De landbouwer: weekblad voor landbouwers uitgegeven met de medewerking van het Duitsch Generaal-Gouvernement in België

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

De Landbouwer Weekbllâ voor Landbouwers uitgegeven oncler medewerking van het Duitsch Generaal Gouvernement in België Belglsche bladen mogen uit « De Landboiwer » niets overnemeri, zonder telkens de faron te vermelden. rNrs 21 * * 22. Ovstelratd en verzendino : Keizcrl. Duitsch Bestuur, afd. VII, Naamsclie straat, 10. Mjulckcrij : Staatsdrukkerij1, Leurenschc weg, 40. 0 Brusse!, 31 Juli 1918, AANKONDIGINGEN : 30 centicmen de kleine regel. Bijlagcn, bijzondere prijs. 3.^ii4^ifv&^'^Aa>.,flLffiiiLrgjaansrrwnarTTSTwi,>w,jti,rffvmiwvTiJW|>liiwi i m 4e Jaargang. INHOUD: lijsondere verhandelingen : Verzorging der gezondheid bij de huis- de blçèmen der aardappelen. — De fruit- en groententuin in dieren in den zomer. ' Augustus. — De kooivlieg (Chortophila brassica). — Vereenvou-i. [kkerb»nw,veeteelt, tain- en boschbouw, enz. : Arbeidskalender voor digde bliksemai'leider. — Bondige raadgevingen : i. Tuinbouw; ; Augustus. — De weidedrenkplaats. — Landbouwers, bereidt a. De klein-veefokker; 3. Landbouw; 4- De praktiscbe schreber geschoud voeder. — Het neerhef in Augustus. — Het afdoen van tuinier; 5. Allerlei.—Uit stad enland.— Marktnieuws. — Brievenbus» Landbouwers, let op de richtige graanrijpheidl ¥jestl St o i s w ers, ploegt de stoppelvelden! l^imdboiswers, verbouwt winteroliezaaisels ! Landbouwers, verbouwt rapen! Landbonwers, vervoedert versch hooi niet ongemengd! Landbonwers, wint groentenzaad! Veraorging der gezondlieid bij d© IiuistSieren in den zomer. Ook de zomer brengt gevaren mce voor de gezondheid onzer huisdieren. Bij 't begin van den zomer, zoo lang nog voldoende bodemvochtiglieid voorhanden is, staan rijke-îiijlce weide en groenvoeder 1er beschikking. Later is er vaak voeder te kor't, vooral wanneer droogte of aan-houdende droogte intreden. Dan beschikt men niet enkel overweinig voeder,maarlict lieeftookaanvocdingskracht iverloren, is dikwijls droog, houtachtig en verwelkt. tTegen den herfst staat het weer anders met liet voeder, wanneer de stoppe!- en klaverweiden opkomen of wanneer 'na aanhoudende droogte een doordringende warme regen de voederplanten weelderig doet groeien. Wegens den ivoeder- en tempera tuurtoèstand oefent de eerste helft van iden zomer op de gezondheid en den groei en ook op de nutting der dieren een gunstigen invloed nit; de voor-[jaarskrankheden verdwijnen en vooreerst treden er geen andere in de plaats. In de tweede helft van den zomer ,wordt het anders; hu komen de kranklieden, die lioofd-zakelijlc in dezen tijd uitbreken : roode loop, hersen-ontsteking, miltbrand en andere aanstekelijke ziektcn. Hoe kan men nu de gevaren van den zomer zoo goed mogelijk weren? Vooreerst dlent er opgemerkt dat een warme stal veel gevàarlijker is dan een warme tempe-ratuur of zelfs een hooger temperatuur in open lueht. In een stal, die niet rein gehouden en ook niet goed [verlucht is, bevinden zich vele .dieiiijke uiLwerpselen en uitwasemingsstofîen ; de stalluclit is er meestal •zeer vochtig, bevat sehadelijke gassen en vuilnisstofïen, die rotten, en daai-entegen weinig zuùrstof. Ten gevolge ider meestal hooge stalwarmte is do huiduitwaseming ilevendig, zonder dat deze van het lijf weggenomen wordt. Deze sehadelijke invloeden werken bijzonder sterk gedurende den nacht; daarom worden ook dan de beesten gewoonlijlt ziek. De nadeelige werking van de hitte op de dieren moet men zoo goed mogelijk weren. Bij herkau-wende dieren en zwijnen wordt te inspannende bezigheid vermeden, zoo ver mogèlijk; men late de dieren op do weide in de koele dagurcn of bij voldoende helderheid 's nachts; gedurende de warme uren van den dag brenge men de dieren op koçle, beschaduwde plaatsen of on der een afdalc. Afgelegen weiden, berghelliugen, berg-weiden, eng ingesloten dalen mogen natuurlijk bij groote hitte niet bevaren worden. Frisch, onbedorven drinkwater in voldoende hoeveel-heid mag niet onlbreken. Gedurende den warmen tijd moet voor sappige, goed lossende, licht verteerbare voe-ding gezorgd worden. Krachtig voeder, dat lastigçrerteert en hardlijvigheid veroorzaakt, is te vermijden, zooals stoppelweiden, waarop vele afgebroken, voile aren liggen, weideweiden met half verdord voeder, weiden, waarop zich vele planten bevinden, die prikkelende stoffen bevatten, b. v. komijnweiden of weiden met veel heidelcruid. Bij heet weder moet men de zwijnen, runders en paarden, daar waar het mogelijk is, in 't water jngen. Bij de achapen mag men dat naty.urlijk niet docn. Do béate 'voorbehoedingSmaatregcl tegen zomerk?ankh«'Jon is de gelijkmatige voeding der dieren met verkefeleud, verfrissend, sappig voeder. Om zulke voedering te kunnea toepassen, moet er voor gezorgd worden dat zullc voeder, wanneer men het noodig krijgt, ouït voorhanden is. Daar waar weideexploitatie bedreven wordt, moeten bi|j eenigermate normale weertoestanden gedurende den weidetijd de geschikte weidegronden ter beschikking staan. Waar het vee'oolc in den zomer in den stal gevoed. wordt, mag men zich niet enkel op luzerne en vooral nie op roode kiaver alleen verlaten, maar er moeien ook op verschillende tijdstippcn verschillende groenvoederiiien-gels (vitsenhaver of havervitsen en erwtenmengaels), ook wel voedermaïs, paardentandmaïs, enz. ingezaaid worden, opdat men in geval van mislukking van de roode, klaver toch voldoende groenvoeder hebbe. Moet men weiden met vochtigen bodem en scliierj ondoordringbaren ondergrond benuttigen, zoo is liet dik-j wijls zeer nuttig eenen voldoenden voorraad droogvoeder! te hebben om het in natte zomers, zoo lang het noodig is, j te verstrekken en zoo de dieren, vooral schapen, voor krankheden te behoeden. In 't bijzonder echtcr moet mener voor waken dat de zeer vaak in 't midden van deu zomer intredende voedermangel niet nadeelig op de. dieren werke. Juist in dezen tijd is gebrck aan voeder liet meest schadelijk, ' Âkkerbouw, veetesSî, !u!n- en bosolvboiiw, enz. Arbesdshalciide-r voor Asagaasiust De graanoo'gst is in vollen gang; aile lianden reppeii zicli om den zegen in te halen. Acliter den oogstwagen/ echter moet de ploeg dadelijk weer voren trekken». Nui lcomt het er op aan snel stoppelrapen en voederkruideni te zaaien, opdat de hoeveelhcden voeder in herfst enj winler vcrmcei'derd worden. Het zaaigoed voor het^

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.