De Scheldegalm: gazette van Audenaerde

2088 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1914, 14 Juin. De Scheldegalm: gazette van Audenaerde. Accès à 20 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/2b8v980z2k/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Nr 3292. Zondag 14 Juni 1914. 56e Jaar. DE SCHELDEGALM GAZETTE VAN AUDENAARDE HET BLAD VERSCHIJNT WEKELIJKS DEN ZATERDÀG. — Men schrijft in bij de Uitgevers BEVERNAEGE GEBROEDERS, Krekelput, 15, en in aile POSTKANTOREN. — De prijs der inschrijving per jaar, vooraf betaalbaar is voor BELGIE 3 fr. 75 ; voor FRANKRIJK en aile BU1TENLANDEN 7 fr. 50; voor AUDENAARDE 3 fr.—Alleartikelen en mededeelingen betreffende de redactie moeten vrachtvrij toegezonden worden. MenisverzochtdeAnnoncen denVRIJDAG middag te laten geworden; de prijs is 20c. per regel. Reclamen en reehterlijke aankondigingen 50 centimen per drukregel. — De inschrijvers die hun blad niet wekelijks ea op behoo-renden tijd per post ontvangen, worden vriendelijk verzocht ons er seftens kennis van te geven. Om dit te voorkoinen is ook het beste middel het abonnement in het postbureel of aan den briefdrager te vragen, aan wie men niet meer dan de gemelde prijzen moet betalen. Aile toegezondene of terhandgestelde geschriften die wij in ons blad niet kunnen opnemen worden niet teniggegeven. AMERIKA De schipbreuk van de "Empress of Ireland„ Belgen gered. Uit Montréal is te Besonrieux (provincie Henegouw) bericht toegekomen dat eene land-bouwersfamilie dier gemeente, die met de « Empress of Ireland » den overtocht deed, en die men verdronken meende, gered is. Ook te La Louvière heeft men bericht gekre-gen dat de gezusters Mooselman, dier gemeente tusschen de geredden van de schipbreuk zijn. Belgisehe familie omgekomen. M. Camiel Verniers, 38 jaar oud, van Sint Nicolaas-Waas, vertrok over vijf jaar met zijne echtgenoote en vier kinderen naar Canada, waar hem eene goede broodwinning bezorgd was te Montréal. Verniers schreef over eenige weken een brief aan zijne moeder, mad. Verniers, wonende in de Collegestraat, te St Nico-laas, meldend dat hij met heel zijn huishouden overkwam naar Europa, om al de familieleden eens te bezoeken. Volgens bij schreef moest hij vroeger veitrekken dan met de « Empress of Ireland » die zoo ongelukkig door de golven verzwolgen werd. Daar M. Veniers zoo lang uitbleef, werd de familie te St Nicolaas ongerust. Het juiste van de zaak willende weten, gingen twee zijner broeders zaterdag te Antwerpen inlichtingen inwinnen in de bureelen der stoombootmaat-schappij. Een vreeselijk nieuws stond hun daar te wachten. De gebroeders Verniers vernamen er dat Camiel, ziine vrouw en zes kinderen — er waren er nog twee in Canada geboren — met de « Empress of Ireland », in de zee ver-dwenen waren. Men kan denken wat verslagenheid 't akelig nieuws in de familie Verniers, en ook in heel de stad St Nicolaas teweeg bracht. Zondag wer-den er in de 0. L. Vrouwkerk in al de missen gebeden opgedragen voor de zielerust der onge-lukkige schipbreukelingen. De familie Verniers is allerbest gekend te St Nicolaas en er algemeen geacht. Vader Verniers was destijds een letterkundige en compo-nist en schreef vers.cheidene tooneelstukken met zang. Twee zijner zonen zijn priester, een derde is in Congo, een vierde is officier en leeraar in de krijgsschool te Dendermonde. Tweedochters zijn in het klooster. De deelneming in denrouw die de familie Verniers treft is algemeen. De lijken in het wrak. Binnen eenige dagen zal men de handen aan het werk slaan om de lijken op te halen welke nog bedolven liggen in het wrak van de « Empress of Ireland ». De « Canadian Pacific Company » tôt dewelke de « Empress of Ireland » behoorde, heeft de hulp ingeroepen van den Amerikaanschen ingenieur Weather-spoon, die er in gelukte de lijken op te halen der Amerikaansche matrozen, welke zich in het wrak van hetamerikaansch oorlogschip «Maine» bevonden, dat te Havana in de lucbt gevlogen is. M. Weatherspoon zal trachten ook de lijken Uit de « Empress of Ireland » op te halen. Maandag morgend heeft een duikelaar bevonden, dat het wrak op de zijde licht op 30 met. diepte. De lijken welke men zal kunnen opha-len, zullen gebalsemd en naar Quebec overge-bracht worden, waar men zal trachten ze te herkennen. Geredde belgen. Het algemeen belgisch consulaat te Attawa, in de Vereenigde Staten, heeft het ministerie van buitenlandsche zaken te Brussel verwittigd dat er tusschen de geredde derde klaspassagiers van de » Empress of Ireland», verscheidene belgen zijn, namelijk : Abraham Heller, Victor Van Caster en Victor Van Briet, aile drie van Antwerpen ; en Victor Vandermoere, wiens afkomstplaats in Belgie niet gekend is. De roi van de draadlooze telegrafie. — De draadlooze telegrafist van de « Empress of Ireland » Ronald Ferguson, die tôt de geredden behoort, heeft aan de bladen te Montréal medegedeeld, dat hem slechts acht minuten tijd overbleven om hulp in te roepen. De hutvanden telegrafist was op het bovenste dek. Onmiddel-lijk toen de aanvaring had plaats gehad, snelde de telegrafist naar zijne kamer en gaf hij de noodsignalen. Dadelijk werd van Fatherpoint antwoord ontvangen. « Waar zijt gij ! » werd gevraagd. « Twiniig mijlen voorbij Rimouski», antwoordde Ferguson, maar meer kon hij al reeds niet meer seinen, daar het binnendrin-gende water de dynamos onbruikbaar maakte. Alleen kon hij nog van de Fatherpoint de bood-schap ontvangen, dat de « Eurêka » en de « Lady Evelyn », ter hulp waren uitgezonden. Ik geloof, zegde de telegrafist, dat men niet beseft, welke roi de draadlooze telegrafie heeft gespeeld. «Ik was slechts in staat acht minuten te werken, maar zonder dat zou geen hulp zijn gekomen, en zouden wij slechts liebben be-schikt overenkele booten van de « Empress », zoodat wellicht slechts een 40 of 50 menschen zouden zijn gered. » — Gelukkig ontsna.pt. — Te Waieland, in den Mississipi, eene badplaats waar président Wilson onlangs verbleven heeft, waren vier rijke kinderen aan 't baden in de rivier, toen zij aan het water iets bemerkten, dat veel weg had van een boomtronk. Een der kinderen stelde voor een vlot te maken met het « hout », doeh toen zij hetwilden vastgrijpen, bestatigden zij heel verschrikt dat het een groote krokodil was, die in de zon te rusten lag. Het dier viel aanstonds de kinderen aan die van schrik als aan den grond genageld waren. Hun hulpge-roep werd gelukkiglijk door verscheidene wan-delaars gehoord. Zij snelden toe en dreven het ondier met stokken weg. De kleederen der kinderen waren reeds heel in stukken gescheurd, en een der kleinen had zelfs een fermen beet in het been bekomen. — Moorddadig' g-evecht. — 104 dooden. In eene der grootefruitplantagies, in Guatemala, heeft een bloedig gevecht plaats gehad tusschen negers en indianen. De rassenhaat was opge-wekt toen een neger, Clarence Williams ge-naamd, het indiaansche meisje Nazada gehuwd had Hij had dit meisje van haar vader ge-wonnen bij het spel, zooals dit bij de ruwe zeden des lands gebruikelijk is. De indianen waren woedend en namen- eene vreeselijke wraak. Toen de neger zijne vrouw niet wilde verkoopen aan een Indiaan voor 30 pesos, werd Nazada op zekeren dag gevangen, aan een boom gebonden en zoo erg met messen gewond, dat zij aan de gevolgen stierf. Alvorens den geest te geven, kon Nazada haar echtgenoot mede-deelen, wie hare moordenaars geweest waren. Williams bezon nu op zijne beurt eene wraak-neming Hij schoot een der moordenaars, zekeren Zurella, dood. Dat was het sein voor een algemeen rassenoorlog, die verscheidene dagen duurde. Van den kant der negers bleven er 64 op het slagveld ; de indianen lieten 100 der hunnen dood achter. — Levend verbrand. — Te St-Louis is een huis van drie verdiepingen afgebrand, bewoond door eene JoodschefamilieLotzgenaamd.Vrouw Rebecca Lotz, 24 jaar oud, haar 3 jarig zoontje en een zuigeling konden niet meer gered worden en vonden een ijselijke dood in den vuur-poel. De heer Lotz kon ontsnappen langs een dakvenster en bereikte van daar het dak van het aanpalend gebouw. OOSTENRIJK Oedenburg, 6 juni. —• Een 25-jarige boer, August Tomsics, wonende te Hoeflany, dichtbij Oedenburg, aan wiî een landbouwer, zekere Kranser de hand zijner doehter geweigerd had, heeft in zijne woede Kranser en zijne vrouw doodgeschoten, en de doehter verwond. De moordenaar vluchte daarop naar den klokketoren, en wondde nog 3 personen, die hem wilden aanhouden De kerel sloot zich op. Zaterdag namiddag openden de gendarmen een hevig geweervuur op den toren waarin Tomsics zich verschanst had. Deze beantwoord-de echter 't vuur en kwetste verscheidene personen. De gendarmen riepen Tomsicz toe zich over te geven ; de woesteling weigerde echl vlakaf. Toen trad de dorpspastoor vooruit en wist Tomsicz toe te bewegen naar beneden tekome Toen hij op den drenapel der kerk versehee riepen de gendarmen hem toe : de handen o of wij schieten u neer ! Tomsicz gaf zich alsdan over zonder n eenigen weerstand te bieden. Men vond in zijn bezit een browningrevolv met zeven kogels geladen. Hij had nog dert kardoezen in zijnen zak en bekende er in h geheel 300 gehad te hebben. Er zijn in het geheel drie personen gedoi en 19 gewond ; een paar dezer verkeeren dcodsgevaar. ITALIE! Het proees der « Gioeonda ». — Donde dag morgend vl., verscheen Peruggia, de di van de Gioeonda, voor de boetstraffelijke rech bank te Florencie. De kerel wordt beticht va diefstal in eene openbare plaats, met de bezw; rende omstandigheid dat het gestolen voorwei eene groote kunstweerde bezit. De zitting der rechtbank werd te 9 ui geopend en begon met de ondervraging va Peruggia. Deze gaf breedvoerigen uiileg ove zijn verblijf te Parijs en al de omstandighede van den diefstal. Peruggia looehent dat h ooit het inzicht gehad heeft de Gioeonda i Engelaud te verkoopen, en bezweert dat hij h< prachtig kunst gewrocht liefst van al had zie prijken in het muséum te Florencie. De beticht doet ook opmerken dat hij geen gebruik heei willen maken van de stiaffeioosheid die d fransche regeering beloofde aan den dief de Gioeonda, indien hij de schilderij teruggaf. Men gingvervolgens over tôt 't getuigen ver hoor. M. Tarantalli, politiecommissaris, ver haalt omstandig de aanhouding van Peruggia M. Poggi, bestuurder van het muséum te Flo rende, beweert dat Peruggia van zin was d schilderij te verkoopen. Onder de getuigen die in de zittingen werdei ondei hoord, telde men den bestuurder van he Louvre-Meseum te Parys. In den namiddag heeft ridder Bartoli, orgaai van het openbaar ministerie, zijn rekwisitoriuu uitgesproken, en staande gehouden dat Perug gia den diefstal der kostbare schilderij me voorbedachtheid gepleegd heeft. Hij vroeg da de dader tôt 3 jaar opsluiting zou veroordeeli worden. De eerste advocaat van Peruggia, Mr Caréna: voerde het woord. Hij betoogde dat Peruggi: geen gewone dief is, daar hij enkel de « Gio conda » uit den Louvre te Parys, weggehaah heeft om haar aan Italie terug le schenken. Di advocaat pleitte vijf uren lang. Ten 7 ure de; avonds werd de zitting opgeschorst, om vrijdag voormiddag vl. hernomen te worden. Vrijdag vl. na eene pleidooi van M. Targetti die hield staan dat zijn kliëntzwak van verstant is en zijne vrijspraak of ten minste eene lichti straf vroeg, heeft de rechtbank Peruggia to 1 jaar en 15 dagengevang en tôt de koslen vai het procès veroordeeld. Er zijn voor Peruggi; verzachtende omstandigheden in aanmerkinç genomen. — Vlieger verdronken. — De gekende ita-liaansche vlieger Filippo Cevasco is dinsdaç avond op schrikkelijke wijze in het Maggiori meer, nabij Sesto-Calenda om het leven geko-men. Cevasco was per militairen biplan opge stegen en zweefde op zeven honderd meteri boven het meer, op twee honderd meters var den oever van Sesto Calenda. Eensklaps ont plofte de motor met een geweldigen knal ; he vliegmachien werd uit het evenwicht geslager en plofte in duizelingwekkende snelheid naa: beneden. De ooggetuigen zagen Cevasco O) zijne zitplaats rechtstaan en zich gereed maker om in het meer te springen, toen het vliegma chien eensklaps heelemaal op zich zelf omkan telde en aldus m het water plofte, den vliege meesleepende in de diepte. Talrijke redder kwamen in booten toegevaren en, terwijl d' eenen netten spanden om tebeletten datCevasci door de strooming zou meegevoerd worden begonnen de anderen seffens peilingen te doen er Het vliegmachien staktwintig meters diep boven water. De duikelaars konden echter het lijk er van den ongelukkigen vlieger niet vinden. n. Cevasco was pas 26 jaar oud en gekend als n, een der ervarendste vliegers van Italie. Onlangs p, nôg vloog hij met drie passagiers van Milanen naar Venitie, en vervolgens met vier passagiers )g van Milanen naar Turino. er ENGELAND ig De meening van admiraal Scott. — De ver-et klaring van admiraal Scott over de waardeloos-heid van dreadnoughts in een modernen zee-id oorlog, jaagt in Engeland begrijpelijkerwijze in heel wat stof op. Een blad merkt op, dat de uitspraak van den admiraal bevestigd wordt door de ondervindingen bij de jongste oefenin-gen opgedaan. Toen is gebleken dat de groote schepen zoowat aile door duikbooten vernield , zouden zijn, als het ernst geweest was. En het ~ gevolg van die pijnlijke ervaring is geweest, dat men de oefeningen plotseling heeft afge-broken.P Bij bedoelde oefeningen hebben de duikbooten nog maar zonder hulp van watervliegtui-gen geopereerd. De uitwerking zal nog veel grooter zijn als « vlieger en zwaardvisch » el-kaar bijstaan, meent het blad. J, Admiraal Sir Cyprian Bridge blijkt het in * beginsel eens met Scott. Ook hij acht den bouw t van reusachtige kruisers en slagschepen eene ^ groote fout. ? FRANKRIJK t e Men meldt uit Philippeville, in Algerie, r dat de visscherssloep «. Maria Saoges » door vijf koppen bemand, ter breedte van Tiffila, omklonk. Twee hunner konden zich al zwem- - mend redden; de drie andere verdronken. — Stuienten. — Het aantal studenten aan - deveertien universiteiten inFrankrijk bedraagt 3 thans 42 .037. Drie jaar geleden was dat aantal 41.190; in de tusschen liggende jaren was het i onveranderd. Van de 42.037 studenten zijn er t 4254 meisjesstudenten, wieraantal jaarlijks toe-neemt. Ook het aantal buitenlanders, dat in i Frankrijk komt studeeren, neemt steeds toe : i het bedraagt thans 6187, tegen 5E-60 verleden - jaar. Van de 42.037 aan de universiteiten in-t gesehrevenen, studeeren er niet minder dan t 16.465 in de rechten. ' — lrt zijn tuin neergeschoten. — Te Cazaux, in het département der Gironde, gaf een rijk : eigenaar der streek, in zijn tuin eten aan de 1 kiekens. Plots weerklonken twee geweerschoten '. en de rentenier stortte zwaar gewond neder. Hij bezweek kort daarna. De moordenaar is tôt hierloe niet bekend. [ Men denkt evenwel dat hij uit wraak moet ge-' handeld hebben. — De weduwe Lanoir, 70 jaar oud, was te Cohinlac, nabij Saint Brieux, voor den haard gezeten, toen zij eensklaps in bezwijming viel en in de vlammen stortte. In eenige oogenblik-ken stonden de kleederen der oude vrouw in laaie vlam. De ongelukkige kwam spoedig weer tôt bezinning, sprong verschrikt op en stak al-zoo een klein bed, waarin haar 10-jarig neefje, Jozef Mori, sliep, in brand. Op het hulpgeroep der twee slachtuffers kwamen verscheidene ge-buren toegeloopen, doch ondanks hunne spoe-dige tusschenkomst stierven de weduwe en haar neefje eenige stonden later. — Eene ramp in de duivenwereld. — Eene duivenmelkersmaatschappij van Houdeng Goegnies (Heneg.) had eene groote prijsvlucht op Noyon ingericht. Meer dan 3.000 duiven waren ingeschrcven enmoesten zondag morgend gelost worden. Tengevolge van het slecht weder wachtte men echter tôt maandag. Doch in den voormiddag kwam te Houdeng een telegram toe van den statieoverste van Noyon. waarbij deze meldde dat een waggon, met korven duiven gevuld, geheel in asch werd gelegd. De convoyeur een genaamde Frans Soulette, 50 jaar oud, woonaehtig te Haine Saint Paul werd verkoold tusschen de puinen gevonden. Men zal licht begrijpen welke ramp die brand is voor de duivenliefhebbers van Houdeng en omlig- gende als men weet dat 25 korven met 875 duiven opgebrand zijn. Maandag avond waren er nog geen andere bijzonderheden toegekomen over de wijze waar-op de ramp gebeurd is. Het telegram waarbij de ramp aangekondigd werd, luidde als volgt : Waggon nummer 162098, 25 korven reisduiven inhoudend, is afgebrand. De vergezeller M. Soulette is dood. Verwittigd de familie engeeft inlichtingen voor de 51 overgebleven korven door tusschenkomst van den statieoverste van Houdeng-Goegnies 217 prijzen waren toegekend aan de prijsvlucht. Ook namen al de liefhebbers van La Louvière, Houdeng-Goegnies, Houdeng-Aime-ries, Le Rœulx, Bracquegnies, Ecaussines d'Enghien, Ecaussines - Lalaing, Marche - les-Ecaussines, Mignault en Trivières er aan deel. De commissie van het verbond heeft de prijsvlucht vernietigd en de overgebleven duiven onmiddellijk doen lossen. Het slachtofler M. Soulette verlichtte zich 's nachts met eene keers. Men denkt dat hij in slaap is gevallen en op zeker oogenblik de boegie heeft omgeworpen. Alzoo moeten de korven in brand geraakt zijn. De waggon was gesloten en toen men op het hulpgeroep van Soulette toesnelde, poogden de statiewerklieden vruchteloos de deur open te breken. Zij geluk-ten er echter niet in en de ongelukkige werd levend verbrand. Men zal licht begrijpen wat ijselijke doodstrijd de arme man doorstaan heeft. Van den waggon blijft nog enkel het ijzer gestel over. * * * De duiven, in de ramp van Noyon gespaard gebleven, zijn eerst woensdag gelost. Het spoorwegbeheer had ze gehouden tôt de duivenmelkersmaatschappij eene som van 2,500 fr. betaald had alsvergoeding van den afgebranden waggon. Voeg er de afgebrande korven bij en de kosten van de vernietiging van den prijs-kamp en men bekomt een verlies van 3,500 fr. voor de maatschappij. Het lijk van den vergezeller Soulette is woensdag morgend te Houdeng toegekomen en is donderdag morgen ter aarde besteld geworden. De duivenmaat-schappij heeft besloten een liefdadigheidsprijs-kamp in te richten ten voordeele der weduwe van het slachtofler. Het onderzoek over de oorzaak der ramp heeft tôt nu toe nog niet doen vaststellen hoe de brand onstaan is. Twee veronderstellingen zijn vooruitgezet Volgens de eene zou Soulette eene bougie hebben laten branden en viel deze om, volgens de andere zou hij een nog brandend solferstekje weggeworpen hebben en alzoo den brand veroorzaakt hebben. Nog een geluk mag het heetendatde waggon aan het achterste van den trein was vastge-maakt, zoodat hij spoedig kon losgehaakt worden. Anders had men voorzeker eene groote ramp te betreuren gehad. Twee ander vergezellers hebben bij hunne pogingen om hun ongelukkigen gezel te redden ook nogal eenige kwetsuren bekomen. De eene, Peeters genaamd, werd nogal erg gekneusd aan deu knie ; de andere, zekere Denis van Courrières, bekwam erge brandwonden aan de handen. Schrikkelijke zelfmoord te Antwerpen Dinsdag rond den middag werd de omtrek der kathedraal te Antwerpen door eene ijselijke zelfmoord in opschudding gebracht. Om 12 ure 15 kwam een man van rond de 35 jaar, in een bruin kostuum gedost, bij den bewaker van den toren en vroeg een ticket. Hij klom naar boven en toen hij zich op de tweede galerij, ter hoogte van 110 meters, bevond, klauterde hij over de borstleuning en sprong in 't ruim. Hij viel op 't gaanpad der Handschoenmarkt, nevens den QuintenMetzysput. Hetlicaham was enkel eene vormelooze, bloedende massa. Men nam het op en bracht het naar 't naburig politie-bureel over. De kleederen van den zelfmoorde-naar werden afgetast en men vond er eene som van 3 fr. 20 in, een bon voor 100 k. koffie, ge-teekend mad. Swolfs, een abonnement van den Dierengaarde op naam van L. Devos, eene horlogieketting en twee sleutels, alsook een vlaamsch lied over de schipbreuk der « Empress of Ireland ». De politie ging op zoek en ontdekte weldra mad. Swolfs, die eenen winkel houdt in de Hoogstraat. Toe* men haar zegde hoe de ongelukkige er uit zag, riep zij onmiddellijk uit : « Dat moet onzen gast zijn. » « En wie is uwe gast ? » vroeg de policie. Mad. antwoordde daarop dat het een genaamde Joseph Devos was, 33 jaar oud, bij zijne ouders wonend in de Sint Lucasstraat, te Borgerhout. De winkelierster gaf de politie verders aile mogelijke inlichtingen over den zelf moordenaar. Deze was 's morgend gelijk gewoonte naar zijn werk gekomen en niemand had iets buitenge-woons aan hem bemerkt. Me Swolfs gelastte hem des voormiddags verscheidene fakturen te gaan ontvangen, hetgeen hij met de grootste zorg deed. Ko; ts voor den middag kwam hij in den winkel terug.» Joseph, sprak zijne meesteres, er zouden nog 100 kilos koffie moeten besteld worden. » « Geef den « bon » maar hier klonk het antwoord van den aangesprokene. Ik zal het dezen namiddag doen, eer ik terug langs hier kom. » Hij ging heen en trad op de Handschoenmarkt eene herberg binnen en bestelde er een glas bier, dat hij langzaam ledigde. Vervolgens begaf hij zich naar de kathedraal en klom naar den toren. De droefheid der ouders van Devos, brave en eerlijke handelaars, is groot. Men schiijft de zelfmoord toe aan een aanval van heete koorts. — Inhuldiging van het meuw stadhuis te Meehelen. Maandag namiddag was Meehelen in voile feest, en dit ter gelegenheid der inhaldiging van het nieuw stadhuis. Ten 4 ure namiddag vergaderden de ge-meenteraadsleden voor de laa.ste maal op het stadhuis, vanwaar zij, voorafgegaan door eene compagnie van het gewapend korps gerneen-tepompiers in groot uniform en omringd door eene sterke eerewacht politieagenten in groot uniform, naar het nieuwe stadhuis geleid werden.Om 41/2 ure had de eerste zitting plaats van den gemeenteraad in de groote en bijzonder prachtige raadszaal van het nieuw stadhuis, waar eene gelegenheidsrede uitgesproken werd door den burgemeester. Ten 5 ure had de ontvangst plaats door de gemeenteoverheden der bijzonderste afgeveer-digden, waaronder men vooraf bemerkte de Z E. kanunnik van Roey, welke Z. E. de kardinaal Mercier vertegenwoordigde. Intusschentijd werd op de Statieplaats een stoet gevormd van een 80 tal Mechelsche maat-schappijen en gilden zonder onderscheid van partij. Deze prachtige stoet, na eenige straten der stad doorkruist te hebben, toog voorbij het nieuwe stadhuis, van waar hij van op het bal-kon door de gemeenteraad en genoodigden in oogenschouw genomen werd Ten 7 ure werd in het nieuw stadhuis een feestmaal opgediend, en ten 7 1/2 ure werd « Op Sinjoorken », te midden van allerlei volksfeesten, naar het nieuw stadhuis overge-bracht. Eene algemeene verlichting der Groote Markt en van den St-Rombautstoren sloten de feestelijkheden. De zon als bron van aile kracht Aile arbeid, die op aarde wordt verricht, is ten slotte tôt zonnewarmte terug te brengen. Aile planten, welke de aarde voortbrengt, en die door ons als voedsel, dus als arbeidsver-wekker of als brandstoffen worden gebruikt, ontvangen hun arbeidsvermogen slechts van de warmte der zon. Steenkolen, turf, petrool, enz.. zijn ook weer formaties van plantaardigen of dierlijken aard, die in zich de latende zonne-kracht ophoopen. Zoo ontstaat ook de wind, die de wieken der molens in beweging zet, door dat de lucht zich I door de zonnewarmte uitzet, opstijgt en nieuwe D E Zilveren Ring 6° Veuvolg. De majoor en de kleine William waren gewoonlijk bij de fransche lessen tegen-woordig. Zekeren avond nochtans was de meester met zijne leerlingen alleen. Lucy las een treurspel van Racine. Door eenige moeielijke zinsneden opgehouden, hield zij stil om ophelderingen te vragen over een zeker wcord dat zij niet begreep. Georges, op de tafel leunende en zijn hoofd in de hand houdende, was op dien oogenblik met zijne gedachten wel verre van Racine en zijne treurspelen— Lucy noemde hem twee of driemaal, zonder dat hij haar hoorde. Eindelijk richtte hij zijn hoofd op en bemerkte het jonge meisje die met de hand op haren boek, hem lachend aanzag. Georges verontschuldigde zich over deze verstrooiïng, doch Lucy zegde hem met hare zachte stem : — Gij waart gansch in een ander gedacht verdiept, dat het mij gemakkelijk zijn zon met zijnen naam te noemen ; en op dezen oogenblik zelf, dat ik u aanspreek, en gij naar mij schijnt te luisteren, is uw geest nog afwezig. Georges, gansch verwonderd over de be-merking van Lucy, antwoordde met eenen gemaakten lach, die zijne ontsteltenis ver-borg. — Gij bezit dus de gaaf van het dubbel zicht ? — Twijfel daar niet aan, zeide Lucy even kalm en ernstig ; en indien gij er het bewijs van wilt, zal iku zeggen waar gij daar aanstonds met uwe gedachten waart, toen ik u driemaal te vergeels toesprak. — Zeg maar, ik wil wel, antwoordde Georges op lossen toon. — Gij waart op Portland-place bij den majoor Tavira niet, hernam Lucy, gij waart te Londen, noch zelfs in Engeland niet ; gij bevondt u op zee, in een door de baren heen en weer geslingerd schuitje, dat in voile vaart naar Frankrijk's kusten zeilde. Heb ik het niet geraden ? — Oh ! sprak Georges opspringende, welk een wreed spel ! — Een spel, herhaalde Lucy ; is het dus de waarheid niet ? — En indien het de waarheid ware, her-vatte Georges, is het wel veroorloofd den gevangene de droombeelden, die hem voor het tegenwoordige onheil troosten, te ont-rukken ? Gij hebt door verrassing eene over-winning op mij behaald, die slechts uwen geest eere aandoet. — Bitsig en wantrouwend ! zei Lucy ; maar het onrecht zij u toegestaan.... Met schitterende oogen vervolgde zij : — Ik ben noch onbezonnen, noch kwaadaardig. Wan-neer hebt gij uit mijne woorden den toon eener meedoogenlooze spotziekte geboord ? Gij zijt fier, en verstoot de gemeene vertroo-stingen, toevlucht der tlauwhartigen ; ik berisp er u niet over, want het waren ook geene alledaagsché vertroostingen, die ik u zeggen kwam. — Thans, zei Georges, begrijp ik u niet meer Lucy bedacht zich eenen oogenblik, en rervolgens hem licht met den vinger aanra-kende : — Zijt gij bereid, de kans eener ontvluch-ling te wagen ? Georges, onthust door dit plotselinge voorstel, blikte strak op het jong meisje, maar hij bemerkte in hare oogen slechts oprechtheid en begeestering. Ilij nam hare hand, en dankte haar met hartelijke woorden. De overweging volgde onmiddellijk : wat ernstige medehulp verwachten van dit edele kind, door eene overgaande ontsteltenis medegesleept ? En dan, indien ik van hare goede stemming gebruik maak, zou de majoor,die Engeland verloren waant voor elken gevangene, die ontsnapt, het recht niet hebben mij te beschuldigen, zijne edel-moedige herbergzaamheid als een gelukzoe-ker misbruikt te hebben. Hij deelde dit gedacht aan Lucy mede, die hem, na een oogenblik overdenken, antwoordde : — Uwe nauwgezetheid is eervol ; ik ver-wonder mij niet dat zij u te binnen kwam, en ik acht er u te meer om. Dit woord zal u doen lachen ; de achting van een jong meisje die nog geen achttien jartn telt ! Maar gij kent mij nog niet. Ge hebt nogtans kunnen merken dat ik niet lichtzinnig ben, en mij met geene prullen bezig houd ; mijn lust bestaat daar niet in ; in den grond ben ik romanesk, maar op mijne wijze, zoo als ge zultzien. Gij zegt : In dat onverstandighoofd is een zucht naar begeestering gedrongen ; mijne droefheid, mijn ongeluk hebben haar geraakt, en zij reikt mij de hand. Er is iets waar in dat gedacht, maar het bevat de ge-heele waarheid niet; ik wil dat gij wel wete dat ik niets lichzinnig aanvang, en waar- om ik reeds sedert eenigen tijd het plan ge-maakt heb om uwe ontvluchting te verge-makkelijken. Gij weet dat ik met mijnen kozijn sir Edward Clayton in den echt moet treden. — Clayton ! zei Georges,ik ken hem, ik ontmoette hem bij mijne ontscheping te Portsmouth ; hij was het, die de bevelen gaf aan het geleide gevangen. — En die u naar stadsgevangenis leidde. — Gij wist het dus ? vroeg Georges. — Neen, maar gij zegdet mij jdat hij u geleidde... En, voegde Lucy er niet zonder eenige aarzeling bij, hoe gedroeg hij zich jegens de gevangenen ? — Als een volmaakt edelman, als een man van eer. — Ik was er zeker van, zei Lucy, alhoe-wel zij 't antwoord van Georges met zekere angstvalligheid sclven te verwachten. Clayton bezit een edel karakter, en eene trouwe hand, welke eene vrouw de hare met voile vertrouwen mag laten drukken. — Vermits dit uw gevoelen over sir Edward Clayton is, veroorlof mij, zei Georges, verwonderd te zijn over den uitstel dien gij zelf aan een huwelijk toebrengt,dat de familie van sir Edward en uwen vader zoo grootelijks verheugen zou. — Hetgeen ik u zeggen ga, antwoordde Lucy na eenige stonden, zal u zonder twijfel verwonderen, en gij zult mij zonderling en eigenzinnig vinden. Ik gevoel voor sir Edward al wat een man als hij verdient, en dai hijvanzijnebruid't rechtheeftte verwachten. Gij kent Clayton slechts door hem tePortmoutt te ontmoeten : ik durf u dan zeggen dat hij door zijne kennissen enzijnen moed,een dei onderscheidendste officieren der engelscht zeemacht is. Onder andere uitstekende dadei heb ik meermaals het deel hooren aanhalen t dat hij verleden jaar aan een gevecht in het t Kanaal nam. Het feit had plaats op het dek > van een fransch oorlogschip, aangeraden om j aan boord geklampt te worden. De worste-ling duurde lang, en was verschikkelijk ! \ Van den kant der Engelschen was Clayton ( de ziel van dit verwoed gevecht, zonder < genade of uitstel. Hij was overal, zijne man- 1 nen verzamelende, hen met zijn moed bezie- ; lende, zonder ophouden hen in 't midden i dezer stroomen vuur en bloed vooruitstoo-tende. Eindelijk hield de slachtingop, omdat ' er op het jacht geen enkel man ter verdedi- 1 ging meer overbleef ; eene doodsche stilte ; heeî'schte over dat bloedend, met lijken j bezaaide dek. Dan gelastte zich de zee met het voltrekken van het verwoestings-werk ; ( het schip, voor de klampingreeds met ballen i doorschoten, zonk al dieper en dieper ; de l Engelschen hadden nauwelijks den tijd dit ( drijvend grafte verlaten, en de woeste baren i dienden totgraf aan dieheilloozeslachtotFers, welke God voor den vrede en het geluk had : geschapen — De oorlog eischt somtijds wreede op-offeringen, antwoordde Georges, en deze gevoelens — Zijn die eener vrouw ; is het dat niet, wat gij zeggen wildet ? Uwe gevoelens ver-schillen van de onze , ik weet het. Op het slagveld ziet gij slechts den overwinnaar, hoogmoedig over zijne zegenpraal, be-dwelmd door den verworven roem, en gij zegt : Hij kon oveiwinnen ; hij is een held ! Indien gevallig uwe blikken op eenen aan zij uen voeten neergevelden vijand vallen, ■ wiens gelaat nog de uitdrukking van woede i en uitdaging draagt, zegt gij, deze was een i man : hij wist te sterven ! maar voor de CT—o—^p—■————tj—wag— allooze menschen-offers die den grond be-lekken,gevoeltgij niets. Ik kan mijne oogen ■an die onbekende menigte, tôt beter doel ;eschapen, niet atwenden. Wat al vernietigde menschen, wat al 'ernietigd geluk ! O ! zeg vrij dat ik maar iene vrouw ben ; maar, doehter van een' sol-laat, verloofde van een' soldaat, zal ik toch ilijven staande houden dat de oorlog een ;eesel is, ja de grootste van allen, vermits îij in zich al de anderen besluit. — Men zal lichtbegrijpen, wat verwondering tbij Georges verwekkenmoest, indenmond 'an een jong meisje zulke woorden en zulke jevoelens te hooren ; zoo strijdig met de jegrippen van den tijd. — Deze gedachten, zeide hij, zijn te edel m» ze te wederleggen.Maar indien de oorlog n uwe oogen een geesel is, zult gij toch ge-ieven een onderscheid te maken tusschen, legenen, diehemveroorzaken, en hem, die lien ondergaan. — Ja, antwoordde Lucy, ik zie de om-;tandigheden in, de tijden, de noodwendig-ieden en de ontvangen begrippen. Ik hoop 3ens de vrouw van Clayton te zijn; ik bemin lem, en indien ik het al zeggen moet, ben !k zelfs niet verzekerd hem in 't binnenste mijns harten niet te bewonderen voor zijne Dnversaagdheid in den strijd, waarvan ik îoo even gewaagde. Voorwaar, het is onmo-gelijk meer tegenstrijdig te zijn, maar, is de menschelijke natuur niet vol tegenstrij-digheden ! En verder ; ik ben vrouw, bijna noch een kind, en al wat schittert, verlokt mij. Verklaar u dit, zoo als gij kunt, maar er zijn oogenblikkenwaarin ik Clayton bloot als een held bewonder, andere, waarin zijne bloedige handen mij afschrik inboezemen. Wordt Voortgezet.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De Scheldegalm: gazette van Audenaerde appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à Oudenaarde du 1858 au 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes