De legerbode

1555 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 20 Octobre. De legerbode. Accès à 19 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/v97zk56c7p/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

20 October 1917 Nnmmer 48^- den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN bestemd ; iedere compjag'nie, escadron of batterij ontvang-t tien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. TYPEN EN SCHETSEN VAN HET FRONT Een Dag in de Loopgraaf Langzaam ontwaakt de loopgraaf. Mannen ko-Ben uit de dekkingen, met hun broek aan, en in hua hemdsmouwen, waaraan hier en daar Dog een gulden stroopijl kleet't. Zij wrijven zich den vaak uit de oogen, rekken zich. uit, geeuwea tn spreken elkander toe. >— 't Gaat er nog spannen, bij de Engelschen !... — 't Was maar één licht, al wat men zag... — Daar zijn nog al wat vliegmachienen voor-bij gekomen, dezen nacht... Dan, vroolijk, stellen zij vast ; — 't Zal vandaag schoou weer zijn. De zonnestralen vagen langzaam den nevel weg die nog langs den grond drijft. De soldaat viiidt dat wel prettig. Het modder van den Yser mag nu wel roemrijk zijn, plezierig is het daarom niet. Het lieeft ons onnoemelijk veelleed veroor-ïaakt. Zooveel herinneringen, die we tijdens drie jaren oorlog geplukt hadden, werden voor immer bevlckt. Het slijlc, dat is de vijand, net zooals de Mof. De zon doet het, een weldaad onder zooveel anderen, verdwijnen, Leve de zon ! Als het hier regent, is het een deso-latie als van een zondvloed. De wegen worden vuile rivieren, waarin men al ploeterend bij icdereh stap het modder doet omhoog spatten. Als de koffie naar binnen is en de « lichame-lijke zorgen » afgedaan zijn, zetten de mannen zich opnieuw aan het werk ; de sloot die langs de voetbrug loopt moet gercinigd en dieper ge-dolven worden. Zij die van de wacht komen,strek-ken zich op hunne beurt neer in het stroo. De niets-doenden slenteren rond al keuvelend langs de borstwering. Zij stellen belang in het bombardement dat ginder vôôr hen woedl. Stukken munr waggelen op onrustbarende wijze. Van tijd tôt tijd verschuilen zij achter een wolk stof en zwarten rook. Als de wolk opklaart ziet men dat een stuk van het huis verdwenen is. De sehermen van het oorlogstooneel veranderen voortdurend. Marmitten komen uit onze stellin-gen en schieten over den loopgraaf heen ; zij ontploffen en verwoesten. Zij rukken boomen stuk, waarop de herfst eeu roestige tint begint te leggen. In een vlakke l'uimte, ziet men op verschillende punten vlammen oprijzen en on-miildellijk weer uitdooven. Het zijû opslagplaat-sen van ladingen die vlammen. 't Zou schoon zijn voor 'ne cinéma, zegt een tiéfliebber van films. De Duitsche batterijen antwoorden. Artillerie duel, zu lien morgen de legerberichten'zeggen. Maar men wordt van ailes moe, tôt zelfs van het plezier om de Moffen te zien klop krijgen. De kaarten komen uit den zak ; men spreidt een deken uit en de spelers, op den grond neergeze-ten, de beenen gekruist, beginnén eenspel. Deaankomst van den koerier drijft de groepen liitfen. Iedereen zoekt een afgezonderd hoekje om den lang verwachten brief te lezen. Voor een oogenblik vliegt de geest weg uit de loopgraven en dwaalt verre weg. Dan is het de soep. In af-wachting van de patatten, en om dezen eindeloos îangen namiddag toch maar ten einde te krijgen, hegint men een nieuw spel kaarten ; men schrijft, men stelt opnieuw belang in het bombardement [dat maar niet ophoudt ; men maakt zijn kom-mentaar ; men luistert naar degenen die een aieuwtje weten en dit graag aan hunne makkers Hiede deelen. — Ze zeggen... en ik heb gehoord... En al dat nieuws is het een al meer sensationnel en fantastisch dan het andere. En de Bieuwtjes blijven steeds even talrijk. Ik zai niet >?eggen dat er veel gezond verstand of veel logika in zit, maar niets belet hun verspreiding en nog Kinder hun overdrijving. De patatten-korvee die voorbij komt, stelt een cinde aan al die speculaties. De dag loopt ten eirule. De avond valt, en de zon giet bare laatste stiaien uit over een laag purper en bloed ge-kleurde wolken, Çtalky. Overlijden van Schilder Jaak de Lalaing De Belgische kunstschilder en beeldhouwer graaf Jaak de Lalaing, is' voor enkele dagen te Brussel aan eene borstvliesontsteking overleden. Hij was voorzitter van de Commissie der Belgische koninklijke Musea. De overledene had voor leermeester onzen befaamden Portaels ; hij was een knap schilder en beeldhouwer. Onder zijne hoofdwerken vermelden wij : De decoratieschildering van het paleis van den Se-naat, van den grooten trap van het stadhuis van Brussel, van de zoldering van het gemeentehuis van St-Gilles, groote schilderijèn in de muséums van Brussel, Gent.de worstelaars-groep achter-aan in de Louisa-laan te Brussel, het gedenktee-ken aan de Britsche soldaten op het kerkhof te Evere, standbeelden aan den voorgevel van het gemeentehuis van St-Gilles, het gedenkteeken de Merode, het monument van pater Dedeken, enz. Graaf de Lalaing is overleden in het oud fami-liehotel in de Hertogelijke straat. Overlijden van een Brusselsch Sportsman Men melt dat te Brussel de heer J.-B. Artigea overleden is, eerevoorzilter van de « Ligue Velocipédique belge » en van de « Liefhebbers Wielrijders » van Brussel. De heer Artiges was sedert meer dan dertig jaar een hartstochtelijk toerist ; hij behoorde tôt de allereerste sportsmen en nam deel aan de wielrijderskoers, die de hartstochtelijke velo-liefhebbers reeds meer dan 25 jaâr geleden in België inrichtten. Dat dagteekent nog uit het begin van het Belgisch wielrijderssport. Deze koers die, als wij het goed voor hebben a Brussel-Leuven en terug » was, ging niet zonder heel wat wederWaardigheden gepaard. Onderweg zakte er meer dan een velg ineen ; de stralen sprongen los en deden de wielen ineen zakken. Men haalt onder deze pioniers van de oc liefhebbers wielrijders » — het feit werd ons door den heer Artiges zelf verhaald — zelfs een held-haftig geval aan — onder andere dat van een kranige kerel die, als een der eersten van het peloton, reeds met ziju macliien in steek bleef, toen hij even voorbij Ter.vueren was. Doch daarom aanzag hij zich nog niet als geklopt en hij zette de rest van den weg te voet door, om zoohaast hij bijna was aangekomen, zoo goed en zoo slecht als het ging zijn machien weer wat opknapte, zoodat hij toch op het zadel Leuven binnen kon rijden ; wat hij dan ook, ofschoon wat laattijdig deed. Men moet niet uit het oog verliezen dat in dien tijd de « velo » nog op verre na niet de hoedanig-heden bezat waar hij heden over beschikt. Men rolde op « voile caoutchouc-banden », iets wat het rijden zeer pijnlijk en vermoeiend maakte. De dood van dien braven heer Artiges herin-nert de moedige pogingen gedaan door de voor-loopers van onze « koningen der baan », en die laterzoo'n gelukkigen invloed zouden hebben op de ontwikkeling van onze sportindustrie in België. J. B. De Leening der Vrijheid De leening der Vrijheid, welke pas in de Ver-eenigde-Staten werd geopend, heeft den eersten dag reeds 300 miljoen frank opgebracht; overal werd zij gunstig onthaald. In eene onlangs gehouden redevoering, ver-klaarde de oud-voorzitter Taft, dat het betrekke-lijk gemakkelijk zou zijn voor de Vereenigde-Staten om eene belasting van 23 miljard 700 miljoen te hefFem met inbegrip der 8 miljard 750 miljoen, welke aan de bondgenooten moeten voorgeschoten worden. De openbare hulpmiddelen in de Vereenigde-Staten zijn aanzienlijk. In 1916 hebben de Ame-rikanen niet min dan 18 miljard 700 miljoen bezuinigd ; naar aanleiding van de propaganda ten bate der oorlogsbezuiniging, zal er voor 1917 vermoedelijk '-fine soin van TA miljard 500 mil» joen bespaard worden. IN DEN INTENDANCIE-DIENST Het Aardappelen-Vraagstuk Het aardappelen-vraagstuk heeft voor het Bel» gisch ieger een belang, dat het voor geen ander leger bezit. Voor anderen is de aardappel een toemaatje. Voor onze mannen is het een voedsel van eerste noodwendigheid. Men heeft er zich in het begin van dit jaar van kunnen overtuigen toen, door den langen wintervorst, de rantsoenen ten zeerste moesten worden beperkt, en de a patatten » door « khalti boonen » vervangén. Voor toekomend jaar is het zeker dat de op« brengst, in het niet bezette gedeelte van het land, op v$rre na niet voldoende voor onze troe-pen zal zijn. Om deze, volgens hun gewoon rant-soen te bevoorraden, of zelfs tegen oOO gram per man, zou de Belgische Intendancie dienst er in moeten slagen groote aankoopen van aardappe-len te doen, tusschen nu en den aanstaanden oogst. Dergelijke aankoopen zijn, in de tegenwoor* dige omstandigheden, niet gemakkelijk tesluiten. De beschikbare hoeveelheden zijn eer zeldzaam in de landen waar men ze zou kunnen aanwerven en de verschillende Staten laten niet toe aan de voortbrengers hun waren uit te voeren, vôôr dat zij zich eerst hebben verzekerd of zij in de be-hoeften van eigen onderdanen kunnen voorzien. Dat is nog ailes niet. Daar zijn nog andere moeilijkheden te boven te komen. Het is zoo dat de kredieten waarover wij beschikken, ons niet toelaten in de neutrale landen koopen te doen ; een maatregel dien men heeft moeten nemen om geen invloed uit te oefenen op den wisselkoers in de verbonden landen. Bovendien is het ons, door eene overeenkomst die met de Fransche overheid gesloten werd, insgelijks verboden aard-appelen in Frankrijk te koopen. Deze laatste regel is overigens ook toegepast op al de Frân-sche legers, die slechts aankoopen mogen doen in het gedeelte van het legergebied dat hnn aan-gewezen is. Ten slotte mag men vreezen dat de voortbrengers de politiek zullen blijven toepassen, die zij sedert den oorlog gevolgd. hebben, en dat zij slechts beperkte hoeveelheden zullen willen leve-ren, met de hoop de prijzen op te drijven. Dat zijn de reusachtige moeilijkheden waar de Belgische Intendancie-dienst vôôr stond en waar hij nog vôôr staat. Het is noodig ze hier te ver« melden omdat men, over het algemeen, al te zeer geneigd is de verantwoordelijkheid op de bevoegde overheid te laden, vooral voor wat de bevoorrading betreft. Doch deze moeilijkheden zijn onafscheidelijk van den aard der dingen zelf, van den oorlogstoestand, en hangen dus niet af van den wil der menschen, die het jnecst aan het leger verkleefd zijn. Beeds zijn er maatregelen genomen. Op 20 September 1.1., op vraag van de I.G.S.I., heeft de burgerlijke goeverneur van West-Vlaanderen, een besluit genomen waardoor de algemeene op-vordering uitgevaardigd werd van al de oogsten in onbezet België. Het was inderdaad noodig de opbrengst ter plaats te houden, om zoo aan het leger en aan de burgerlijke bevoorrading toe te laten al de noodige beschikkingen te nemen om te beletten dat er iets' zou verspild wordeu en om aldus het verbruik van de gerecenseerde voorraden na te gaan. De Minister van den Intendancie-dienst heeft onderrichtingen gegeven opdat deze opvordering efîektief sou gemaakt worden door het in beslag nemen van de aardappelen en het in silos opber-gen er van door de zorgen van het leger. Ander-zijds werdeti er onderhandelingen aangeknoopt met de Engelsche en Fransche regeeringen. Men heeft ernstige redenen om te geloovéQ dat deze onderhandelingen tôt een gunstigen uitslag zullen leiden. Mogen de moeilijkheden die men heeft op te lossen ook groot zijn, toch heeft de regeering .de vaste hoop, ze iu elk geval te overwinnen, en in elk geval zal zij in dit opzicht geen moeite sparen. Zij aanziet het als een eersten plicht te waken over het welzija van onze soldaten en dat met de grootste toe-wijding, die worden opgelegd door deze drie jaren lang keldhaftig gedragen leed en opoffe-ringen van aile aard, voor de edelste van aile zaken verduurd.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De legerbode appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Antwerpen du 1914 au 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Sujets

Périodes