitZj Wandel, Hellferich, Krâtke Von Jagew ea Lisco. Aan de dagorde staat de interpellât^ Alkiecht en konsoorten (socialisten): ls de Rijkskanseîier bereid te iafen keaneu oadet welke voorwaarden hijganeigd is,ia vredes Onàerhatidelingen te tredea ? Vooraleer die de baspreking dier vraag fa bepinnen, nam de Kl ;ks<;&nselier Br von Bitbraana-Eoîlwaî het woord : « Ik benuttig de eerste gelegenheid, zeg de redenaar, om U een overzicht te gever van den toestand. Kort na dat de Rijkscîaf in Augustus was uiteengegaan, heeft Bul garic aan den ooriog deelgenomen. » De Entente heeft alie pogingen aange wend om koning Ferdinand op haren kan te trekken. Oostenrijk-Hongaarsche, Turli soke en Grieksche gronden werden heu Baiigeboelen. Servië zelf, de bondgenoot de: Emeute, werd niet vèrschoond. Men koa evenwel met Servië niet ovei den weg. Spreker toont aan hoe na den tweeder BalKan-oorlog, de gerechtigde aanspraal van Bulgarië op Macedonië werd beperkt Door Rusland in den steekgelaten moes Bulgarie toezien hoe de vruchten van der strijd aan zijne Servische naburen ten goed< kwamen. Koraing Ferdinand mag tha',s zeggen da nu de Bulgafrsche vlaggen wapperea ovei het land dat destijds verloren werd. Liebknecht roept : Dat zij destijds in der steek lieten I (Groot tumult, en uitroepen Stilte I stilte 1) De afgevaardigde Liebknecht herhaal zijne onderb-ekinç. (Hevig lawaai en ge roep : Buiten ! buiten 1) Dr von Betbman gaat voort : Servie be sloet 00k tegen zijne naburen te velde t trekken, zulks op aandvingen van Engelans dat beloofde zijne bondgenooten in dei Balkan aile hulp te verleenen. Het Servische leger is ten grootsten deeli veraield, en tevergeefs heeft het op de hulj van Engeland, Frankrijk en Rusland ge wacht. Wij danken onze troepen die in he Balkanisch gebergte zoo schitterend hunm opdracht volbrachten en danken 00k onz< Buîgaarsche vrienden. (Levendige bijval). De redenaar begroet verder de Turken die zoo steik de waclit houdea aan d Dardanel'.en. Dank aan Bulgarie is er thang eén vaste gemeenschap tusschen ons eu onze Turksche bondgenooten, en hebben wij de beste vooruitzickten voor de toekomst. Zooals België en Servië, zich moesten ofFeren aan de grillen der Entente, zou het tbaits de bsuit worden van Griekenland. Talriike dwangmiddelen werden reeds tegen Gnekesland in het werk gesteld,. zooals de macht der Enselsche vloot die als dlplo;natische bedreiging werd gebruik'c om de Grieksche regeering te verplichten te verzsken aan hetgeea de neutraliteit haar voorschrijft. De Grieksche regeering is trots den moeiiijksten toestand beslo'en aan hare onzijdigheid vast te houden, die steunt op de Grieksche waardigheid, onafhankelijkheii en belangen. De zaak is nog niet besb'st. Ik heb er echter aan gebouden te drukken op deze gebeurtenissen, om daardoor verzet aan te teekenen tegen de voorwendsels onder welke de Entente en bijzonderlijk Engeland, ons bestrijdt. Engeland beweert dat het met zelfverloocheni.«g aan den ooriog heeft deelgenomen om Duitschland, als de werkende arm Gods le sttafïen, wegens het schenden der onz:jdigheid van België. Engeland heeft evenwel mettertijd er moeten vsn afzien dat voorwendsel op (e disschen. Het is openlijk bekead : de insluitings-politiek van Engeland, alsook de buiten de wete van het parlement, aangegane ver-plichtingen tegenover Frankrijk, zelf aan Rusland geketend, hadden sindslan!? de Engelsche regeering de handeu samen-geboaden, en wanneer de mobilisatie van Rusland den ooriog ontketende, moest Engeland willens of niet, dat laat ik daar, aandenkrijgdeelnemen, lang voor er spraak was van de Beigiscbe neutraliteit. Thans heeft Engeland geene reden meer die oude bewering voor den dag te haîen. Wie eene geweldadige politiek, zooals die tegenover Griekenland doordrijft heeft geen recht langer den schijnheilige te spelen. Engeland heeft de wapens jjpgenomec j tegen Duitschland, omdat Duitschland anders niet kon in bedwang gehouden worden. Waarom zegdemen zulks niet in 1914 ? Dan hadde de wereld geweten waaraan zich te houderf? Thans weet de wereld waarom deze ooriog, op aanhitsing van Engeland, inoet voortgezet worden. Spreker zal niet verder over den toestand 1 in het Oosten uitweiden, maar spreekt van > de groote vijatidelijke aanvallen in het - Westen die wel is waar het Duitsche front op sommige plaatsen min of mesr hebben '■ ingedrukt, maar toch niet vermochten door-: braak te pîegen. In het Zuiden b'.even de Oostenrijksch-' Hongaarsche stellingen, trots aile pogingea der Italianen, ongeschoaden. s Voor wat aangaat den toestand achter het front, de redenaar zegt dat veîe leden der f ver^adering, die in Noord-Frankrijk en in België wei kzaam zij a, kunnen getuigen dat t er redeiijkerwijze en met succès gewerkt 1 werd voor 't herstel van 't ekonomisch leven. ; De arbeidsmarkt totaal te herstellen is . gansch onmogelijk, daar Engeland den toevoer langs de zee naar de verbondene . landen afsnijdt, en daardoor de nijverhetd t ten gronde richt. De algemeene leerplicht werd doorge-1 voerd. Het vroegere te vergeefs gevraagdc : gebruik der Vlaamsche taal in hetschool' onderricht werd insgelijks doorgevoerd. : In Polen, Litauen en Kurland werden de ontsettende vernielingen door de Russea 1 gepleegd door ons hersteld, zoowel op : gebied van bestuur, als onderwijs, gemeen- schapswegen, enz, t Nog nooit weUicht, in eenen ootloj t waar zoovele miljoenea aan het front, in j doodskamp staan, werd er achter dat front zooveel vredeswerk verricht ! (Leveadig*: t bijval). Nog een paar woorden, zegt de redenaar, over onzen ekonomischen toestand. Levens-1 middelen hebben wij genoeg, indien wij z£ : plechts verdeelen zooals het behoort. Dat is de hoofdzaak. Dat wij ons niet zoo rijkelijk t en zoo goed kunnen voeden als in vredes-. ttjd, dat is klaar. Ve'e familiën lijden door den schrikke-. lijken ooriog, het bestaan van sommigen is j erg getroffen. Ik ben 00k vol bîwondering 1 voor den stillen heldenmoed indien strijc 1 tegen de ontberingen. Aan hen die liider komt ookden dank toe van het Vaderland s Liebknechx roept : En wat hebt Gij ge > daan ? (Geroep en gelach op de banken de: - burgerspartijen). t Dr von Bethmann. — De maatregeler s door de regeering genomen werden dik' ï wij is, als onvoldoende of te laat komende, beknibbeld. Ik wil daarover in dit oogenblit , geci oordeel vellen. Waai wij woeker vast 3 etelden zijn wij oogenblikkelijk opgetredea. tu»n l'l'agawaBgsai Onze vijanden betalen hoogere prijzen voor de levensmiddelen als wij. Wij hebben geenen overvloed, maar wij hebben genoeg 1 (Bijval). De redenaar maakt eene vergelijking tusschen den vroegeren en den huidigen toestand. Men mag zeggen dat wij onze eigene krachten onderschat hebben. Sindslang spreken de bladen onzer vijan-dan van de vredesnoodwendigheid van Duitschland. « Duitschland i:i gasl^gen I Duitschland is ten einde ! Duitschland verhongert 1 » Geene eenigszins bekende persoonlijkheid kan zich verplaatsen, of het is een vredesagent door Duitschland uitge-zonden.Van al die legenden is gee 1 woord waar. Leugen en bedrog ! Ik heb gepoogd, zegt ten slotte da kanse-lier U den toestand te schetsen zooals hij is. Wat ik u voorlegdè zijn feiten. In onze be-rekening is geen enkel zwak punt, geen enkele onzekere fakîor, die onze vooruit-zichten kan aan 't wankelen brengen. Het Duitsche volk vol betrouwen in zijne kracht is onverwinbaar. Anders denken ware ons volk beleedigen. Wij laten ons door geer.e ijdele woorden van ons stuk brengen. Wij strijden dea strijd door onze vijanden gewild, om te voleinden, wat de toekomst van Duitschland van ons vordert. (Stormachtige bijval). Liebknecht roept : En de veroverings-plannen? (Gsroep : stil ! stil ! buiten 1 en nieuwe toejuichingen). Soolaa.l-c!emokrati3o3îe oa.iôrvraçing' b3>rekkeUji£ de vrodasonder ja,ïidalu:â'ôn. De socialistische afgavaardigda Scheida-mann neemt het woord. Zonder twijfel, zegt de redenaar, willea al de volkeren den vrede, doch de verant-woordelijke staatsmannen weten nog niet hoe zij uit die straat zonder uitgang zulJen geraken. Wij ver'nefïen natuurlijk zooals immer onze stem tan gunste van den vrede, anders zouden wij ophouden de partij van den Volkerenvrede te zijn. Wij moeten allen bewust zijn van de groote verantwoorde* lijkheid die op ons drukt. Velen spreken niet van vrede, enkeî uit vrees dat zulks als een teeken van zwakheid zou aanzien worden en zelfs die vrees vond ingang in de socialistische partij. Den 4 Augustus 1914, stond ons volk als een man bereid tôt de verdediging vau het Vaderland en onze verklaring vond destijds waardigen bijval. Hoe staat het nu ? Een blik op de oorlogs-kaart toont aan waar onze troepen zich ba-vinden. Gelooven onze tegenstrevers vrerke-lijk den ooriog op onzen bodem te kunnen overplanten ? Het geldt hier enkel da vraag of de tegenstanders tôt vrede bereid zijn. Ook bij ons bestonden veroveringsp'.annen, aan weîker verwexeniijking geen verstandig .mensch in gansch het rijk denkt. (Zeer waar j bij de socialisten). Mijne partij heeft immer daartegen be> paald stelling genomen. In het buitenland spreekt men van verovering als de redea orn den ooriog voort te zetten. Van het afstaan van Eizas-Lotharingen willen wij natuurlijk niet we'.en. (Bijval). Van de onvriendelijkeuitingen van Frankrijk en Engeland wil ik niet spteken. Gansch de wereld zucht naar vrede, doch men wil er niet van spreken daar het een teeken wa e van zwakheid. Europa richt zijn eigen door dezen ooriog ten gronde. Amerika doet gouden zakea. In Frankrijk zelf schreef senaior Humbert, dat zijn land de uitputting zijner militait e kracht 1 tegemoct gaat. Het uitliongeringsplan var Engela d is mislukt. Mochten oaze vijanden zulk? ook inzien. De hoop der vijanden op huti militait succès is niet beter. Wij mosten van den gunstigeli toestand waarin wij ons bevindea gebruik maken. Wij zijn het, dia van vrede kunnen en mogen spreken. Zou er een mensch zijn die zich niet zou verheugen, wanneer wij aan dezen schrikkelijken strijd een einde maakten ? In naamder Oostenrijksch broederpartij verklaar ik dat deze met ons eens is voor de verdediging van het vaderland evenals ic • het verlangen naar den vrede. Oost-Pruisen heeft aangetoond hoe grool | het Russisch gevaar was. Onmiddellijke gevaren dreigen onze gren-s zen niet meer. Derhalve is het onzen plicb aan den Rijkskanseîier te vragen ondei weike voorwaarden het tôt vredesonderhan delingen bereid is. Het Duitsche volk wi den ooriog geenen dag langer voaren dar 1 noodwendig is om ons doel te bereiken. Voor de onafhankelijkheid van ons land heeft ons volk ailes veil. : Wij mogen openlijk zeggen dat wij der vrede willen, daar het Duitsche volk stsrl genoeg is en vastbesloten ooi£ verder haard «s «v rsk«i«i visas steden en land te verdçdigen, wanneer d< vijanden den vrede niet willen. Gansch de wereld verwacht het antwoord van den rijkskanseîier in ademlooze span« ning. Ik verhoop dat hij het woord tôt ds oplossing vinden zal en zijne bereidwillig-heid voor den vrede zal verkiaren. Dan zoa de huidige zitting in d î wereldgeschiedenis aangeteekend staan. Wij wenschen dit de eerste staptot de beëindigingvan den schrik-bareuden ooriog van Duitschland uitga. (Leoendige bijval bij de socialisten.) 3Je RiJkskansellsr aan den ondervrager #ntwoordende, zegt dat de interpellatie, die in het buitenland veel opzien baarde, wallicnt, naar zijne maening aan de ver^vachtingen die men er van koasterde, niet béant woorden zal. De ondervragers wenschen voorzeker het begin der vredesondsrhandelingen. De geschiedenis, tôt thans toe, van den ooriog leidt heel natuurlijk naar dien weasch. Wij behaalden ongehoorde voor-deelen. Onze vijanden moaten erkeanen dat het spel voor hen is verloren. Het is dus niet te verwonderen dat er onder ons zijn die zich a f vragen waarom nog verdere offers noodig zijn, en waarom zij aan de Duitsche regeering geene vredes* voorstellen doen. Onze vijanden hebban ons nog geea vredasaanbod gedaan, edoch zij hebben als hun balang aanzien ons valsche vredesvoor-stelleu toe te schrijven. Baide daadzakea hebben dezelfde oorzaak : een zelfbadrog zonder weerga, hetwelk wij slechts zouden kunnen verergeren indien wij met vredes* voorstellen voor den dag kwamen, ia plaats van zij tôt ons ta koman. Wanneer ik spreek van vredesvoorwaar-den, dan moet ikeerst de vredesvoorwaarden onderzosken die onze vijanden voorbrengen. De spreker somt op wat er in de Fraasche en de Engelsche pers daarover zooal werd geschreven. Afgevaardigde Scheidemann zal rnoge-lijks antwooiden dat die parsartikelen de stem niet zij a van hst volk. Het is mogelijk dat er bij onze vijanden zekere voorname mannen zijn die aan het bloedvergietea een einde willen stellen. Ik zie echter niet dat zij op den voorgroad treden. De toskomst zal hun misschien be« hooren, het huidig oo?enblik nog niet. De redenaar somt de vsrschillige eischen op, door de ministers der Entente weder-zijds iti hunne redevoeringen uitgesproken, en die voor Daitschland oaaan'iemelijk zijn. De Entente heeft eene reeks van militaire en dlplomaiische nederlagen geleden, doc'; men geeft het inzicht van Duitschland te verpletteren niet op, al moasten noghondard duizenden ter slachting gevoerd worden Men spreekt verder van dea uitputtiag^-oorlog.De ondervrrager is met mij 'takkoord dat onze levensmiddelen toereikend zijn. Wij zijn rijkeliik voorzien van aile grondslofft i voor eenen langen oorlogsduur. Voor wat aangaat de uitputting van manschappea, het komt er in dien ooriog- niet alleen op het aantal opaan. Daarbij onzetegenstrevevs zijn daarnopans in denzelfdea toestand als wij. Onze verliezen zija niet enkel in ve -houding, maar veel geringer als die der Franscheti. Onze vrouwen zijn evem zoo heldeamoa-dig als de Frauscha. Waaneer eenmaal de geschiedenis c; schuld van dezen ongehoorden ooriog sjî vaststellen, dan zal het ontzattende onkeiî blijken dat haat, veinzerij en onkunde gs-sticht hebben. Zoolang onze vijanden geene schuld Lo-kennen, en de verderfeiijke invload û.~ huidiga machthebbars de vijandelijke vo -keren beheerscht, ware een vredesaanbjl van onzentwege eene onzinnigheid. De duur van dan ooriog zou er niet doar verkort maar verlengd worden. Earst moeten de maskers vallen. De var-nielingsoai'og wordt nog te^en ons g:-predikt. Daarmede moaten wij afrekenea. Met theoriën en vredasuitingen vanonîen , kaat komen wij nergens. Koman en vredas-voorstellen, die met de waardigheid ea zekerheid vanDuitschlandoveroenstemmia, dan zijn wij altijd bereid deselve te onder-zoeken.Liebknecht. — Veroverii:gsplanr,aa ! ■ (Hsvige tegenspraak recht3. Garaîp : Bui-^ ten ! Steekt den kersl ia 't gekkenhuis 1) von Bethmann. — Ik heb reeds vrcagar over ons oorlogsdoel gesprokaâ. Ik kaa 1 thans niet in bijzonderheden treden. 1 Ik kdn niet zeggen welke waarborgen d® keizerlijke regeering in somm;ga vra^an zooals b. v. in de kwestie van Balgië eischen zal; onze vijanden zullen echter eene zaïtc 1 zelf bakermen : Hoe langer en verbitterder : ; de ooriog duurt des te meer stijgen onza ■ ' geëischte waarborgen.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.