De Poperingsche keikop: bladje der Poperingnaars in 't leger

1340 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 15 Mars. De Poperingsche keikop: bladje der Poperingnaars in 't leger. Accès à 28 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/6688g8g998/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

| 2de Jaar — N° 2 (19) Nagezien door de Krijgsoverheid Nr 282 (23-2-18) 15 Maart 1918 De Poperingsche Keikop. =^========== ABONNEMENTSPRIJS Poper. Soldaten : KOSTELOOS. Andere soldaten : 2.00 fr. Burgers 4.00 fr. Verschijnt (als 't kan)_ 2 maal te maande BEHEER E. H. Jul. Vanneste, Aalm. Z 44 I H. G. Herpelinck, brank. Z 93 H. A. Baert, Noordslr., 13, Pop. BelangrljKe Brief uit tel België ! De schrijver wil om bijzondere redens onbekend blijven. Wij geven zijnen brief bijna letterlijk weer, zooals hij ons overhandigd werd. Wij veranderen niets aan den toon en is hij soms wat ruw, 't is te vergeven, na drie jaar geleefd te hebben bij den vijand ! Beste Yriend, Daar ben ik eindelijk op vrije voeten. Ongeveer drij, voile jaren heb ik bij en met de Duitschers geleefd. 't Is genoeg denk ik, om van hunne dwingelandij veel te kunnen vertellen, Verschiet niet als ik de Duitschers stiers ; ik geef hun dezen naam, omdat ik geen lageren vinden kan. Dat volk is immers tôt ailes bekwaam ! De toestapd in België is, rechtuit gezegd, dom. De gazetten van de vrije wereld hebben voie onnaivwkeurigheden geschreven over bezet België, maar veel gebeurtenissen, duizende beestemanieren, waarvan ik getuige ben geweest, hebben zij niet beschreven, om de eenvoudige reden dat men het langs hier niet ■wist of weten kon. Als het moest oorlog zijn, dan ben ik toch zoo blij dat ailes ge-zien en beleefd te hebben. Ik zou er boeken over schrijven. In dien warboel heb ik persoonlijk veel leute gehad. 'k Zal u dat eens uit-een gaan zetten. Toen ik wegkwam van België, over eenige weken, was er geen hongarsnood maar schaarscMieid. Het leven was er houdelijk, doch ze zaten hier en daar opgepropt van dat afstootelijk volk. Aile dagen geven de Duitschers concert op den kiosk van de grootste steden ; de Belgen luisteren naar dat lawijd niet en gaan onver-schillig voorbij. Ons volk is van de Duitschers votstrekt niet bef-nauwd ; men bekijkt ze niet uit verachtting. Natuurlijk lijdt het volk van de bezetting, maar het heeft toch veel moed. De menschen maken leute in hun verdriet. Men zegt : « de Duitsch moet kapot » en men zegt hun dat vlakweg in 't gezicht De schooljongens spelen oorlog : al twee stappen achteruitgaande roepen ze : « Ein, zwei, recht naar PARUS » dan twee stappen voortu'igaande : « Ein, zwei, recht naar BERLYN » Men lacht de moffen vierkant uit. Zij hebben bij de Belgen geen anderen naam dan « de tweepootige stiers» Ten is niet waar dat de Belgische bevolking ten grooten deele mee-doet met den Duitsch. De vijand wordt in België over 't algemeen veracht en verwenscht. In Ylaanderen heeft men reeds de opschriften gereed gemaakt, die na den oorlog ann den Yzer zullen geplaats -worden. Het zijn de drij volgende : 1. Hier werd de Keizer ge....\ S. Ici finit la culture allemande (1914) 3. Duitschla?id iiber ailes, abernich iiber das Eisenkanaal (Y^er)f Men vraagt aan de soldaten droog weg : « Wanneer komt ge aan te Yper, te Duinkerke, te Kales » enz. ? De feiten toonen klaai genoeg hoe men met den Duitsch spot, niet waar ? 'k Zou er nog duizende kunnen vertellen. Wat mij aangaat, 'k en heb van mijn leven geen leute gehad gelijk in bezet België, binst den oorlog! Yan 'a morgens rond 8 ure 30, tôt 's avonds 8 ure, deed ik mijne ronde. Hier en daar at ik 'n brokke bij de boeren of ging met de boterhammen op zak van den eenen wijk naar den anderen, bij de arme menschen, om er ailes na te zien of bij de boeren voor de be-voorrading van 't volk. "Wat ik al uitgestoken heb om de Duitschers te kullen. kan ik niet beschrijven ; 't ware 1000 bladzijden op blad-zijden. ('« Vervolgt). X. ROND DEN OORLOG Gansch dit artihel werd gecensureerd. Estius.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De Poperingsche keikop: bladje der Poperingnaars in 't leger appartenant à la catégorie Frontbladen, parue à Poperinge du 1917 au 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes