De legerbode

2048 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 23 Janvrier. De legerbode. Accès à 28 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/cf9j38m42n/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

23 ^âïmari 1917 Nummer 373 DE LEGERBODE den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende ______ >&)■ • Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN beslemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvangt tien of vijftien Fransche en Nedexiandsche exemplaren. DE YSER l Het propaganda-komiteit, waaraan men ook het Snitiatief te dankcn heeft tôt de herdenkingsplechtig-lieid van den Yserslag, op '29 Oktober 1.1. te Havre gevierd, heeft de goede gedachte gehad, de herin-aerîng aan deze vaderlandslievende betooging te be-"waren, door het uitgçven van het verslag onder >'orm van eene knnstvolle, rijk geïllustreerde 'broschum-, die eerlang /al versehijnen. •i De heer Carton de Wiart. rninister van justicie, îwas zoo welwiliend voor dit boekje een welspre-Itende voorrede te schrijven, die wij heden zoo gelnfckig zijn de eersten onzen lezers te kunnen aaxt-,*4>iedeu.% Zooals er op het steile pad der Alpenreuzen «ier en daar rustplaatseu voor den natuurbewon-dcraar zijn aangelegd, war deze enkele stonden jophoudt met klauteren, ora de blikkeu te laten Srpeideii over het grootsChe Iandschap, dat de i geheimvolle natuur daar voor zijne oogen too-Vert, bestaan ci* in de geschiedenis van een volk beugelijko dagen, die men nationale verjaarda-gen heet, dagen, die even den loop der tijden acn wijl onderbreken en waarop men stilblij-vend, ingetogen, terug naar het verleden blikt om er heilzarae lessen voor te toekomst te put-len. Vôôr den oorlog, vierde men in België «lechts een oflîeieelen verjaardag, namelijk den 21° Joli, dag der troonbekliuuniug van ons voor-stenhuis, een dag waarop men, kieschheidshalve Ëjens onzen Noordernabuur, meteen de herden- ng vierde van 's lands in September 1830 bevochten onafhankelijkheid. Wel vierde men, Vis biijk van trouw en gehechtheid aan 's lands Vorsteu, ook 's Konings naamfeest ; den St Leo-poldsdag, daarna den St-Albertsdag ; evenwel padden die feestdagen geen karakter van wette-Jijke iustellingen. Edoch onverhoeds, als een indringer, zon de oorlog komen en met zijn bloedigen vinger, in den kalender van ons nationaal leven, andere oimitwischbare datums neerschrij ven. En allereerst den datum van 4 Augustus. Dien dag van het gruweljaar 1914, ongeveer te 10 uur morgens, Werd, door de schending van ons grondgebied, de meest in 't oog springende en ongetwijfeld de hatelijkste misdaad van de hedendaagsche tijden volvoerd. Het snoode be-drijf had maar één weerslag. namelijk de plot-selinge verontwaardiging der gekwctste nationale ziel ; en de Belgisehe eenheid wei'd toen Vooigoed met bloed en tranen bezegeld. Mijn wensch ware, dat na den oorlog, telken jare, op 4 Augustns te 10 uur in den voormid-dag, aile geestelijk en lichamelijk werk in het bevrijde België één stond werde gestaakt, te ïnidden van de stilte der gerechtshoven, klassen, taerkhnizen, fabrieken, velden, kantoreu en winkels, eenieder spraakloos en roerloos bleve, Eooaîs in de mis, bij de consecratie van de hostie ■on van den kelk, en dat dan al de klokken van grens tôt grens, van Visé tôt De Panne, van Antwerpen tôt Virton, zooals ten tijde van de Klokke Rocland van Gent en van de Luiker banklok Le ban Henri, het alarm bengelen Bouden. Met forsche, zware en gemeten klepelslagen, gouden van stad tôt stad, van dorp tôt dorp. de klokken der kerken en belforten en zelfs die der echolen en fabrieken beieren en allen, klein en froot, aan Duitschlands meineed en België's lier ntwoord, aan genes schande en dezes eer indachtig malten. Bij het regelmatig verstoren der dagelijksche doening, die al te licht vergetel-îxeid omtrent vroeger bedreven misdaden ver-f*cekt, zou die plechtige klokkenklank in onze riel en in de ziel onzer kinderen, bij het terug Voor den geest roepen van heldhaftigheid, rouw en puinen van voorheen, nieuwe gevoelens doen jopwellen, die ons zouden aansporen om met jftauwere, innigere eendracht en ruimere offei*-Vaardigheid aan 's Lands stem gehoor te geven, bij aldien het voor België's verdediging nieuwe ©fiers van elkeen onzer vergen zou. En de weergalm van dit klokkengelui, naap Ik vermeen, zou aan gene zijde van 's lands aeekust en grenzen, als een soort universeele vermaning aanhoord worden. En meteen zou ©pnienw, als een wangeluid, de snoode stem van den Duitachen rijkskanselier in den Reichs-tag met 'g Konings Albert edeie wpordea iot de vertegenwoordigers der Belgisehe natie, in onze ooren klinken. V6or andere blikken als de onze, zou, bij die Iielmende bronzen stem men, het beeld oprijzen van de helden en de slachtofl'ers van het Recht. Eene tweede vérjàring zou insgelijks in onzen nationalen kalender moeten gesehreven worden : die van de laatste dagen van October, waarop onze zeeghaftige weerstand aan den Yser zijn toppunt bereikte. Toen wij, den 15" October, aan den Yser vev-zameld stonden, was de Fransche linltervleugel nog te La Bassée. Onze infanterie, 48,000 man sterk, bijgestaan door 0,000 Fransche marine-fusiliers, was sedert het begin van den oorlog, zond.er verpoozen in de weer geweest. Gebulit onder vermoeienis, kommer en ontberingen, scheen zij niet raeer in staat den last van eene verdere inspanning te kunnen torschen. Aanvan-kelijk luidde het verzoek op eigen krachten en-kel acht en veertig uur stand te houden tegen den onlzaglijken vloed Duitschers, die uit het Noorden en het Oosten als 't waré naar Kales kwam aangespoeld. Onze jougens hielden het veertien dagen te reke vol, ondanks verhakkelde kleedij, ontzenuwde ledematen en ledige maag, trots granaten en schroot, ondanks regen en modder, en dank zij dezer ongemeene taaiheid, werd s' vijands overmoedige opmarsch in België beslissend gestuit. Evenals voor den slag aan de Marne, treedt, in het verloop der tijden, de ware verliouding van dezen stuitveldslag stilaan met zijne echte draagwijdte naar voren, juist als die praalge-bouwen, waarvan men enkel op afstand zich een begrip van hunne afmetingen geven lcan. Wat wai-e er gebeurd, zoo, in stede van stand en nogmaals stand aan den Yser te houden, ons leger het hadde opgegevcn. Voor de zaak der Verbondenen, was dit 's vijands stand nemen te Duinkerken en Kales, met aangroei zijner macht door het beschikken over beide belangrijke Fi*ansche havens, vlak tegenover de Britsche kust, dan wauneer Groot-Brittanje het ordenen zijner krachten nog niet had volvoerd. Dit be-teekende de onderschepping op zijn brandpunt van het vervoer ter zee. Zoo iets was daarbij het omtrekkcn van de geineenschappelijke slag-linie der bondgenooten. Wat België's zaak zelf betrefi, doemde zulks niet alleen ons leger tôt een soort zwerversrol, maar beroofde zulks bo-vendien de wettige overheid van aile vatbaar gezag op 's lands grondgebied, en stelde deze aan snoode vernederingen en bittere rechtsbe-spotting bloot ; trouwens de Poolsche bluf heeft onlangs nog getoond hoe veri'e de Duitschers het op dien weg durven wagen. Het wapensucces, dat na dien veldslag van de tweede helft van Octobermaand 1914 nog be-haald werd en nog behaald worden zal, zal geenszins er de gewichtigheid en den roem van uitwisschen. Wegens zijn eigen schoonheid, wegons zijne strategische en staatkundige gevol-gen, zal deze slag in 's lands geschiedenis als eene gebeurtenis van allereersten rang worden geboekt, waardig als hij is door het huidig ge-slaclit en door het nakomelingschap herdacht te worden. • Die bezorgheid diende tôt richtsnoer aan heu, die de betooging van Havre op touw zetteden. Dit gevoelen werd vertolkt door het hoofd der Belgisehe Regeering in de meesterlijke rede-voering, die net ter gelegenheid dier betooging uitsprak. De kritiek zal daarop niets hebben at" te dingen, ten ware de stilzwijgendheid in acht genomen aangaande den zoo belangrijken roi dien, in den loop dier roemrijke dagen, door den minister van Oorlog zelf werd volvoerd. Dusdanig was de beteekenis van de kostbare hulde, welke aan ons leger door den heer admi-raal Lacaze werd gebraent, namens de Fransche Regeering en namens de marine-fusiliers, die ons zoo dapper ter zijde stonden. Dit gaf einde-lijk aanleiding tôt het publiceeren van onder-havig boekje, welk aan deze betooging werd gewijd, om er het aandenken van te vestigen. Konden wij voor het opmaken van onderhavig verslag gepastere medewerking wenschen dan die van commandant Willy Breton, den zoo gewetensvollen en levens zoo knappen geschied-schrijvèr van onzen krijgsroem ? Ingewijd door de betooging van Havre, zal die gleehtige gedeuMag welara iu ds ïeeks onzer nationale feestdagen opgenomen worden,! Van jaar tôt jaar en alzoo vastgesteld, zal het verloop van October aan de tijdgenooten van den slag aan den Yser en aan hen, die er later de vruchten zullen van plukken, toelaten aan de alstoen besturende oversten en zegevierende soldaten, verdwenen of nog in leven, eereschnld te betalen. Dit zal hun eene gelegenheid zijn, om al de strijders van de Yser te versmelten in eene verschuldigde hulde van bewondering en. erkentenis — de helden, die door hun inspanning en beproevingen, hetzij te Dixmuiden, te ïer-vaete, te Nieuwpoort, te Schoorbakke, te Per-vyse of elders bijgedragen hebben om de Duitsche overweldiging te breken en dit ongeschonden en voor immer geheiligde hoekje gronds van 't vaderland te behouden. Ons leger heeft nooit opgehouden en houdt thans nog niet op met dit ongeschonden hoekje gronds te verdedigen. En voorzeker zal het aandenken van den aanvankelijken slag van October 1914 nooit de heerlijke taaiheid en wetenschap, en de heldhaftigheid vergeten noch miskennen, die er werden eu sindsdien, elk uur nog, worden aan den dag gelegd. Met welken ijver zullen, den dag waarop de teruggeslagen Duitscher voorgoed België zal verlateu hebben, de thans verstrooide en eindelijk opnieuw vereenigde familiën, aan aile hunne verdedigers en aan al hunne verlossers hunne diepe erkentenis niet betuigen? De tijdingen, die uit het bezette land tôt hier toe overwaaieu, geven reeds een denk-beeld op welke schrandere en roerende wijîen die dankbaarheid zal vertolkt worden. Op de openingszitting van onze gerechtshoven en rechtbanken, in October 1918, nam de hèer du Pont, voorzitter van het Verbrekingshof, openbaar het woord in het Justitiepaleis van Brussel (waarvan een deel tôt wachtkamer door den vijand wordt gebruikt.) Na te hebben herinnerd aan de strijders van 1830, die onder het gedenkteeken van het Martelaarsplein rus-ten, zegde de redenaar onder meer : « Zouden wij,waarde collega's, geenen wensch kunnen uiten ! Ons Justitiepaleis is reusachtig groot ! De voorzaal is uiterst ruina ! Talrijke zuilengangen omringen het gebouw ! Talrijk zijn de lange gangen die het publiek en wij zelfdage-lijks doorloopen ! Zouden deze uitgestrekte loka-len geene x'uimte genoeg bevatten om er, in guidon ietters, de namen van al de dapperen, die zoo heldhaftig gesneuveld zijn, op de muren te schrijven? — Op eene eereplaats, goed zichtbaar, zouden daar, roemrijk vereenigd, de namen van de gesneuvelden uit de rechtswereld prijken. In die prachtige herinneringsplaats zouden ten slotte twee gewrochten van onze meest beroemde kunstenaars schitîeren ! Eenerzijds, De Dapper• heid die het goed Recht verdedigt; onder de trekken van Koning Albert, die door zijn voor-beeld onze onversaagde legioenen aanvuurt; anderzijds, De Liejdadigkeid die de siervende ]ielden troost,verbeeld door Koningin Elisabeth, geliefde engel die, met hare zachte woorden en moederlijke zorgen, de moedige slachtoffers van den strijd opbeurt. Hoe zou de rechtswereld zich gevleid gevoelen hare taak in een echt nationaal Panthéon te volbrengen, dat eens te meer den schoonen titel « Justitiepaleis » zou verdienen ! Na in onzen werkkring te hebben deel genomen aan de opofferingen der Natie, zou het voor ons een wezeniijke vergoeding en vooral een allèr-grootste eer zijn elken dag aan de onzen roemrij-ken martelareu gebrachte hulde deel te nemen ! » Dit voorstel gaat uit van een, uit hoofde van aijn verheven ambt van magistraat, uiterst be-voegd persoon, en is des te meer treffend. daar die magistraat met talrijke familiebanden aan het leger gehecht is. Het dringt zich vooral aan onze aandacht op door den dramatischen aard der omstandigheden, waarin, vlak tegenover den vijand, zijn maker het manhaftig heeft durven opperen. Zij, die van eene nationale hulde iets anders vergen dan rijkdom en stoÉfelijke schoonheid, zullen er de uitdrukking van een diep treffend symbolisme vinden. Is het inder-daad niet in den Tempel van het Recht, dat het betaamt de namen te vereeuwigen van hen, die voor het Recht zelf gesneuveld zijn ? Hebben zij, die hun leven ter eerbiediging van eene ver-bintenis gegeven hebben, — en het is op de eer-i biediging vaa de verbiatenis dat teu slotte lieel

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De legerbode appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Antwerpen du 1914 au 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Sujets

Périodes