De Scheldegalm: gazette van Audenaerde

853 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1914, 11 Octobre. De Scheldegalm: gazette van Audenaerde. Accès à 29 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/3775t3h98b/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Nr 3309. Zondag 11 October 1914 56e Jaar. DE SCHELDEGALM GAZETTE VAN AUDENAARDE IN RUSLAND. De slag van Augustow. De Duitsehe kanonnen verzonken. Hevige gevechten hebben plaats gehad in de streek rond Augustow, langs de baan van Lodsjeje naar Schiplischki. De eerste Duitsehe ruiterij-afdeeling werd met groote verliezen teruggeslagen. Raigrod, KaiwarijeenMarianpolwerden terug door de Russen bezet, die hun mavsch naar Oostelijk-Pruisen voortzetten. Lodsjeje en Schiplischki zijn dorpen, gelegen tusschen Suwalki en Kalwarya. Deze baan Jeidt rechtstreeks naar Oost-Pruisen langs Szitt-kelmen.Raigrod, dorp aan de Oost Pruisische grens en Kalmarija, belangrijke Russische stad, wa-ren in die streek bezet door de Duitschers. Ziehier over dien veldslag de mededeeling van den grooten Russischen legerstaf : De slag van Augustow eindigde den 3 october, door de volledige overwinning der Russen en de nederlaag der Duitschers. De baan langswaar de Duitschers aftrekken is belemmerd door hunne lijken. Zoo is de Duitsehe inval in Rusland langs Oost-Pruissn volkomen gestuit. De vijand verlaat nu bepaald de grenzen der provincien Suwalki en Louisa Te Ossonetz duurde de slag 36 uren, en eindigde door de vlucht der Duitschers ; deze geschiedde in volslagen wanorde. Langs de baan van Graeve bemeesterden de Russen de Duitsehe zware kanonnen, die verzonken zaten. De mededeelingen van den Russischen mili-tairen gehechte te Antwerpen en van den Russischen minister aldaar, bevestigen dit nieuws. De veldslag der Aisne. De verbondenen nemen loopgraehten in de streek van Soissons. De officieele mededeeling uit Parys, zondag avond, 11 ure, luidt als volgt : Het gevecht is volop aan gang in de streek van Arras, zonder dat eenige beslissing beko-men werd. Het optreden was minder geweldig tusschen het bovendeel der Ancre en der Somme en der Oise. De verbondenen zijn vooruitgekomen in de streek van Soissons, waar vijandelijke loop-graven werden genomen. Op bijna geheel het overige van het front blijft de toestand dezelfde. In de Woevrestreek hebben de verbondenen eenigen vooruitgang gedaan tusschen Aspremont op de Maas en Rupt-de-Mad. Mededeeling van maandag, 3 ure (vertraagd) Op den linkervleugel, ten Noorden der Oise, duurt het gevecht zeer geweldig voort. De verbondenen hebben op verscheidene punten terrein moeten ontruimen. Op het overige van het front geene wijziging In Frankrijk. Rordeaux, vrijdag 2 October, 11 ure 's avonds. Een onzer afdeelingen van den linkervleugel die naar Arras oprukte, heeft zich ten Oosten en ten Noorden van Arras moeten achteruit trekken. Ten Noorden van de Somme, zijn de Fran-sche troepen vooruitgerukt tôt voor de stad Albert. Tusschen Roye en Lassigny deed de vijand hevige aanvallen tegen de Fransche troepen, doch de Duitschers konden het niet volhouden en moesten zich met verliezen achteruit trekken.Op het overige van het front is het zeer rustig. In den omtrek van St-Mihiel, op den linker-oever van de Maas, zijn er geene Duitschers » meer te zien. * * De Duitsehe staf deelt maar gedurig optimi-3 tische mededeelingen mede : 1 Ziehier de laatste, dagteekenende uit Berlijn, ! 2 October : 1 « De nieuwe pogingen van den vijand om den westelijken vleugel te omsingelen, zijn ! totaal mislukt. - « Ten Zuiden van Roye werden de Franschen uit hunne stellingen verdreven. In het midden ' en op het front is de toestand onveranderd. Onze troepen rukken goed vooruit in Argon-ne, waar zij veel bijval behaalden. Ten Oosten van de Maas deden de Franschen, die uit Toul 1 kwamen, hardnekkige aanvallen, doch zonder te gelukken. Het Indische leger. Een Indisch expeditieleger is te Marseille geland. Het bestaat uit de bloem van het Indisch leger, met bijvoeging van een evenredig aandeel der Britsche troepen in Indie. Het is in Frankrijk gekomen met aile bijzonderheden, gansch toegerust ; ailes aan de uitrusting dier tioepen is gansch nieuw. De Marseilleezen hebben hen met echt Zui-derlijke geestdrift begroet. Het is deeerste maal in de geschiedenis, dat Indische troepen op Europeeschen bodem komen strijden. Koning Joris heeft hun een krachtigen wel-komgroet toegestuurd, om hen te dauken, dat zij zijn oproep beantwoord hebben, overtuigd dat zij naast hunne makkers van het keizerrijk hun plicht zullen doen. Weest verzekerd, be-sloot de koning van Engeland, dat gij altijd in mijne gedachten en in mijne gebeden zult blij-ven. 't Verblijf der Duitschers te Châlons. Om hunne manier van doen te beoordeeler., volgens zii eene groote plaats of eene mindere stad bezetten, is het voldoende Leuven en Thie-nen en Dendermonde te herdenken en hun lot te vergelijken met hetgene de groote fransche stad Châlonstijdensde duitsehe bezetting onder-ging, volgens de Times als volgt verhaalt : Châlons, gelijk meestal de groote steden, heeft weinig geleden van de duitsehe bezetting en de inwoners wensehen zich zelven geluk er mede. Geen enkel huis beschadigd, en, als uit-z inderlijkekans, geen enkeleinwonerisgedood. Uiterlijk schijnt de stadonaangetast. Het inwen-dige der woningen ziet er anders uit, zooals ik ten mijnen koste ondervond. De Duitschers lieten binnenhuize duidelijke sporen na van hunne week verblijf ; aan voed-sel en voorraad namen zij al wat ze konden vinden. Van zoodra zij aangekomen waren, eischte generaal von Seydewitz eene borgstor-ting van 500 000 frank, en tôt waarborg werden drie gijzelaars genomen. De som werd opgehaald door de ter plaats gebleven stads-overheid, maar later teruggegeven. Enkele dagen nadien kwam een duitsch Gouverneur, die eene schatting van drie mil-lioen oplegde aan het département, der Marne, waarvan Châlons de hoofdplaats is. Er was geen mogelijkheid die som te betalen : het eenig beschikbaar geld waren de 500.000 frank der teruggegeven borgstorting. De burgemeester en volksvertegenwoordiger M. Ssrvas, en een kanunnik der kathedraal, E. H. Laisnez, pleitten welsprekend voor mil-der behandeling, en de laatste was zoo gelukkig een invloedrijk advoeaat voor zijne zaak te vinden in het duitsch leger zelf, namelijk den Prins van Saksen, een jong officier van rond de -4 jaar, die als katholiek het oor leende aan het verzoek van den kanunnik en den Gouverneur wist te overhalen de bOO 000 frank op afreke-ning te aanvaarden en voor het overige op geleidelijke afbetaling te wachten. Hij wacht er echter nog op, want vier dagen later verlietenzij schielijK de stad. Den tl Sep-tember kwam de bezetting, bestaande uit zes batterijen artillerie met eene gemengde kracht ruiterij en infanterie, in vollen spoed door de stad gestroomd, de bereden troepen in vollen galop rijdend ; en denzelfden dag hernamen de Franschen de stad. De Duitschers lieten hunne gewonden achter die niet konden loopen, en zij ontvluchtten zoo snel dat zij zelfs den tijd niet hadden de brug over de Marne, welke zij ondermijnd hadden, te doen springen De stad bleef voor de verschrik-kingen van een bombardement gespaard. Den dag voor dat de Duitschers waren gekomen, waren drie bommen door vliegers gewor-pen. waarvan eene op het gasthuis viel ; bij de aankomst van hun leger werden eenige shrap-nells geschoten, maar ze richtten weinig stoffe-lijke schade aan en enkel een oud man werd door een shrapnellscberf gedood. De vier vijfden der bevolking, met meestal de leden van het gemeentebestuur, verlieten de stad, en geen wonder : de barrikaden enverschansingen door de Franschen opgeworpen, en een hevig maar gering gevecht buiten de stad, konden door de Duitschers tôt redens genomen worden om Châlons niet als eene « opene stad » te aanzien en ze gansch te beschieten. De behoeften van het duitsch leger moeten groot zijn. Behalve de opgeëischte voedings-waren, namen ze ailes mede wat ze grijpen konden. In het stadhuis lagen aile denkuare voorwerpen opgestapeld, welke zij in overhaaste vlucht hebben moeten achterlaten. Kleederen, kaarsen, verdere halsslingers, vrouwelijk on-dergoed, doozen met eierpoeier, zelfs een kin-derspaarpot ; daar was van ailes tusschen. DE ENGELSCHE ARTILLERIE. net kanon van 18 pond (kaliber 8J2,8 m/m.) werpteen zwaarder projectiel dan het Duitsehe kanon. De Engelsche shrapnell bevat 364 kogels de Duitsehe maar 300. De aanvankelijke snel-heid van het werptuig, bij het verlaten van het kanon, is grooter dan bij de Duitschers. Het Engelsche veldkanon voor houwitsers van 11J2 m/m, is een uitstekend wapen; het schiet 65t>0 meters ver in de loopgraehten der Duitschers aan de Aisne, terwijl de kanonnen van 125 m/m een werptuig wegslingeren van 26 kilos, wiens bezoek voor de Duitschers niet welkom moet zijn. Eindelijk heeft Engeland belegkanons die gereed zijn en kunnen optreden tegen deze der Duitschers. EEN GANSCH REGIMENT VERNIELD. Parys, 2 October. — In de provinctebladen wordt als volgt verhaald hoe een regiment pruisische wacht van het leger van den kroonprins omtrent geheel vernield werd : Vôôr de dageraad kwam eene brigade pruisische wachten stil vooruit naarheen de fransche lijnen. Toon de zon doorbrak en op hunne punt-helmen llikkerde, bleven de Fransche infante-risten rustig op 't commando wachten. Bedrogen door de stilte, kwam de vijand àl nader, als .plotseling een veelvoudig gebulder klonk en een regen shrapnells de eerste rangen der prui-sen wegmaaide. Ce volgende lijnen weken ondanks de moe-dige aanwakkering hunner officieren. Op eene zijde kwamen de wachten nog vooruit, doch het bevel tôt slorm klonk bij de Franschen, de ge-weren knetterden en, niettegenstaande hunnrn heldhaftigen weerstand konden de pruisen aan een dicht bestonningsvuur ontsnappen. Slechts eene enkele compagnie van gansch het regiment kon zich redden. Een enkele officier, met een kijkglas in 't oog, wilde dat overschot nog in 't vuur jagen, dreigende met den revolver, maar een schot velde hem neer en de laatste mannen vluchtten. Reuter. De Duitsehe verliezen. Zonder vrees van tegengesproken te worden, mag men, op dit oogenblik verzekeren dat de duitsehe verliezen reeds zoo groot zijn, om niet te zeggen grooter dan de verliezen geleden tij-dens den oorlog van 1870-71, In 1870 hadden het volgcnde aantal duitschers de grenzen overschreden : 33,101 officieren van allen graad en onderofficieren, als-ook 1,113,251 soldaten. Van dit aantal werden er 116,821 gekwetst en 17,255 gedood, op het slagveld. Het aantal officieren en soldaten die overleden tengevolge der bekomene kwetsuren, beliep 11,023 en het aantal verdwenenen of aan zickte gestorven soldaten was 14,904. In 't geheel had men dus in 1870 langs dnitsehen kant 43,182 dooden of verdwenenen en 116,821 gekwetsten, hetgeen een totaal uit-maakt van 160,003 mannen. "Wat de oorlog van 1914 aangaat, de 39 eerste lijsten, door de pruissische dagbladen opgegeven, geven een totaal van 90,000 dooden gekwetsten of verdwenenen. Men verzekert dat de verliezen der soldaten van Baden, Beieren, Saxen en Wurtemburg minstens 70,000 man bedragen, hetgeen dus samen meer dan 160,000 man bedraagt. Men ziet dus dat van dit oogenblik af de duitsehe verliezen reeds zeer groot zijn, op het fransch grondgebied. De algetneene toestand. Kolonel Barons, oud-stafofficier van Italie, zegt in een overzicht der Krijgsvei richtingen aan de Aisne : De toestand derVerbondenen isgoed. Daaren-tegen io de stelling der Duitschers schrikkelijk beangstigend. Met iederen dag vergrooten de moeilijkheden. Een Engelsch oorlogsreporter, de heer W. T. Marsey schrijft aan zijn blad : Het is zichtbaar dat de veldslag der Aisne zijn einde nadert ; hij duurt voort langs de ri-vier, maar niet meer met de hevigheid die de eerste dagen kenmerkte. De vijand zit in zijne loopgraehten die hij gemaakt heeft op heuvelen, en in de bosschen ; hij is er niet op zijn gemak, maar men kan er hem slechts uit verdrijven ten koste van groote opofïeringen, die men niet moet doen, indien er andere middelen bestaan om er mede gedaan te maken. In de « Times » spreekt de oorlogsbriefwisse-laar als volgt : De gevechtlijn is veranderd, sedert den ze-gepraal aan de Marne. Het front der strijden-den maakte twee gelijkloopende lijnen van Soissons naar Reims en Verdun. Thans maken de twee fronts een bijna rech-ten hoek, waarvan een der zijden gaal van het Aigue-Woud tôt het Oosten van Verdun, de andere opklimt naar het Noorden, langs Lassigny, Rove en de boogvlakten tusschen Combles en Albert. Het bepaalde uur is nog niet aangebroken, maar het nadert met groote schreden. De koelbloedigheid en een kalme en vastberaden moed zij n de kenteekens van deVerbonden légers. De Duitsehe loopgraehten ziin te dicht bij elkander ; het uitwerksel der Fransche artillerie is tooverachtig ; men heeft gansche rijen manschappen gevonden, die gedood werden in eene houdtng, gereed om te schieten, maar zij waren zoodaning op elkander gedrongen dat zij niet konden vallen. De reporter van den « Daily Telegraph » velt het volgende oordeel : De stelling der Verbondenen is onder aile opzichten veel beter dan de Duitsehe en wij hebben de verzekering dat de overwinning aan ons is. Zouden wij, in het zwijgen der kanonnen de verklaring hebben van de rust die heerscht van aan de Oise tôt aan de Maas ? Dat is het de rust die de dood voorafgaat. De onzijdigheid van Holland. Volgens een artikel van de « Times » heeft Holland zijne onzijdigheid behouden in zeer moeilijke omstandigheden en op eene lofbare wijze. Duitschland's doel is meester te worden van de Sehelde en zieh niet meer te bekômmeren over de onzijdigheid van Holland. Welk be-lang zou de Sehelde nog voor Holland hebben, indien Antwerpen eene « Willemshaven » werd ? Deze haven zou het middenpunt worden van het Duitsehe militairisme. ;|3j En het artikel eindigt als volgt : Zelfs al moest de oorlog twintig jaar duren, zou Engeland niet toelaten dat men hem dit wapen op de borst zet. (Vaz Dias) TE ANTWERPEN. Eene ''Taube,, Strooibriefjes. Erg-e gevolg-en der beschieting van het vliegtuig. Vrijdag namiddag vl., rond 4 ure, kwam eene « Taube» boven de stad Antwerpen. Reeds op kanonschoten onthaald door onze wijdst afgelegen forten, werd het vijandelijke vliegluig toen het zich boven de stad bevond, op een geweldig kanonvuur ontvangen. De « Taube » vloog van Noord naar Zuid. Eene boni werd geworpen op den spoorweg te Zurenborg, op ongeveer 50 meters van den hangaar der locomotieven, naast de lijn Ant-werpen-Brussel. Al de ruiten in de Cuperus-straat werden verbrijzeld. De « Taube » heeft boven de forten, strooi- : biljetten uitgeworpen. De briefjes waren aan onze soldaten gericht, en het volgende stond er ! op te lezen, in het vlaamsch en 't Fransch : « Dat onze soldaten niet weten waarvoor zij 1 vechten. Dat wij bedrogen worden door de Engelschen en de Franschen, dat de overwin- : ningen der Russen valsch zijn en dat de Bel-gische bladen aan de Engelschen en de Fran- i schen verkocht zijn. t « Ook wordt er in verzekerd dat de Belgische krijgsgevangenen in Duitschland zeer goed be- I handeld worden en dat het onwaar is dat zij s vooruit de Duitsehe troepen in Oost-Pruisen 1 worden gezonden. Ten slolte raad men de soldaten aan zich over 1 te geven, om aile verder bloedvergieten te voor- < komen, hen tevens aan hunne vrouw en kinde- j ren herinnerende. De shrapnells veroorzaken ongelukken • Aan de Cogeislei werd een oude man aan den knie gekwetst door een stuk shrapnell van onze eigene kanonnen, die de « Taube » be- 1 schoten. s In de Vijfhoekstraat, te Berchem, tusschen I de St-Hubertus-en Terlinckstraten, kwam een t der shrapnels onzer kanonnen in de straat te- i recht, waar hij met helsch geluid ontplofle. s Eene vrouw werd gedood en haar man werd t gekwetst. 1 In de Thomasstraat viel een shrapnell door i het dak van de woning van dokter Caeymaex, 1 waar hij zonder ontploffen terecht kwam in het £ bed van de meid. s Een shrapnell, door onze kanonnen afgescho- ten, was niet ontploft en terechtgekomen op het I huis Nr 30 der Juliaan Dillenstraat, bewoond \ door den heer Frans Fontyn, een 68 jarig ren- 1 tenier. 1 Het gezin van den heer Fontyn, zijne vrouw 1 en dochter, verlieten juist de bovenverdieping 1 om koffie te drinken. De heer Fontyn begaf zich e naar den balcon en vroeg aan een tegenover £ gelegen gebuur, of de Duitsehe vliegmachien nog te zien was. j Op hetzelfde oogenblik kwam de shrapnell tegen zijne woonst terecht en ontplofte met een geweldigen slag. De muur tusschen den balcon en het venster werd geheel weggeslagen, terwijl de heer Fontyn lctterlijk het hoofd werd afge-rukt. De dood was oogenblikkelijk. Geheel de inboedel der kamer werd verbrijzeld.Dadelijk kwam een auto toe die het lijk naar het doodenhuis overbracht. In de Nationalestraat werd een klein meisje door de scherf eener shrapnell gekwetst. Te Antwerpen. 't Zijn vooral de forten van Lier, Waelhem en St-Catharine-Waver, die dezer dagen het voorwerp waren van den aanvallen van den vijand. Zij verdedigen de Nethe, die zelf, door zijne breedte en dank aan de overstroomingen, eene uitmuntende verdedigingslijn vormen, van aan Rumpst tôt boven Kessel. De forten der vooruitgeschoven lijn, ten Noorden en ten Westen zijn nog niet aange-vallen geworden. INiettegenstaande de drie of vier legerkorp->en, waarover de Duitschers in Belgie beschik-£en, kan er geen spraakzijn de Duitsehe stel-ing te omsingelen. Zij gebruiken al de krachten van hunne ge-schutten tegen eenen der sectors, om er eene ores in te maken, die hen zou toelaten de for-;en der tweede verdedigingslijn en de stad te laderen. De tegenstand, sinds lang voorbereid, wordt net eene buitengewone krachtdadigheid voort-jezet.Luik in staat van verdediging. Iemand die eenige dagen uit Luik is gekomen :egt dat de stad kalm is en dat ailes er zijn lormalen loop volgt. De bevolking wacht met ;elatenheid. De Duitschers leggen eene groote werkdadig-îeid aan den dag om Luik weer in staat van rerdediging te stellen, maar hunne pogingen daan grootendeels tegen. Tôt tweemaal toe hebben zij gepoogd het ort van Pontisse weer op te bouwen ; maar tôt weemaal toe is het ingestort. Bij de eerste instorting verloren 18 personen îet leven, bij de tweede 25. Onder deze laat-;ten was een opper-officier, die met grooten uister begraven werd De Duitschers gelukten niet beter bij de îerstelling van het fort van Liers ; zij bepalen ir zich bij rond de oude forten loopgraehten te rraven. In Oost - Vlaanderen IN DE DENDERSTREEK. De Duitschers hebben getracht de spoorweg-irug op het grondgebied Denderleeuw te doen pringen; zij zijn er niet in gelukt. Te Ste Marie-.ierde werd nogtans de overzetbrug aan splin-Drs gedynamiteerd : de excentrieken en spoor-ïegkruisingen der statien Idegem en Ninove ijn vernield, alsook de telegraaf- en telefoon-Destellen in laatstgenoemde plaats. De hall der oopwaren van Ninove is totaal geplunderd ; al ,e balen werden opengesneden, de kassen en offers werden opengekapt en de inhoud mede-enomen. De brandkast der statie heeft weer-taan.Bijna aile nachten brengt de buurttram irussel-Ninove eenige honderden Duitschers an de hoofdstad aan ; dezen trekken op naar Lalst en verder, om hulp te brengen aan de olom van het duitsehe leger, welke de eerste uitenversterking der forten van Antwerpen ombardeert. Deze buurttram blijft ten dienste nkelijk voor den vijand ; de Belgen mogen er ;een gebruik van maken. Ninove heeft geene aansluiting meer, noch er trein, per tram, per telegraaf of telefoon. Zilveren Ring 13e Vehvoi.g. —■—^vwwwwwwn.— — Oh ! oh ! zei de bediende met trots, mistress Inglefield zou wel te doen hebben, indien zij beneden kwame om tegen al die-genen te spreken, die zich aan de deur aan-bieden.Georgesdrongderwijzeaan, dat dedienst-bode eindelijk toestemde mistress Ingefield te verwittigen ; maar hij schudde het hoofd op eene wijze die beteekende, dat, wat hij verrichtte, slechts uit bloote dienstvaardig-heidwas.en 't ailes verloren moeite zou zijn. Een oogenblik nadien kwam mistress Inglefield, door den dienstbode gevolgd. Zij droeg eenen ring vol sleutels, aan haar midden vastgemaakt, en scheen, volgens het woord van den majoor Tavira, een vrouw te zijn die de broek droeg ; hare gelaatstrek-ken, overigens nog zeer lief, hadden eene goedaardige uitdrukking. — Ge wilt mij spreken, jongen, zeide zij tôt Georges ; waarvan is er spraak ? Men hee't mij gezegd dat gij iets met kapitein Trafil te verriohten hadt ? — Ja, mevrouw, antwoordde Georges, zijne muts in zijnehanden ronddraaiende. — Hij is sedert acht dagen naar Spanje vertrokken, en zal voor drie maanâen niet terug zijn. Moest gij u misschien met hem insctiepen ? — lk was op de roi der bemanning inge-schreven, maar onderweg ben ik ziek ge- 1 worden, iets wat mij belet heeft op tijd aan te komen. Ik kom uit Schotland, mevrouw, ' ik ken niemand te Portsmouth, en door die i jammerlijke vertraging zal ik mij hier wel-haast zonder middelen bevinden. Mistress Ingefield scheen eenige stonden in beraadslaging, dan, zich lot den dienstbode wendende: — Is kapitein Sutter in het hôtel ? — Ja, mevrouw, ik heb hem daar straks de eeUaal zien binnen gaan. — Dat is wel. Arme jongen, zegde zij tôt Georges, gij moet u niet ontmoedigen ; ik wil u eene andere plaats op een schip trach-ten te doen belomen ; kom met mij. De dienstbode ging voorop. Van zoo haast Mistress Inglefield zich alleen met Georges bevond, vroeg zij hem : — Komt gij van Londen ? — Ja, mevrouw. — Brengt gij mij nieuws van de jonge jufvrouw ? — Miss Lucy en .de majoor Tavira, haar vader, waren bij mijn vertrek in goede ge-zondheid ; ik heb ze gisteren morgend verlaten.— Ditis wat ikbegeerdeteweten.Mistrouw hier iedereen, uitgenomen den kapitein Sutter en mij ; en verwonderd u over niets. lk zou u beter willen onthalen, maar het is onmogelijk. Gij moet hier niets anders zijn dan een matroos, dien men de goedheid heett te helpen. Georges kon haar slechts door weinige woorden zijne dankbaarheid betuigen, want men kwam in de eetzaal. Verscheidene der gewone tafelgasten van het hôtel waren reeds aangekomen, en aten aan afzonderde tafels ; meest allen waren koopvaardijschip- 3ers. Mistress Inglefield leidde Georges, lie zijne muts in de hand hield, bij eenen nan van een veertigtal jaren, die, op het ;inde der zaal gezeten, zich 'oereid maakte ;er te doen aan eene schidpadsoep, die men uist kwam opdienen. — Kapitein Sutter, zeide hem de meesters-;e van het hôtel « den Dolfïjn, » zie hier îen arme duivel die te laat te Portsmouth jjekomen is om met Trafil te vertrekken, en lie niet weet waar henen. Zoudt gij hem îan boord niet kunnen nemen ? Kapitein Sutter was een kloeke kerel, breed van schouders en zeer barsch. Hij bezag Georges met eenen blik, die niet geheel vriendelijk was, en, luid lachende : — Kameraad, gij hebt dus den postwagen gemist, zoo als onze goede vrienden van den overkant des kanaals zeggen. — Onderweg ben ik ziek geworden. — Zie daar onze hedendaagsche matro-zen zei Sutter een lepelsoep binnenspelende ; echte juffers, goed om in eene katoenen doos te leggen. Het blood stroomde naar het hoofd van Georges, maar hij wederhield zich. Overigens hij dacht dat deze uitdagende woorden misschien slechts gezegd werden om de waarheid te vermommen. — En ge komt van ver ? hernam Sutter. — Ik ben een Schotlander van de eilan-den.Het voornemen van den kapitein scheen, Georges in verlegenheid te brengen. Hij voegde erbij : ■— Met wien hebt gij gevaren ? Georges oordeelde noodig eene buitengewone stoutmoedigheid tegen de zichtbare kwaadwilligheid van Sutter te stellen. Hij antwoordde onbesehroomd : — Ik vaarde in de koninklijke zeemacht, onder debevelen van luitenant Clayton. Deze samenspraak had met luide woorden plaats, en zij werd gehoord door de personen, die aan de andere tafels aten. Mistress Inglefield sidderde van ongeduld: des te meer daar zij het onderhoud eene wending nemen zag, die gevaarlijk kon worden, voegde zij er tusschen : — Aangezien Trafil dezen jongen mede nam, moet gij u niet moeielijker toonen dar hij. De kapitein bemerkte, dat de bemannins meer dan voldoende was aan boord van dei « Warwick, » die bij de hooge tij des ande rendaags vertrekken moest. — Hoe ! zei mistress Inglefield, zult gi dat voor mij niet doen ? — Welnu, antwoordde Sutter wij zullei zien ; na het middagmaal zullen wij er ove spreken. Mistress Inglefield leidde Georges naa de keuken, en zeide tegen den meester-kok — Mr Lockart, zie hier een' matroos doo Mr Sutter aangeworven, en dien ik u beveel Geef hem te eten ; verder zult gij hem eene schoonen bundel stroo in den stal bezorgen Daarmede vertrok de goede vrouw, zon der zich verder om haren gast te bekreunen Georges was bijna dood van honger e vermoeienis. Nadat hij de spijzen van K Lockart genut had, strekte hij zich met vol doening op het stroo in den stal uit, waa hij eenen weldoenden en kraehthersteller den slaap genieten mocht. De « Warwick » was een schoon drie master koopvaardijschip, dat zich nas Amerika begaf. Zoo als kapitein Sutter g( zegd had, zeilde het uit de haven bij de t van 's anderendaags. Georges bevond zie aan boord ; de almachtige tusschenkomi van mistress Inglefield had eindelijk de kwade gestemdheid van den kapitein over-wonnen, en hij was bezig te overdenken waarom die man, die hem redde, het met zoo weining vriendelijkheid deed, toen deze hem liet roepen. : — Zonder twijtel, mijnheer. verstaat gij u aan de bestieringswerken van het schip niet ? — lk beken u te dezen opzichte geenen i dienst te kunnen bewijzen, zei Georges. — De kapitein deed hem nog twee of ; drie soortgelijke vragen. Georges antwoord-i de met veel geestestegenwoordigheid, en - zij bleven dus ruim een kwart uurs rede-kavelen.i — Weet gij, zegde Sutter, wat bemer- king ik sedert gisteren gemaakt heb ? i — Neen, mijnheer. c — Dat het de duivel is die de vrouwen gemaakt heeft tôt onheil en vermaledijding r der mannen. : — Zie daar een gezegde, dat mistress r Inglefield niet aangenaam in de ooren zou . klinken, indien zij het hooren kon. i 't Is juist voor haar, dat ik het zeg. Zij bidden, zij schreeuwen, zij gebieden, en er - ware geen middel haar te wederstaan. Wat had zij noodig mij in deze zaak te wikkelen ? a 1s het misschien omdat ik haar huwen moet :r als ik van Amerika wederkeer ? Wel ver-plicht voor den voorrang ? Maar zij was de r vrouw om mij te laten, indien iku aan boord - niet had genomen. Dat de duivel haar haie, mijnheer, en u ook Zie, ik ben rechtuit, - ik ; persoonlijk had ik geene reden om u r dienst te bewijzen, ik ken u niet, en ik ver-:- acht de Franschen. ij — Gij hadt mij dat gister avond moeten b zeggen, antwoordde Georges, en ik had u ;t op uw gemak gesteld. — En mistress Inglefield ! schreeuwde Sutter. Als de vrouwen iets in 't hoofd hebben De kapitein onderbrak zijne reden om zijne zienbuis te nemen en aandachtig verscheidene zeilen te bezichtigen, die zich aan bak- en stuurboot van den « Warwich » ver-toonden. Waarschijnlijk te vreden over zijn onderzoek, hernam hij zijn onderhoud met Georges. — Gij weet misschien niet dat er eene oorlogsloep in deze streken kruist. — Ik weet het, zei Georges. — Dan zult gij niet verwonderd zijn indien de duivel, die zich sedert twee dagen met mijne zaken moeit, ze ons aan boord zendt, en indien die vervl... Clayton, die er het bevel over voert, de nieuwsgierigheid heeft, ons een bezoek af te leggen. — Dat ware niet onmogelijk, mijnheer. — In dat geval, heb ik aan iets gedacht. Wat zou er mij beletten u, met aan elken voet eenen kanonkogel goed vast gemaakt, over boord te doen werpen ? — Welnu, mijnheer, zei Georges met een' glimlach van misprijzen, gij zoudt volkomen in regel zijnjegens des kruisersloep ; maar wat zoudt gij aan mistress Inglefield antwoorden, als zij u rekening over mij vragen zou ? Sutter gaf lucht aan zijne kwaadwilligheid met eene schrikkelijke vermaledijding. Dan richtte hij het hoofd omhoog, om de lucht te onderzoeken, en murmelde binnen 's monds, als tegen zich zelven sprekende : — Schoon weder, echter ! Indien het niet verandert, varen wij morgen buiten het Kanaal, en komen dan maar al de krui-sers der wereld. Wordt Voortgezet.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De Scheldegalm: gazette van Audenaerde appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à Oudenaarde du 1858 au 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes