De legerbode

1263 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 06 Avril. De legerbode. Accès à 30 septembre 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/jm23b5x13w/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

DE LEGERBODE den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN beslemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvangt tien of vjjftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. De Duifsche Gevangensn S!j de Eelgen De Brieven welke zij scltrijven aan Iiuna Pamilic.— Zijz\jn welverzorgd en wel gevoed. — Zi) zijn tevreden nog in 't Leven te zijn. De Oorlog is geëindigd voor hen. (Van een Ooggetaige.) Belgisch front, April 1918. Onder de gevangenen, door ons genomen in *t beg in vau de maand, bevinden zich een twin-tigtal gekwetsten, die nu verzorgd worden in een onzer hospitalen aan liet front. Ik heb de brieven gelezen die zij aan hunne lamilie schrij-ven in Duitscbland. Allen kandelen over hunne erkentelijkheid voor de zorgen die bun gewijd worden, over de tevredenheid van goed en overvloedig voedsel te krijgen en over bet geluk nn in zekerheid te leven. Bernard Wizes meldtaan zijne ouders te Rohr-bach, arrondissement Trier : « Ik ben gekwetst. Anders stel ik het zeer wel. Ik ben hier zeer tevreden. > Kapitzky, van Bromberg : « Ile ben hier zeer tevreden. Het eten en drinken zijn zeer goed. Zeg het aan allen die gij kent en bijzonderlijk aan Hedwig (zijne verloofde waarscbijnlijk) die veel van mij houdt. » Ladislas VVismensky, insgelijks \»an Bromberg : « Wees niet ongerust over mijn lot. Ik wordt hier zeer wel verzorgd. Ik bevind mij in volkomene zekerheid en gij moogt slapen gaan met de vaste hoop mij terug te zien. » Emiel Seifert schrijft aan zijne vrouw, te Halle- a/L, dat hij scherven van handgranatenin de handen heeft gekregen, en dat hij, door een vriend, had laten sclirijven, over eenige dagen, dat hij gekwetst was: « Nu voel ik mij heelemaal ■wel, mijne liefste. Na drie weken rook ik mijne eerste cigaret. Het eten is goed. Ik ben tevreden. De verzorging is ook goed. Laat ons hopen dat de oorlog weldra zal eindigen, zoo dat wij weer te zamen zijn. » Niklaas Schneider, van Dombrovitz, in Hoog-Schlesien: a Ik heb de eer u te melden datik het veel beter stel. Tôt hiertoe word ik wel verzorgdi Ik ben gekwetst en bevind mij in een Belgisch hospitaal. Dank aan de goede zorgen zal ik spoedig genezen. Vergeet niet te sclirijven aan Gertrude en aan de kompànie waar ik mij bevind. De kompanie heeft mij waarschijnlijk als vermist geineld, aangezien zij wist dat ik gekwetst was. Zij weet niet wat daarna is gebeurd. Ik word hier wel verzorgd en ik heb niets noo-dier. Hier is ailes goedkooper dan bij a. Anders beb ik u niels te melden. » Deze brief is merkwaardig, omdat Schneider bekommerd is over het aankondigen van zijnen tegrnwoordigen toestand, aan Gertrude, denke-lijk zijne verloofde, aan den kommandant zijner kompanie en onidat hij erin schrijft dat het leven min duur is bij ons dan in Duitschland. In een anderen zin, ziehier den brief gericht door Wilhelm Hohlweg aan zijnen schoonbroe-der Kasper Grull, te Hagen, in Westfalen. Hij vindt reden tôt klagen, maar zij zijn van weinig belang : Hij ontvangt de soldij van eenen Bel-gischen soldaat en is er niet over te vreden. Hij schijnt geld te wd.en vragen aan den «ehtgenoot zijner zusler. Hij zegt: « Tôt hiertoe etel ik het zeer wel. Ik ben nog niet voldoende genezen om te sclirijven zouder hulp. Daarom ben ik tevreden in dezelfde zaal te verblijven met talrijke Duitsche makkers. Ik heb over niets te klagen, uitgenomen over de tering van mijnen goldbeugel, want met 5 centiemen per dag brengt men het niet ver, bijzonderlijk vvan-3Qe» r men een cigaretrooker is zooals ik. » Indien de Belgische gevangenen in Duitschland over niets anders te klagen haddeu !... joz. Esch. van Bromberg, Posnaniën, is gods-dienstig aangelegd. Hij schrijft aan zijne moe-der : « Siuds den 7 Maart ben ik gevangene der Belgen. Het zal u vreemd voorkomen, maar God beeft het zoo gewild. Tengevolge van eene kleine 'wonde, toegebracht door eene sclierf van een fcandgranaat, aan de recliterwang, ben ik nu in eett schoon Belgisch hospitaai. Ailes gaat wel. b » God u veri' ooslen en maken dat wij S Weldra vereenigd zija. t Max Biermann schrijft aan zijne ouders, te Stettin : « Ik ben gevangene der Belgen en licli-telijk gekwetst. Ik bevind mij in het hospitaal. Ik acht mij gelukkig er heelhuids te zijn uitge-komen. Ik word hier wel verzorgd. Wees niet ongerust over mij. Ile ben hier beter dan op het front. » Hans Skjeny schrijft aan zijne moeder, te Kumfteht, in Schleswig-Holstein : « Ik ben gevangene der Belgen en lichtelijk gekwetst. Het is niet erg, maak u niet ongerust ; voor mij is de oorlog gedaan. Het voedsel is beel goed en over-vloedig. Ik vraag geen verbetering : Ich wiil es gar niclit besser haben. » Daarmee weten wij genoeg. Wij voelen wat het middelmatig moreel is van de Duitsche soldaten der stosstruppen, die tegen ons worden gezonden. Wij bestatigen dat zij zich wel verzorgd en beter gevoed dan ten hunnent verklaren. Hebben wij het recht niet een soortgelijke bejegening te vragen voor de Belgische gevangenen in Duitschland?DE GROOTE SLAG De Groet van België aan zijne dappere Bondgenooten De baron de Broqueville. hoofd van het Belgisch kabinet, heeft de volgende telegrammen toegestuurd : Aan Zijne Excellente den heer Clemenceau, voorzitter van den ministerraad, Parijs. Het Fransch leger overtreft, in deze dagen van bovenmenschelijken heldennioed, ailes wat zijne vurigste bewonderaars van hem verwachtten. Het leert op de prachtigste wijze, aan allen, de plicht, die aan elkeen is opgelegd wanneer het heil van het land en de onafhankelijkheid der volkeren op het spel staan. Met eene diepe ontroering, bied ik u de hulde van onze grenzelooze bewondering. de Broqueville. *** Aan zijne Excellentie den heer Lloyd George, eersten minister, Londen. Het Britsch leger, gewikkeld in den vreeselijksten slag dien de wereld heeft gekend. eert op prachtige wijze de traditionneele dapperheid van het land De zege van het goede recht zou aan geen moediger handen kunnen worden toevertrouwa. Woorden komen te kort om de bewondering uit te spreUen, waarvan ik u hier de wartne uitdrukking toestuur. on Broqueville. De Klepper Thieffry in leven Yolgens nieuws ontvangen in het oorlogs-departenient, werd onderluitenant Thieffry, de moedige vliegenier. die den Ie0 Maart in de Duitsche liniën viel tijdens een luchtgevecht, slechts lichtelijk gekwetst en gevangen genomen door de Duitschers. Men weet niet waar zij den dapperen officier hebben overgebracht. Burgerlijks Oevangenen naat Vilvoorda gebracht Volgens nauwkeurige berichten te Le Havre aangekomen, hebben de Duitschers uit de Duitsche kanipen een honderdtal Belgische burger-lijke gevangenen, voor zoogezegde politieke misdaden veroordeeld, naar het militair gevang te Vilvoorde overgebracht. Dit vervoer van onze ongeluklcige landgenoo-ten begon in de maand Februari. Engelsche Humor — Weet gij wat de Duitschers zeggen? — ? ? '? Dat zij het laatste woord zullen hebben. - ja Maar hun laatste woord zal zijn: . « Jlajneniad ! » Hulda aan ils Belgen uit M bezstte Lan! De Belgische dagbladpers in Holland bad do Belgische vluehtelingen van dat land nitgenoo» digd plechtig hulde te brengen aan hun landge» nooten uit het bezet gebied. De groote zaal van den Dierentuin, in Den Haag, bood op' Woens» dag 13 Maart een indrukwekkend schouwspel. Het was een onvergetelijke en liartverhetfenda avond. Meer dan vijftig Belgische maatschap» pijen en groepeeringen waren officieel toegelre^ den. Hun afgevaardigden waren uit de vier hoeken van Nederland gekomen. Zeeuwsch. Vlaanderen bijzonderlijk had den oproep van de pers goed beantwoord. Ook het Belgisch unilorm was goed vertegenwoordigd. De heer Terwagne, volksvertegen"WoordigW van Antwerpen, zat de rergadering voor. Hij bracht, in onze beide nationale talen, hulda aan den heldenmoed en de burgerdeugd van da Belgen die in het bezette land waren gebleven. Ondanks ailes, hebben zij den valstrik van het taalvraagstuk verijdeld. Dit moet aan den oorlog vreemd blijven. De Belgische natie zal het n^ den oorlog op wettelijke wijze oplossen. Weg met hen die de bestuurlijke of politieke scheiding van het land eischen. Zij spelen in de kaart vau den vijand. Wij moeten, zoo zegt de sprekep. nog. de herinnering eeren van de dapperen uit het bezette land, die als slachtoffer van den vijand op het veld van eer gevallen zijn. De heer Grange, voorzitter van de Fraternelle te Tilburg, drukte zich in bet Vlaamsch uit. Hij drong vooral aan op de noodzakelijkheid van het Godsbestand, zooals dat begrepen werd op 4 Au-gustus 1914, en veroordeelde ten strengste alla pogingen tôt twiststoken. De heer kanunnik Heynssens, oud-pastooï van Sint-Pieter, de militaire parochie te Gent, kwam zeer krachtdadig op tegen de pogingeiji van den vijand die Vlaanderen's onafhankelijk» heid heeft uitgeroepen. Wij vervloeken de schei» ding. Zij is het werk van eenige verkochten, dia even hatelijk zijn als onze vijanden. De heer Leonce du Castillon, bestuurder van het Belgisch Dagblad, verheerlijkte het lijdea van Vlaanderen en van het gemartelde Vlaatn» sche volk. Hij bracht hulde aan al de slacht-offers van den vijand en dreef den spot met den Baad van Vlaanderen en met het broedervolk van gene zijde van den Bhijn. De spreker kwam op tegen al de geschenken die de Duitschers aan de Vlamingen willen doen. Daar zal niets van overblijven. Wij zullen de sebeiding onder alla vormen bekampen. Ten slotte brengt de heer Charles Bernard ,van YEcho belge, op geestdriftige wijze hulde aan da houding van de Belgische magistraten. De vergadering. die 1,500 tôt 2,000 aanwezigeni telde, nam eenparig de volgende dagorde aan : « De Belgen uit Holland, vergaderd dp 13 Maart 1918 in de zaal van den Dierentuin in Den Haag, op oproep van de Belgische dagbladpers in Nederland, en meer dan 30,000 landgenooten tellend, vertegenwoordigd onder andere door vijf en twintig afgelraardigden uit aide 6tedea van Nederland ; « Sturen aan hun landgenootçn uit het bezet gebied, de hulde van hun broederlijke bewondering voor hun prachtige houding tegenover de pogingen tôt verdeeling van den vijand en van enkele verraders ; a Roepen hun onwankelbaar vertrouwen uit in de verlossing van België, in zijn nabije onafhankelijkheid ; « Richten tôt Koning Albert, hoofd der natia, hun eerbiedige hulde en zenden aan de Belgischa regeering de uitdrukking van hun goedkeurmg over de politiek van volledig akltoord met de bondgenooten ; en aan de Belgische officieren en soldaten de uitdrukking van nui; eeuwige dank-baarheid voor hun heldhaftige inspanmngen. » Men zag — onvergetelijk schouwspel — geheel de zaal, rechtstaande, de rechterhand uitsteken» Het was als een vemieuwing van den groot«a histoqschen eed van het Kaatsbalspel. Op dit oogenblik lieten zich de krachtige too-nen van de Brabançonne hooren. flink uiig<5-voerd door de harmonie der Belgische gexutei'-" neerden van Scheveningen. 1 I 6 Aprîl 1918 IVnmmer 560

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De legerbode appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Antwerpen du 1914 au 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Sujets

Périodes