De klok uit België = La cloche de Belgique

1466 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 15 Juillet. De klok uit België = La cloche de Belgique. Accès à 05 juillet 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/8s4jm24744/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Redactie Kapoenstraat 14 Administratie Kapoenstraat 16 MAASTRICHT — Teleph. 614. MIJN NAAM IS ROELAND ALS IK KLEP. IS T STORM ALS IK LUID, IS T ZEGE PRIJS PER NUMMER : 5 Cent. ABONNEMENT : Voor Holland . . . . Fl. 1.00 per Kwartaal Voor Buitenland ... Fl. 1.25 „ „ Valt hier iets te leeren ? Verblijft hier in 't Land in gelijk welke stad, kuiert de straten rond kijktgoed uit de oogen, en uit de voorbijgan-gers zult ge de "Belgen„ halen. D'er is iets in hnnnen stap, in hun-nen gang, in de houding van hun gansche lichaam dat ze van de an dere laat onderscheiden ; d'er zit iets 'k weet-niet-hoe-het-uit-te-drukken in hun lijf dat niet toelaat ze met den plechtstatigen Nederlanderteverwarren. 't Is een feit, de Belg kan niet met gemeten tred dçftig-kalm doorstappen. Vlug, als had hij kwik in de beenen, zet hij aan met den maat ; kan de ar-men maar niet langs zijn lichaam on beweegbaar houden ; maakt uitbun-dige gebaren, houdt zijn gezei staan, tikt hem eventjes op de schouders, wijst met den vinger iets opmerkens waardigs aan, en Ioopt dan als 't ware gejaagd verder door. Heeft hij warmer bloed ? Luistert, en dan loopt gij niet 't minste gevaar meer u te vergissen. De Belg praat alsof ook de voorbij-ganger bij zijn woorden belang zou hebben. Dat luidruchtig spreken is ons zoo eigen dat het bij Engelschen en Hollanders als een onbedriegende belgische karaktertrek aangegeven wordt. Zijn wij uitbundiger, spoianer van gevoel ? Helaas, dat deze luidruchtigheid een zeker gémis van beschaving aan den dag brengt, wanî het levert een onte-gensprekeîijk bewijs op dat wij Vla-mingen een weinig beschaafde uit-spraak hebben, en dat wij gedurende ons verblijf in Nederland, in dit op-zicht althans, weinig bijgeleerd hebben. En laat het ons bekennen, wij Vlamingen, waren hier nochtans op een allerbeste school thuis. Als wij, wie we ook zijn, en wel-ken rang wij in de maatschappij ook bekleeden, met ons gelijken in Neder land een gesprek aanknoopen, dan moeten wij eenvoudig bekennen dat die menschen, al is hun kennis mis-schien niet grooter dan de onze, de hunne wel beter, en in fijner keuriger vorm aan den man weten te brengen. Zij zijn er zich van bewust, ze laten het ons voelen, en zoo kunnen ze doorgaan als hooger staande in beschaving. Spreekt, gij ontwikkelden, die hoo-gere studiën doormaaktet, hebt ge ooit uw Nederlandsche collega in verlegenheid gezien als hij in zijn rnoeaertaal, een zaak die hij bestu-deerde en begreep, voor anderen te behandelen hadt ? En gij, Vlaamsche vrouwen, toen ge op visite gingt bij Hollandsche dames heoi ge uw gastvrouw in platte ruwe gewestspraak hooren spreken ? En onze Vlaamsche juffers, hebben ze hunne kennissen uit de balling-schap over hun meisjesaangelegen-heden hooren vertellen in een vreemde taal of in een brabbelmengsel van plat hollandsch en slechtuitgesproken fran«ch ? Kijken wij niet verwonderd op als we een Nederiandschen ambachtsman over zijn stiel hooren spreken ; die man verstikt niet in zijn zinsneden ; hij weet elke zaak met het gepaste woord te noemen en die werklieden zouden u den indruk laten — moest ge alleen op hun gesproken woord uw oordeel bouwen — dat ze allen een hoogere nijverheidsschool door-gemaakt hebben. Ik beken rechtuit dat ik met genoe-gen naar de samenspraken der reizi-gers in een 3de klas coupé zit te luisteren, alleenlijk omdat de taal van al die menschen, die dan toch ge-woonlijk tôt de mindere rangen der maatschappij behooren, zoo gekuist is, zoo harmonisch klinkt en zoo beeldrijk schildert. Grif geef ik toe dat er hier ook veel gewestpraken zijn, die bepaald niet, wat men heet, "melodieus„ mo-gen genoemd worden, en 't Maas-trichtsch vind ik b. v. al even leelijk als 't Leuvensch. Doch treed hier een postkantoor of een sigarenwinkel bin nen, en de beambte of de winkeljuf-fer zullen u in deftige taal te woord staan ; en dan denk ik met weemoed terug aan ons arm Vlaanderen, waar 't meerendeel nog geloofde dat ze om fatsoenlijk te zijn, en om anderen eerbied te betoonen, hun toevlucht moesten nemen tôt een vreemde taal. En in zekeren zin is dat te verklaren daar de Vlamingen te fijngevoelig zijn om niet te begrijpen hoe een ongekuischte gewestspraak "min beschaafd„ staat. Waarom nu dan landgenooten, niet te leer gegaan bij onze taalbroeders ? Kunnen wij een betere meester hebben dan de dagelijksche oefening ? Ik kan mij die zorgeloosheid der uitgewekenen niet verklaren. In En-geland en Frankrijk doen de Vlamingen hun uiterste best om de talen, die dan toch voor ons vreemd zijn, zoo volmaakt mogelijk aan te leeren ; en om de kennis onzer eigene moe-dertaal, die wij zonder al te groote inspanning nu kunnen opdoen, schij-nen wij ons geen zier te bekommeren. Gij houdt niet van "het stijve hollandsch». Wie zegt u dat ge het mal-sche,.pittige Vlaamsch verleeren moet ? Vlaamsch en Hollandsch hebben eenzelfde benaming: Nederlandsch ; — mij goed ! Maar er is iets dat ze uiteer. houdt ; de gang, de zwier van ons Vlaamsch is leniger. Ons karakter, dat toch van dat onzer noorderburen verschilt, weerspiegelt zich in onze spraak. Dat de vurige, geestdriftige Vlaming zijn Vlaamsch blijve spreken. Maar dat hij zijn uitspraak zuivere en dat hij zijn woordenschat vermeerdere. Dat elk in zijn eigen omgeving scherp toeluistere, de ruwe, de oor-martelende klanken were, ieder voor-werp bij zijn eigen vlaamschen naam leere noemen, dan zullen wij stilaan een deftige taal leeren spreken en onmiddelijk in de achting onzer omgeving stijgen, want vergeten wij niet dat de taal van iemand in zekere mate de graad van zijn beschaving aangeeft. / J. C. Kinderonschuld Ik zong v,an der kiederen vreugde en hun heil, Der ouderen fierheid en zegen. Maar rijker en lieflijker straalde onderwijl Het beeld van tan onsdhuM me tegen. O wondermooie onsdmld der kindren hun ziel, Geen schoonheid benadert uw luister. 0 vileldooze reinheid waar nmwner op vie! Het vuil van de zonde en haar duister. Grootsch bloeit in 'den avonid, die glorierijk daalt, De zee in haar Tust en haar wonne. Hel schittert des winters het stneeuwland, bestraald Door vreeglans en kleurlioht der zonne. Schoon opent de dagraad, met zongoud doorlaaid, En glanzen de bloemige weiden. Weidsch fonkelt de hemel,met sterren bezaaid, Al glorie en vrede en verblijden. Maar 't ziciht van uw blik, die zoo argeloos schouwt, De pracht van uw lach en uw tranen Uw vroomheid, o kiind.datde handekens vouwt En neerknielt in bidlden, doet tanen De heerlijkste beeldein van vrede en van pracht In straallicht van Jezus' genaden: Geen zeerust of sneeuwwit of bloemkleur of nacht Als heemlen in sterrengloor baden, Is, kind, als uw zielsglans zoo vredig en scho<ji. O eenvoud van 't kinderlijk streven!. •Ons grootheid is kleinheid en 't treurige l-oon Van valsahheid en hoogmoed Ln 't leven. x" x De mensch zwoegt door 't leven met kwellend gedacht En driftig verîamgen en hopen. En tallooze ontgoochlingen scjireien hun klacht In oogen, van trainein bedropen. O gij die u groot waant in godloozan trots, Op anderen blikt met veraohten, U vrij 'hebt gemaakt van het zoete juk Gods, En spot met de hemelgedachten. En gij die ontaard zijt in ziinlijk bedrijf, Door tooeien van geilheîd gebonden, Uw ziel is besmeurd en ontzenuwd uw lijf, Door 't kainkerend vreten der zonden. En gij 'die uw vlamblik en drifthanden slaïa-t Naar 't geld in dolzinnig vereeren, Wier vrekkige Jieîde steeds steigert naar kwaad, Naar onrecht in schandlijk begeeren. Gij al, die zoo sitrompeJt den lastigen tocht, Verbeten o,p God en de menschen, En iboos op u zelf, die niet vindt wat ge zocht: VervuHmg van één uwer wenschen, O voelt ge niet 't hermwee naar kindergeluk, En weent ge nooit om uw verleden? En, scheuridet gij '.t kleed van uw onschuld eens stuk, Hebt gij miet sindsdien veel geleden? Verdreeft gij 't gedaaht aan dien zaligen tijd, Verschoondet ge uw schuldig geweten, En horktet gij niet naar zijn zalig verwijt, Bedenkt ads uw iheilzaamste weten, Dat Christus dit ertnstige woord heeft gezeid: Gij zult niet ten hemel verschijnen, Gij menschen, door hoogmoed en zonde verleid, Tenzij gij herwordt als de kleiinen. Middelburg, 7 Juli 1917. Arth. COUSSENS. Wekelijksch Qverzicht Oosterfront. Uit het oosten komt het goede nieuws. Gedurende deze acht dagen zijn er groote gebeurtenissen langs Kussi'sc'he zijde afgespœld. Het offensief, dat zulk een gelukkig begin had, voortzettend, heeft het Rus-sisch leger de bres die ze in de Oos-tenrijksch-Duitsche lïnie gemaakt had, vergroot. 't Was benoorden Bzre-ziany te doen, en in enkele dagen werden er 20.000 officieren en solda-ten krijgsgevangen gemaakt. Generaal Korniiof die Brousiloff, thans opperbevelhebber, opgevolgd heeft herneemt punt voor punt het aanvalsplan van zijn voorganger. Eerst zou hij Halicz op den Dniester willen veroveren; deze stad be-schermt immers langs het Zuiden het gewichtige Lemberg. Van uit Stanis-lau willen ze Halicz omsluiten. De eerste stoot was vrees'lijk, doch onweerstaanbaar. Van meet af ver-loor de vijand meer dan 7000 soldaten en 50 kanonnen. Verslagen, is hij dan ook al met eens 12 kilometer achter-uit getrokken. Op 't oogenblik dat wij ons overzicht stellen zijn de Russen Halicz binnengetrokken ; hun cavalerie zit de vluchtenden vijand op de hielen. f>e komst der Amerikanen. De Duitsche pers ontkent ook geenszins het gevaar dat in het Oosten opdaagt. De ontnuchtering is wat groot voor die heeren .die gemeend hadden dat Lenine en de Zimmerwal-diers al'le optreden van 't Russisch leger zouden onmogelijk gemaakt hebben. Die tegenslag valt wel wat hard na de nederlagen die Hinden burg in België en Frankrijk opliep. 't Is nog niet al: ze krijgen nog meer zorg! Verbeeldt u dat er reeds driemaal Amerikaansche soldaten in Frankrijk aan'landden, en geen enkel transportschip werd door een der flinke(!) onderzeeërs naar den kabel-jauw kelder gezonden!! Dat ailes saam moet de Duitschers eens eventjes doen nadenken! Ame-rika is geen drooinbeeklige vijand ; hii staat reeds in vleesch en been. op Franschen bodem! En uw onder-zeeërsvloot, Duitschland? Zoo onbe-nullig dat ze de overvaart van een 'leger niet kan tegenhouden? De af-stand tusschen Amerika en Frankrijk is anders wat grooter dan tusschçn Engeland en Frankrijk! In al de landen der Verbonden bij -zonder in Frankrijk heeft men de aan-komst der Amerikanen geestdriftig begroet. De deelneming van de Vereenigde Staten in den oorlog bezegelt de eeid door de Verbondenen gezworen de wapens niet neer te leggen vooraleer Nhet militarisme voorgoed zal gebro-ken zijn. Duitschland. Men zou haast gelooven dat het militarisme, dat men evengoed de overheersching der landpotentaten en junkers mag noemen, een gevoeligen WEEKBLAD VAN „LE COURRIER DE LA MEUSE" Zondag, 15 Juli 1917. Xe BLAD. lEte Jaargang No. 1<

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De klok uit België = La cloche de Belgique appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à Maastricht du 1917 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes