De klok uit België = La cloche de Belgique

1512 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 21 Octobre. De klok uit België = La cloche de Belgique. Accès à 25 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/mw28912w8m/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

jWEEKBLAD VAN „LE COURRIER DE LA MEUSE" Zondag, 21 October 1917. Xe BLAD. lste Jaartrantr No. 30 De Klok uit Belgie MIJN NAAM IS ROELAND ALS IK KLEP, IS T STORM ALS IK LU1D, IS T ZEGE Redactie Kapoenstraat 14 Administratie Kapoenstraat 16 MAASTRICHT — Teleph. 614. PRIJS PER NUMMER : 5 Cent. ABONNEMENT : Voor Holland . . . . Fl. 1.00 per Kwartaal Voor Buitenland . . . Fl. 1.25 „ „ PORTRETTEN. Meer dan ooit heeft men tijdens dezen oorlog ondervonden welke on-uitsprekelijke stonden van geluk de portretten ons kunnen verschafîen. Men had have en goed moeten verlaten; men was den weg der bal-lingschap opgegaan, en daar terecht gekomen op een armzalig zolderka-merken of in een vak van een houten reuzenschuur. Op een morgen hebt ge in de bladen gelezen : „De vijand is als een lawine op het dorpje T. geval-len; gijzelaars werden genomen; bur-gers gefusilleerd en gansche straten neergebrand". Het ouderlijk dak, uw nestje, uw huis, uwe hemel, is in rook opgegaan, en een vormelooze puin-hoop rust als een. zerk op uw verzwonden geluk! Maar eens dat de groote schok voorbij was, dat gij uw oîfer aan het vaderland - gebracht hadt, bleef u een troost over ; tusschen 't weinige dat gij bij 't vluchten meegenomen hadt was er een postkaart misschien waar uw huizeken op te prijken stond; — lang, heel lang hebt ge dat beeld be-keken, uw geest waarde nu in al de hoekjes en kantjes van uw voor-malige woning, terwijl dikke tranen u over de wangen rolden. Die beeltenis heeft u rnoed in 't hart gesproken; en telkenmale gij naar de muur opkeekt, waar tegen, onder een takje heidekruid uw huis te prijken hangt, heeft uw Liefde gezworen terug te bouwen, datgene wat hun Haat ver-nietigd heeft. De vijand is als een lawine op ons vaderland gevallen, en het gansche volk is uiteengeslagen ; onze wrekers, zijn door den IJzer gescheiden van hunnen lieven vader — den grijs- i wordenden man, die 't hoofd schudt als men spreekt van hoop in de toe-komst, van hunne moeder, — de vrouw die in stilte weent maar toch iederen morgen naar 't Oosten kijkt of soms 'de zegezonne niet rijzen zou ! Duizenden zijn op den vreemde. 's Avonds in 't zuchten van den wind kan de moeder wel de klachten van haar jongen, en 't kind wel de zegen van zijn vader opvangen, maar over den draad van den Dood, over de wateren van de zee reiken onze blikken niet. Het minnend ■ hart wil nochtans het voorwerp zijner liefde onder de oogen hebben, kan het niet in werkelijkheid dan toch in beeld. Welke soldaat heeft zijn ransel toe-gegespt, zijn livret toegesnoerd zonder zich te vergewissen of hij wel 't portret van vrouw en kinde-ren, van zijn verloofde bij zich had? Veel zaken hebben de vluchtelingen in hun overhaast in den brand gelaten, maar de portretten der geliefden zijn toch van den muur gerukt, zijn op de lange zwerftochten nooit zoek ge-raakt.0! kondet gij onopgemerkt in loopgraven sluipen, en over den schouder kijken van dien kloeken jongen, daar bij 't kaarslicht neerge-hurkt, dan zoudt gij op zijn knieën 't portret zien liggen, van zijn moeder. En kondet gij aan de zijde staan der krijgsgevangeneri en geinterneerden die in hun kamp of loods een eenzaam stil plekje opzochten om lang, heel lang naar iets dat ze uit hun tasch haalden te turen, dan zoudt ge weten dat hun oogen nooit moe gekeken zijn op de trekken van echtgenoote en kroost. En was het u gegeven bij avond-stond de huiskamer te betreden van hen die onder dwingelandij nu leven, dan zoudt ge moeder saam met de heele kleintjes voor 't kruisbeeld ja, maar ook voor 't beeld der afwezigen zien knielen, en voorzeker zoudt ge uw tranen niet kunnen weerhouden als na afloop van 't avondgebed, de lieve kinderen een voor een het portret van vader, den plichtgetrouwe, van broeder den gevallen held gaan omhelzen. Er is onder ons geen enkele, die de beeltenis zijner geliefden niet bezit: die van tijd tôt tijd de noodzakelijk-heid niet gevoelt die wezens van dichter bij te beschouwen. Doch terwijl wij onze oogen op die lieve trekken vestigen moeten we luisteren naar de taal die de portretten spreken, want ailes mag zich niet bepalen bij een ziekelijke droo-merij, -die ons tôt wêemoedigheid brengt, en 't zaad van ontevreden-heid en wanhoop in onze harten zou werpen. Dat turen op portretten moet een meditatie zijn waaruit wegesterkt en gestaald opstaan. Voor moeders beeltenis moet gij de' vraag beantwoorden, of gij nog vrij en vrank haar in de oogen moogt kijken; of zij nog wel het recht heeft fier op u te zijn, of gij metterdaad nog haar rein en vlekkeloos kind zijt. Als gij, man, het portret uwer echtgenoote aan • de iippen drukt, hoort ge dan haar stemme niet die het be-wijs opeischt dat ge steeds het recht hebt dit te doen en dat gij harer, die lijdt en bidt voor u, waardig blijft.? Als gij met vaderlijkén trots uw schat-ten voor 't oog uwer kameraden houdt, verneemt ge dan het woord dier lie-velingen, „bemint vader ons nog altijd evenveel ? — wil vader zich zelf nog slachtofferen voor ons? — denkt vader in al zijn doen en zijn laten nog altijd en alleen aan ons?" Als ge groene, en roze, en drie-kleurige lintjes om en rond de lijstjes speldt blijft ge dan niet doof voor de bede om hulp van hen, wien de ver-siering geldt? Denken wij aan hen in onze ge-beden, trachten wij hunnen nood te lenigen, hun lijden te verminderen? Portretten van woningen, portretten van onze strijdende mannen, lijdende vrouwen, en biddende kinderen, — be-waren wij ze in ons hart niet in een lijst alleen, en*dat het zicht ervan ons trooste in onze oogenblikken van moe-deloosheid, ons sterke in het uur der bekoring, en ons behoude op den weg van eerlijkheid en deugd. FRITS RECHT. Staatskwestîes. Volkerenvraagstukken. De uitvoerende macht in Duitschland. In zijn antwoord op het vredes-voorstel van Z. H. Paus Benedictus, zegde Président Wilson dat geene overeenkomst met de Duitsche re-geering mogelijk is zoolang niet kon blijken dat het volk mede wil wat de regeering doet. Sinds dien is er terecht op ge-wezen dat er in Duitschland een strijd wordt gevoerd om tôt die medezeg-genschap van het volk te komen. Eenige woorden uitleg daaro'ver zul-len voor velen nuttig zijn. Welke is de uitvoerende macht in ons land? Wanneer door de kamers en de Senaat eéne wet aangenomen wordt b.v. een verbod om 't werkvolk in de mijnen meer dan 8 uur aan den arbeid te houden, en de koning heeft die wet onderteekend, is het werk van het „wetten-maken" gedaan, de taak van de wetgevende macht is afge-loopen.Die wet moet nu uitgevoerd wor-: den. Er moet inspectie komen om te zien of de wet onderhouden wordt enz. Is het eene wet die verplicht be-lastingen te betalen, dan wordt ge-zegd aan wie, waar en wanneer het geld moet afgegeven- worden, enz. Dit ailes is het werk van de wetten te doen onderhouden, de taak van de uitvoerende macht. In ons land is de uitvoerende macht in handen van den koning. Deze is on -schendbaar d.w.z. dat indien de koning de wetten slecht zou uitvoeren, hij toch niet daarvoor aansprakelijk kan gesteld worden. Is dat nu een democratisch land? Ja, want de koning kan niets wettig doen zonder dat zijn besluit mede onderteekend is door een minister, en deze minister is verantwoordelijk. Indien dus de koning een besluit uitvaardigt b.v. om te zeggen dat de mannen van de lichting 1917 op dien dag moeten binnenkomen, en de koning alleen onderteekent dit, dan moet geen enkele Belg hem daaraan storen. Staat er evenwel het handteeken onder van den minister van oorlog, dan moeten wij gehoorzamen. Indien nu het besluit onrechtvaardig zou zijn, dan zou daarvoor de minister van oorlog verantwoordelijk zijn. Daarbij komt nog dat feitelijk de ministers moeten overeenkomen met het parlement. In theorie mag de koning tôt minister benoemen wie hij wil. Feitelijk"gaat er niets in 't land als de ministèrs en 't parlement niet overeenkomen. Is er dus oneenigheid tusschen het parlement en de ministers van den koning, dan kan deze de kamers ontbinden en een nieuwe kiezing voorschrijven, maar is het nieuw gekozen parlement nog tegen zijne minisers, dan is er voor den koning geene andere uitkomst ■dan maar andere ministers te nemen die in overeenstemming met de volks-vertegenwoordigers handelen. In Duitschland is dit niet zoo. De ministers hebben alleen met den keizer af te rekenen, en deze heeft de goedkeuring van den Rijksdag niet noodig. De ministers heeten dan ook secretarissen: Von Kiihlmann is staatssecretaris van Buitenlandsche zaken, Von Cappeille staatssecretaris van Marine. Dikwijls is het gebeurd dat tegen deze of gene minister geinterpelleerd werd, en dat Mijnheer de staatssecretaris liet weten dat hij geen tijd had om er naar te komen luisteren. Stemt de Rijksdag ee"ne dagorde van wan-trouwen, dat raakt de Heeren niet. Onlangs werd tegen den onder-kan-selier Von Helfferich geprotesteerd. „Indien gij geen vertrouwen in mij hebt", zeide hij, „spreek ik u niet meer toe." Het gaat in Duitschland met de kamers zooals met eenen soldaat... die was kwaad, en de koning gaf er niet om. Is daarin nu verandering te ver-wachten?Ja, en dit om verschillende redenen. Vele Duitschers die nooit anders dan hun regiem gekend hadden, beginnen nu te weten, dat in andere landen het . volk door zijne gekozenen iets te zeggen heeft, en zij ook zijn niet meer tevreden. Jammer dat er door de re-geeringen van democratische landen zooveel flatérs begaan zijn. Ware dit niet geweest, dan zou in Duitschland de zucht naar vrijheid nog veel, ster-ker zijn. Velen ook in Duitschland beginnen het moe te worden te vechten voor Constantinopel of Bagdad en onder-tusschen van miserie te vergaan. Daarom eischen zij dat de regeering haar oorlogsdoel zou kenbaar maken. De rijksdag heeft een motie aangenomen voor een vrede door overeenkomst. De regeering houdt het zeker met de partijgangers van wat men noemt den Duitschen vrede, een vrede door verplettering der Entente. Daarom willen velen bekomen dat de wil van de Rijksdagmeerderheid ook door de Regeering zou uitgevoerd worden en verlangen zij naar een toestand die het de regeering niet mogelijk maakt tegen den wil van het parlement te handelen. Er is dus verandering in de ge-dachten, en er komt stellig verandering in den gang der zaken. Wanneer dit eens verkregen is, is ook het rijk uit der militaire partij, kan Président Wilson onderhandelen, en zijn de Duitschers verplicht te zeggen of zij, ja of neen, op de basis der Pauselijke voorstellen willen onderhandelen. Wij zijn er dus nog niet, maar wat komen moet vooraleer de vrede mogelijk wordt is op komst. Wij zullen in „de Klok" blijven volgen welke wending de zaken nemen. Iedereen koope lu et Psaiierke 88 Geestelijke Liederen, door Adr, P. Hamers, R. K, pr. — Prijs 0.45. j Bestelt het op onze bureelen, Kapoenstraat 14-16, en gij ondersteunt "De Klok„.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De klok uit België = La cloche de Belgique appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à Maastricht du 1917 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes