De landbouwer: weekblad voor landbouwers uitgegeven met de medewerking van het Duitsch Generaal-Gouvernement in België

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

De Landbouwer Weekblad voor Landbouwers ultgegeven onder medewerking van hot Duitsch Generaaî Gouvernement in België. B«lgl«oh» bladen mogan ult < D» Landbouwar > nisti ovtrncmsn, zsndsr tslkens d« bron ta varmaldsn. Nr 16. Opstelraad en vcrzendinç : Keizerl. Duitsch Bestuar, afdeei. VII, JN'amenstraat, !0. 1 Drukkerij : Staatsdruklierij, Leuvensche weg, 40. ! Brussel, 21 Juni 1916. AANKONDIGINGEN : 30 centiem de kleine regel. Bijlagen, bijzondére prijs. 2' Jaargang. INHOUD: i m n Ambtelijke bekendmakingen van den Gentral-Gouverneur, enz. : Be-kendmaking van den Verwaltungsclief bij den Genet'al-Gouverneur in Belgiii betreffend den vroegen aardappeloogst in de provinciën Brftbant en Antwerpen. — Verordening van 3o Mei 1916 betreffend «len handel in slachtvee. — Verordening van 27 Mei 191C betreffend regeling van het slackten van varkens en kalveren. Eijzondere verhandelingen : Teelt van maïs aïs groenvoeder. — Opgepast voor de aardappelkevers of Colorado-kevers. Akkerbouw, veeteelt, tuin- en boschbouw, enz. : Laat de oogstmacliines en -gereedsehappen ten spoedigste herstellen. — Strooisel voor werkpaardeti. — Ossen en koeien aïs trekdieren. — Melkschapen. — Onze hoenders in den zomer. — Jong slachtpluimvee. — Zelf-ontbranding van kooi. — De Hessische vlieg. zeer scliadelijk voor onze zaaisels. — De stalmest ua den zaaitijd 110g voorlianden. — De voederwaarde van jonge erwtenpeulen. — Inheemsche thee. — Bondige raadgevingen : t. BijenLeelt. 2. Hofbouw. 3. Landbouw. 4. Melkerij. — Uit stad en laud. — Marktnieuws. — Piagen bij de huisdieren. Ambtelijke Bekendmakingen vanwege den General-Gcuverneur, enz. BEKENDMAKING van 15. JUNI 1916 Tan den Verwaltungschef bij den Generaal-Gouverneur in België betreffend den vroegen aardappeloogst in de provinciën Brabant en Antwerpen. ïn uitvoering van artikel 2 der Verordening- van 27 Mei 1916 •van den heer Generaal-Gouverneur, is het begin van den vroegen aardappeloogst vastgesteld op 27 Juni 1916. VERORDENING van 3o MEI 1916 betreffend den handel in slachtvee. Art. 1. Handel in allerliando slachtvee mogen alleen zulke personen uitoefenen, die 1) vôôr den in Augustus 1914 het aan-en verkoopen van slachtvee voor beroep liadden en die 2) een toelatingsbewijs tôt het voortzetten van hun handelsbedrijf in slachtvee bezitten. Bevoegd tôt het afleveren van het toelatingsbewijs is de tmrgerlijke konimissaris (Zivilkommissar) van liet arrondissement, waarin het bedrijf van den handelaar gevestigd is. Dit toelatingsbewijs laat den handel in allerliande slachtvee toe binnen het gebied van het Generaalgouvernement. De op grond der Verordening van 22 Februari 1916, betreffend den handel in rundvee en varkens (Wet- en Verordeningsblad bl. 1G61) verleende toelatingsbe-vyijzen blijven geldig. Ook deze geven het reeht binnen het gebied van het Generaalgouvernement voortaan handel te drijven in allerhande slachtvee. Art. 2. Wie slachtvee aan veeliandelaars van beroep verkoopt cf van veeliandelaars van beroep koopt, of als lastliebber voor dezer rekening verkoopt, is verplicht, zicli ervan te overtuigen of deze personen de toelating liebben om handel te drijven in slachtvee en het vertoon van het voorgeschreven toelatingsbewijs (artikel 1, lid 2) te verlangen. Aan dit verlangen moet ■worden voldaan. Art. 3. Overtredingen van vorenstaande bepalingen worden met ten hoogste één jaar hechtenis of gevangenis of met ten hoogste 10,000 mark boete gestraft. Ook kunnen beide straffen tegelijk worden toegepast. Bovendien kan de verbeurdverklaring der waar uitgesprcken Vorden. Art. 4- Bevoegd zijn de Duitsche krijgsrechtbanken en de krijgsbevelhebbers. Art. 5. De verordening van 22 Februari 1916 betreffend dén handel in rundvee en varkens (Wet- en Verordeningsblad, bl. 16G1) is opgeheven. VERORDENING van 37 MEI 191G, hetreffend regeling van het slachten van varkens en kalveren. Van af i5 Juli 1916 worden de beschikkingen van 1 en a5 Februari 1915 (Wet- en Verordeningsblad, nr 49, bl. 255, en n' 5a, bl. 3o5), betreffend het verbod ziclitbaar drachtige zeugen eu varkens beneden 60 kg. levend gewogen, evenals vrouwelijke kalveren, enz. te slachten, door volgende Verordening ver-vangen : Art. 1. Het is verboden zichtbaar drachtige zeugen, varkens beneden 60 kg. levend gewogen, evenals mannelijke en vrouwe-lijke kalveren, de tôt de teelt ongeschikte,zoogenoemde «paards-billen » inbegrepen, te slachten. Zijn als kalveren te besckouwen aile jonge runderen, die niet ten minste twee volwassen snijtanden bezitten.- Ilet verbod geldt niet voor gevallen van nood, d. w. z. voor zulke gevallen, waarin ten gevolge eener zware ziekte van het dier of ten gevolge eens ongevals, het slachten op gi'ond van een getuigsclii ift van den bevoegden aangenomen veearts noodtake-lijk is. Art. 2. Het slachten in gevallen van nood van dieren tôt da onder artikel x vermelde soorten behoorend, moet, onder voor-legging der getuigschriften van den aangenomen veearts, onmid-dellijk bij den burgemeester der plaats waar het slachten plaats lieeft, aangegeven worden, die de aangiften te zamen met do getuigschriften van den aangenomen veearts aan denf<Kreisclief», (bij ontstentenis van een «Kreischef» aan de «Kommandantur») met de regelmatige, aile veertien dagen in te leveren slacht-brieven in te zenden lieeft. Art. 3. Overtredingen van het slachtverbod (artikel 1) worden met ten hoogste 1000 mark boete of met ten hoogste 6 maand hechtenis of gevangenis gestraft. Ook kan de verbeurdverklaring der in strijd met het verbod geslachte dieren uitgesproken worden. , Bevoegd zijn de krijgsbevelhebbers en de krijgsrechtbanken. Tceît van maïs al» groenvoeder. Menige landboinver, die ten gevolge van mislukken van een akkerstuk dat moet omgeploegd worden of na de eerste suee ongebroken klavergrond, nog zaaien wil, zal met genoegen, daar voedermiddelen schaarsch zijn, in dit gevorderd jaargelij nog een zekere vrucht tôt voederings-doeleinden telen, zoo er kans bestaat een goede uitkomst le hebben. De teelt van maïs als groenvoeder kan in noordelijker geweslen beter geschieden dan die van maïs tôt korrels-Avinning en in tamelijk koude gewesten is thans die teelt nog mogelijk, uitgenomen op onbeschutte plaatsen, met felle nattigheid of in kouden, tragen en haaien grond. Al stelt maïs als groenvoeder geteeld ook veel geringer eischen aan vvarmte dan korrelmaïs, zoo doet men toch. goed hem een standplaats te geven, die zoo beschut mogelijk ligt, bij voorkenr op een helling tegen het Zuiden, op een lossen, werkzamen middelgrond, die tamelijk veel plantaarde bevat en doordringbaar is, als b. v. de rijkg aangespoelde gronden of schorren, de zandachtige leem-gronden en de leemaehtige zandgronden. De onderste grens der kiemingswarmte van maïskorrels ligt tusschen 8 en io° G. Snel, d. w. z. binnen vier dagen, kiemt de korrel eerst zoo hij nagenoeg i5° C. heeft* Daarom is het goed maïs eerst te zaaien, nadat er in da

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.