De landbouwer: weekblad voor landbouwers uitgegeven met de medewerking van het Duitsch Generaal-Gouvernement in België

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

De Landbouwer Weekblad voop Landbouwers ultgegeven onder rnedewerklng van het Duitsch Generaal Gouvernement in Beigië* B«!gtioh» bifide* mogin ult i Oi Landbouwi«a > rcr.d«r talhent o• lïron <• Yt«*ms2£«n. Nr 39 IOpstelraad en vcrzending : Keizerl. Duitsch Bestuur,afdeel. VII, Namcnstraat, 10 Druhkerij : SJnaT-sfîrïikkprii. Ij«nvensohft vc?. 4."*. Brusse!, 29 Nov. 1 91 6 A A :»* J vONDIGI >' G EN : 3J ceaiiem de kleine reg^l ïiijUigcu, i>i]/oiidôre prijs. 2" Jaafgau» i IXIfOUD : Bijzondere rerhandelingen : Raadgevingen voor het lKswaren van aardappelen en koolrapen. — Voor kweekers van kleiu vee. Akkerbouw, veeteelt, tuin- en boschbouw, enz. : Landbouwers! — Houding van het joug vee in don winter. — De roodelôop bij kalvers. — Drinkgelegenheid voor pluiiuvee. — lloe herkent mea goed hooi? — Belang van goed zaaigoed. — Hoe moet men zemeien vovvociloi'.m? - Do ro'c-ddi'traardè van netolblareii. — No'g eene voederplant. - Overbcmssting van den tuingrond. — lîoudigo ra/adgevingeu • i. Bijenteelt. Tuinbomv. 3. Uoenderleelt. 4- î^and-bouw. Melkerïj. U. FruiUeelt. 7. AUcrlci. — Vil stad en ! nul. — — Plageu bij un/.u huisdicreu. Raadgevin^en toor liet bewaren vu.11 aardappelen en koolrapen. Het aanhoudend vochtige en koude Aveder van dit jac had toi gevolg dat de aardappelen zich niet v.oldoend ontwikkelen konden. Het watergehalte is grooter dan i vroeger jaren; het zetmeelgehalte daarentegen geringei Bovendien leden de aardappelen onder menigvuldig zwamkrankheden, als kruidverrotting en krulkrankheic die eveneens hun nadeeligen invloed op de gezondhei der aardappelknollen ui tgeoefend hebben. Om de genoemd redenen kan men voorzien dat de aardappelknollen deze wiuter bijzonder gauw zullen rot wordeu en dat d bewaring ervan moeilijk zal gaan. Gezien het overgroc belang dat de aardappelen voor de volksvoeding hebben moeten misgrepen en verliezcn bij de bewariug onde aile omstandigheden afgeweerd worden. Dat kan me maarbereiken, wanneer aile aardappelbezitters meëhclpe; en de nastaande aanbevelingen voor een goede bewarinj ter harte nemen : 1. Benuttig ter bewaring enkel vorstvrije, droge, goei verluchte kelders. 2. Bewaar enkel gezonde aardappelen Gekwetstc, aangevreten of andere verdachte knollei liouden zich nooit lang.Ter beAYaring zijn enkel heelemaa gezonde knollen geschikt. 3. Raap aile acht dagen d kranke en verdachte knollen uit. Ttisschen de ingelegd aardappelen vormen zich steeds nieuwé krankheden, di zich op de noggezond geblevene overdragen. iïet herhaal uitlezen der kranke knollen is dus volélrekt noodig. 4- Laa de temperatuur indebewaringplaats nietboven 8aCstijge en niet onder 2° C zinken. Bij een te hooge temperatuu vermeerderen zich de rotheidskiemen ; bij te lage tempe ratuur bestaat het gevaar te bevriezen. 5. Bewaar aard appelen enkel indrogeplaatsen. De voebtigheid begunstig de ontwikkeling van aile rotheidskiemen. 6. Schud d aardappelen niet hooger dan 5o-8o cm. Maakt men hooger hoopen, dan worden de vroeg gcoogste, dunschillige gevoelige knollen licht verlet; 00k verwarmen zich d aardappelen bij te hooge opstapeling. De gevaren van di verrotting worden daardoor aanzienlijk rerhoogd. 7. Zor; voor goede verlucliting. Zij is een goed middel om d< verrotting te voorkomen. Kleine lioeveelheden wordei best in kleine hoog geplaatste kisten bewaard. Bij he inleggen van groote hoeveelheden legt men best op dei vloer en tegen de Avanden een lattên rooster ; 00k kan mei recht staande rijsbundels in de hoopen zetten. Dit allei dient om een goede verlucliting te verzekeren. 8. Lej steeds maar kleine hoeveelheden bijeen. Dit is voora in ongeschikte bewaringplaatsen aan te bevelen om t< allen tijd de gezondheid der aardappelen te kunnei onderzoeken. (Zie Landbouwer, nr 37.) Dezelfde zorgei moet men ook besteden aan de bewaring van koolrapej en worlelen. Bovenstaande raadgevingcn komen hier ook van pas, met het onderscheid, dat. de koolrapen niet hooger dan 1 m., de wortelen niet hooger dan 75 cm. r mogen gestapeld worden. Hoe noodig het is hôrhaaldclijk e de aandacht op die maalregclen te vestigen bleek uit een u bezichtiging der inagazijnen te Brussël. Hier warcn de koolrapen, door h ci, Bestuur aan de stadBrussel geleA'erd, g trots aanbeveling ze maar in hoopen van x m. hoogtfî op te slaan, op plaatsen a 1/2 hoog opgestapeld. Znlke ver- 5. j waarloozing van de noodwendigste vereischten om de e Jnikvnichten gezond te hoiiden kan de grootste verliezcn } t(;a g-evolge hebben, waaronder de arme menschën bij e den Itecrsclicuden le e 1J s m rd dclTvoo d ten zeerste te lijden t hebbén. Voor kweekers van klein vee. IV. De swijncnkweek. De zwijnenkweek levert bijzonder veel winsl op, wan-. neer men niet te veel geld voor voederstoffen uitgeven moet. Elk slukje grond moet dus te nutte gemaakt " wordeU. Daar wij van zwijnen een zeer gr.oole opbrengst, ! nâmelijk voortbrengst van vleescli on vet, op korten tijd hêbben willen, moet men zulk ras zien te krijgen dat vroeg rjjp is en goed om vetgemest te worden, waarbij e men ook rekening moet houden met den aard van het vleesch en spek als te verdunrz'amen waar voor het huis-. houden. De stal moet droog en manslioog zijn. Den besten vloer bekomt men met scherven die in kolenasch gelegd 1 en met asfalt oA;ergoten zijn. De vloer moet hellend zijn, 1 opdat de ahl sncî in de riool door de aarden buizen naar de aalkuil vloeien kunne. Om slechte geuren af te leiden, 7 moet er voor klapvensters gezorgd worden. Buiten toevoer van versche lucht, is ook licht noodig. Als strooisel weze l torfmul en daarover kort gesneden stroo aanbevolen. Uiterst wel bevinden zich de zwijnen, wanneer een droog l voorhof voorlianden is, die tegen regen door een afdak ^ beschut is. r Bij den kraclitigen lichaamsbouw van het zwijn moeten ' zich de spicren en organen re.ëds van jongs af aan goed i kuniien ontwikkelen, wat gebeurt wanneer steeds straffe I voederstoffen toegediend Avorden en het den dieren aan , beweging niet mangelt. 1 Houding. der biggen tôt ongeveer twee maanden. — 3 Men laat de biggen zes Aveken bij de moeder. Wie biggen j reeds om vier weken spenen Ayil, om 't even of hij ze toi 1 vetmesting oî tôt de" voortteling bestemt, begaat een 3 groote fout. In dit geval geeft hij a/3 gekookte afgeroomde 1 melk met i/3 Avater en grove zemeien in lauwwarmen 1 toestand. Verder kan de melk tôt de lielft verdund worden 1 onder vermeerdering van krachtgevende voedstoffen. Do /

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.